Voor literatuurlijst klik hier.
God waarschuwt
Jakob werd een Israëliet
Wist u
dat Jakob niet als Israëliet geboren is?
Hij had
al een groot gezin toen God zijn naam veranderde in Israël. Jakob was
geen Israëliet. God maakte van hem een Israëliet. Zijn grootvader
Abraham en zijn vader Isaäk waren geen Israëlieten. God moet wel een
zeer bijzondere bedoeling gehad hebben, want de Bijbel is het speciale
Boek van een bepaalde natie: het volk Israël.
Geschiedkundig in de Bijbel is in
hoofdzaak de geschiedenis van één natie of volk: de Israëlieten. Andere
naties worden slechts genoemd in zoverre zij met Israël in contact
komen. Ook alle profetieën hebben hoofdzakelijk op dit volk Israël
betrekking en op andere naties alleen voor zover zij met Israël in
contact komen. De Bijbel vertelt over deze Israëlieten en hun God.
De essentiële sleutel
In de komende jaren zal zich in de
wereldgebeurtenissen een ontstellende kentering manifesteren. De
Verenigde Staten, Engeland, West-Europa en het Midden-Oosten zullen hier
gewelddadig bij zijn betrokken. Het is voor de vrije wereld al tamelijk
laat om tot besef van de werkelijke betekenis achter de huidige
wereldgebeurtenissen te komen. Waarom zien de leiders van de wereld niet
wat er op komst is? Waarom hebben de grootste geesten geen inzicht: de
staatshoofden, wetenschapsmensen, opvoedkundigen, journalisten,
nieuwscommentatoren, bankiers, industriëlen, leidinggevenden in de
handel? Zij zijn zich van niets bewust! Waarom niet?
Omdat zij verkeerd zijn opgeleid.
Ze wijzen het onderwijs van de Schepper af en geloven mensen – mensen
die zijn misleid door de god van deze wereld, Satan.
2 Corinthiërs 4:4
ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw
[Satan] met
blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het
evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is.
Openbaring 12:9 En de grote
draak werd [op de aarde] geworpen, de oude slang, die genaamd wordt
duivel en de satan, die de gehele
wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met
hem.
Ook de leiders van de
’christelijke’ kerken en denominaties weigeren deze woorden van Jezus
Christus te geloven. Als Hij zegt ”de gehele wereld” dan is
vanzelfsprekend het ’christendom’ inbegrepen, want zowel in omvang als
in invloed bepaalt die religie in belangrijke mate het leven op aarde.
De leiders onderwijzen de noodzakelijke kennis niet! Deze
leidinggevenden weten niet wat de mens is of waarom hij
is! Zij weten niets omtrent het doel of de zin van het leven! Hun is
niet geleerd de werkelijke waarden van de valse te onderscheiden. Zij
weten niets omtrent het doel dat hier op aarde wordt verwezenlijkt.
Bijgevolg leiden zij de mensheid op een spoor dat met dit doel in strijd
is. Hierdoor wordt een gekwelde, onder leed en verdriet gebukt gaande
mensheid ontzaglijke schade toegebracht. En nu naderen wij met grote
snelheid de laatste grote, allesverwoestende explosie, die het verstand
van de mens zal doen wankelen op de rand van krankzinnigheid.
Er zijn momenteel krachten aan het
werk met plannen, programma's, samenzweringen, organisaties, die spoedig
zullen leiden tot een wereldwijde explosie van geweld en chaos, van een
omvang als nooit tevoren en zoals daarna ook nooit meer zal
plaatsvinden.
Met deze dwaasheid van geschoolde
onwetendheid is het modieus en intellectueel strelend geworden de grote
en fundamentele oorzaak van alle dingen te negeren; onbekend te zijn met
het feitelijke bestaan van het doel dat hier op aarde wordt
verwezenlijkt en van het meesterplan om het te verwezenlijken; niets te
weten van de onzichtbare, maar Soevereine Macht die nu weldra zal
interveniëren om de loop der geschiedenis drastisch te wijzigen, voordat
de mensheid haar eigen bestaan uitdooft.
De grote mogendheden formuleren
hun politiek, stellen hun plannen op. De komende jaren zullen echter
plotselinge, opzienbarende gebeurtenissen te zien geven van een soort
die wel zeer verschilt van de plannen van de naties! Waarom?
Omdat er de grote God is die zegt:
Psalmen 33:10 De Here
verbreekt de raad der volken, Hij verijdelt de gedachten der natiën; 11
de raad des Heren houdt eeuwig stand, de gedachten zijns harten
van geslacht tot geslacht. 12
Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich
ten erfdeel koos. 13 De Here
schouwt uit de hemel, Hij slaat alle mensenkinderen gade; 14
uit zijn woonplaats ziet Hij naar alle bewoners der aarde, 15
Hij, die hun aller harten vormt, die al hun werken doorgrondt.
Dezelfde Eeuwige God zegt:
Jesaja 40:25 Met wie dan
wilt gij Mij vergelijken, dat Ik hem zou gelijk zijn? zegt de Heilige.
26 Heft uw ogen naar omhoog
en ziet: wie heeft dit alles geschapen?
En ook:
Vers 15 Zie, volken zijn
geacht als een druppel aan een emmer en als een stofje aan een
weegschaal; zie, eilanden zijn als fijn stof, dat uitgestrooid wordt.
Vers 17 Alle volken zijn als
niets voor Hem, zij worden door Hem beschouwd als nietig en ijdel.
Door middel van zijn geïnspireerde
profeten heeft de grote God, ongeveer 2500 jaar geleden, profetieën, die
ongeveer een derde deel van de Bijbel beslaan, laten opschrijven en in
geschrift voor onze tijd laten bewaren. In deze profetieën noemt Hij
iedere stad die in die tijd van belang was en ook ieder volk! En Hij
voorspelde precies wat er in de loop der jaren met iedere stad en ieder
volk zou gebeuren! In alle gevallen werden de profetieën vervuld!
Wat er was geprofeteerd, gebeurde
met Babylon, met Tyrus, Sidon, Askelon, Asdod, Ekron; met Egypte,
Assyrië, Chaldea, Perzië, Griekenland en Rome. Niet één keer faalde een
profetie! Ze waren zeer accuraat.
In andere profetieën heeft
dezelfde soevereine God even precies voorspeld wat er zal gebeuren met
de Verenigde Staten, de Britse volken, West-Europa, het Midden-Oosten,
Rusland, China en andere landen!
Toch verkeren in de wereld de
mensen met het beste verstand in totale onwetendheid inzake de
weergaloze catastrofe die binnenkort zich zal voltrekken. En waarom zijn
deze profetieën niet begrepen en geloofd? Omdat de essentiële sleutel
die de profetieën voor ons begrip kan ontsluiten was verloren gegaan.
Deze sleutel is de identiteit van de Verenigde Staten en de Britse
volken en de volken in Noordwest-Europa in de bijbelse profetieën. Ook
van de Nederlanders!
Deze
sleutel is nu gevonden! Wij bieden hem aan aan hen die bereid zijn met
onbevooroordeelde ogen te kijken.
De
geprofeteerde gebeurtenissen die deze volken de komende jaren zullen
treffen staan vast!
God
zegt:
Amos 3:7
Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan
zijn knechten, de profeten.
Deze
kolossale wereldgebeurtenissen, die de eerste twee wereldoorlogen in het
niet laten verdwijnen, zullen komen, maar niet voordat de waarschuwing
ter beschikking is gesteld aan hen wier ogen bereid zijn te zien.
Alleen
in de Bijbel vindt u nu reeds het nieuws van wat zeker staat te gebeuren
– en gebeuren zal het voordat de mensheid haar eigen bestaan vernietigt!
Men zou
kunnen vragen: zijn de meeste profetieën geen achterhaalde,
oudtestamentische geschriften, slechts gericht aan de oude natie Israël
en van geen enkel belang voor ons in deze tijd? Het antwoord is een
nadrukkelijk nee! Deze dynamische profetieën werden grotendeels nooit
aan het Israël van de Oudheid gegeven.
De zuivere waarheid is dat deze profetieën werden geschreven voor onze
volken van deze tijd en voor geen ander, eerder volk of tijdperk. Ze
hebben betrekking op de omstandigheden in de wereld van vandaag en ze
konden niet eerder worden begrepen dan vandaag.
Een der meest centrale profetische boeken is het boek Daniël. In feite
is niet de profeet Daniël de auteur van het boek dat zijn naam draagt.
De levende God is er de auteur van! De boodschap werd door Gods engel
aan Daniël overgedragen. Daniël legde wat hij hoorde in geschrift vast
om het tot onze tijd te laten bewaren.
Aan het slot van zijn boek schrijft Daniël:
Daniël 12:8 Ik nu hoorde het
wel, maar begreep het niet en zeide: Mijn heer, waarop zullen deze
dingen uitlopen? 9 Doch hij
zeide: Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld
tot de eindtijd. 10 Velen
zullen zich laten reinigen en zuiveren en louteren, maar de goddelozen
zullen goddeloos handelen; en geen der goddelozen zal het verstaan, maar
de verstandigen zullen het verstaan.
De profetieën van Daniël werden dus tot nu toe verborgen,
verzegeld, gesloten! Maar vandaag leven wij in ”de eindtijd”. Vandaag
verstaan ”de verstandigen” het inderdaad! Maar wie zijn ”de
verstandigen”? Alleen zij die God vrezen en gehoorzamen en die de
sleutel bezitten om de afgesloten profetieën te ontsluiten. God zegt:
Psalmen 111:10 De vreze des
Heren is het begin der wijsheid, een goed inzicht hebben allen
die ze [zijn geboden]
betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand.
En zelfs de meeste belijdende ’christenen’ weigeren te enen male dat te
doen. Geen wonder dat zij geen inzicht hebben.
Sta hier eens een ogenblik bij stil. Als de profetieën die Daniël
opschreef niet door hem konden worden begrepen; als zij werden
”verborgen en verzegeld tot de eindtijd” tot onze tijd,
zoals de engel zei en zoals Daniël schreef, dan waren zij verborgen voor
de Israëlieten van die tijd; dan bevatten zij geen boodschap voor
Daniëls tijd.
