Voor literatuurlijst klik hier.
UW
ONTZAGWEKKENDE
TOEKOMST
Hoe de religies
u misleiden
Het is inderdaad verbijsterend! Het is nooit door de wetenschap
ontdekt. Het hoger onderwijs heeft het nimmer onderwezen. En georganiseerde
godsdienst heeft het achtergehouden. Hoe? Door het onderdrukken van de ware
evangelieboodschap die Christus vanuit de hemel heeft gebracht en die het
ontzagwekkende doel van het menselijk leven openbaart.
BEREID
u voor op de meest verbazingwekkende openbaring van uw leven. Is het geen
verbijsterende schok te vernemen dat de belangrijkste dimensie van alle
kennis door God in de persoon van Jezus Christus wel op aarde is
geopenbaard, maar dat deze boodschap reeds in de eerste eeuw van onze
jaartelling werd onderdrukt; dat Jezus zelf, omdat Hij deze dimensie
openbaarde, ter dood werd gebracht; dat al zijn apostelen, op misschien één
na, de marteldood zijn gestorven, omdat zij deze dingen verkondigden?
Toch zou deze boodschap van de levende God, als de mensheid ernaar
had geluisterd en haar ter harte had genomen, de wereld nagenoeg alle
ellende en kwaad hebben bespaard.
Het woord ’evangelie’ betekent ’goed nieuws’. Als deze boodschap
werkelijk wordt begrepen, openbaart zij ons een menselijk potentieel zo
overweldigend en ontzagwekkend, dat het ons in eerste instantie als niet te
geloven voorkomt.
Waarom Christus' Evangelie werd onderdrukt
Christus' boodschap openbaart de onontbeerlijke feiten aangaande de
mensheid: wat de mens is;
het doel waarvoor hij op aarde werd geplaatst; wat de weg is die
leidt tot wereldvrede, geluk en universele welvaart; wat de echte waarden
zijn; wat het ontzagwekkende potentieel van de mens is; en hoe dit kan
worden bereikt.
Het antwoord op deze vragen vormt de belangrijkste kennis die de
mens ooit ter beschikking is gesteld. Toch werd deze kennis geminacht en
verworpen, en weldra onderdrukt.
Wanneer de evangelieboodschap van Christus in haar volle betekenis
wordt begrepen, openbaart zij wat de wetenschap absoluut niet in staat is te
ontdekken. Zij openbaart iets waarvan de religies in deze wereld niets
weten. Zij openbaart wat in het hoger onderwijs nooit bekend was of werd
onderwezen.
Deze boodschap openbaart de meest fantastische waarheid die het
menselijk verstand ooit kan bevatten! Zij openbaart de ontbrekende dimensie
in kennis, de kennis die voor ons van absoluut levensbelang is.
Dit is het grootste goede nieuws dat ooit door onze Schepper aan de
mensheid is geopenbaard! Wat heeft de mensen ertoe gebracht deze boodschap
te verwerpen en de boodschapper ter dood te brengen?
Het antwoord luidt: de mensen waren MISLEID. Tegenwoordig is de hele
mensheid misleid!
De opzet van deze publicatie is te laten zien hoe de mensen
werden misleid, en duidelijk te maken
wat dit goede nieuws in feite inhield – en inhoudt.
Zelfs nu hebben bijna alle mensen nog nooit het ware Evangelie
gehoord. En de miljoenen mensen die het wel horen, zijn zo beneveld door
valse religies en namaakevangelies dat zij alleen maar verward raken. De
Waarheid is inderdaad vreemder dan fictie!
De aartsbedrieger
Het is tegenwoordig intellectueel niet gebruikelijk in het
feitelijke bestaan van een duivel te geloven. Bijbelse openbaring geeft
hiervoor een verklaring.
De Bijbel zegt ondubbelzinnig dat nu, in onze tijd, de gehele
wereld zou zijn misleid. Een dergelijke profetie staat in het boek
Openbaring.
Openbaring 12:9 En de grote
draak werd [op de aarde] geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel
en de satan, die de gehele wereld
verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.
Deze Satan wordt onthuld als zijnde de aartsverleider van de gehele
wereld. Maar hoe is hij erin geslaagd de mensheid te misleiden?
In het derde hoofdstuk van Genesis blijkt hij de verleider van
moeder Eva. Door haar bracht hij de eerste mens, Adam, ertoe de eerste
menselijke zonde te begaan.
Toen Jezus in Betlehem geboren werd, heerste Satan nog altijd op
aarde als de god van deze wereld.
2 Corinthiërs 4:4 ongelovigen,
wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij
het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus,
die het beeld Gods is.
Satan is ook ”de overste van de macht der lucht” die de hele
mensheid in zijn greep houdt.
Efeziërs 2:2 waarin gij vroeger
gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld, overeenkomstig de
overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de
kinderen der ongehoorzaamheid.
De boodschap van Christus was het goede nieuws dat Satans macht over
de wereld zal worden gebroken en dat hij van de aarde zal worden verbannen.
Zij openbaarde dat Christus zal komen om de heerschappij over alle
volkeren op zich te nemen. In het denken van Satan was het nodig alles in
het werk te stellen om te verhinderen dat de boodschap van Christus naar de
wereld zou uitgaan.
Om te beginnen probeerde hij Christus als kind te vernietigen om zo
te voorkomen dat Hij zou opgroeien om die boodschap te verkondigen. Hij
beïnvloedde koning Herodes, de provinciale machthebber in Israël onder het
Romeinse bewind, om alle kinderen van twee jaar en jonger in Betlehem en
omstreken te laten doden. Maar God waarschuwde Jozef en Maria, zodat zij met
het kind Jezus naar Egypte uitweken tot na de dood van Herodes.
Toen Jezus ongeveer dertig jaar oud was, probeerde Satan Hem
nogmaals te vernietigen, maar nu geestelijk, voordat Hij in het openbaar
begon zijn boodschap te prediken. Deze grote verzoeking, waardoor Satan
Jezus had willen verstrikken, werd echter de vuurproef waardoor Jezus Satan
overwon en zich kwalificeerde om over alle naties heerser te worden. Aldus
verwierf Jezus de bevoegdheid de regering van God op de aarde te vestigen en
het Koninkrijk van God op te richten. Het lag evenwel niet in Gods
meesterplan dat Christus voor het einde van de eerste 6000 jaar van het
bestaan van de mensheid op aarde in deze functie zou worden bevestigd.
Niettemin ging Jezus verder met de opdracht waarvoor Hij toentertijd
op aarde was gekomen. Hij verkondigde zijn boodschap en onderwees haar aan
zijn discipelen.
Satan echter is nog steeds de onzichtbare macht over de wereld. Ook
al geloofden vele Joden in Jezus als de beloofde
Messias, toch werden zij ertoe bewogen niet
zijn boodschap – zijn Evangelie - te geloven.
Hoe kon en kan Satan de mensen misleiden, beïnvloeden en
overheersen?
