Voor literatuurlijst klik hier.
Heeft God een
Duivel geschapen?
De Bijbel beschrijft de wereld als
zijnde geheel in de macht
van een onzichtbare duivel. Waar
is deze vandaan gekomen? Heeft
God een duivel geschapen om ons
op de proef te stellen en ons te
verleiden? Hier zijn de antwoorden
uit Gods Woord!
BESTAAT ER EEN DUIVEL? Veel mensen spreken over de duivel en Satan. Anderen
spotten ermee en zeggen dat het allemaal fantasie en bijgeloof is.
Maar
bestaat
er een duivel?
Heeft God een duivel geschapen? Wat leert de Bijbel hierover in feite?
Laten wij de herkomst van die duivel eens nader bezien.
Jesaja 14:4
dat gij dit spotlied op de koning van
Babel zult aanheffen: Hoe heeft de drijver opgehouden, opgehouden is de
verdrukking!
Hier wordt over een koning van Babylon gesproken.
Vervolgens wordt verteld hoe deze de aarde heeft verwoest.
Vers 5
De HERE heeft de stok der goddelozen
verbroken, de scepter der heersers, 6
die in verbolgenheid zonder ophouden
natiën sloeg, die in toorn volken vertrad in meedogenloze vervolging.
Hij was een agressor, een veroveraar. Hij was een oorlogszuchtig vorst die
probeerde anderen zoveel mogelijk af te nemen. Zijn filosofie was precies
tegengesteld aan die van God; met andere woorden, hij had dezelfde filosofie
als de duivel.
Hij
vertegenwoordigde de duivel. De koning van
Babylon was het werktuig van de duivel.
DE OPSTAND VAN LUCIFER
Deze ”koning van Babel” is de toekomstige heerser over de geprofeteerde
’Verenigde Staten van Europa’ – het komende herrezen ’Heilige Roomse Rijk’,
beschreven in de profetieën van Openbaring 17 en 18. Het is een in
Openbaring 13 beschreven stelsel dat zijn macht en positie van Satan
ontvangt.
Vervolgens wordt in Jesaja 14 deze menselijke koning van Babylon verheven
tot het aartsantitype, Satan, de grote Tegenstander. Satan zal na de komst
van de Messias worden verwijderd en gebonden. Ezechiëls profetie, die later
besproken wordt, openbaart dat hij de vroegere aartsengel Lucifer is.
Verder in Jesaja 14.
Vers 12
Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij
morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger
der volken! 13
En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten
hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de
berg der samenkomst ver in het noorden; 14
ik wil opstijgen boven de hoogten der
wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.
Het 15e vers keert tot de menselijke
koning terug.
Deze vroegere aartsengel was aangesteld als heerser over engelen. Na zijn
opstand tegen God nam hij een derde deel van de engelen mee. Hij wilde Gods
hemel binnenvallen, God van de troon van het heelal stoten en over het
gehele universum regeren! Hij zei dat hij zijn troon boven de sterren
(engelen) van God zou verheffen.
In Ezechiël 28 lezen wij meer over deze cherub die Satan werd. Hier wordt,
beginnend met vers 2, gesproken over de menselijke, ijdele vorst van Tyrus,
omgeven door rijkdom (hoofdstuk 27), omringd door volmaakte schoonheid.
Ezechiël 28:2
Mensenkind,
zeg tot de vorst van Tyrus: zo zegt de Here HERE: omdat uw hart hoogmoedig
geworden is en gij zegt: ik ben een god, een godenwoning bewoon ik midden in
zee, (terwijl gij een mens zijt en geen god) en gij in uw hart uzelf
gelijkstelt met een god.
Vergelijk dit met 2 Thessalonicenzen 2:3-4.
2 Thessalonicen 2:3
Laat niemand u misleiden, op welke wijze
ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich
openbaren, de zoon des verderfs, 4
de tegenstander, die zich verheft tegen al
wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet,
om aan zich te laten zien, dat hij een god is.
Vergelijk ook Ezechiël 27:7 met Openbaring 18:16.
Ezechiël 27:7
Kleurig
geborduurd fijn linnen uit Egypte was uw zeildoek: tot zeil diende het u.
