Voor literatuurlijst klik hier.
Wat is
MIJN VOORDEEL
als ik een christen word?
Is het niet menselijk als ik
me afvraag wat mijn
voordeel is bij elk besluit dat ik neem? Inderdaad is dat menselijk
of anders gezegd: in overeenstemming met de natuur van de mens.
Maar wat ís de natuur van de
mens?
De vrije wil die God aan de
mens heeft gegeven is zowel voor God als de mens zeer waardevol. De
mens kan keuzes maken in zijn leven. God geeft hem daarbij alle
informatie om te kunnen kiezen voor geluk en voorspoed, zelfs voor
een eeuwigdurend leven.
God gaf de eerste twee mensen
een paradijs en instructies voor een vol leven van geluk. Het was de
meest wonderschone plaats op aarde. God waarschuwde ook voor het
kwaad. Met hun vrije wil die God hen gegeven had, zouden zij daar
immers voor kunnen kiezen. En dat deden ze! Hoe waanzinnig! De
eerste twee mensen kozen voor het kwaad! Ondanks hun prachtige
woonplaats van overvloed en kwaliteit.
God wil dat de mens zelf
beslissingen neemt. Hij wil een goddelijk Gezin bouwen met
gezinsleden die met volle overtuiging en liefde voor dat Gezin
gekozen hebben. Een gezin met perfecte huisregels die een volmaakte
harmonie waarborgen. Daarom maakte Hij de mens naar zijn gelijkenis
met de fysieke schepping. Het scheppen van de goddelijke natuur
vergt veel meer tijd. Met de vrije wil kan de mens beslissingen
nemen om die goddelijke natuur in zich te laten groeien, of te
weigeren.
De mogelijkheid om te
beslissen heeft alleen zin als er keuzes gemaakt kunnen worden.
Daarom heeft God Satan toegestaan in contact te komen met de mens.
God heeft de eerste mensen het goede geboden en gewaarschuwd voor
het kwaad. Hij heeft zelfs de eerste mensen en alle mensen daarna
verboden het kwade te doen (te zondigen).
De eerste mensen kozen met hun
vrije wil voor Satans weg. Sindsdien hebben alle mensen met hun
vrije wil zich laten beïnvloeden door Satan leert de Bijbel ons. Die
manier van leven, de natuur van de mens, heeft de mens ellende
gebracht, ziekte, verdriet, rampen, haat, diefstal, oorlog. Die weg
van hebzucht en concurrentie leidt uiteindelijk tot de dood – de
definitieve dood.
Gods weg is een weg van geven.
Als dat principe door iedereen goed wordt toegepast, begrijpen we
dat het iedereen voordeel geeft. De mensen lopen aan de hand van
Satan en hebben zijn natuur aangenomen. Het is een natuur die
gebaseerd is op nemen – wat is
mijn voordeel. Zo hebben
de mensen een wereld gemaakt die niet van God is. Deze wereld is
niet Gods wereld! De mensen ”wier overleggingen de god dezer eeuw
[Satan] met blindheid heeft geslagen,” (2 Corinthiërs 4:4) hebben
een wereld gemaakt volgens Satans natuur.
Maar God heeft aan dat
tijdperk van de mens, die zich heeft laten inspireren door Satan
(betekent tegenstander), een grens gesteld: een periode van 6.000
jaar. God tast in deze wereld van Satan en de mens de vrije wil niet
aan.
Gedurende die 6.000 jaar heeft
God echter niet gezwegen. Hij heeft in alle tijden mensen geroepen
om te blijven waarschuwen. Bovendien houdt Hij wél zijn agenda bij.
Hij voert de gebeurtenissen die op zijn kalender staan exact uit en
op de door Hem vastgestelde tijd om zijn grote Plan met de mensheid
te verwezenlijken.
De wereld van God is
aanstaande. De ogen en oren van de mensen zullen dan geopend worden,
ze zullen dan hun eigen boze wegen herkennen en erkennen. Ze zullen
God gaan eren en zijn weg van geven gaan.
God is de beste Raadgever, Hij
is de Schepper, de mens is
zijn schepping. Daarom kan alleen Hij de voorwaarden van geluk
en eeuwig leven bepalen en Hij heeft die aan de mens bekend gemaakt.