Het Evangelie van Christus verworpen
In Johannes 8, vers 30-46,
lezen wij: ”Toen Hij dit sprak, geloofden velen in Hem. Jezus dan
zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord
[zijn boodschap] blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij . . . maar
gij tracht Mij te doden, omdat mijn woord [zijn evangelieboodschap] bij u
geen plaats vindt . . .
maar nu tracht gij Mij te doden, een mens die u de waarheid gezegd heeft,
welke Ik van God gehoord heb . . . want Ik ben van God uitgegaan en gekomen;
want Ik ben niet van Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden
. . . Maar omdat Ik u de waarheid zeg, Mij gelooft gij niet
. . . Als Ik waarheid spreek, waarom gelooft gij Mij niet?”
Later werd Jezus door de Romeinen gekruisigd. Hij stond echter op
uit de doden en voer ten hemel. Vandaar zond Hij Gods heilige Geest tot zijn
discipelen.
De apostelen van Christus namen hun verantwoordelijkheid en gingen
aan het werk om zijn boodschap aan de wereld te verkondigen, zoals Hij hun
had opgedragen. Gods Gemeente werd gesticht (in 30 n.Chr.) ter ondersteuning
van de evangelieverkondiging. De Gemeente begon te groeien en breidde zich
zeer snel uit.
Toen liet Satan listig een invloedrijke, heidense godsdienstleider
opstaan die een valse godsdienst – de oude Babylonische mysteriëngodsdienst
– predikte. Deze dacht een vervalst ’evangelie’ uit. Hij eigende zich zelfs
de naam van Christus toe en noemde zijn godsdienst ’christendom’.
Al schijnt het een opzienbarende bewering die nu, bijna 2000 jaar
later, moeilijk is te geloven. Desalniettemin is het de waarheid.
Het valse ’evangelie’ komt op
In Samaria, ten noorden van Jeruzalem, woonde een heidens volk,
waarvoor de Joden in Christus' dagen de grootste minachting hadden. Deze
mensen waren omstreeks 700 v.Chr. door verschillende koningen, onder wie
Salmanassar van Assyrië (2
Kon. 17:18, 21-24, enz.),
uit gebieden van het Babylonische rijk naar Samaria overgebracht. Zij
brachten hun eigen mysteriëngodsdienst mee. In het 8e hoofdstuk
van Handelingen kunt u lezen over Simon de Tovenaar (Simon Magus), hun
leider ten tijde van Christus.
Christus stichtte de Gemeente van God in 30 n.Chr. ter ondersteuning
van de evangelieverkondiging door zijn apostelen. Na een verbazingwekkende
eerste groei ontstond rond 32-33 n.Chr. een felle vervolging tegen Gods
Gemeente (Hand. 8:1). In die dagen liet Simon de Tovenaar zich samen met een
groot aantal andere mensen dopen. Vervolgens probeerde hij van Petrus en
Johannes met geld een apostelschap in Gods Gemeente te kopen, maar
vanzelfsprekend werd hem dit geweigerd en hij werd terechtgewezen.
Daarna eigende deze Simon zich de
naam van Christus toe en noemde zijn Babylonische
mysteriëngodsdienst ’christendom’. Satan had deze man in zijn macht en
gebruikte hem als instrument tegen de ware Gemeente van God. Vóór het einde
van de eerste eeuw, waarschijnlijk omstreeks het jaar 70, was hij erin
geslaagd Gods boodschap, die door Christus was gebracht, te onderdrukken.
Toen volgde ”de verloren eeuw” in de geschiedenis van Gods ware
Gemeente. Er bestond een goed georganiseerde samenzwering om alle sporen van
de geschiedenis van de Gemeente van die dagen uit te wissen. Honderd jaar
later treedt in de geschiedenis een ’christendom’ aan de dag dat totaal
anders is dan de Gemeente die door Christus was gesticht.
Men had de naam van
Christus aan de Babylonische mysteriëngodsdienst gegeven. De
boodschap die Jezus van God had
gebracht, was vervangen door een ’evangelie’ over de persoon van
Christus – de Boodschapper werd verkondigd, maar de gehele dimensie van zijn
boodschap werd weggelaten.
En in de ruim 18½ eeuw daarop is het ware
Evangelie niet meer aan de wereld verkondigd, behoudens het werk van enkelingen.
Een ander evangelie vindt gehoor
Toen Paulus zijn brief aan de Galaten schreef, waren er al vele
mensen die zich tot dat nieuwe, valse ’evangelie’ bekeerden.
Paulus schreef:
Galaten 1:6 Het verbaast mij,
dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus
geroepen heeft, laat afbrengen tot
een ander evangelie, 7 en
dat is geen evangelie
[geen
goed nieuws]. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en
het evangelie van Christus willen
verdraaien.
Aan de Thessalonicenzen schreef Paulus:
2 Thessalonicen 2:7 Want het
geheimenis
[mysterie] der wetteloosheid is reeds
in werking.
Hij doelde op de Babylonische mysteriëngodsdienst van Simon de
Tovenaar (Hand. 8), een godsdienst van ongerechtigheid, van wetteloosheid,
een godsdienst die de wet van God verwerpt.
De ware Gemeente en de valse kerk
In het boek Openbaring worden twee gemeenten beschreven die beide de
naam van Christus voeren. In
hoofdstuk 12 zien wij de ware Gemeente van God, klein in ledental en
geslonken als gevolg van vervolging en martelaarschap, maar gehoorzaam aan
Gods wetten en gehaat door Satan. De andere gemeente of kerk, beschreven in
hoofdstuk 17, wordt genoemd: ”een geheimenis: het grote Babylon, moeder van
de hoeren en van de gruwelen der aarde” (vers 5). Met andere woorden: de
Babylonische mysteriëngodsdienst, die doordrenkt is van ”ongerechtigheid”,
en waarin Gods wet is afgeschaft.
In de tijd dat Paulus het Evangelie verkondigde, brachten de
predikers van Simon Magus de Corinthiërs in verwarring. Paulus schreef de
Corinthiërs:
2 Corinthiërs 11:2 Want met een
ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan een man, om u als een
reine maagd voor Christus te stellen
[bij de opstanding zal de ware Gemeente een
geestelijk huwelijk met Christus aangaan].
3 Maar ik vrees, dat misschien,
zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de
eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden. 4
Want indien de eerste de beste [prediker van Simon Magus]
een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij
een andere geest [van
opstandigheid en ongehoorzaamheid]
ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of
een ander evangelie . . .
Let wel, deze mannen verkondigden een andere Jezus en een
ander evangelie, en zij volgden een andere geest, een geest van
opstandigheid en ongehoorzaamheid, van dienstbaarheid aan de afgoden. Die
verleiding is in de loop der eeuwen werkzaam gebleven en dat is de toestand
van vandaag. Zij eigenden zich de naam van Christus toe. Hun
Babylonische godsdienst noemden zij ’christendom’. Daarmee verkondigden zij
niet alleen een vals evangelie, maar ook een valse geest van
egocentrisme, en een valse Jezus, een die volkomen verschilt van de Jezus
van de Bijbel.
Over deze valse apostelen schreef Paulus aan de Corinthiërs:
2 Corinthiërs 11:13 Want zulke
lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als
apostelen van Christus. 14 Geen
wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.