Blauwpurper en roodpurper uit de kustlanden van Elisa was uw dektent.
Openbaring 18:16
en zeggende: Wee, wee, die grote stad, die
gehuld was in fijn linnen, purper en scharlaken, en rijk versierd was met
goud en edelgesteente en paarlen, want in één uur is al die zo grote rijkdom
verwoest!
Deze hebben allemaal betrekking op hetzelfde
systeem. Ezechiël 26 doelt echter op het
oude Tyrus, als voorloper of type van het
tegenwoordige en nog komende systeem. Vervolgens gaat in Ezechiël 28:12,
evenals in Jesaja 14, het menselijke type over op het satanische antitype.
Ezechiël 28:12
Mensenkind,
hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus …
De hele profetie van hoofdstuk 27 en 28 slaat
niet op
de heerser van de oude stad Tyrus (zoals hoofdstuk 26), maar op een
belangrijke persoonlijkheid, in Satans hand,
van onze tijd –
vlak voor de komst van de Messias, die Satan zal
verwijderen en wereldvrede zal brengen. Daarom wijst de profetie op het
einde
van deze grote persoonlijkheid, die
geestelijk over volken heerst – en tevens op Satans verwijdering uit de
heerschappij over de mensheid op aarde. Te beginnen met vers 12 en tot het
midden van vers 17 spreekt de profetie over Satan zelf:
… en zeg tot hem: zo zegt de Here HERE: Volmaakt
zijt gij van gestalte, vol van wijsheid, volkomen schoon. 13
In Eden waart gij, Gods hof; allerhande
edelgesteente overdekte u: rode jaspis, chrysoliet en prasem, turkoois,
chrysopraas en nefriet, lazuursteen, hematiet en malachiet. Van goud was het
werkstuk, waarin zij waren gevat en aan u vastgehecht; toen gij geschapen
werdt, waren zij gereed.
EEN GESCHAPEN WEZEN
Let er goed op dat dit niet over een mens gaat,
maar over een
geschapen
wezen. Alleen Adam en Eva zijn geschapen. Uit hen zijn alle mensen
voortgekomen. Engelen zijn geschapen wezens. God zou nooit van een mens
zeggen dat hij de totale som van wijsheid, volmaaktheid en schoonheid omvat.
Wie was dit machtige geschapen wezen oorspronkelijk?
Ezechiël 28:14
Gij
waart een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels; Ik had u een plaats
gegeven…
In Exodus 25:17-20 vinden we de beschrijving van
de troon van God in de hemel, vanwaar Hij het gehele grenzeloze universum
regeert. Op deze troon zijn twee cherubims – superaartsengelen – van wie de
uitgespreide vleugels de troon overdekken.
Eens behoorde Satan als de vroegere
Lucifer ook bij deze cherubs die zich bij de troon van het heelal bevond en
welbekend was met het bestuur van God over het heelal. Nu wordt hij
uitgebeeld als op aarde verblijvend. Maar vroeger bevond hij zich bij de
troon van God, zoals de volgende woorden duidelijk te kennen geven.
(Vervolg vers 14) … gij waart op de heilige berg
der goden, wandelend te midden van vlammende stenen. 15
Onberispelijk waart gij in uw wandel,
vanaf de dag dat gij geschapen werdt totdat er onrecht in u werd gevonden.
Dan schrijft God hem gewelddadigheid toe, zonde, misbruik van wijsheid,
perversie, trots. Zijn hart verhief zich wegens zijn schoonheid.
Vers 16
door uw uitgebreide handel zijt gij
vervuld geraakt met geweldenarij en kwaamt gij tot zonde. Van de berg der
goden verbande Ik u en deed u weg, gij beschuttende cherub, van tussen de
vlammende stenen.
Vervolgens gaat in vers 17 het onsterfelijke geestelijke antitype weer over
op het menselijke type, dat een voornaam instrument in Satans handen zal
zijn bij de geduchte wereldgebeurtenissen voorafgaande aan en leidend tot de
komst van de Messias, die de Regering van God over alle volken der aarde zal
oprichten.