Als we op onze eigen voorwaarden geluk willen nastreven, zijn we
ongehoorzaam aan onze Schepper. Maar ondanks die houding gunt Hij
ons een tijdelijk fysiek bestaan. Als we op Gods voorwaarden gaan
leven, gunt God ons een oneindig geestelijk leven. God raadt ons met
klem aan om te kiezen voor het werkelijke leven.
Deuteronomium 30:9
De HERE, uw God, zal u in overvloed het goede schenken bij al
het werk uwer handen, in de vrucht van uw schoot, in de vrucht van
uw vee, in de vrucht van uw bodem, want de HERE zal weer behagen in
u hebben, u ten goede, zoals Hij behagen had in uw vaderen, 10
wanneer gij naar de stem van de HERE, uw God, luistert door
zijn geboden en inzettingen te onderhouden, die in dit wetboek
geschreven staan; wanneer gij u tot de HERE, uw God, bekeert met
geheel uw hart en met geheel uw ziel.
Wanneer zijn volk Hem verlaat,
blijft God nog steeds waarschuwen. Hij wil hen zegenen, maar op
zijn voorwaarden, omdat die het werkelijke volle leven
geven.
Vers 11 Want
dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het
is niet ver weg. 12 Het
is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal
opstijgen ten hemel, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat
wij het volbrengen?
13
En het is niet aan de overkant der zee, zodat gij zoudt
moeten zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor
ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? 14
Maar dit woord is zeer dicht bij u, in uw mond en in uw hart,
om het te volbrengen.
Door alle eeuwen heen heeft
God de mensen de weg naar waar geluk voorgehouden, maar ook
gewaarschuwd voor alle andere wegen. Die wegen leiden naar morele
verloedering die lijden en uiteindelijk de eeuwige dood tot gevolg
heeft.
Vers 15 Zie,
ik houd u heden het leven en het goede voor, maar ook de dood en het
kwade: 16 doordat ik u
heden gebied de HERE, uw God, lief te hebben door in zijn wegen te
wandelen en zijn geboden, inzettingen en verordeningen te
onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en de HERE, uw God, u
zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen. 17
Maar indien uw hart zich afwendt en gij niet luistert doch u
laat verleiden en u voor andere goden nederbuigt en hen dient, 18
dan verkondig ik u heden, dat gij zeker te gronde zult gaan…
Vers 19 Ik neem heden de
hemel en de aarde tegen u tot getuigen; het leven en de dood stel ik
u voor, de zegen en de vloek;
kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw nageslacht, 20
door de HERE, uw God, lief te hebben, naar zijn stem te
luisteren en Hem aan te hangen…
Willen we niet allen graag
zegeningen? Daarom beweren veel mensen, en niet in de laatste plaats
psychologen: ”Je moet eerst aan jezelf denken. Je moet voor jezelf
opkomen.” Dat is de maatschappij van de mens. Waarom zou men een
christen worden? ”Omdat het zegeningen brengt,” verkondigt het
’christendom’. Met zegeningen bedoelt het valse christendom meestal
egoïstische gunsten. Het valse christendom kent Gods doel van de
schepping van de mens niet en preekt naar de aard van Satan.
”Wat is MIJN voordeel als ik
christen word?” Wat is het voordeel geweest van de getrouwe
dienaren van God?
De eerste mens die oprecht God
diende was Abel, een zoon van Adam. Hij wilde graag zijn
dankbaarheid tonen aan God door Hem royaal, het beste wat hij bezat,
te geven. Zijn broer Kaïn bracht God een offer dat bestond uit
vruchten van het land. Abel gaf behalve de producten van de akkers,
ook van zijn beste jonge schapen. Deze dieren had hij gevoed en zien
groeien tot gezonde, gave beesten. Hij had ze gekoesterd. Zo'n
volmaakt offer, het beste van zijn land en van zijn beesten, bood
hij God aan, die het graag in ontvangst nam. Maar het offer van Kaïn
was zelfgericht en daarom besteedde God geen aandacht aan hem en
zijn offer (Genesis 4:5).