Laten
wij nog iets verder gaan.
Deze
profetieën konden niet aan het koninkrijk Israël van de Oudheid zijn
gegeven en bekend zijn. Daniël schreef in en na de tijd van de
verovering en wegvoering van het koninkrijk Juda in de jaren 604 tot 585
v.Chr. door de Chaldeeuwse koning Nebukadnezar. Het koninkrijk Israël
evenwel was allang daarvoor veroverd; de bevolking ervan was in 721 tot
718 v.Chr., 117 tot 133 jaar voordat Daniël schreef, uit Palestina in
slavernij naar Assyrië gevoerd.
2 Koningen 17:18 Daarom was
de Here zeer vertoornd geworden op Israël en had hen van voor zijn
aangezicht verwijderd: niets bleef er over dan alleen de stam van Juda.
Vers 23 totdat de Here
Israël van voor zijn aangezicht verwijderde, zoals Hij gesproken had
door al zijn knechten, de profeten. En Israël werd uit zijn land in
ballingschap weggevoerd naar Assur, tot op de huidige dag. 24
De koning van Assur bracht mensen uit Babel, Kuta, Awwa, Hamat en
Sefarwaim en deed hen wonen in de steden van Samaria in plaats van de
Israëlieten. Zij namen Samaria in bezit en vestigden zich in de steden
daarvan.
Al jaren voordat het boek Daniël werd geschreven waren de meeste
Assyriërs, met hun Israëlitische slaven, vanuit het oude
Assyrië naar het noordwesten, richting Europa gemigreerd. Hoe ver naar
het noordwesten, waar zij zich uiteindelijk hebben gevestigd, was
destijds niet bekend. Zij waren bekend geworden als de Verloren Tien
Stammen.
Maar vandaag weten wij het wel.
Zoals
Daniël schreef (Daniël 12:4) is de kennis inderdaad vermeerderd. De
omzwervingen van de Verloren Tien Stammen is een der oude mysteries die
nu zijn opgehelderd. In Daniëls tijd echter waren deze stammen uit het
zicht verdwenen, alsof de aarde haar mond geopend en hen verzwolgen had.
Deze profetieën waren evenmin een boodschap voor het oudtestamentische
koninkrijk Juda. In de tijd dat Daniël schreef, waren de Joden reeds
slaven in Babylonië. Daniël zelf was een der briljante jonge prinsen van
Juda, die speciaal waren uitgekozen om in het koninklijk paleis in
Babylon dienst te doen (Daniël 1:3-6). Daniëls veeleisende plichten in
dienst van de heidense koning stonden hem niet toe zijn afgesloten en
verzegelde boodschap aan de verspreid wonende Joodse slaven door te
geven. In deze toestand van slavernij hadden de Joden geen stelselmatige
godsdienstige bijeenkomsten en geen priesters. Er was niet zoiets als
een drukpers, geen methode om literatuur te drukken en te verspreiden.
En bovendien waren de profetieën ”verborgen en verzegeld tot
de eindtijd” – onze tijd van nu! Het boek Daniël was geen
boodschap voor de Joden in oudtestamentische tijden! Er wordt met
nadruk gesteld dat deze profetieën op geen andere dan op onze tijd,
deze eenentwintigste eeuw, betrekking hebben!
De allerbelangrijkste sleutel tot de profetieën als geheel wordt gevormd
door de identiteit van de Verenigde Staten, de Britse en
Noordwest-Europese naties in deze voor vandaag bestemde profetieën!
Deze profetieën kunnen geen betrekking hebben op enige andere tijd
voorafgaande aan ons hachelijk heden!
Al wordt het misschien niet algemeen beseft, maar Groot-Brittannië en de
Verenigde Staten werden pas in de 19e eeuw grote mogendheden.
Plotseling, in het begin van de 19e eeuw, schoten deze twee,
tot op dat moment kleine, minder belangrijke landen, in korte tijd
omhoog tot grootmachten onder de naties, zoals geen enkel land ooit
eerder was gegroeid in welvaart, natuurlijke rijkdommen en macht.
De
Britse en Amerikaanse volken hadden samen ruim zeventig procent van alle
natuurlijke hulpbronnen en rijkdom van de wereld verworven. Alle andere
landen bij elkaar bezaten nauwelijks meer dan een kwart. ’Britannia
ruled the waves’ en de wereldhandel vond plaats over het water. De zon
ging nooit onder boven de Britse bezittingen.
Zouden
de Britse en Amerikaanse volken over het hoofd kunnen worden gezien in
profetieën over de omstandigheden in de wereld die een derde van de
gehele Bijbel in beslag nemen, terwijl zo'n 90 procent van al deze
profetieën betrekking heeft op nationale en internationale
wereldgebeurtenissen van onze tijd, nu?
Maar precies zoals werd geprofeteerd is de Britse zon nu ondergegaan.
Zoals deze zelfde profetieën die Groot-Brittannië's grootheid
voorspelden lang tevoren hebben geopenbaard, is er van Engelands macht
en glorie weinig over.
En de Verenigde Staten? Vandaag treft Amerika zichzelf aan als de
erfgenaam van min of meer alle internationale problemen en zorgen van
deze naoorlogse, chaotische, gewelddadige wereld. De militaire kracht
van de Verenigde Staten is tanende.
De tanende macht en welvaart hangt samen met de geschiedenis van en de
goddelijke beloften aan Israël. Beloften die nooit door het Joodse volk
zijn geërfd. En nu is Amerika, tenzij volk en regering van
de Verenigde Staten er acht op slaan en onmiddellijke en drastische
stappen ondernemen, gedoemd nog sneller smadelijk ten onder te gaan en
alle nationale rijkdom, grootheid en macht te verliezen! En om
dezelfde reden!
Dit
alles staat in verband met het op grote schaal genegeerde, duidelijke en
eenvoudige verhaal van de Bijbel, dat tot de kennis van onze
ongelooflijke afstamming en hedendaagse profetische identiteit leidt.
Millennia geleden werden deze zelfde nationale grootheid, rijkdom en
macht door de Almachtige aan Abraham beloofd. Toch hebben maar weinig
mensen dit merkwaardige feit in de Bijbel opgemerkt.
Maar
wij moeten het feit onder de ogen zien, dat de blanke, Engelstalige
volken en Noordwest-Europese volken, niet de Joden, de nationale,
fysieke stadia van deze beloften hebben geërfd!
Gods belofte aan Abraham
Gods
belofte aan Abraham heeft de geschiedenis in de wereld bepaald, vooral
de laatste twee eeuwen.
God
vestigde deze man als de stamvader van zijn volk Israël!
Alle beloften van God werden aan Abraham en zijn afstammelingen gedaan.
De
beloften die God aan Abraham deed waren tweeledig: enerzijds louter
materieel en nationaal, anderzijds geestelijk en individueel. De
geestelijke belofte van de Messias en van behoud door Hem, is zelfs bij
de meest oppervlakkige bijbelkenners welbekend. Zij weten dat God aan
Abraham de geestelijke belofte deed dat Christus als afstammeling van
Abraham zou worden geboren en dat door Christus behoud tot ons komt.
Maar – en dit zal wel ongeloofwaardig klinken, al is het waar – bijna
niemand weet wat dit behoud is; wat de beloften van behoud zijn die wij
door middel van Christus kunnen ontvangen; hoe wij die kunnen ontvangen
en wanneer, hoe ongelooflijk dit ook klinkt! Deze waarheid hoort echter
in een andere publicatie thuis.
Wat voor het thema van deze publicatie essentieel is, is het feit dat
God aan Abraham ook nog een heel andere, een wonderbaarlijke nationale
en materiële belofte deed, een belofte die vrijwel totaal over het hoofd
is gezien.
Let nu nog eens op de wijze waarop God in eerste instantie Abraham riep
en op de tweeledige aard van zijn beloften:
Genesis 12:1 De Here nu
zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders
huis naar het land, dat Ik u wijzen zal; 2
Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw
naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. 3
Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik
vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend
worden.
Let dus
op de tweeledigheid van de belofte: 1) ”Ik zal u tot een groot volk
maken” – de nationale, materiële belofte dat zijn uit het vlees
geboren kinderen een groot volk zouden worden: een belofte van
nageslacht; 2) ”... en met u zullen alle geslachten des aardbodems
gezegend worden”: de geestelijke belofte van genade.
Precies hier nu begaan velen die beweren ’christen’ te zijn – met hun
leraars – een dwaling. Zij merken de tweeledigheid van de belofte die
God aan Abraham deed niet op. Zij erkennen alleen de Messiaanse belofte
van geestelijk behoud door middel van het ”ene zaad”, Christus. Zij
zingen gezangen over de beloften, ten onrechte in de mening verkerend
dat de beloften eruit bestaan dat wij bij de dood naar de
hemel gaan.
Hun ontgaat het feit dat God aan Abraham beloften
deed van zowel fysiek nageslacht als van geestelijke genade.
Het
feit dat de belofte van ”een groot volk” alleen naar het nageslacht
verwijst, niet naar het nageslacht van het ”ene zaad” van Galaten 3:16,
dat Jezus Christus was, de Zoon van Abraham en de Zoon van God, maar
naar het veelvoudige zaad van natuurlijke, fysieke geboorte, wordt
verder bevestigd als God later zijn belofte met meer details herhaalt.
Laten wij deze beloften begrijpen!
Genesis 17:1
Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de Here aan
Abram en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige, wandel voor mijn
aangezicht, en wees onberispelijk; 2
Ik zal mijn verbond tussen Mij en u stellen, en u uitermate
talrijk maken. 3 Toen
wierp Abram zich op zijn aangezicht en God sprak tot hem: 4
Wat Mij aangaat, zie, mijn verbond is met u, en gij zult de
vader van een menigte volken worden; 5
en gij zult niet meer Abram genoemd worden, maar uw naam zal zijn
Abraham, omdat Ik u tot een vader van een menigte volken gesteld
heb.