15 Het is dus niets bijzonders,
indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar
hun einde zal zijn naar hun werken.
Petrus, Johannes en Judas stellen hen aan de kaak
Petrus schreef over deze bedriegers:
2 Petrus 2:1 Toch zijn er ook
valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse leraars
zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen . . . 2
En velen zullen hun losbandigheden navolgen,
zodat door hun schuld de weg der
waarheid gelasterd zal worden; 3
en zij zullen uit hebzucht met verzonnen redeneringen u als koopwaar
behandelen . . .
Ook Johannes schreef over deze verdraaiers van het ware Evangelie,
die gehoorzaamheid aan de door God gewezen weg afwezen.
1 Johannes 2:4 Wie zegt: Ik ken
Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid
niet.
1 Johannes 2:19 Zij zijn van ons
uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest
waren, zouden zij bij ons gebleven zijn.
Judas waarschuwt ons:
Judas 1:3 . . . tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de
heiligen overgeleverd is. 4 Want
er zijn zekere mensen binnengeslopen (reeds lang tevoren tot dit oordeel
opgeschreven) goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid
[vrijheid om ongehoorzaam te zijn]
veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen. Vers
8 Desgelijks bezoedelen ook deze
dromenzieners hun vlees, verwerpen wat heerschappij [Gods bestuur, Judas
1:4] heet en lasteren de
heerlijkheden. Vers 11 Wee hun,
want zij zijn de weg van Kaïn [zelfzucht]
opgegaan, zij zijn voor de verleiding van een Bileamsloon bezweken
[geld- en eerzucht] en door het verzet
van een Korach [opstand tegen het gezag van God]
ten onder gegaan. 12 Dezen zijn
de schandvlekken bij uw liefdemalen, zij, die zonder schroom tezamen feesten
om zichzelf te weiden; wolken, die geen water geven, daar zij door winden
voorbijgejaagd worden; bomen, die in de late herfst geen vrucht geven;
tweemaal gestorven zijn zij en ontworteld; 13
wilde baren der zee, die hun eigen schande opschuimen; dwaalsterren.
Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd.
Het woord ’evangelie’ nu misleidend
Het woord ’evangelie’ zelf is tegenwoordig (en ook in vorige eeuwen)
misleidend. De wereld was en is nog altijd vol ’evangelisatieprogramma's’,
op de televisie, op de radio, op internet, in de pers, en door persoonlijke
evangelisatie.
Als u zou zeggen: ”Het Evangelie is 18½ eeuw lang niet meer aan de
wereld verkondigd”, zou vrijwel iedereen u voor gek verklaren. Wat overal zo
luidkeels wordt gepredikt, is in feite het valse ’evangelie’. Het is een
’evangelie’ dat over de persoon van de boodschapper spreekt, maar
zijn boodschap negeert.
Dat evangelie is gebaseerd op de veronderstelling dat dit de
enige tijd is waarin God probeert
”de hele wereld te redden”. Maar zij die dit prediken weten zelfs niet
wat behoud is, noch hoe men het kan verkrijgen.
Hoe is het mogelijk dat de gehele wereld kon worden misleid?
Wat hield het Evangelie van Christus in dat een machtige,
onzichtbare duivel zo vastbesloten was het te onderdrukken en te vervalsen?
Wat is het ware Evangelie?
Het ware Evangelie is het goede nieuws dat God door Jezus Christus
uit de hemel heeft gezonden. Als deze boodschap volledig wordt
begrepen, openbaart zij dat de mens een potentieel heeft dat dermate
verbazingwekkend is dat het aanvankelijk volkomen ongelooflijk schijnt! Het
is ongelooflijk fantastisch nieuws dat door de Schepper wordt
geopenbaard.
Het Evangelie openbaart de wonderbaarlijkste Waarheid die het
menselijk verstand ooit kan kennen.
Het openbaart wat wij noemen
de ontbrekende dimensie in kennis, de meest noodzakelijke kennis,
kennis van levensbelang!
Zijn wij hier voor een bepaald
doel? Wat is dat doel?
Heeft het menselijk leven, welbeschouwd, een doel en betekenis? Een
doel en betekenis waarvan de bekendmaking is onderdrukt? Dit is essentiële
kennis die buiten het terrein van
de hedendaagse wetenschap, godsdienst en het onderwijs ligt!
De ontbrekende dimensie in kennis
Als er een doel is, wat is dit dan? Waartoe bent u geboren?
Waarheen zijn wij op weg? Wat is het uiteindelijke transcendente
potentieel van de mens? Wat is de weg? Hoe bereiken wij onze bestemming?
Wat is de weg naar vrede – vrede tussen naties, tussen
individuele personen, en tussen groepen?
Waarom is er alle kwaad in deze wereld? Waarom kunnen wij onze
menselijke problemen niet oplossen? Er bestaat
een weg, en deze wordt door het
ware Evangelie geopenbaard! Het is een fundamentele wet die met
onverbiddelijke en meedogenloze kracht werkt.
Wat is de menselijke natuur? Heeft God deze geschapen en de mens
ingeplant om hem het leven moeilijk te maken? Is deze natuur erfelijk? Hoe
functioneert zij? De moderne wetenschap, noch de theologie, noch het
onderwijs kunnen u antwoord op deze vragen geven.
Wat
is het menselijk verstand, en waarin
verschilt het van het dierlijk brein? Hoe komt het dat, hoewel het verstand
van de mens de computer kan uitvinden en kan leren mensen naar de maan en
terug te laten reizen, een dergelijk verstand niet de eigen problemen hier
op aarde kan oplossen en de mens niet in vrede met zijn medemensen kan
leven?
Wat is de mens? Wat zijn wij nu precies? De wetenschap kan
dit geheim niet ontdekken; de godsdiensten hebben nooit de juiste
verklaring gegeven, maar het ware Evangelie openbaart, als het volledig
wordt begrepen, het antwoord, het ware antwoord!
Wat zijn de werkelijke waarden? Wat is belangrijk, en wat is
onbelangrijk en van generlei waarde? De mensheid verspilt haar energie aan
het najagen van valse waarden – spendeert haar arbeid en
intelligentie aan projecten zonder waarde, die nutteloos blijken zodra ze
zijn verwezenlijkt.
Het ware Evangelie verklaart de oorsprong van de duivel. Heeft God
een duivel geschapen om de mensheid te misleiden en te kwellen? Het
Evangelie verklaart hoe Satan de grote, maar onzichtbare en verborgen
macht is geworden die deze wereld
beheerst en in feite regeert. Het verklaart waarom Satan met al zijn listen
en sluwheid aan het werk ging om, door middel van mensen die hij kon
manipuleren, dit essentiële Evangelie, dat God door Jezus Christus aan de
mensheid heeft geopenbaard, te onderdrukken.
Vergeet niet dat het ware Evangelie, indien de mensheid het ter
harte had genomen, deze wereld al haar angst, problemen, ellende en kwaad
zou hebben bespaard.