Kaïn deed vervolgens wat zijn
menselijke natuur hem ingaf: hij vermoordde Abel uit jaloezie. Bij
de geboorte is de mens neutraal, maar wanneer hij opgroeit, gaat hij
’luisteren’ naar Satan en zijn demonen.
Hebreeën 11:4
Door het geloof heeft Abel Gode een beter offer gebracht dan Kaïn;
hierdoor werd van hem getuigd, dat hij rechtvaardig was, daar God
getuigenis gaf aan zijn gaven, en hierdoor spreekt hij nog, nadat
hij gestorven is.
God zegt dat Abel rechtvaardig
was, hij leefde Gods weg van geven, maar hij moest het met de dood
bekopen.
Ook Henoch,
die enkele eeuwen later leefde, wandelde op de goede weg, want hij
”wandelde met God” (Genesis 5:22).
In feite was
hij een ”prediker der gerechtigheid” zoals Noach (2 Petr. 2:5). Gods
boodschap is evenwel nooit populair geweest. Als dienaar van God
wees Henoch ongetwijfeld op het zondige leven van zijn generatie en
wekte hij door zijn boodschap hun toorn op. Henoch stierf een
vroegtijdige dood! Hij werd als het ware in het midden van zijn
dagen afgesneden. Daarmee beschermde God hem, want zijn leven was in
gevaar. Denk niet dat dit vreemd of ongewoon was. De Hebreeuwse
overlevering onthult dat Noach, de achterkleinzoon van Henoch, voor
zijn leven moest vluchten teneinde Gods Werk uit te voeren.
Abraham,
Isaäk en Jakob kozen nadrukkelijk Gods weg, maar hun nakomelingen
hebben jaren onder erbarmelijke omstandigheden geleefd als slaven in
Egypte. Gods volk werd vernederd. Begrijpen zij die zich in de
eenentwintigste eeuw christen noemen dat de tijden niet veranderd
zijn? De ware christenen vormen nu Gods volk. Hebben ze
daarom minder problemen?
Toen het volk
Israël van God het land Kanaän kreeg, werd eerst Jericho op zeer
indrukwekkende wijze vernietigd door God als symbool voor de
vernietiging van de menselijke maatschappij bij Christus'
terugkomst. De diverse ’beschavingen’ van de mensen gedurende 6.000
jaar hebben geen universele vrede en geluk gebracht aan de volken.
Van de menselijke ’civilisatie’ is bij de komst van Christus niets
bruikbaar. Niet de politieke systemen die Gods geboden niet
eerbiedigen; niet de economie, die het milieu vervuilt en het land
uitmergelt en gefundeerd is op hebzucht; niet het onderwijs dat
gestoeld is op valse religie en evolutietheorieën; niets van de
talloze religies waarvan het valse christendom de meest invloedrijke
wereldgodsdienst is binnen het heidendom.
Nee, niets
wat aan de menselijke geest is ontsproten zal nuttig of bruikbaar
zijn voor de Wereld van Morgen. Ook het volgende schriftgedeelte is
daarvan een teken.
Numeri 33:51
Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer gij de
Jordaan overtrekt naar het land Kanaän, 52
dan zult gij al de bewoners van het land voor uw aangezicht
verdrijven en al hun beeldhouwwerk vernietigen; ook zult gij al hun
gegoten beelden vernietigen en al hun hoogten verwoesten. 53
Gij zult het land in bezit nemen en daarin wonen, want aan u
heb Ik het land gegeven om het in bezit te nemen.
Christus komt
niet terug om de wereld te veranderen, maar om eerst alles te
vernietigen, alles wat de mens heeft voortgebracht op te ruimen,
zodat Hij een zuivere maatschappij kan oprichten. Dan, wanneer Gods
Regering is geïnstalleerd, zal Gods volk een groot ’voordeel’
hebben.
Net als Adam
en Eva en als vrijwel alle mensen in de volgende eeuwen, verliet ook
Israël Gods weg. God had in deze vijandige wereld een eigen natie,
in een eigen land. Vanwege hun ongehoorzaamheid liet God toe dat
Israël in ballingschap werd gevoerd, waarmee een einde kwam aan Gods
eigen natie binnen een staat op aarde. Zijn nieuwtestamentische
Gemeente, de geestelijke tegenhanger van het fysieke Israël, leeft
wel in deze wereld, maar is niet van deze wereld. De Gemeente
vormt geen staat of land.