Merk
ook op dat ”tot een groot volk” nu wordt ”tot een menigte volken”, meer
dan één volk. Dit kan geen betrekking hebben op het ”ene zaad”,
Christus. Evenmin op de Joden als één volk. De volgende verzen bewijzen
dit.
Vers 6
Ik zal u uitermate vruchtbaar maken en u tot volken stellen, en koningen
[meer
dan één] zullen uit u voortkomen.
”Een
menigte volken” of naties. Dit gaat over fysiek nageslacht, niet over
genade.
Dit
zijn geen terloopse, toevallige, onbelangrijke beloften. Ze zijn
fundamenteel: het fundament voor de grondvesting van de grootste
wereldmachten; het fundament voor ieders persoonlijke, geestelijke
behoud, voor ieders hoop op eeuwig leven. Dit zijn overweldigende
beloften. De toekomst van de mensheid is er, door de Schepper-God, op
gebaseerd.
Genesis 28:14
En uw nageslacht zal zijn als het stof der aarde, en gij zult u
uitbreiden naar het westen, oosten, noorden en zuiden, en met u en met
uw nageslacht zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.
Hier
wordt de grootte van de ”menigte volken” vergeleken met het aantal
korreltjes stof van de aarde. Elders vergelijkt God de bevolking van
deze beloofde naties met de korrels zand op een strand en met de sterren
– ontelbaar wegens het grote aantal.
Het
moge duidelijk zijn dat hier niet slechts enkele miljoenen Joden bedoeld
kunnen zijn. Hier worden wereldmachten beschreven. Nogmaals: de Joden
hebben nooit meer dan één natie gevormd. Zij vormen niet en hebben nooit
gevormd, een menigte naties.
In onze
publicatie ’De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën’
van onze website wordt uitgebreide informatie gegeven over de
omzwervingen van de Verloren Tien Stammen en hun huidige woonplaatsen.
Ze
vormen de huidige naties van de Verenigde Staten, Canada,
Groot-Brittannië, Ierland, Noordwest-Europese landen, Zuid-Afrika,
Australië en Nieuw-Zeeland.
Voor
bewijzen en een goed begrip is het zeer aan te bevelen genoemde
publicatie van onze website te bestuderen. Zonder kennis van de
identiteit van het huis Israël kunnen veel profetieën – ook aangaande
Nederland – niet begrepen worden.
Israëlieten in twee naties
verdeeld
Het
huis Israël is niet Joods! Zij die er deel van uit maken zijn
geen Joden en waren dat ook nooit!
Na de
dood van koning Salomo scheurde het koninkrijk in tweeën. Het zuidelijk
deel met de hoofdstad Jeruzalem wordt in de Bijbel het koninkrijk Juda
genoemd en het noordelijk deel met de hoofdstad Samaria het koninkrijk
Israël. Ze staan ook bekend onder de namen het huis Juda en het huis
Israël. In het noordelijk deel, het huis Israël, woonden de tien
stammen.
1 Koningen 11:30
En die beiden waren alleen op het veld. Toen greep
[de
profeet]
Achia de nieuwe mantel die hij
droeg, en scheurde die in twaalf stukken; 31
hij zeide tot Jerobeam: Neem voor u tien stukken, want zo zegt de
Here, de God van Israël: zie, Ik ga het koninkrijk van Salomo
afscheuren, en Ik geef u de tien stammen.
Het was
het tienstammige koninkrijk dat de nationale naam ’Israël’ had gekregen,
geleid door de stammen Efraïm en Manasse.
Waar
zij zich ook bevinden, de Bijbel noemt hen bij de nationale naam
Israël. Voor de wereld van tegenwoordig is hun identiteit verloren.
Maar in de bijbelse profetie zijn zij het – niet de Joden – die
Israël worden genoemd!
De Tien
Stammen werden niet van Israël afgescheiden. Israël bleef niet in
Jeruzalem. Juda werd juist van Israël afgescheiden.
Het
woord ’Jood’ is niets anders dan een bijnaam van ’Juda’. Waar het woord
’Jood’ in de Bijbel voor het eerst wordt gebruikt, zien wij Israël in
oorlog met de Joden! Waar u ook de naam ’Israël’, of ’huis Israëls’, of
’Samaria’, of ’Efraïm’ in de profetieën ziet staan, houd in gedachten:
het verwijst nooit naar de Joden, maar naar Israël, dat met de
Joden in oorlog was!
Het is
verwarrend dat de Joden die nu in het Midden-Oosten wonen, hun land
Israël hebben genoemd.
Op geen
enkele plaats in de hele Bijbel verwijst het woord ’Israël’ uitsluitend
naar de Joden. Wanneer de betekenis niet nationaal, maar individueel is,
kan ’Israël’, of ’de kinderen Israëls’, of ’mannen van Israël’ tevens
op de Joden betrekking hebben. Een uitdrukking als 'mannen van Israël'
bijvoorbeeld, die in het Nieuwe Testament herhaaldelijk voorkomt,
verwijst naar individuele Israëlieten gezamenlijk, niet naar de
natie. Meestal verwijst het naar Joden als individuele afstammelingen
van de aartsvader Israël (Jakob).
Joden
zijn Israëlieten, zoals Groningers Nederlanders zijn. Maar de meeste
Israëlieten zijn geen Joden, zoals de meeste Nederlanders geen
Groningers zijn. De Joden vormen uitsluitend het huis Juda, dat
slechts een deel van de Israëlieten is. Maar wanneer van deze
mensen sprake is als naties en niet als individuen, verwijst
’Israël’ nooit naar de Joden. ’Huis Israëls’ betekent nooit
’Joden’. Alleen de drie stammen in Jeruzalem (de Joden en de twee
stammen Levi en Benjamin die zich bij hen gevoegd hebben) onder de
Davidische koning zijn Joden en heten het huis Juda.
De
scepter – de belofte van Christus en van genade – werd aan
de Joden doorgegeven! ”Het heil”, zei Jezus, ”is uit de Joden”!
(Johannes 4:22.) Het Evangelie van Christus, schreef Paulus, ”is een
kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de
Jood, maar ook voor de Griek” (Romeinen 1:16). De beloften van
genade werden via Juda doorgegeven!
Het
eerstgeboorterecht – de materiële en nationale belofte; ongehoorde
welvaart en natuurlijke rijkdommen, nationale grootheid en wereldmacht
– is aan Jozef. Dit werd later aan
zijn beide zonen Manasse en Efraïm overgedragen. Het ”volk” dat zeer
groot zou worden zou uit het zaad van Manasse voortkomen en de ”menigte
volken” uit Efraïm. Efraïm en Manasse (God had Efraïm voor Manasse
geplaatst) werden het hoofd van het huis Israël.
Nederlands Israël
Het
volk dat de nationale naam ’Israël’ droeg en de beloften van het
eerstgeboorterecht had en dat niet uit Joden bestond, werd uit hun
eigen land, Samaria, weggevoerd. Zij verlieten dat land – en
zijn er tot op heden nooit teruggekeerd!
De tien
stammen zijn uit Assyrië in noordwestelijke richting getrokken naar
Europa. Efraïm en Manasse kwamen terecht op de Britse eilanden. Manasse
stichtte later de Verenigde Staten, terwijl uit Efraïm de
gemenebestlanden zijn voortgekomen. Zo werd de profetie vervuld dat
Manasse de ene grote
natie zou worden, Efraïm de groep naties.
Andere
Israëlitische stammen vestigden zich in Scandinavië, Nederland, België,
Noord-Frankrijk en mogelijk Zwitserland.
Noorwegen is dus Noors Israël, Zweden Zweeds Israël, Denemarken Deens
Israël en een groot deel van het Nederlandse autochtone volk is
Nederlands Israël.
Na de
geboorte van Zebulon zei zijn moeder: ”God heeft mij een schoon geschenk
gegeven” (Gen. 30:20).
God
inspireerde Jakob aan zijn zonen bekend te maken hoe hun toekomst er uit
zou zien.
Genesis 49:1
En Jakob ontbood zijn zonen en zeide: Komt bijeen, opdat ik u
bekend make, wat u in toekomende dagen wedervaren zal.
Vers 13
Zebulon zal wonen aan het strand
[Hebr.: ook haven, zeekust]
der wijde zee, ja, hij zal wonen aan het strand bij
de schepen, en zijn zijde zal naar Sidon [Hebr.: Tsiydon, plaatsnaam
i.d. betekenis van vis vangen]
gekeerd zijn.
Als
zeevarende natie is Nederland grote welvaart ten deel gevallen. God gaf
Nederland grote zegeningen, zoals zijn vele havens, waarvan Rotterdam
uitgroeide tot de grootste ter wereld, koopvaardij- en vissersvloten,
baggerij en sleepvaart, waardoor dit volk een vermogende natie werd.
Deuteronomium 33:1
Dit is de zegen, waarmede Mozes, de man Gods, de Israëlieten voor
zijn sterven gezegend heeft. Vers 18
Van Zebulon zeide hij: Verheug u, gij Zebulon, over uw tochten.
Uit
verschillende delen van de wereld hebben de Hollanders op hun zeetochten
grote rijkdommen verzameld.
God is
zijn belofte van zeer grote zegeningen nagekomen, maar Hij zal de
zegeningen intrekken als Israël zich niet bekeert van de afgoderij.
Afgoderij
Vanwege
de afgoderij, dat altijd gepaard gaat met het overtreden van Gods
geboden, werd Israël in ballingschap gevoerd zo'n 2700 jaar geleden. Ze
hadden zich aangesloten bij de religies van de volken om hen heen en
daarom liet God toe dat ze uit hun land werden verdreven.
Toen de
tien stammen zich later in Europa vestigden, werd de religie van de
heidenen ook hun religie. En dat is zo gebleven.
Ze
hebben hun identiteit verloren, ze weten niet dat ze Israëlieten zijn,
dat de Soevereine God hun ooit heeft uitverkoren om zijn volk te zijn,
om zijn zuivere normen en waarden als eerste natie te leren kennen.