Het is onmogelijk in enkele woorden, en met voldoende duidelijkheid
en nadruk, de lezer van de verheven en overweldigende betekenis en het
belang van deze ware evangelieboodschap te doordringen.
Ook in onze tijd wordt deze boodschap, als men haar hoort,
zelden werkelijk in haar hele betekenis begrepen, want Satan heeft
zo'n rookgordijn van valse en pseudoreligies, van valse ’evangelies’ en
leerstellingen gelegd, dat de luisteraar of lezer in verwarring en ongeloof
achterblijft – of volkomen onverschillig tegenover de belangrijkste dingen
van het leven staat.
Desalniettemin heeft de Almachtige God bevolen dat, kort voor het
einde van dit tijdperk, ”dit evangelie van het Koninkrijk zal in
de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en
dan zal het einde [komen]” (Matth. 24:14). Dit is de boodschap die de
Eeuwige God in deze tijd door zijn Gemeente voor de eindtijd over de wereld
laat gaan.
Het ware Evangelie, gezien met alles wat het belichaamt – de reden
ervoor; de waarheid omtrent de eerste, prehistorische aardbewoners; de reden
waarom de mensen zijn geschapen en op aarde geplaatst; de
oorzaak van al het kwaad en lijden op aarde; de aard van het
menselijk verstand; de noodzaak van geestelijk behoud en wat dit is; de
aanstaande wereld van vrede en wat daarna komt; en het ongelooflijke
potentieel van de mens – wordt dan het meestomvattende onderwerp dat
het menselijk verstand kan bevatten. In vergelijking hiermee schrompelt al
het andere tot iets volkomen onbeduidends ineen. Dit overtreft alles wat
ooit is geschreven.
Wat was het Evangelie van Christus?
God de Vader had beloofd vanuit de hemel een boodschapper naar de
aarde te sturen met een boodschap van Hem voor de gehele mensheid. Deze
belofte is opgetekend in Maleachi 3:1:
Maleachi 3:1 Zie, Ik zend mijn
bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal
[die
bode was, zoals Markus 1:2-4 verklaart, Johannes de Doper]; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk
de Engel des verbonds, die gij begeert.
Met ”de Here” wordt hier natuurlijk Jezus Christus bedoeld.
Dat is de profetie. Het verslag van de vervulling ervan staat in het
eerste hoofdstuk van Markus: ”Het begin des Evangelies van Jezus Christus,
den Zoon van God” (Statenvert.).
Dan volgt het verhaal van Johannes de Doper die de weg voor Hem
bereidde. Vers 12 en 13 gaan over de verzoeking van Jezus door Satan,
waarbij Satan probeerde Christus geestelijk te vernietigen nog voor Hij
aan zijn Werk was begonnen, het verkondigen van de boodschap die Hij van God
de Vader had meegekregen. Vervolgens vers 14
(Statenvert.):
”En nadat Johannes overgeleverd was, kwam Jezus in Galilea,
predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods.” Welk evangelie?
”Het Evangelie van het Koninkrijk Gods”. Dat is het Evangelie dat Christus
verkondigde. De boodschap die Hij bracht was de boodschap van het Koninkrijk
van God.
Dit is de boodschap waarvan God wilde dat zij
tot een getuigenis aan alle naties zou worden verkondigd
(Matth. 24:14)! Maar sinds de eerste eeuw heeft de wereld
niets geweten van het Koninkrijk van God, omdat die boodschap sinds
de eerste eeuw niet aan de wereld werd verkondigd.
Deze boodschap, als zij wordt verklaard en werkelijk wordt begrepen,
beslaat een uitgebreid vlak van kennis. Zij openbaart – we herhalen het nog
eens – wat de wetenschap absoluut
niet kan ontdekken, wat de godsdiensten nooit hebben geopenbaard, wat
men in het onderwijs van deze wereld nimmer heeft geweten of geleerd.
Let op de volgende punten
Er zijn enkele belangrijke punten om goed op te letten.
Ten eerste wordt Christus in de profetie van Maleachi een
boodschapper genoemd die een boodschap bracht. Hij wordt ”de Engel des
verbonds" genoemd. Engel kan ook ’boodschapper’ betekenen.
Let ook op het vijftiende vers van Markus 1. Jezus kwam in Galilea
met het Evangelie van het Koninkrijk van God: ”De tijd is vervuld en het
Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie.”
Wat bedoelde Hij met ”de tijd is vervuld”? En waarom was het
Koninkrijk van God toen
”nabij”, en waarom was het dat vóór dat tijdstip niet?
Deze punten zijn van het grootste belang.
Maar alvorens we verder uiteenzetten wat het Koninkrijk van
God is, moet men zich er rekenschap van geven dat dit de
evangelieboodschap is die Christus van God de Vader heeft gebracht – het is
hetzelfde Evangelie dat de eerste apostelen verkondigden, hetzelfde
Evangelie dat de apostel Paulus aan de heidenen predikte.
Christus heeft geen ander evangelie gebracht
Jezus zei: ”Ook aan de andere steden moet Ik het evangelie van het
Koninkrijk Gods verkondigen, want daartoe ben Ik uitgezonden”
(Lukas 4:43).
Jezus gaf zijn discipelen opdracht het Koninkrijk van God te
prediken. ”Toen riep Hij de twaalven samen en . . . zond hen uit om het
Koninkrijk Gods te verkondigen” (Lukas 9:1-2).
Handelingen 8:12 Toen zij echter
geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van
het Koninkrijk Gods en van de
naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als
vrouwen.
Mattheüs 4:23 En Hij trok rond
in geheel Galilea en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie
van het Koninkrijk . . .
De gelijkenissen van Jezus gingen over het Koninkrijk van God.
Toen Hij de gelijkenis van de zaaier aan zijn discipelen verklaarde,
zei Hij: ”U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods
te kennen” en daarna legde Hij hun de gelijkenis uit.
Lukas 13:18: ”Hij zeide dan: Waaraan is het Koninkrijk Gods
gelijk en waarmede zal Ik het vergelijken?” Waarna een gelijkenis volgde.
”En wederom sprak Hij: Waarmede zal Ik het Koninkrijk Gods
vergelijken? Het is gelijk aan een zuurdesem . . .” en daarna volgde de
gelijkenis van het zuurdesem (Lukas 13:20-21).
Een van zijn belangrijkste gelijkenissen is te vinden in het 19e
hoofdstuk van Lukas: ”Toen . . . sprak Hij nog een gelijkenis uit, omdat Hij
dicht bij Jeruzalem was en zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond
openbaar zou worden”
(Lukas 19:11). Toen gaf Hij hun de gelijkenis van de man van hoge geboorte
die naar een ver land ging om het koningschap te ontvangen, en daarna
terugkeerde: het beeld van Christus' hemelvaart, voor de
kroningsplechtigheid, en zijn terugkeer naar de aarde om over alle naties te
regeren, als Koning der koningen en Heer der heren, in alle macht en glorie
van de grote God.
Welk evangelie verkondigden de apostelen en Paulus?
Predikten de apostelen en Paulus
een ander evangelie?