Openbaring 13:4
en
zij aanbaden de draak
[Satan], omdat hij aan het beest de
macht gegeven had, en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest
gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren? 5
En hem werd een mond gegeven, die grote
woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit
tweeënveertig maanden lang te doen. 6
En het beest opende zijn mond tot
lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren…
Deze menselijke persoon in Ezechiël 28, die
pretendeert God te zijn en in zijn heiligdom zit (vers 18) om te laten zien
dat hij God is (2 Thess. 2:3-4), zal door
vuur
worden vernietigd, en tot as verteerd (vers 18). Vergelijk dit met
Openbaring 19:20 waar twee menselijke personen, instrumenten van Satan,
worden uitgebeeld: de een is een wereldlijk heerser over tien koningen en
hun volken, de ander is een grote ”valse profeet”. De profetie van Jesaja 14
stelt de koning van Babylon voor als de wereldlijke heerser.
Ezechiël 28:18
Door
uw vele ongerechtigheden, door het onrecht bij uw koophandel, hebt gij uw
heiligdommen ontwijd. Vuur deed Ik oplaaien uit uw midden; dat verteerde u!
Ik maakte u tot as op de grond voor de ogen van allen die u zagen.
Openbaring 19:20
En
het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor
zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het
beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden
geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt.
LUCIFER WORDT DE DUIVEL
De naam van de duivel was lang geleden Lucifer, wat ’lichtbrenger’ of
’lichtdrager’ betekent. God schiep hem als een van de mooiste en meest
krachtige van de engelen. Maar er kwam een tijd dat hij die talenten
verkeerd wilde gebruiken.
Hij werd ijdel en in plaats van te werken in
dienst van God, wilde hij even belangrijk als God worden. Lucifer had zich
door zijn schoonheid en volmaaktheid met ijdelheid laten vervullen – met
zelfverheerlijking en zelfzucht. Hij werd afgunstig op Gods macht, en gezag
boven hem kon hij niet langer verdragen. Hij kwam met een derde van de
engelen in opstand tegen God. Met zijn engelen spande hij samen om een
invasieleger te vormen dat Gods hemel zou binnenvallen om God van de troon
van het heelal te stoten. Lucifer zou
God zijn. De houding van de duivel was
voorgoed veranderd. In plaats van licht te brengen, begon hij geestelijke
duisternis te verspreiden. Het is zijn bedrieglijke invloed op ”de vorst van
Tyrus” die deze ertoe zal aanzetten te beweren dat hij, een mens, God is.
Daardoor was Lucifer niet meer ’lichtbrenger’
maar een
tegenstander,
een agressor, een mededinger, een vijand. De naam Satan betekent
tegenstander. Zijn engelen werden
demonen.
Satan is sinds die tijd de vijand van God en de mensen en probeert Gods plan
met de mensheid te laten mislukken. Hij bedriegt en misleidt de mensen met
het doel om hun kans op eeuwig leven te laten mislukken.
Openbaring 12:9
En
de grote draak werd [op de aarde] geworpen, de oude slang, die genaamd wordt
duivel en de satan, die de gehele
wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.
De mens is gemaakt naar Gods evenbeeld met het doel om geboren te worden in
zijn Gezin, het Koninkrijk van God. Dan zal de mens ook God geworden zijn en
boven de engelen en dus ook boven Satan en zijn demonen staan.
1 Corinthiërs 6:3
Weet gij niet, dat wij over engelen
oordelen zullen?
Satan doet zijn uiterste best om dat Plan te vernietigen. Hij heeft zich
opgeworpen als de god van deze wereld. Hij houdt de mensheid in gijzeling.
2 Corinthiërs 4:4
ongelovigen, wier overleggingen de god
dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet
ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods
is.
Maar de dagen van ”de god dezer eeuw”, Satan, zijn geteld. Wanneer Christus
terugkeert, zal Hij Satan van de aarde verwijderen en gevangen zetten.
God heeft geen duivel geschapen,
maar een aartsengel die volmaakt was in schoonheid en wijsheid. God gaf zijn
engelen evenwel een vrije wil – een verstand dat vrij kon denken en
redeneren – met het recht van vrije keuze.