Ze
waren samen met Juda, toen nog één natie bestaande uit twaalf stammen,
het eerstgeboren kind van God. Toen God hen uit Egypte bevrijdde maakte
Hij aan de farao (een type van Satan) duidelijk dat Israël zijn
eerstgeboren zoon is.
Exodus 4:22
Dan zult gij tot Farao zeggen: Zo zegt de HERE: Israël is mijn
eerstgeboren zoon; 23 daarom
zeg Ik u: laat mijn zoon gaan, opdat hij Mij diene; zoudt gij echter
weigeren hem te laten gaan, dan zal Ik uw eerstgeboren zoon doden.
Na de
verlossing uit de slavernij maakte God hen zijn geboden bekend en leerde
hen ze toe te passen.
De
Bijbel leert ons dat de twaalf stammen en later de twee koninkrijken
Israël en Juda steeds opnieuw God verlieten om de goden van andere
volken te dienen en te eren. Uiteindelijk besloot God eerst Israël en
later ook Juda door vijandige legers te laten bezetten en de inwoners te
laten gevangen nemen. Een deel van Juda (de Joden) is teruggekeerd, maar
Israël (de tien stammen) verdween uit het zicht. Israël, maar ook de
Joden weten nu niet dat de welvarendste naties ooit, als de leiders van
de Westerse wereld, de volken van de tien stammen zijn. Dankzij de
belofte van God aan Abraham.
Maar
God heeft ook gewaarschuwd dat de voorspoed zal worden weggenomen als
het volk niet terugkeert tot hun Almachtige en enige God. Want de
Israëlieten, waaronder Nederlands Israël, doen nog steeds wat ze altijd
gedaan hebben: valse goden dienen.
Het Roomse Babylon en dochters
De
Babylonische mysteriereligie is overgebracht naar Rome en al in de
eerste eeuw drong deze valse religie de gemeente van God binnen. De ware
gelovigen trokken zich terug uit die gemeenschappen en velen moesten
zelfs vluchten voor hun leven. Dikwijls tevergeefs, want in de naam van
de valse heer (de valse Jezus) zijn velen doodgemarteld.
De
Babylonisch-Roomse kerk kreeg later protesterende dochters die in de
loop der tijden verdeeld zijn in de verschillende protestantse kerken en
andere zgn. christelijke denominaties.
Openbaring 17:5
En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het
grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.
De
duivel heeft voor elk wat wils, maar in al zijn variëteiten is het zgn.
christendom één grote tegenstander van de Schepper van de mens.
Openbaring 12:9
En de grote draak werd [op de aarde] geworpen, de oude slang, die
genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij
werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.
De
christelijke wereld wil niet horen en niet zien.
Wat ’de
kerk’ wordt genoemd is zelf slachtoffer en misleider. Zij loopt aan de
hand van de duivel en dient hem door de gehele wereld te verleiden. Kan
de christelijke wereld, ’de kerk’, met haar honderden miljoenen
aanhangers duiden op dat kleine groepje mensen dat Gods Koninkrijk gaat
erven?
Lukas 12:32
Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader
behaagd u het Koninkrijk te geven.
Slechts
een ”klein kuddeke” mensen heeft God afgezonderd om zijn Koninkrijk
binnen te gaan! Wist u dat?
Niet
’de kerk’, maar slechts enkelen heeft God apart gezet om opgeleid te
worden om na de komst van Christus ook voor de verblinde massa's behoud
mogelijk te maken. Sinds de oprichting van de ’de kerk’ heeft zij zich
opgesteld als een tegenstander – dikwijls zelfs gewelddadig – van de
ware Gemeente van God.
Een
deel van deze verblinde massa is Israël. Israël dient en aanbidt nog
steeds de heidense afgoden, nu gecreëerd door het valse christendom. Ook
Nederlands Israël wordt gedomineerd door tradities, economische
stelsels, onderwijs, politiek en religieuze feesten van deze
’christelijke’ Baälreligie.
Maleachi 3:6
Voorwaar, Ik, de HERE, ben niet veranderd, en gij kinderen van
Jakob, zijt niet verteerd. 7
Van de dagen uwer vaderen af zijt gij afgeweken van mijn inzettingen en
hebt ze niet onderhouden. Keert terug tot Mij, dan zal Ik tot u
terugkeren, zegt de HERE der heerscharen. En dan zegt gij: In welk
opzicht moeten wij terugkeren?
Ja, in
welk opzicht? Want wij dienen toch de ’heer’, onze ’here Jezus’?
Absoluut niet! De Heer, de Zoon van God, dient geen zondag. Hij zegt:
”Ik ben Heer over de sabbat” (Matth. 12:8). U denkt dat de sabbat Joods
is? Niet gemaakt voor de tien stammen van Israël?
Markus 2:27
En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om de mens, en niet de
mens om de sabbat.
De
sabbat is al in de scheppingsweek geheiligd, gemaakt voor de mens! De
bijbelse feesten zijn geen Joodse feestdagen, maar feestdagen van God.
Leviticus 23:2
… De feesttijden des HEREN,
die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn
mijn feesttijden. 3 Zes
dagen mag arbeid verricht worden, maar op
de zevende dag zal er een
volkomen sabbat zijn: een
heilige samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten, het is een
sabbat voor de HERE in al uw
woonplaatsen. 4 Dit zijn
de feesttijden des HEREN,
heilige samenkomsten, die gij uitroepen zult op de daarvoor bepaalde
tijd.
In de
volgende verzen in Lev. 23 worden de feesten van God genoemd, niet van
Joden of andere Israëlieten, maar
van God!
Kerstfeest is de aanbidding van de zon, Pasen de aanbidding van Astarte,
de godin van het oosten. Vandaar de namen ’Ostern’ in het Duits en
’Easter’ in het Engels voor Pasen.
De
r.-k. kerk heeft Gods kalender verworpen en een eigen kalender gemaakt
die inmiddels in de gehele wereld wordt gebruikt. Vanwege de indeling
kunnen daarop Gods heilige dagen niet geplaatst worden. Op Gods kalender
passen de heidense (zgn. christelijke) feestdagen niet.
Daniël 7:25
Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des
Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te
veranderen.
Zie ook
Openbaring 13:1-8.
Gods
tijdsindeling en wetten worden veracht.
De
feesten van God beelden zijn meesterplan uit met de mensheid in zeven
stappen. Nu de mens – behoudens zijn ”klein kuddeke” – Gods feesten niet
kent en houdt, kent hij het Plan van God niet. Dit is een van de vele
misleidingen van Satan in zijn poging de mens van Gods plan verwijderd
te houden, om het Plan en de mens te vernietigen, zodat de mens zijn
bestemming niet zal bereiken.
De
bestemming van de mens is immers de hemel? Althans, dat verkondigt het
heidense christendom. Maar Christus zegt dat geen mens behalve Hij zelf,
ooit naar de hemel is gegaan en ook niet zal gaan. Welke heer/Heer
gelooft u?
Johannes 3:13
En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel
nedergedaald is, de Zoon des mensen.
Johannes 13:33
Kinderkens, nog een korte tijd ben Ik bij u; gij zult Mij zoeken
en, gelijk Ik de Joden gezegd heb: Waar Ik heenga
[de hemel], kunt gij niet komen, zo spreek Ik thans ook tot u.
De
woorden in Mal. 3:6-7 (hierboven) zijn gericht aan de ”kinderen van
Jakob”. Ze onderhouden Gods geboden niet meer (vers 7). Deze boodschap
was niet gericht aan het huis Israël van de Oudheid, want dat was meer
dan 250 jaar voor Maleachi's tijd door Assyrië in ballingschap gevoerd.
Deze boodschap is gericht aan de Israëlitische volken in de jaren
voordat Christus terugkomt.
Maleachi 3:1
Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden
zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt,
namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de
HERE der heerscharen. 2 Doch
wie kan de dag van zijn komst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij
verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van de smelter en als het
loog van de blekers.
”Keert
terug tot Mij, dan zal Ik tot u terugkeren, zegt de HERE der
heerscharen” in vers 7, zelfs na 2700 jaar geduld.
Maleachi 3:14
Gij zegt: Nutteloos is het God te dienen; wat gewin geeft het,
dat wij zijn geboden onderhouden en dat wij in rouw gaan voor het
aangezicht van de HERE der heerscharen?
God
roept op om terug te keren naar de zuivere waarden van
zijn geboden. Gods geboden vormen de normen en waarden
van God. Kerken van deze
wereld passen zich voortdurend aan aan de normen van de ’moderne’ tijd
in het kader van ”zieltjes winnen”. Is de norm van die ’moderne’ tijd
veiliger, vrediger, verdraagzamer, met meer liefde voor de medemens? Als
iemand een gevonden portemonnee terugbezorgt bij de eigenaar, haalt dat
de grootste krant van Nederland. In Gods samenleving in de Wereld van
Morgen zal het stiekem houden van een gevonden portemonnee hoogst
ongewoon zijn.
In zijn
’toorn’ zal God de ’moderne’ goddeloze wereld zwaar straffen.
Maleachi 4:1
Want zie, de dag komt, brandend als een oven! Dan zullen alle
overmoedigen en allen die goddeloosheid bedrijven, zijn als stoppels, en
de dag die komt, zal hen in brand steken (zegt de HERE der heerscharen)
welke hun wortel noch tak zal overlaten.
Die dag
nadert snel. Christus zelf zal de ’Dag des Heren’ aanvoeren.
Maleachi 4:4
Gedenkt de wet van Mozes, mijn knecht, die Ik hem op Horeb
geboden heb voor gans Israël, inzettingen en verordeningen.
Nederlands Israël, God heeft uw voorvaderen zuivere waarden geleerd.
Keer terug tot die geboden die een uiting zijn van liefde voor God en de
medemens. Lees onze publicatie ’Welke geboden gelden nu wél en welke
niet?’
Vers 5
Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des
HEREN komt. 6 Hij zal het
hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen
tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban.