Na Christus' opstanding waren de discipelen veertig dagen lang bij
Hem. Spraken zij toen onder elkaar over een ander evangelie dan dat
van het Koninkrijk van God? Let op wat er plaatsvond vlak voor Jezus'
hemelvaart. Lukas beschreef wat Christus had gedaan en gezegd ”tot de dag
dat Hij werd opgenomen, nadat Hij aan de apostelen, die Hij had uitgekozen,
door de heilige Geest zijn bevelen had gegeven; aan wie Hij Zich ook na zijn
lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun
verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods
betreft” (Hand. 1:2-3).
Let erop dat Christus na zijn opstanding tot zijn discipelen sprak
over ”al wat het Koninkrijk Gods betreft”.
Daarna, vlak voor zijn hemelvaart, vroegen zij Hem: ”Here,
herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?” (Hand.
1:6.) De apostelen schenen maar niet te begrijpen dat het Koninkrijk van God
niet tijdens hun leven op aarde zou worden opgericht, hoewel Jezus'
onderwijs – vooral de gelijkenis van de ponden (Lukas 19) – dit toch
duidelijk had moeten maken.
Twee jaar na de stichting van de Gemeente van God, op het
Pinksterfeest van het jaar 30 n.Chr., begon de grote misleiding, die door
Simon de Tovenaar werd geleid. Het historische boek Handelingen verhaalt:
Handelingen 8:1 . . . En er ontstond te dien dage een zware vervolging tegen
de gemeente te Jeruzalem; en allen werden verstrooid over de streken van
Judea en Samaria, met uitzondering van de apostelen. Vers 4
Zij dan, die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie
verkondigende.
Welk evangelie? Lees verder:
Handelingen 8:5 En Filippus
daalde af naar de stad van Samaria . . . Vers 12
Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die
het evangelie van het Koninkrijk Gods
en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen . . .
In Efeze trad de apostel Paulus ”drie maanden lang vrijmoedig op, om
hen door besprekingen te overtuigen aangaande het Koninkrijk Gods”
(Hand. 19:8). Op een latere reis liet Paulus in Milete de oudsten
van de Gemeente te Efeze bij zich komen. Voor zijn vertrek zei Paulus tot
hen:
Handelingen 20:25 En nu, zie, ik
weet, dat gij allen, onder wie ik rondgereisd heb met
de prediking van het Koninkrijk,
mijn aangezicht niet meer zien zult.
In Rome ”kwamen verscheidenen tot hem [Paulus] in zijn verblijf, wie
hij met nadruk het Koninkrijk Gods voorstelde” (Hand. 28:23).
Ook in Rome bleef hij ”de volle termijn van twee jaar in zijn eigen
gehuurde woning, en ontving allen, die tot hem kwamen, predikende het
Koninkrijk Gods” (Hand.
28:30-31).
Predikte Paulus een ander evangelie? Aan de Galaten schreef hij:
Galaten 1:8 Maar ook al zouden
wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van
hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt! 9
Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: indien
iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt,
die zij vervloekt!
Uit vers 6 en 7 blijkt dat de Galaten zich toen al tot een ander
evangelie hadden gekeerd. Jezus sprak over zijn boodschap – het Koninkrijk
van God – als over het ”woord” dat Hij sprak. De apostelen predikten, zoals
u in het hele boek Handelingen kunt lezen, overal ”het woord”, waarmee zij
het Koninkrijk van God bedoelden.
De ’evangelies’ die men predikt
We zeiden al dat tegenwoordig talloze evangelisatieprogramma's
zijn te horen. Eén bedient zich van de leuze: ”Christus prediken aan de
volkeren”. U vraagt zich misschien af: ”Wat is er verkeerd met
prediken over Christus?” Of: ”Wat is er verkeerd met het prediken van
een evangelie van genade?” Of: ”Wat is er verkeerd met het
verkondigen van een boodschap over behoud?”
We hebben u de bijbelteksten laten zien dat men reeds in de eerste
eeuw over een andere Jezus begon
te prediken – een Jezus die naar verondersteld wordt, de geboden van zijn
Vader afschafte – die ’genade’ verdraaide tot verlof tot ongehoorzaamheid.
2 Corinthiërs 11:4 Want indien
de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt,
of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander
evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer wel.
Vers 13 Want zulke lieden zijn
schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen
van Christus. 14 Geen wonder
ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.
Judas 1:4 Want er zijn zekere
mensen binnengeslopen (reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven)
goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze
enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen.
Ook nu predikt men niet de
ware Jezus die gezegd heeft: ”Ik heb de geboden mijns Vaders bewaard”
(Joh. 15:10) en die ons daarin een voorbeeld was, opdat ook wij ze zouden
bewaren of houden.
Als degenen die beweren een evangelie van behoud te
verkondigen, zouden begrijpen en verkondigen
wat behoud in werkelijkheid is – of dit nu een gaan naar een of
andere plaats is, of het
veranderd worden in een andere
toestand, wat,
waar en hoe het bereikt
kan worden – dan zou het een deel van het ware Evangelie zijn. Maar deze
’evangelisten’ leren niet wat behoud werkelijk is, of hoe
iemand het kan ontvangen. Wanneer de blinden de blinden leiden, vallen allen
in de gracht.
Wat is het Koninkrijk van God?
Het is daarom tijd dat wij begrijpen wat het
Koninkrijk van God is!
Wat is een koninkrijk? De Bijbel spreekt over verschillende
koninkrijken. Het eerste wereldrijk – het Chaldeeuwse Rijk, vaak Babylon
genoemd – was een koninkrijk. God inspireerde Daniël tot de koning ervan,
Nebukadnessar, te zeggen: ”Gij . . . aan wie de God des hemels het
koningschap, macht, sterkte en eer geschonken heeft . . .” (Dan. 2:37).
Dan was er het koninkrijk Israël – de familie die van Israël
afstamde en die tot een natie uitgroeide.
Het koninkrijk Israël was een voorloper van het Koninkrijk van God.
Dit zal bestaan uit de als geest geboren kinderen van God – het Gezin van
God, georganiseerd in een regerend Koninkrijk.
Het Koninkrijk van God zal derhalve tweeledig zijn:
1.
Een
regering. Een regering – of koninkrijk bestaat uit vier elementen: a)
een koning die heerst over b) een
volk, onderdanen of burgers binnen c) een bepaald soeverein gebied met d)
wetten en een georganiseerd systeem om deze uit te voeren.
2.
Een
familie (zoals het koninkrijk Israël de familie was van de nakomelingen
van Israël) – in dit geval de familie van God – een gezin waarin mensen
kunnen worden geboren, een regerend gezin met gezag over
alle naties, d.w.z. over de
gehele aarde, en later
over het gehele universum.
Het Koninkrijk: een regering en een familie
Christus zal de Koning van het Koninkrijk van God zijn. Hij is de
Zoon van God die Hij aansprak als zijn Vader. Wanneer de Gemeente, door
een opstanding of ogenblikkelijke verandering van sterfelijk in
onsterfelijk (van stoffelijke in geestelijke samenstelling), de uit geest
bestaande kinderen van God zal worden, zal Christus met de Gemeente trouwen,
waardoor deze zijn echtgenote wordt. Wij hebben dan een Vader, een Zoon, een
vrouw en de kinderen van de Vader – een gezinsverband: het Gezin van God.