CHRISTUS BEVRIJDT DE MENS VAN DE DUIVEL
God heeft de mens gemaakt naar zijn evenbeeld.
Genesis 1:26
En God zeide: Laat Ons mensen maken naar
ons beeld, als onze gelijkenis.
Handelingen 17:29
Daar
wij dan van Gods geslacht zijn,
moeten wij niet menen, dat de godheid gelijk is aan goud of zilver of steen
door menselijke kunstvaardigheid gesneden of bedacht.
God heeft een Plan met de mensheid om zijn goddelijk, onsterfelijk Gezin te
vormen.
Hebreeën 2:5
Want niet aan engelen heeft Hij de
toekomende wereld, waarvan wij spreken, onderworpen.
De mens is misleid door Satan en zijn demonen. Satan zal zich tot het
uiterste inspannen om dat Plan van God te vernietigen. Met zijn vrije wil
heeft de mens de weg van Satan gekozen. Voor God en de mens is de vrije wil
uiterst belangrijk. Een keuze voor God en zijn manier van leven moet van
harte zijn. Gods geboden, die een uiting zijn van liefde en eerbied voor God
en de naaste, is door de mens verworpen door de voortdurende invloed van de
duivel. De demonen geven de mensen valse perspectieven die hen ver
verwijderd van God houden. De mens is in totale onwetendheid van de ware
God. Op een bepaalde manier heeft Satan een rol gespeeld in Gods Plan met de
mensheid. Hij hield de mens een alternatieve manier van leven voor, een weg
van nemen. Die weg staat tegenover Gods weg van geven. Jezus Christus heeft
enkelen de ogen geopend en bij zijn terugkomst zullen de schellen van de
ogen vallen van alle mensen.
Jesaja 25:7
En Hij zal op deze berg de sluier
vernietigen, die alle natiën omsluiert, en de bedekking, waarmede alle
volken bedekt zijn.
God zal ieder mens een eerlijke kans geven. Jezus Christus heeft 2000 jaar
geleden als mens Satan overwonnen. Veertig dagen vertoefde Jezus zonder eten
en drinken in de woestijn toen Hij op dertigjarige leeftijd begon met zijn
Werk, zijn grote opdrachten. Satan probeerde Jezus in die dagen listig te
verleiden om ook Hem onder zijn gezag te brengen. Hij daagde Jezus uit om te
bewijzen dat Hij de Zoon van God was; hij beloofde Jezus de grootste macht
en rijkdom onder zijn gezag. Maar Jezus doorzag zijn bedrog en reageerde
resoluut:
Mattheüs 4:10
Toen zeide Jezus tot hem:
Ga weg, satan! Er staat immers
geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.
Satan droop af. Niet Satan, maar God is de hoogste autoriteit, ook hier op
aarde. Maar God heeft Satan en zijn demonen 6000 jaar toegelaten om de mens
een andere levensstijl voor te houden, zodat de mens kan kiezen. Daarom is
de samenleving van de mensen niet Gods maatschappij.
Voordat de mensheid zichzelf zal vernietigen door het volgen van Satans
destructieve weg, zal Jezus Christus als Koning terugkeren en zijn
Koninkrijk oprichten. Aan alle mensen zal dan bekend worden hoe zij zich
hebben laten misleiden door de duivel. God zal zijn Plan van vrede en geluk
en eeuwig behoud voor hen die daarvoor kiezen op Gods voorwaarden, niet
laten mislukken door Satan, de tegenstander. Bij zijn komst zal Jezus
Christus Satan gevangen laten zetten. Dan zullen de mensen leven in Gods
maatschappij.
Handelingen 3:19
Komt
dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er
tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren, 20
en Hij de Christus, die voor u tevoren
bestemd was, Jezus, zende; 21
Hem moest de hemel opnemen tot de tijden
van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde
van zijn heilige profeten, van oudsher. God heeft geen duivel geschapen! Hij schiep een cherub, Lucifer, die oorspronkelijk volmaakt was en een vrije wil had. Door zijn opstandigheid tegen Gods gezag veranderde Lucifer zich zelf in een duivel!
|