Deze harten zijn van elkaar
gescheiden. Het hart van de vaderen was gericht op de ware God. Het hart
van hun nazaten richt zich op een andere god. Ze verschillen in leer en
godsdienst aanmerkelijk van de waarden en levenswandel van Abraham,
Isaäk en Jakob. Daarom zal de eindtijd Elia de leer van de waarheid,
zoals door de aartsvaders beleden en bewandeld, maar in de loop der
eeuwen verwaarloosd en geschonden, weer tot de kinderen brengen, en in
klare taal weer helder maken. Het hart van de kinderen keert dan terug
tot de vaderen door terug te keren tot de ware God en zijn wetten. ”Hoe
bemin ik uw Wet” schreef David als één van de ’vaderen’.
Lange tijd zullen de moderne
Israëlieten dit werk van de eindtijd Elia – het herstel van de eenheid
van harten, dezelfde rechtvaardige wet voor iedereen – negeren waardoor
de landen van de huidige Israël-stammen vernietigd zullen worden.
Maleachi 4:6 … en het land
treffe met de ban.
De
profetieën leren dat Israël – de voornaamste landen van de Westerse
wereld – door de ban zal worden getroffen (vers 6), want er komen
verdrukking, vervolging, plagen.
De
profeet Elia leefde in de dagen van koning Achab en koningin Izebel van
het koninkrijk Israël. Het is tekenend dat Jezus het optreden van
nogmaals een ’Elia’ in onze dagen aankondigde. Elia worstelde als
eenzame dienstknecht van God tegen de Baälreligie die door de overheid
en de bevolking algeheel werd aangehangen en onderhouden. Precies zo als
in onze tijd. Daarom kondigde Jezus een ’Elia’ aan voor de huidige tijd.
Mattheüs 11:13 Want al de
profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe; 14
en indien gij het wilt aanvaarden: Hij is Elia, die komen zou. 15
Wie oren heeft, die hore!
Johannes is de Elia voor Christus' eerste komst, maar voordat de ’Dag
des Heren’ aanbreekt zal er eveneens een Elia optreden. Een tweeledige
profetie.
Mattheüs 17:10
En de discipelen vroegen Hem en zeiden: Hoe kunnen dan de
schriftgeleerden zeggen, dat Elia eerst moet komen? 11
Hij antwoordde en zeide: 12 Elia
zal wel komen en alles herstellen…
Johannes was al onthoofd (Matth. 14). Dit is de Elia voor de terugkomst
van Christus als Koning der koningen.
Maleachi 4:5
Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag
des Heren komt.
God
stuurde in de Oudheid Elia om Israël duidelijk te maken dat hun afgoden
niets voorstellen, maar dat alleen de Eeuwige God, de Schepper van hemel
en aarde, de macht en regie heeft over alles. In onze tijd is deze
misleiding van de afgoderij wereldwijd.
De
eindtijd-Elia zal verkondigen dat het valse christendom afgoden aanbidt
en oproepen om de ware God te gaan dienen die zich binnenkort met grote
macht zal gaan vertonen aan Israël en aan de gehele wereld.
Elia
diende in het oude Israël de ware God en werd daarom gehaat. God gaf hem
de kracht en de moed om naar koning Achab te gaan met de opdracht de
bevolking en hun valse priesters bijeen te brengen om hen te
demonstreren wie de ware God is. God zorgde er voor dat hij niet werd
gedood, zodat de zeer imponerende demonstratie van macht kon
plaatsvinden voor de ogen van de koning, de bevolking en de
Baälpriesters. God vernederde de valse religie en toonde hoe machteloos
zij was.
God
liet door Elia duidelijkheid verschaffen: wie is God? De Heer? Dien Hem
dan! Of de andere ’heer’, Baäl? Dien hém dan maar. Maar vermeng ze niet.
Als je Baäl dient, doe dan niet alsof je daarmee ook de Heer dient.
Tegenwoordig kunnen we zeggen: als je kerstfeest viert, zondag als
rustdag neemt, doe dan niet alsof je daarmee ook de Heer dient. ”Aan
twee zijden mank gaan” noemt God dat.
1 Koningen 18:21
Toen naderde Elia tot het gehele volk en zeide: Hoelang zult gij
aan beide zijden mank gaan? Indien de HERE God is, volgt Hem na; maar
indien het de Baäl is, volgt hem na.
Vers 31
Elia nam twaalf stenen naar het getal van de stammen der zonen van
Jakob, tot wie het woord des HEREN gekomen was: Israël zal uw naam zijn.
Israël
zal uw naam zijn. Dit is zeer interessant. Een belangrijk aspect van ons
Werk in onze tijd is het bekendmaken van de identiteit van de naties van
het tegenwoordige Israël. ”Uw naam is Israël” zeggen wij tegen de
stammen van Israël in Gr.-Brittannië en andere landen in NW-Europa, de
V.S., enz.
1 Koningen 18:36
Op de tijd nu, dat men het avondoffer brengt, trad de profeet
Elia naar voren en zeide: HERE, God van Abraham, Isaäk en Israël [nog
eens benadrukt om welke God het gaat], heden moge bekend worden, dat Gij
God zijt in Israël, en dat ik uw knecht ben, en op uw bevel al deze
dingen doe. 37 Antwoord mij,
HERE, antwoord mij, opdat dit volk wete, dat Gij, HERE, God zijt, en dat
Gij hun hart weer terugneigt. 38
Toen schoot het vuur des HEREN neer en verteerde het brandoffer,
het hout, de stenen en de aarde, en lekte het water in de groeve op. 39
Toen het gehele volk dat zag, wierpen zij zich op hun aangezicht
en zeiden: De HERE, die is God!
De HERE, die is God!
Als het
zgn. christendom de godsdienst van de Schepper van hemel en aarde is, de
God van Abraham, Isaäk en Jakob, dan zou Hij in de eindtijd – en die
dagen zijn al begonnen – geen Elia zenden om de Israëlitische landen
weer terug te brengen tot de ware God.
Niet
Baäl (betekent ’heer’), niet de valse christus (de hedendaagse ’here’)
van de valse christelijke kerken, maar de God van Abraham, Isaäk en
Jakob is God.
Helaas
kent het ’christelijk’ Israël van de Westerse landen God niet.
1 Johannes 3:1
Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij
kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het ook. Daarom kent de wereld
ons niet, omdat zij Hem niet kent.
De
hedendaagse Israëlitische landen met hun honderden miljoenen
’christelijken’, veronderstellen God te kennen, maar die god die zij
aanbidden is niet de Almachtige Schepper. De ware God kennen ze niet en
daarom kennen ze de kleine Gemeente van God niet.
Johannes 15:21
Maar dit alles
[vervolgingen]
zullen zij u aandoen om mijn
naam, want zij kennen Hem niet, die Mij gezonden heeft.
De
christelijke wereld meent God te kennen, maar dient een valse Jezus,
waar Christus voor gewaarschuwd heeft.
Johannes 16:2
Men zal u uit de synagoge bannen; ja, de ure komt, dat een ieder,
die u doodt, zal menen Gode een heilige dienst te bewijzen. 3
En dit zullen zij doen, omdat zij noch de Vader, noch Mij kennen.
Hoewel
Christus wist dat het christendom zich over de gehele wereld zou
verspreiden zegt Hij dat zij Hem en de Vader niet kennen. Het
’christendom’ is een ontzaglijk groot middel om het ware geloof te
verbloemen. Om Gods liefdevolle Plan te laten mislukken!
En zij die beweren dat ze geen enkele god dienen vergissen zich. Ze
lopen mee aan de leidraad van de duivel en nemen deel aan de vele
sentimenten en commercie van kerst-, nieuwjaars- en paasfestiviteiten en
overtreden andere geboden van God, overeenkomstig de valse
’christelijke’ leer. Ze lopen in de pas met de ’christelijke’ politieke,
economische systemen en volkscultuur van ’christelijke’ signatuur. Zo
gebruikt Satan het Roomse Babylon en de nog steeds groeiende aantallen
dochterkerken en –denominaties om de gehele wereld te verblinden om Gods
Waarheid te verdoezelen.
Ofschoon de enige alwetende en ware God de Grote Schepper-Heerser van
het universum is, zijn er vele valse of namaakgoden. Aan de misleide
mensen doet Satan zich voor als God. En inderdaad noemt de Bijbel hem
ondubbelzinnig de god van deze wereld (2 Cor. 4:4). Afgodsbeelden werden
als goden aanbeden. En dat is vandaag nog zo, vooral in zogenaamd
’christelijke’ kerken. Wie of wat u dient of
gehoorzaamt is uw god.
Het woord ’Here’ betekent
heerser, meester, baas: degene die u gehoorzaamt! Jezus riep uit:
Lukas 6:46 Wat noemt gij Mij
Here, Here, en doet niet wat Ik zeg?
Als zij Hem niet gehoorzaamden, dan was Hij hun Heer niet!
Dus waarom noemden zij Hem Heer terwijl Hij
niet hun Heer was?
1 Johannes 2:3
En hieraan onderkennen wij, dat wij Hem kennen: indien wij zijn
geboden bewaren.
De meeste ’christenen’ hebben een hardgrondige hekel aan deze door God
geïnspireerde woorden. Zij spreken voortdurend over ’genade’, maar
genade is pas mogelijk wanneer we berouw tonen van onze ongehoorzaamheid
aan Gods geboden en wij resoluut ons bekeren en Gods wetten gaan houden.
Vers 4
Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een
leugenaar en in die is de waarheid niet; 5
maar wie zijn woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods
volmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn.
Jezus zei dan ook:
Mattheus 7:21 Niet een
ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen
binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is.
Alleen zij die God gehoorzamen kunnen zijn kinderen zijn en zijn
Koninkrijk binnengaan! Uw God is wie u gehoorzaamt!
En:
Romeinen 6:16 Weet gij niet,
dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid,
ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood,
hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?
Aangaande afgodsbeelden als valse en namaakgoden zegt het tweede gebod:
Exodus 20:5 Gij zult u voor
die niet buigen, noch hen dienen
[d.w.z. hen gehoorzamen]; want Ik, de Here, uw God, ben een
naijverig God, die de ongerechtigheid [ongehoorzaamheid] der
vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht
van hen die Mij haten, 6 en
die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn
geboden onderhouden.