Let nu op enige profetieën:
Jesaja 7:14 Daarom zal de Here
zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon
baren; en zij zal hem de naam Immanuël
[d.i. ’God met ons’]
geven.
Jesaja 9:5 Want een Kind is ons
[Israël] geboren, een Zoon is ons
gegeven, en de heerschappij rust
op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige
Vader, Vredevorst. 6 Groot zal
de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over
zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en
gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de HERE der
heerscharen zal dit doen.
De engel Gabriël is een hooggeplaatste aartsengel, één van de enige
drie die in de Bijbel worden genoemd. Er wordt gezegd:
Lukas 1:26 In de zesde maand nu
[van de zwangerschap van Elisabet]
werd de engel Gabriël van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd
Nazaret, 27 tot een maagd, die
ondertrouwd was met een man, genaamd Jozef, uit het huis van David, en de
naam der maagd was Maria. 28 En
toen hij bij haar binnengekomen was, zeide hij: Wees gegroet, gij
begenadigde, de Here is met u. 29
Zij ontroerde bij dat woord en overlegde, welke de betekenis van die
groet mocht zijn. 30 En de engel
zeide tot haar: Wees niet bevreesd, Maria; want gij hebt genade gevonden bij
God. 31 En zie, gij zult zwanger
worden en een zoon baren, en gij zult Hem de naam Jezus geven. 32
Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de
Here God zal Hem de troon van
zijn vader David geven, 33 en
Hij zal als koning over het huis van Jakob
heersen tot in eeuwigheid, en zijn koningschap zal geen einde nemen.
Toen Jezus voor Pilatus terechtstond, zei deze Romeinse stadhouder
tot Hem:
Johannes 18:37 . . . Zijt Gij dus toch een koning? Jezus antwoordde: Gij
zegt, dat Ik koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de
wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid zou getuigen; een ieder, die uit
de waarheid is, hoort naar mijn stem.
Jezus verklaarde evenwel ook aan Pilatus dat zijn Koninkrijk – zijn
regering – niet van deze wereld, deze tijd, deze huidige eeuw was:
Johannes 18:36 Jezus antwoordde:
Mijn Koninkrijk is niet van deze
wereld; indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn
dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou worden
overgeleverd; nu echter is mijn
Koninkrijk niet van hier.
Wat is de inhoud van het Evangelie van Christus?
Het Evangelie van Christus is het goede nieuws van de vestiging van
het Koninkrijk van God.
Maar wat houdt dit in?
En waarom is het Koninkrijk van God een noodzaak?
Op welke wijze gaat het uw eigen persoonlijke leven aan?
In feite heeft de boodschap van Christus betreffende Gods komende
Koninkrijk direct betrekking op de toestand van de wereld van vandaag: op de
menselijke natuur, de bron en oorsprong ervan, op het kwaad, het lijden en
de ellende in deze wereld, op wereldvrede. Zij heeft betrekking op regeren,
en op de reden waarom de huidige regeringen niet de weldoeners van de volken
zijn die zij zouden moeten zijn.
Zijn boodschap raakt direct de wortels van ieders geluk, en heeft te
maken met het ontzagwekkende transcendente potentieel van elk mens. Zij
heeft ook betrekking op de oorzaken
van de huidige crisis die iedereen treft, en de levenswijze die alle
problemen zal oplossen.
Maar deze boodschap heeft op nog heel veel meer dingen betrekking.
Zij heeft te maken met Gods overweldigend grote plan als Schepper
van het universum. Zij heeft betrekking op het hele onmetelijke heelal met
zijn ontelbare sterrenstelsels, nevelvlekken, zonnen, sterren, planeten, en
met Gods bedoeling daarmee. Zij heeft ook betrekking op alle engelen – en op
het feit dat een derde van alle door God geschapen engelen zich tot
zonde keerde en op Gods grote plan om te voorkomen dat een
dergelijke catastrofe ook de andere engelen zou overkomen.
De meeste van deze dingen komen in de leer van hedendaagse religies
nimmer ter sprake. Gods boodschap betreft allesomvattende waarheid.
Is de schepping van de mens een mysterie?
Komt het u zinvol voor dat, hoewel de mens met een zo groot mentaal
vermogen is begiftigd, meer dan de
helft van de mensheid analfabetisch is, in bittere armoede leeft en in
de meest schrijnend onhygiënische omstandigheden op de rand van de
hongerdood verkeert?
Komt het u zinvol voor dat de menselijke beschaving de moderne
wetenschap, het hoger onderwijs, de wereldgodsdiensten en grote
regeringsstelsels heeft ontwikkeld, en dat toch allen in totale onwetendheid
verkeren aangaande de weg die tot
wereldvrede leidt? Niemand kan ons zeggen wat de mens is, of hij hier
op aarde is geplaatst met een bepaald doel,
wat dat doel is, waarheen hij op
weg is en hoe hij zijn doel kan bereiken.
Komt het u zinvol voor dat de mens over zulke grote krachten
beschikt, terwijl de wereld desondanks zo vol moeilijkheden, leed en kwaad
is?
Heeft de Almachtige God, de Schepper, dit alles zo bedoeld en
ingesteld?
Het is tijd dat wij dit mysterie ontraadselen. Het is tijd dat wij
begrijpen. Het is tijd dat wij de antwoorden vinden op deze, naar men
veronderstelt, onoplosbare vragen, vragen die voor het denken van de mens
een raadsel zijn.
De mens heeft deze kennis verworpen
Wat is het meest noodzakelijke om te weten?
Het is de kennis van wat de mens is; de kennis van waarom hij is:
het doel waarvoor de mensheid op
aarde werd geplaatst; de kennis van de weg die naar dat doel leidt – naar
wereldvrede, vrede tussen mensen onderling, tussen groepen en tussen naties;
de kennis van de oorzaak van alle ellende en kwaad in de wereld; de kennis
van de oplossing voor al deze problemen; de kennis van de werkelijke
waarden: wat belangrijk is en wat zonder waarde.
Dit is de ontbrekende dimensie in kennis.
Laten wij de situatie bekijken zoals deze momenteel is – onze
dynamische eenentwintigste eeuw. Dit is naar men denkt de tijd van
verlichting en van de massaproductie van kennis. De moderne wetenschap en
het hoger onderwijs hebben echter beide de enige bron van deze fundamentele
kennis – openbaring – verworpen, en geen enkele godsdienst heeft ons deze
kennis, die van zo noodzakelijk belang is, gegeven, hoewel dit alles is te
vinden in het boek dat, naar algemeen wordt aangenomen, de bron is van het
geloof van tenminste drie der grote wereldgodsdiensten.