Johannes 17:16
Zij zijn niet uit de wereld,
gelijk Ik niet uit de wereld ben.
Deze wereld
is niet Gods wereld!
David was een
man naar Gods hart.
Handelingen 13:22
… Ik heb David, de zoon van Isaï, gevonden, een man naar mijn
hart, die al mijn bevelen zal volbrengen.
Deze man naar Gods hart was
jaren op de vlucht voor de toenmalige koning Saul. Om niet gedood te
worden leefde David in de wilde natuur en zelfs enige tijd bij de
aartsvijanden van Israël, de Filistijnen.
De meeste koningen na David
krenkten God door afgoden te dienen en Gods volk mee te sleuren in
afgoderij. God stuurde de profeet Elia om te waarschuwen. Ook deze
trouwe eenling moest vluchten voor zijn leven.
1 Koningen 19:3 Toen
hij dat had vernomen, maakte hij zich gereed en ging weg om zijn
leven te redden; en gekomen tot Berseba, dat tot Juda behoort, liet
hij zijn knecht daar achter.
4 Zelf echter
trok hij een dagreis ver de woestijn in, ging zitten onder een
bremstruik en begeerde te mogen sterven, en zeide: Het is genoeg!
Neem nu HERE, mijn leven…
In plaats van hem rust te
geven, gaf God hem instructies om door te gaan met Gods Werk.
Vers 7 Doch
wederom, ten tweeden male, raakte de engel des HEREN hem aan, en
zeide: Sta op, eet, want de reis zou voor u te ver zijn. 8
Toen stond hij op, at en dronk en ging door de kracht van die
spijs veertig dagen en veertig nachten tot aan het gebergte Gods,
Horeb. 9 Hij kwam daar
bij een spelonk, waar hij overnachtte. En zie, het woord des HEREN
kwam tot hem en Hij zeide tot hem: Wat doet gij hier, Elia? 10
Daarop zeide hij: Ik heb zeer geijverd voor de HERE, de God
der heerscharen, want de Israëlieten hebben uw verbond verlaten, uw
altaren omvergehaald en uw profeten met het zwaard gedood, zodat ik
alleen ben overgebleven, en zij trachten mij het leven te benemen.
Toen gaf God hem nieuwe
opdrachten.
Wat was het ’nut’ voor Elia,
wat was zijn profijt? Wat is het ’voordeel’ om God toe te behoren?
Gods profeten zijn met het zwaard gedood (vers 10). Elia werd gehaat
en voortdurend achtervolgd, omdat hij voor de ware God streed.
De profeten vóór en na Elia
die door God werden geroepen om het volk te waarschuwen, om ze te
wijzen op hun zonden, om ze tot de ware God terug te brengen, werden
in de gevangenis gezet of gedood.
Johannes de Doper offerde al
als jonge man zijn leven op door zijn tijd en inzet te geven voor
een speciale opdracht van God. De profeet werd door God gezonden om
het volk voor te bereiden op de komst van Jezus, de Messias. Wat was
het gevolg? Hij werd onthoofd!
Jezus Christus kwam naar deze
wereld die niet de wereld van zijn Vader en van Hem was. Hij werd
geconfronteerd met de wereldse normen, met ziekte, met dienaren van
het menselijk gezag die het op zijn leven voorzien hadden. Evenals
Hij werden de meeste van zijn apostelen ook doodgemarteld.
En Stefanus? Hij wordt, na
Christus, de eerste martelaar genoemd in de nieuwtestamentische
gemeente. Hij had zijn volk lief en wilde het waarschuwen, maar voor
de Hoge Raad in Jeruzalem kon hij zijn toespraak niet afmaken. Hij
werd gestenigd en begraven. Zijn dood was het teken tot een algemene
vervolging van de christenen in Palestina en daarbuiten.
Mag een christen dan niet
genieten van overvloed en van de vele geneugten van het leven.