De
afgoden van hout, steen of goud zijn een type van de tegenwoordige
geestelijk afgoderij.
Israël dient nog steeds de Baäl.
Baäl betekent ’heer’ en komt dus overeen met de benaming van God en met
’de here’ wanneer over de valse Jezus wordt gesproken.
Straffen in plaats van zegeningen
De
Israëlitische landen zijn door God gezegend met uitermate grote
rijkommen. De meeste Britten, Australiërs, Canadezen, Scandinaviërs,
Nederlanders en Belgen hebben nooit rondgereisd door de analfabetische,
straatarme, door ziekten geteisterde, achtergebleven gebieden van de
verschillende werelddelen. Zij hebben niet het vuil, de stank, de
armoede en ellende gezien waarin het grootste deel van de mensheid
leeft. Evenmin dankt men God, of accepteert men de verantwoordelijkheid
die de overvloedige zegeningen met zich meebrengen. Ze willen zelfs hun
Gever niet kennen.
Als dus
de Israëlitische landen van de eenentwintigste eeuw weigeren zich in
gehoorzaamheid tot God te wenden, weigeren te leven volgens de weg die
zegeningen veroorzaakt en
vasthoudt en vermeerdert, dan zal God hen straffen op een manier die nog
veel heviger is en hen zelfs geheel van deze kolossale, ongekende
nationale zegen beroven, hen weer in ballingschap en slavernij
terugbrengen zoals we in de profetieën kunnen lezen.
Dacht u
dat zo'n grote val zulke grootmachten als Engeland en Amerika niet zou
kunnen overkomen? Denkt u dat de grote God, die in staat was hun
dit ongeëvenaarde wereldleiderschap en deze macht en overvloed te
geven, niet in staat is het van hen af te nemen en hen, als hun
voorvaderen van de Oudheid, niet terug in slavernij kan doen
gaan?
We
moeten onze
ogen openen voor het
feit dat de Britse zon
reeds ondergegaan is! En een
verder verval en nog meer decadentie volgt. De Verenigde Staten zijn
hard op weg naar de grootste val die ooit enige natie is
overkomen!
Leviticus 26:23
Indien gij u door deze tuchtiging nog niet tot Mij keert en u
tegen Mij blijft verzetten, 24
dan zal ook Ik Mij tegen u verzetten en dan zal Ik u ook
zevenmaal slaan wegens uw zonden, 25
en over u een zwaard brengen, dat wraak neemt over het verbond;
wanneer gij dan in uw steden bijeenkomt, dan zal Ik de pest onder u
zenden en gij zult aan de vijand overgeleverd worden.
Opnieuw
in slavernij! Tracht de werkelijke betekenis hiervan te
doorgronden! Onze zonden hebben straf gebracht. Deze straf hebben
wij onszelf aangedaan.
Vers 27
En indien gij desondanks niet naar Mij luistert en u tegen Mij blijft
verzetten, 28 dan zal Ik Mij
met grimmigheid
[de
zeven laatste plagen – Openbaring 15:1] tegen u verzetten en Ik, ja Ik, zal u zevenmaal tuchtigen over uw zonden,
29 en gij zult het vlees
uwer zonen eten en het vlees uwer dochters zult gij eten. 30
En uw hoogten
[de valse christelijke kerken]
zal Ik verwoesten en uw wierookaltaren uitroeien; Ik zal uw lijken werpen
op de lijken uwer afgoden en Ik zal een afkeer van u hebben. 31
Uw steden zal Ik tot een puinhoop maken en uw heiligdommen
verwoesten en Ik wil niet meer uw liefelijke reuk ruiken. 32
Ik zelf zal het land verwoesten, zodat uw vijanden, die daarin
wonen, zich daarover zullen ontzetten. 33
Maar u zal Ik onder de volken verstrooien en Ik zal achter u het
zwaard trekken, en uw land zal een woestenij zijn en uw steden een
puinhoop.
Uit
vers 30 en het tweede deel van vers 31 blijkt duidelijk dat de religie
(het ’christendom’) van deze Israëlitische volken vals is. God
accepteert dat niet langer – in het belang van zijn volk.
Hoe
ongelooflijk! – dat de
menselijke natuur, die deze zegeningen wel
begeert, koppig blijft
vasthouden aan de weg die de mensen juist van die zegeningen afsnijdt en
straf –
correctie –
veroorzaakt en dan nog weigert gecorrigeerd te worden, totdat de
hevigheid van de straf wordt
verveelvoudigd.
De
gehele mensheid is opstandig jegens God en zijn wetten geweest en heeft
die verworpen en zich ervan afgekeerd! Er kan pas vrede op aarde zijn
als alle volken zich tot God en zijn wegen hebben gewend en door zijn
soevereine regering worden geleid!
De
gehele mensheid zit op ditzelfde ogenblik gevangen in de maalstroom van
de snel verergerende crisis die het teken is van de totale verwoesting
van deze door de mens gebouwde, door Satan geïnspireerde beschaving.
Bij
monde van Jeremia zegt God:
Jeremia 25:31
Krijgsrumoer verbreidt zich tot aan het einde der aarde, want de
HERE heeft een rechtsgeding met de volken, Hij houdt gericht over al wat
leeft…
Hoe?
Gods Gemeente draagt al jaren haar vreedzame pleidooi uit over de
gehele wereld, maar de wereld, met uitzondering van verspreide
enkelingen, slaat op dit type ’pleidooi’ geen acht. De volgende
woorden geven aan hoe God vervolgens zal pleiten:
… de goddelozen geeft Hij over aan het zwaard, luidt
het woord des Heren. 32 Zo
zegt de Here der heerscharen: Zie, rampspoed gaat van volk tot
volk, een zware storm steekt op van de uithoeken der aarde.
God zal
een nazistisch-fascistisch Europa gebruiken om Groot-Brittannië en
Amerika en de overige volken van Israël te straffen.
Wij
gaan nu een tijd van grote wereldproblemen binnen, een tijd van totale
wereldwijde chaos!
Let op
Jeremia's profetie.
Jeremia 30:5
Want zo zegt de Here: Angstgeschrei horen wij, schrik en geen
heil. 6 Vraagt toch, ziet,
of een man baart; waarom zie Ik iedere man met zijn handen aan zijn
heupen als een barende en heeft elk gelaat een lijkkleur gekregen? 7
Wee, want groot is die dag, zonder weerga; een tijd van
benauwdheid is het voor
Jakob; maar daaruit zal hij gered worden.
Op
Jakob – de Israëlitische naties – zullen deze verschrikkelijke nationale
rampen neerkomen.
Denk
niet dat dit betrekking heeft op iets wat het oude Israël is overkomen.
Lees door – om te zien wanneer deze profetie vervuld zal worden!
Vers 8
Op die dag zal het gebeuren, luidt het woord van de Here der
heerscharen, dat Ik het juk [het juk van slavernij] van hun hals zal verbreken en hun banden zal verscheuren; vreemden zullen
hen niet meer knechten, 9
maar zij zullen de Here, hun God, dienen en
David, hun koning, die Ik hun
verwekken zal.
David
zal opstaan uit het graf ten tijde van de opstanding – het tijdstip van
Christus' komst!
De tijd
voor deze profetie is dus vlak voor Christus' komst, wanneer Hij komt om
onze volken te bevrijden, zoals Mozes eens het oude Israël uit
Egyptische slavernij bevrijdde.
Jeremia
beschreef deze slavernij als een 'juk' op de nek van onze volken.
Wiens ’juk’ van slavernij? Dat zegt ons Jesaja!
In vers
1 van Jesaja 47 is de profetische boodschap aan de dochter van
Babylon gericht. Niet aan het Babylon van de Oudheid. Niet aan
Nebukadnezars Babylon van 600 voor Christus – maar aan een hedendaagse,
eenentwintigste eeuwse dochter van dat Babylon. In de profetieën
is een vrouw, of een dochter, een kerk – een godsdienstige
organisatie.
Jesaja 47:1
Daal af, en zet u neer in het stof, jonkvrouw, dochter van Babel.
Zet u neer ter aarde, zonder zetel, dochter der Chaldeeën, want men zal
u niet langer verwekelijkt en verwend noemen.
De
’jonkvrouw’ van deze profetie wordt uitgebeeld als een ontuchtige hoer
en een ”gebiedster der koninkrijken” (vers 5). Dat wil zeggen, een grote
kerk die over naties macht uitoefent. Ditzelfde
hedendaagse ’vrouwelijke’ Babylon wordt tevens beschreven in het 17e
hoofdstuk van Openbaring en wordt daar een ”grote hoer” genoemd, die zit
op of heerst over ”vele wateren”. Deze worden in vers 15 geïnterpreteerd
als ”natiën en menigten en volken en talen”. Haar naam wordt daar
gegeven als ”geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van
de gruwelen der aarde”. Met andere woorden: de Babylonische
mysteriënreligie – dezelfde religie als van het oude Babylon – maar nu
veel groter en heersend over vele naties met verschillende talen.
De
koninkrijken waarover zij heerst werden ’Het Heilige Roomse Rijk’
genoemd, van 554 tot 1814, met een korte herleving onder Mussolini.
Spoedig zal het een laatste ’opstanding’ ondergaan als een politieke
en militaire unie van tien landen in Europa (Openbaring 17:8-14). En de
tijd dat deze ”grote hoer” het politiek-militaire ’beest’ zal
berijden, is rond de terugkomst van de verheerlijkte Christus,
tegen wie zij zullen oorlogvoeren (Openbaring 17:14).
Nu
terug naar Jesaja 47. God zegt tot deze ’maîtresse’ van de koninkrijken:
Vers 6
Ik ben tegen mijn volk
[Israël: Groot-Brittannië, Amerika, Nederland, enz.] toornig geweest, Ik heb mijn erfdeel ontwijd en het
in uw macht gegeven
[in martelende slavernij]; gij hebt het geen barmhartigheid bewezen; op de
grijsaard hebt gij ook uw juk zwaar doen drukken.