Laten wij de toestand eens bekijken zoals die bijna 2000 jaar
geleden was. Jezus Christus kwam vanuit de hemel met een boodschap van God
die deze kennis bevat. Maar zelfs het merendeel van de mensen die in Hem
geloofden, geloofde niet de boodschap die Hij bracht en eiste dat Hij
juist wegens het bekendmaken ervan zou worden gekruisigd. Zijn apostelen
gingen voort de boodschap te verkondigen; ook zij werden, met waarschijnlijk
één uitzondering, ter dood gebracht. Voor het einde van de eerste eeuw werd
Christus' evangelieboodschap onderdrukt en een vals ’evangelie’ werd
verkondigd.
Laten wij nu teruggaan naar het begin van de mensheid op aarde. Onze
eerste voorouders verwierpen deze zelfde kennis die hun door hun Schepper
persoonlijk werd medegedeeld. Zij geloofden niet wat Hij zei. Satans
leugens geloofden zij echter wel. Zij waren ongehoorzaam door van de
verboden vrucht te stelen. Zij eigenden zich de kennis toe van
wat goed en wat kwaad is. Sindsdien heeft de hele mensheid hun voorbeeld
gevolgd.
Desondanks heeft de Eeuwige God deze essentiële geopenbaarde kennis
en waarheid ter beschikking gesteld aan iedereen die bereid is te
geloven wat Hij zegt – in
zijn geïnspireerde boek, het Boek der boeken, de Bijbel. Dit boek is in
feite 's werelds grootste bestseller geworden. Maar dit kostbare boek is
verkeerd uitgelegd, is verdraaid, verwrongen, misverstaan en als geen ander
boek belasterd.
De mens heeft miljoenen boeken geschreven. Men
gelooft wat die boeken zeggen, hoewel ze deels of geheel op dwaling
berusten en van waarheid verstoken zijn.
Men neemt aan dat deze boeken letterlijk bedoelen wat zij
zeggen. Als het echter om de Bijbel gaat zegt men: ”U vat de Bijbel toch
zeker niet letterlijk op?” Zij willen niet geloven dat dit
boek bedoelt wat het zegt. Het is het Woord zelf van de levende God,
maar men weigert te geloven wat God zegt.
En zo gaat een ongelovige mensheid al struikelend voort op haar weg
en stapelt bergen menselijke ellende op: ontevredenheid, verdriet, pijn,
lijden en de dood.
Toch stelt de Eeuwige God van waarheid en barmhartigheid ook vandaag
– de laatste dagen van deze zondige wereld – deze essentiële, boeiende,
nieuwe kennis ter beschikking aan hen die bereid zijn te geloven wat Hij
zegt en daaraan te gehoorzamen.
De ware gelovigen – de mensen in de Gemeente van God – zijn na
bewijs, tot
geloof en gehoorzaamheid gekomen.
Door middel van zijn Woord heeft de levende God hun verstand geopend
voor het ontzagwekkende potentieel van de mens, voor de ontbrekende
dimensie in kennis, voor de
oorzaken van het kwaad, voor wat de
weg is naar wereldvrede en hoe
deze tenslotte tot stand zal komen. Dezelfde God van de hele
schepping opent de deuren om het Goede Nieuws bekend te maken.
Het universum en de mens
In dit Boek der boeken openbaart God zich als de Schepper van alle
dingen, niet alleen van de aarde en de mens, maar van het hele grenzeloze
universum. De Schepper van de mens is tevens de Schepper van alles. Op
een heldere, wolkeloze avond kan men de met sterren bezaaide hemel
bewonderen. Zou er een onvermoed verband kunnen bestaan tussen de
melkwegstelsels, met hun machtige zonnen en planeten, en de mens?
In dit ware verhaal van het ongelooflijke potentieel van de mens
is het juist eerst aandacht te schenken aan de hoofddoelstelling van de
Schepper.
Wat nu volgt is intrigerende kennis: kennis aangaande het
ongelooflijke, ontzagwekkende potentieel waarvoor de mensheid werd geschapen
en hier op aarde werd geplaatst.
Winston Churchill heeft eens voor het Amerikaanse Congres opgemerkt
dat hier op aarde een doel wordt uitgewerkt. Slechts weinig mensen weten wat
dat doel is; toch is het duidelijk geopenbaard.
Het is de meest opwindende, meest wonderbaarlijke, meest hoopgevende
waarheid die ooit kon worden geopenbaard.
Heeft u zich ooit verwonderd over de ontelbare miljoenen lichtende
sterren aan een wolkeloze, zwarte hemel? Soms lijken ze op kolossale
vuurpijlen die zojuist in een flonkerende tros zijn geëxplodeerd.
Vele ervan zijn reusachtige zonnen, ongelooflijk veel groter dan
onze zon. Waarschijnlijk zijn de meeste omringd door planeten, zoals onze
zon door de aarde, Mars, Jupiter, Saturnus en de andere planeten van ons
zonnestelsel.
Velen hebben zich afgevraagd of er bewoonde planeten bij zijn. Zijn
ze geëvolueerd, zoals in de theorieën van de meeste geleerden – astronomen,
biologen, geologen – wordt verondersteld? Of werden ze geschapen door een
alwetend, almachtig, scheppend Wezen? Werden ze geschapen en in de ruimte
geplaatst met een bepaald doel? Is er op sommige van de planeten
enige vorm van leven, of lijken ze alle op onze maan: doods, vervallen,
levenloos, woest, leeg en onbewoonbaar? En als ze doods en zonder
enig leven zijn, waarom zou
een intelligente Schepper ze dan zo hebben geschapen?
Schiep Hij ze wel zo?
Alles wijst erop dat alleen onze planeet Aarde leven in stand
kan houden. De andere planeten lijken op onze maan: doods, vervallen, woest
en ledig. Onze aarde is een deel van het zonnestelsel; dit maakt weer deel
uit van een sterrenstelsel, de Melkweg. Er zijn buiten onze Melkweg vele
andere sterrenstelsels. Deze bevinden zich zover in het universum dat wij de
afstand alleen nog in lichtjaren kunnen uitdrukken, niet meer in kilometers
of andere afstandsmaten.
Hoewel de wetenschap dus betrekkelijk weinig weet over het oneindige
universum, onthult de openbaring er iets zeer verbazingwekkends over.
Het eerste vers van het geopenbaarde Woord van God luidt: ”In den
beginne schiep God de hemel en de aarde.” Het woord ’hemel’ staat in de
meeste vertalingen in het enkelvoud, maar het oorspronkelijke Hebreeuwse
woord staat in het meervoud: ’hemelen’.
Koning David uit de Oudheid zag met verwondering op naar de sterren
en schreef onder inspiratie dat God ze heeft geschapen.
Geschapen – maar met welk doel?
David werd geïnspireerd te schrijven: ”O Here, onze Here, hoe
heerlijk is uw naam op de ganse aarde, Gij, die uw majesteit toont aan de
hemel . . . Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de
sterren, die Gij bereid hebt: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt . . .
?” (Ps. 8:2, 4-5.)
Waarschijnlijk was aan koning David het werkelijke verband tussen de
mens en de sterren in het universum niet geopenbaard, want hij vervolgt:
”Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en
luister gekroond. Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles
hebt Gij onder zijn voeten gelegd: schapen en runderen altegader en ook de
dieren des velds, de vogelen des hemels en de vissen der zee, hetgeen de
paden der zeeën doorkruist. 0 Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de
ganse aarde” (Ps. 8:6-10).