Natuurlijk is genieten van alles wat de Schepper heeft gegeven toe
te juichen. Maar helaas is dat vaak niet mogelijk zoals we dat graag
zouden willen. Denk maar eens aan het leven van Abel, Henoch, Noach
en de profeten. Niet zijzelf gingen de geneugten van het leven uit
de weg, maar de wereld zette hen apart als lastige mensen, die
weigerden mee te lopen op de doodlopende weg van Satan. Ze hadden
niet de normen van deze wereld, daarom werden ze gehaat.
Echte christenen (kinderen van
God) hebben een houding van ”liefde,
blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw,
zachtmoedigheid, zelfbeheersing” (Galaten 5:22). Maar omdat ze niet
meelopen met deze wereld en haar ’christelijke’ kerken, omdat ze
trouw willen zijn aan hun hemelse Vader en zijn Zoon Christus, gaat
de wereld hen haten.
’Christelijke’ kerken en
denominaties presenteren een andere Jezus, die zou beweren dat alles
genade is en Hij u aanvaardt zoals u bent. ”Als je maar Christus
gericht bent,” zeggen veel ’christenen’, waarmee ze eigenlijk
bedoelen dat ze zelf de normen en voorwaarden bepalen. De mensen die
beweren tot bekering gekomen te zijn, leven in een roes van
zogenaamde zegeningen. Maar waarvan hebben ze zich bekeerd. Zijn ze
Gods geboden van liefde gaan houden? Nee, ze zijn ’aangenomen’ zoals
ze waren, denken ze!
Maar wat zei Jezus werkelijk?
Als u Gods weg gaat, dan accepteert de wereld u niet meer!
Lukas 12:51
Meent gij, dat Ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen? Neen,
zeg Ik u, veeleer verdeeldheid.
Het is een harde realiteit, de
mensen die zich werkelijk willen bekeren tot God, komen in aanvaring
met de moraal van deze wereld. De wereld accepteert hen niet. Die
’verdeeldheid’ (vers 51) komt ook voor in gezinnen.
Vers 52 Want
van nu aan zullen vijf in één huis verdeeld zijn, drie tegen twee en
twee tegen drie. Zij zullen verdeeld zijn, 53
vader tegen zoon en zoon tegen vader, moeder tegen dochter en
dochter tegen moeder, schoonmoeder tegen haar schoondochter en
schoondochter tegen schoonmoeder.
Helaas is dit een droevige
realiteit. Heeft de voorganger, de dominee, de pastoor u dit
voorgehouden en uitgelegd? Kan hij spreken uit eigen ervaring?
Jezus organiseerde geen
emotionele samenkomsten om mensen in zijn ’club’ te praten. Hij
verkondigde het komende Koninkrijk van God en wees de toehoorders en
de Joodse autoriteiten op hun huichelachtige levenswijze. Hij voerde
geen campagnes zoals politieke partijen en ’christelijke’ kerken
doen om zieltjes te winnen. Christus beloofde geen ’voordeel’
gedurende dit leven aan mensen die Hem wilden volgen. In de Bijbel
staan zeer weinig verslagen van een persoonlijke oproep van Christus
om Hem te volgen. Hij riep op om niet meer te zondigen. Tegen een
vrouw die overspel gepleegd had zei Hij: ”Ga heen, zondig van nu af
niet meer!” (Joh. 8:11). Hij zei niet ”volg mij”. Jezus genas een
man en zei toen niet Hem te volgen, maar: ”Zondig niet meer, opdat u
niet iets ergers overkome” (Joh. 5:14). De kerken van de wereld
willen graag veel mensen binnen hun muren, zoals een politieke
partij. Maar het was een grote uitzondering dat Jezus iemand vroeg
hem te volgen, zoals de rijke man. Hij vroeg Jezus hoe hij het
eeuwige leven zou kunnen krijgen en beweerde Gods geboden te houden,
maar toen Jezus hem vroeg zijn bezitting aan de armen te geven, liep
de man weg. Toch had Jezus gezegd: ”Volg mij” (Matth. 19:16-22). Wat
was het ’voordeel’ voor deze rijke jonge man, als hij Jezus gevolgd
zou zijn? Hij veronderstelde dat in materieel opzicht en
ongetwijfeld de daarmee gepaard gaande status, het volgen van Jezus
voor hem een ’nadeel’ zou zijn. Natuurlijk vraagt God niet aan
iedereen om alles wat hij heeft weg te geven, maar rijkdom bond deze
jongeman aan de wereld. Voor ieder mens kan dat wat anders zijn, wat
hij of zij niet wil loslaten.