Dit
meedogenloze slavenjuk
zal de Israëlitische naties door de komende verenigde naties van
Europa worden opgelegd! De totstandkoming van een volledige politieke
unie van Europa zal mogelijk gemaakt worden door de ’goede diensten’ van
het Vaticaan, het enige symbool van eenheid waarnaar zij kunnen opzien.
Wat zal
de wereld verbaasd zijn, als men ontdekt dat deze kerk niet het
uitvloeisel is van de Gemeente van God die door Jezus Christus en
zijn apostelen is gegrondvest en dat ook nooit is geweest!
Deze
wetenschap zal bij een ongelovige wereld inslaan als een bom! De
mensen zullen geschokt zijn als zij horen hoe zij bedrogen
zijn! Als Gods tijd komt, zal de ’nieuwsbom’ tot ontploffing worden
gebracht!
Christus waarschuwt zijn volk
Israël, waaronder Nederland, veelvuldig. Op een markante, maar ook
mysterieuze wijze doet Hij dat in Openbaring.
Openbaring 10:1 En ik zag
een andere sterke engel nederdalen uit de hemel, bekleed met een wolk,
en de regenboog was op zijn hoofd en zijn gelaat was als de zon en zijn
voeten waren als zuilen van vuur, 2
en hij had in zijn hand een geopend boekje en hij zette zijn
rechtervoet op de zee en de linker op de aarde, 3
en hij riep met luider stem, zoals een leeuw brult… Vers 8
En de stem, die ik gehoord had uit de hemel, hoorde ik wederom
met mij spreken en zij zeide: Ga heen, neem het boek, dat geopend ligt
in de hand van de engel, die op de zee en op de aarde staat. 9
En ik ging heen tot de engel en zeide tot hem, dat hij mij het
boekje zou geven. En hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het
zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing.
10 En ik nam het boekje uit
de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als
honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter. 11
En er werd tot mij gezegd: Gij moet wederom profeteren over vele
natiën en volken en talen en koningen.
De bladzijden van het boek zijn
zoet als honing, d.w.z. Gods oordeel is rechtvaardig, zijn Koninkrijk is
vol van liefde, maar de wereld – in het bijzonder het Huis Israël – wil
Gods oordeel en oproep tot bekering niet accepteren. Dat leidt tot
straffen die bitter zullen zijn.
De apostel Johannes was door de
Romeinse keizer naar het eiland Patmos verbannen waar hij de gezichten
kreeg. Natuurlijk kon hij de opdracht niet uitvoeren
wederom te profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen. Maar hij kon alles wel
opschrijven voor ons. Ezechiël kreeg eenzelfde opdracht die ook hij niet
kon uitvoeren. Maar de Gemeente van God zendt deze waarschuwing de
wereld in in de tijd waarin Christus dit bedoeld heeft. En elke dag
wordt de boodschap dringender.
Ezechiël was een Joodse slaaf in
Babylonië. Hij kreeg een opdracht toen hij aan de rivier de Kebar zat.
Ezechiël 1:1 In het
dertigste jaar, in de vierde maand, op de vijfde der maand, toen ik te
midden der ballingen aan de rivier de Kebar was, werd de hemel geopend
en zag ik gezichten van Godswege.
Ezechiël werd door God met een
boodschap voor het Huis Israël (niet voor Juda – de Joden) belast.
Ezechiël bevond zich onder de Joodse bannelingen, ná hun gevangenschap
en wegvoering, meer dan honderd jaar na het begin van de ballingschap
van Israël (de tien stammen). In die tijd waren de Assyriërs door de
koning van Babylonië verslagen. Later verlieten ze hun land aan de
zuidelijke boorden van de Kaspische Zee en waren in noordwestelijke
richting weggetrokken en hadden zich uiteindelijk gevestigd in het land
dat nu Duitsland genoemd wordt.
Het volk van het
Huis Israël – ”de verloren schapen van Israël” – was ook in
noordwestelijke richting, dwars door Europa, weggetrokken. Zij bleven
echter niet in Duitsland (Assur of Assyrië). Zij gingen verder naar het
westen en het noorden – naar West-Europa – Nederland, België en
Noord-Frankrijk, de Scandinavische landen en de Britse eilanden – waar
zij tot op heden nog steeds zijn, met uitzondering van de stam Manasse,
die zich veel later in Noord-Amerika vestigde en de Verenigde Staten
ging vormen.
De profeet
Ezechiël kreeg de opdracht te gaan naar het Huis Israël
terwijl hij nog onder de Joden was.
Ezechiël 2:3
Hij
[God] zeide tot mij: Mensenkind, Ik
zend u tot de Israëlieten, de opstandige volken die tegen Mij in opstand
gekomen zijn; zij en hun vaderen zijn van Mij afgevallen tot op deze
eigen dag. Vers 7 Maar gij,
spreek mijn woorden tot hen, of zij horen dan wel het nalaten, want zij
zijn weerspannig.
Maar
Ezechiël was van het Huis Juda en het Huis Israël was ver weg. Nergens
doet Ezechiël verslag van een reis vanuit Babylon, waar hij verbleef,
naar Europa naar het Huis Israël om Gods boodschap te brengen.
God gaf
Ezechiël een bijzondere opdracht.
Ezechiël 2:8
En gij, mensenkind, hoor wat Ik tot u zeg; wees niet weerspannig
gelijk het weerspannige geslacht; doe uw mond open en eet wat ik u geef.
9 Toen zag ik en zie, een
hand was naar mij uitgestrekt; en zie, daarin was een boekrol. 10
En Hij rolde ze voor mij open; zij was beschreven aan de
voorzijde en aan de achterzijde: daarop waren klaagliederen geschreven,
gezucht en gejammer.
Ezechiël 3:1
Hij zeide tot mij: Mensenkind, eet wat gij hier voor u ziet; eet
deze rol en ga heen, spreek
tot het huis Israëls. 2 Toen
opende ik mijn mond, en Hij gaf mij die rol te eten. 3
En Hij zeide tot mij: Mensenkind, laat uw buik deze rol die Ik u
geef, in zich opnemen en vul er uw binnenste mee. Toen at ik die op, en
zij was in mijn mond zoet als honig. 4
Hij zeide tot mij: Mensenkind, ga, begeef u naar het huis Israëls
en spreek tot hen met mijn woorden.
Ezechiël is niet zelf naar het Huis Israël gegaan, maar hij schreef Gods
boodschap op. De boodschap is bedoeld voor onze tijd. Het is een
waarschuwing aangaande gebeurtenissen die de Verenigde Staten, Canada,
Groot-Brittannië en Noordwest-Europa, Australië, Nieuw Zeeland zullen
overkomen, nu in
onze dagen.
Mattheüs 10:5
Deze twaalf heeft Jezus uitgezonden en Hij gebood hun, zeggende:
Wijkt niet af op een weg naar heidenen, gaat geen stad van Samaritanen
binnen; 6 begeeft u liever
tot de verloren schapen van het huis Israëls.
Nergens
in de Bijbel worden Joden aangeduid als het Huis Israël. Zie de
publicatie ’De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën’ op
onze website.
God
laat in het Nieuwe Testament zien dat Hij zijn discipels eerst naar de
”verloren schapen van het huis Israëls” zond.
Mattheüs 15:24
Hij echter antwoordde en zeide: Ik ben slechts gezonden tot de
verloren schapen van het huis Israëls.
Zie ook
onze publicatie ’Waar gingen de oorspronkelijke apostelen en discipelen
heen?’.
Hoofdstuk 10 van Openbaring is een ’ingelast’ of tussengevoegd
hoofdstuk, evenals 13 en 17. Het is deels een ’flashback’, een terugblik
op vroegere gebeurtenissen.
Openbaring toont voor een groot deel een chronologische volgorde van
gebeurtenissen. Maar het tiende hoofdstuk is niet een vervolg op
Openbaring 9 dat afsluit met de zesde bazuin. De zevende bazuin, het
derde wee, wordt pas geopend in hoofdstuk 11, vers 15.
Openbaring 10 kan pas begrepen worden wanneer de identiteit van Israël
bekend is gemaakt. Vóór de twintigste eeuw was de betekenis van dit
hoofdstuk niet bekend.
In een
gezicht ziet Johannes een machtige engel neerdalen vanuit de hemel, zijn
gelaat als de zon en zijn voeten als zuilen van vuur, met een stem zoals
een leeuw brult. Hij zet zijn rechtervoet op de zee en de linker op de
aarde, in zijn hand een geopend boekje. In vers 6 zegt hij: er zal geen
uitstel meer zijn. Maar in de dagen van de stem van de zevende engel,
wanneer hij bazuinen zal (de zeven laatste plagen en de komst van
Christus als Koning der koningen), is ook voleindigd het geheimenis van
God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten, heeft verkondigd (vers 6 en
7). Het slot van hoofdstuk 9 is genaderd tot de tijd van ”de dagen van
de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal”. Dat betekent
dat de tijd van hoofdstuk 10 daar nog vóór ligt, want (vers 11) eerst
moet over de gehele wereld nog gewaarschuwd worden voor de straffen die
God laat komen: ”wederom profeteren over vele natiën en volken en talen
en koningen.”
De
apostel Johannes wordt in dit gezicht gezegd om het geopende boekje uit
de hand van de engel te nemen en op te eten. Een duidelijke
overeenstemming met de profetie van Ezechiël.
De
opdracht van het kleine boekje is: ”Gij moet wederom profeteren over
vele natiën en volken en talen en koningen” (vers 11).
Wanneer? In onze tijd, nu! De apostel wordt in hoofdstuk 11 opgedragen
door dezelfde engel om de tempel op te meten, maar de voorhof die aan de
heidenen gegeven is, er buiten te laten, want die zullen de heilige stad
vertreden, tweeënveertig maanden lang.
De tijd
van de profetie van het boekje is daarom in ieder geval 3½ jaar vóór de
terugkomst van Christus, vóór de Dag des Heren en ook vóór de Grote
Verdrukking.
Het
boekje refereert rechtstreeks aan Ezechiëls profetie. Ezechiël is zelf
nooit naar Israël geweest om die opdracht te vervullen. Het was geen
profetie voor het Israël uit zijn tijd, maar voor onze tijd. De profetie
van Ezechiël was geen boodschap voor vele volken die een onbekende taal
spreken en geen boodschap voor hun koningen. Ook niet voor heidense
volken.
Ezechiël 3:5
Want gij wordt niet gezonden tot een volk met een onbegrijpelijke
spraak en zware tongval, maar tot het huis Israëls; 6
niet tot vele volken met een onbegrijpelijke spraak en zware
tongval, wier woorden gij niet verstaat. Indien Ik u tot hen [de
heidenen] zond, zij zouden naar u
luisteren. 7 Maar het huis
Israëls zal naar u niet willen luisteren, omdat zij naar Mij niet willen
luisteren, want het gehele huis Israëls heeft een hard voorhoofd en een
stug hart.
Het is
een boodschap voor het opstandige volk van het hedendaagse Huis Israël.
Ezechiël 3:17
Mensenkind, u heb Ik tot wachter over het huis Israëls
aangesteld. Wanneer gij een woord uit mijn mond hoort, zult gij hen uit
mijn naam waarschuwen. Vers 27
Maar als Ik tot u spreken zal, dan zal Ik uw mond openen, en gij
zult tot hen zeggen: Zo zegt de Here HERE. Wie horen wil, hore. En wie
het nalaten wil, late het na. Want zij zijn een weerspannig geslacht.
Ezechiël 6:3
profeteer tegen hen en zeg: bergen Israëls, hoort het woord van
de Here HERE: zo zegt de Here HERE tot de bergen en de heuvelen, tot de
beekbeddingen en de dalen: zie, Ik breng het zwaard over u en uw hoogten
[van de
valse religie]
zal Ik vernietigen. 4
Uw altaren zullen verwoest worden en uw wierookaltaren verbroken,
en Ik zal uw gedoden neerwerpen voor uw afgoden. 5
Ik zal de lijken der Israëlieten voor hun afgoden werpen en uw
beenderen strooien rondom uw altaren. 6
Overal waar gij woont, zullen de steden verwoest worden en de
hoogten een wildernis worden, opdat uw altaren verwoest en verlaten, uw
afgoden verbroken en vernietigd, uw wierookaltaren afgehouwen en uw
maaksels verdelgd worden. 7
De gedoden zullen in uw midden blijven liggen, en gij zult weten, dat Ik
de HERE ben.
Zij
zullen ten slotte de ware God leren kennen, helaas pas na harde
correcties.
Toen de
apostel Johannes in een gezicht over de tijd die vlak voor ons ligt, van
een engel het boekje aangereikt kreeg om de bladzijden op te eten,
klonken er zeven donderslagen.
Openbaring 10:3
en hij riep met luider stem, zoals een leeuw brult, en toen hij
riep, lieten de zeven donderslagen hun stemmen horen.
Donderslagen zijn in de Bijbel vaak tekenen van zware bestraffing.
Waarom
Nederlands Israël, zou u de schouders ophalen en onverschillig blijven,
terwijl de liefhebbende God zelfs nu nog, na zoveel jaren van
opstandigheid, oproept tot ware bekering? Waarom zou u de rampen die zo
duidelijk in de profetieën worden beschreven, afwachten?
Verder
in Ezechiël 6.
Ezechiël 6:8
Maar Ik zal een rest doen overblijven, doordat enigen van u, aan
het zwaard ontkomen, onder de volken zullen wonen, wanneer gij in de
landen verstrooid wordt. 9
Dan zullen onder de volken, naar wier gebied zij gevankelijk zullen zijn
weggevoerd, uw ontkomenen aan Mij denken, als Ik hun ontuchtig hart
verbroken heb, dat van Mij is afgeweken, en hun ogen die overspelig naar
hun afgoden lonkten; dan zullen zij van zichzelf walgen om het kwaad,
dat zij in al hun gruwelen gedaan hebben. 10
En zij zullen weten, dat Ik, de HERE, niet zonder grond gezegd
heb hun dit onheil te zullen aandoen. 11
Zo spreekt de Here HERE: Sla in uw hand, stamp met uw voet en
roep: Wee! over al de boze gruwelen van het huis Israels, want door het
zwaard, door de honger en door de pest zullen zij vallen. 12
Wie ver weg is, zal sterven door de pest; wie dichtbij is, zal
vallen door het zwaard; wie overgebleven en gespaard is, zal sterven
door de honger; Ik zal mijn grimmigheid ten volle over hen brengen.
Waarom
moet God in uw eigen belang deze vreselijke rampen over Nederland en de
andere landen van Israël laten komen zodat u eindelijk zult weten wie de
ware God is?
Vers 13
Gij zult weten, dat Ik de HERE ben, wanneer hun gedoden te midden hunner
afgoden rondom hun altaren liggen op elke hoge heuvel [alle
’christelijke’ kerken en plaatsen van samenkomst zullen vernietigd
worden], op alle bergtoppen, onder elke groene boom en
onder elke lommerrijke terebint, ter plaatse waar zij al hun afgoden een
liefelijke reuk hebben bereid.
Geef de
Almachtige God de eer die Hem toekomt en stop met het dienen van de
valse god.
Ezechiël 33:1
Het woord des HEREN kwam tot mij: 2
Mensenkind, spreek tot uw volksgenoten en zeg tot hen: wanneer Ik
over een land het zwaard breng, en de inwoners van dat land hebben uit
hun midden iemand gekozen en tot wachter aangesteld, 3
en deze ziet het zwaard over dat land komen, en blaast op de
bazuin en waarschuwt het volk, 4
als dan iemand wel het geluid van de bazuin hoort, maar zich niet
laat waarschuwen, en het zwaard komt en rukt hem weg, dan komt diens
bloed over zijn eigen hoofd. 5
Hij heeft het geluid van de bazuin gehoord, maar zich niet laten
waarschuwen; zijn bloed komt over hemzelf; als hij zich had laten
waarschuwen, zou hij zijn leven hebben gered. 6
Maar wanneer de wachter het zwaard ziet komen, doch niet op de
bazuin blaast, zodat het volk niet gewaarschuwd wordt; En het zwaard
komt en rukt iemand van hen weg, dan wordt hij wel weggerukt in zijn
eigen ongerechtigheid, maar van zijn bloed zal Ik de wachter rekenschap
vragen. 7 Gij nu,
mensenkind, u heb Ik tot wachter over het huis Israëls aangesteld.
Wanneer gij een woord uit mijn mond hoort, zult gij hen uit mijn naam
waarschuwen. 8 Als Ik tot de
goddeloze zeg: Goddeloze, gij zult zeker sterven! Maar gij spreekt niet
om de goddeloze te waarschuwen voor zijn weg, dan zal die goddeloze in
zijn eigen ongerechtigheid sterven, maar van zijn bloed zal Ik u
rekenschap vragen. 9 Maar
als gij een goddeloze waarschuwt om zich van zijn weg te bekeren, doch
hij bekeert zich daarvan niet, dan zal hij in zijn eigen ongerechtigheid
sterven, maar gij hebt uw leven gered. 10
Gij nu, mensenkind, zeg tot het huis Israëls: Aldus zegt gij:
onze overtredingen en onze zonden rusten op ons en daardoor kwijnen wij
weg. Hoe zouden wij dan leven? 11
Zeg tot hen: zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here HERE,
Ik heb geen behagen in de dood van de goddeloze, maar veeleer daarin,
dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft. Bekeert u, bekeert
u van uw boze wegen. Want waarom zoudt gij sterven, huis Israëls?
U leest nu de waarschuwing!
Vanwege
hun afgoderij zijn de Israëlieten in 721-718 v.Chr. van het koninkrijk
Israël door de Assyiërs uit hun prachtige land verdreven en van het
koninkrijk Juda zijn de Israëlieten (die Joden worden genoemd: Judeeërs)
in de jaren 604 tot 585 v.Chr. door de Chaldeeuwse koning Nebukadnezar
weggevoerd naar Babylonië. Een deel van de Joden zijn na 70 jaar en
later teruggekeerd naar hun gebied dat later Judea wordt genoemd. Ze
herstelden geleidelijk de normen en waarden (Gods wetten) die God hen
had geleerd. Dit kleine deel van de Israëlieten, de Joden, hebben de
Verlosser, de Zoon van God, niet aanvaard.
Het
grootste deel, de tien stammen, lijken na hun ballingschap van de
aardbodem verdwenen. Ze woonden te midden van de heidenen en trokken
toen het Assyrische rijk ten onder ging en werd bezet door het
Babylonische rijk, met de heidense Assyriërs naar Europa. Efraïm, het
’hoofd’ van de stammen, vestigde zich samen met Manasse, op de Britse
eilanden. Manasse stichtte later de V.S. en Efraïm breidde zich uit over
de aarde en stichtte de gemenebestlanden.
Nederland behoort tot de Verloren Tien Stammen van Israël. Deze stammen
raakten hun identiteit kwijt en menen dat ze heidenen zijn. Ze werden
geïntegreerd in de heidense Europese religie die vanuit Rome Europa en
later de gehele wereld is gaan beheersen onder de naam ’christendom’,
dat een claim doet op de naam van Gods Zoon Jezus Christus, maar in
feite een voortzetting is van de Babylonische religie.
God
heeft Abraham beloofd zijn nazaten, het huis Israël, met zeer veel
voorspoed te zegenen. Die belofte is God nagekomen. Maar al meer dan
2700 jaar is het huis Israël God ongehoorzaam. Tot op de dag van vandaag
hangen deze Israëlieten, waaronder de Nederlanders, de heidense religie
aan van het imitatie-christendom.
Nederland keer terug tot uw geduldige God! De Vader heeft zijn Zoon
Christus een andere boodschap meegegeven dan die u gelooft. Zo kan Hij
uw Redder niet zijn. U dient zich te bekeren van uw dwaaldoctrines en
terug te keren tot uw ware God.
Als u
koppig, onverschillig en ijdel blijft, zullen de catastrofes komen! GOD
HEEFT GEWAARSCHUWD! |