Een schriftgeleerde die onder
de indruk was van een toespraak van Jezus, wilde zich aansluiten bij
de discipelen, maar Jezus weigerde, want voor deze man zou het
volgen van Hem veel minder rooskleurig zijn dan hij veronderstelde
(Matth. 8:18-20). Maar van een discipel die al door God gekozen is,
wordt gevraagd zijn hele leven te geven. Eén van de discipelen mocht
zelfs zijn vader niet begraven, omdat Jezus hem bij de les wilde
houden (vers 21-22). Natuurlijk zullen de meeste christenen hun
ouders begraven, maar deze man had een duidelijke houding van Jezus
nodig om de scheidslijn tussen Gods gezin en de wereld te
demonstreren.
Christen zijn biedt niet het
soort ’voordeel’ dat veel mensen verwachten. In de eeuwen na de
stichting van de nieuwtestamentische Gemeente zijn vele getrouwe
volgelingen van Christus doodgemarteld en de Bijbel profeteert dat
er spoedig weer velen zullen worden gemarteld en gedood.
Openbaring 6:9
En toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar
de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God en om het
getuigenis, dat zij hadden. 10
En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, o
heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed
niet aan hen, die op de aarde wonen? 11
En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd
gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het
getal vol zou zijn van hun mededienstknechten en hun broeders, die
gedood zouden worden evenals zij.
In Lukas 12, hierboven
genoemd, zei Jezus dat zijn boodschap verdeeldheid zou brengen. Hij
zei ook:
Mattheüs 16:24
… Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene
zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.
Jezus zegt dat een volgeling
van Hem bereid moet zijn verdrukking en ander lijden te ondergaan.
Het ’voordeel’ volgens
wereldse normen ontvangt een christen niet. De beloning komt later.
1 Petrus 4:12
Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet
bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. 13
Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het
lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen
verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid
[dan komt de beloning]. 14
Indien gij door de naam van Christus smaad lijdt, zijt gij
zalig, daar de Geest der heerlijkheid en de Geest Gods op u rust. 15
Laat dus niemand uwer moeten lijden als moordenaar, of dief,
of boosdoener, of als een bemoeial. 16
Indien hij echter als Christen lijdt, dan schame hij zich
niet, maar verheerlijke God onder die naam. 17
Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis
Gods.
Nu, in de jaren vóór de
terugkomst van Christus, wordt Gods Gemeente geoordeeld (het
is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods), want
deze mensen bezitten de kennis en hebben Gods geest om te
overwinnen. De wereld wordt later, wanneer God zijn regering op
aarde gevestigd heeft, onderwezen en zal dan geoordeeld (beoordeeld)
worden.
1 Petrus 5:8
Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als
een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. 9
Wederstaat hem, vast in het geloof, wetende, dat aan uw
broederschap in de wereld hetzelfde lijden wordt toegemeten. 10
Doch de God van alle genade, die u in Christus geroepen heeft
tot zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal u, na een korte tijd
[gedurende dit leven] van
lijden, volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten [dan volgt
de beloning].
Jesaja 48:10
Zie, Ik heb u gelouterd, doch niet als zilver; Ik heb u beproefd in
de smeltoven der ellende.
God heeft een schitterende
beloning klaarliggen voor de trouwe overwinnaars.
1 Petrus 1:4 … een
onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de
hemelen weggelegd is voor u
[die Christus bij zijn terugkomst naar de aarde zal meenemen], 5
die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de
zaligheid, welke gereed ligt om geopenbaard te worden in de laatste
tijd. 6 Verheugt u
daarin, ook al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte
tijd door allerlei verzoekingen bedroefd, 7
opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk
goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer
blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus.
1 Johannes 3:13
Verwondert u niet, broeders, wanneer de wereld u haat.
Romeinen 8:17
Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van
God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in
zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.
Dit zijn woorden van Paulus en
hij weet waarover hij spreekt.
2 Corinthiërs 11:23
Dienaren van Christus zijn zij? (ik spreek tegen mijn
verstand in) ik nog meer: in moeiten veel vaker, in gevangenschap
veel vaker, in slagen maar al te zeer, in doodsgevaren menigmaal. 24
Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig-min-één-slagen
ontvangen, 25 driemaal
ben ik met de roede gegeseld, eens ben ik gestenigd, driemaal heb ik
schipbreuk geleden, een etmaal heb ik doorgebracht in volle zee; 26
telkens op reis, in gevaar door rivieren, in gevaar door
rovers, in gevaar door volksgenoten, in gevaar door heidenen, in
gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee, in
gevaar onder valse broeders; 27
in moeite en inspanning, tal van nachten zonder slaap, in
honger en dorst, tal van dagen zonder eten, in koude en naaktheid.
De tijden zijn veranderd, de
beschaving is verbeterd, zeggen mensen die zich christen noemen.
Volgens de Bijbel worden de tijden steeds slechter.
Mattheüs 24:21
Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet
geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer
wezen zal.
Het zogenaamde voordeel dat
sommige mensen verwachten is er nu niet. Wie God wil dienen om een
’voordeel’ te ontvangen, begrijpt het doel van Gods Plan niet.
Hebreeën 11:13 In
[dat] geloof zijn deze allen
[Gods trouwe volgelingen]
gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de
verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat
zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde.
Zij dienden God niet om een
voordeel te behalen.
Vers 35 …
anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen
weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben. 36
Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd,
daarenboven nog boeien en gevangenschap. 37
Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden
gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in
schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en
mishandeling 38 (de
wereld was hunner niet waardig) zij hebben rondgedoold door
woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde. 39
Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen
gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, 40
daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder
ons tot de volmaaktheid konden komen.
Zij dienden God uit liefde –
onvoorwaardelijk.
Pas op! Zoek het lijden (het
martelaarschap) niet op om zo uw beloning af te dwingen. God ziet
naar het hart en ziet wat oprechte liefde is. Drie jonge vrienden
van Daniël gaven ons een volmaakt voorbeeld. Ze bekleedden een hoge
functie met ongetwijfeld een hoog salaris. Een positie met een
’voordeel’.
Daniël 2:49
Op Daniëls verzoek droeg de koning het bestuur van het gewest Babel
op aan Sadrak, Mesak en Abednego, terwijl Daniël aan het hof des
konings bleef.
De koning had een gigantisch
groot beeld laten maken en bevel gegeven het te aanbidden. Toen
kwamen mannen bij de koning om hem te vertellen dat drie Joodse
mannen dit weigerden.
Daniël 3:10
Gij, o koning, hebt bevel gegeven, dat iedereen … zich ter aarde
werpen zal en het gouden beeld aanbidden, 11
en dat ieder die zich niet ter aarde nederwerpt en aanbidt,
in de brandende vuuroven zal geworpen worden.
De koning liet de drie jonge
mannen halen.
Vers 16 Toen
antwoordden Sadrak, Mesak en Abednego de koning Nebukadnessar: Wij
achten het niet nodig u hierop enig antwoord te geven. 17
Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te
bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw
macht, o koning, bevrijden …
God kan hen bevrijden voordat
ze in de brandende oven worden gegooid. Maar stel dat dat niet zo
zou zijn.
Vers 18 maar
zelfs indien niet, het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet
vereren, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden.
Dit is onvoorwaardelijke
liefde voor hun Schepper. Geen verwachting van God op een
’voordeel’.
Met hun vrije wil namen
deze drie mannen een gemotiveerde beslissing voor God. Dit is voor
God van zeer grote waarde: gemotiveerde mensen die zijn Weg
onvoorwaardelijk liefhebben, ondanks de vele nadelen in dit leven!
Sadrak, Mesak en Abednego
redeneerden niet: ”Wat is mijn voordeel als ik me in de brandende
oven laat gooien?” Ze zouden zich veeleer zorgen kunnen maken over
wat ze zouden verliezen. Ze hadden immers een goedbetaalde functie
en aanzien. Maar zij kenden hun ’voordeel’ in het Koninkrijk van
God. |