David beperkt hier het gebied van de mens tot de huidige aarde, tot
dat wat God bij de schepping aan de mens heeft gegeven: deze aarde, de
atmosfeer eromheen, de wateren en de zeeën (zoals in Genesis 1:26-28 staat
beschreven).
Genesis 1:26 En God zeide: Laat
Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over
de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over
de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. 27
En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij
hem; man en vrouw schiep Hij hen. 28
En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt
talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee
en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde
kruipt.
Dat is het gebied van de mens op dit moment.
In het Nieuwe Testament, dat veel later werd geschreven wordt veel
meer geopenbaard. Hoewel de woorden in Genesis ook al onthullen dat de mens
is geschapen naar Gods beeld en dat houdt een ongelooflijk potentieel in.
Het ongelooflijke potentieel
van de mens geopenbaard
Er is slechts één aarde, maar de Bijbel spreekt over drie werelden,
tijdperken of beschavingen op deze aarde: ”de toenmalige wereld” (de
antediluviale wereld van Adam tot Noach); ”de tegenwoordige boze wereld”
(vanaf de Zondvloed tot de nog toekomstige wederkomst van Christus); en ”de
toekomende wereld” (die begint wanneer Christus komt en het Koninkrijk van
God opricht).
2 Petrus 3:6 waardoor de toenmalige wereld is vergaan, verzwolgen door het
water.
Galaten 1:4 die Zichzelf gegeven
heeft voor onze zonden, om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld,
naar de wil van onze God en Vader.
Hebreeën 2:5 Want niet aan
engelen heeft Hij de toekomende wereld, waarvan wij spreken, onderworpen.
Dat is nu ons onderwerp, ”de toekomende wereld”, dus niet de huidige
wereld, die nu snel haar einde nadert! Verder in vers 6 en 7:
Hebreeën 2:6 Maar, iemand heeft
ergens betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des
mensen zoon, dat Gij naar hem omziet? 7
Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen gesteld, met
heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond.
We hebben gezien dat in psalm 8 David er in het bijzonder op wijst
dat God momenteel de aarde met haar atmosfeer en zeeën aan de mens heeft
onderworpen. Maar de schrijver van het boek Hebreeën is geïnspireerd met
iets totaal anders te vervolgen – iets dat in de toekomende wereld
zal geschieden!
Deze geopenbaarde kennis van Gods doel met de mens, het
ongelooflijke potentieel van de mens, tart ieder voorstellingsvermogen. De
wetenschap weet hier niets van; het wordt door geen enkele godsdienst
geopenbaard; en ons hoger onderwijs is er volkomen onkundig van.
Niettemin is dit wat God, zoals Hij zegt, bereid heeft voor hen die
Hem liefhebben.
1 Corinthiërs 2:9 Maar, gelijk
geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat
in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die
Hem liefhebben. 10 Want ons
heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle
dingen, zelfs de diepten Gods.
Eerder wezen we er reeds op dat God de noodzakelijke kennis aan onze
eerste ouders openbaarde, maar dat zij niet geloofden wat Hij zei!
Bijna 4000 jaar later
verscheen Jezus Christus op aarde met een boodschap die rechtstreeks van God
de Vader in de hemel kwam, en waarin deze zelfde essentiële kennis werd
geopenbaard. Niet meer dan honderdtwintig mensen geloofden toen wat Hij zei,
hoewel velen betuigden ”in Hem te geloven”.
Johannes 8:30 Toen Hij dit
sprak, geloofden velen in Hem. 31
Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn
woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij. Vers 37
Ik weet, dat gij Abrahams nageslacht zijt; maar gij tracht Mij te
doden, omdat mijn woord bij u geen plaats vindt. 38
Wat Ik gezien heb bij de Vader, spreek Ik; zo doet ook gij, wat gij
van uw vader gehoord hebt. Vers 40
maar nu tracht gij Mij te doden, een mens, die u de waarheid gezegd
heeft, welke Ik van God gehoord heb; dit deed Abraham niet. Vers 45
Maar omdat Ik u de waarheid zeg, Mij gelooft gij niet. 46
Wie van u overtuigt Mij van zonde? Als Ik waarheid spreek, waarom
gelooft gij Mij niet?
Vandaag geloven wetenschap, godsdienst en onderwijs nog altijd niet
wat Hij
zei.
Laten wij nu eens zien wat in het boek Hebreeën 2 na vers 7 wordt
gezegd:
(Laatste deel vers 7) . . . met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, 8
alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want bij dit:
alle dingen hem onderworpen, heeft Hij
niets uitgezonderd, dat hem
[de mens] niet onderworpen zou zijn.
Doch thans zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn.
Is het mogelijk dat God ook werkelijk bedoelt wat Hij zegt? ”Alle
dingen”? Niets uitgezonderd?
Met andere woorden: voor hen die bereid zijn te geloven wat God
zegt, zegt God dat Hij heeft beslist dat alles wat Hij heeft geschapen, het
gehele universum, met alle sterrenstelsels, de talloze zonnen en planeten –
alles – aan de mens zal worden onderworpen.
Dat is de belofte voor de toekomst van de mens. Laatste deel Hebr.
2:8: ”Doch thans zien wij nog niet, dat hem [de mens] alle dingen
[het oneindige heelal] onderworpen zijn.” Vergeet niet dat in vers 5
gesproken wordt over ”de toekomende wereld” – niet over de wereld van
vandaag. Wat zien wij echter vandaag?
Vers 9 maar wij zien Jezus, die
voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des
doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met
heerlijkheid en eer gekroond.
De mens is, in tegenstelling tot Christus,
nog niet ”met eer en heerlijkheid gekroond”.
Maar let erop dat Christus reeds wel met heerlijkheid en eer is
gekroond. Verder:
Vers 10 Want het voegde Hem, om
wie en door wie alle dingen
[het hele universum] bestaan, dat Hij,
om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis
door lijden heen zou volmaken. 11
Want Hij, die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit
één; daarom schaamt Hij [Christus]
Zich niet hen broeders te noemen,
Met andere woorden, christenen die Gods Geest hebben, zijn
mede-erfgenamen met Christus en zullen wat Christus nu reeds heeft geërfd,
ook beërven. Hij is nu in heerlijkheid! Hij heeft het gehele
universum reeds geërfd. Hij houdt het door zijn kracht in stand. De mens is,
als hij zich heeft bekeerd en Gods heilige Geest bezit (Rom. 8:9), nu nog
slechts een erfgenaam, nog geen bezitter.
Romeinen 8:9 Gij daarentegen
zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u
woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort
Hem niet toe.
Maar Christus is reeds met heerlijkheid en eer gekroond, heeft reeds
geërfd, heeft bezit genomen van het erfgoed. Nu Hebreeën, hoofdstuk 1:
Hebreeën 1:1 Nadat God eertijds
vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten,
heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, 2
die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen
[het hele universum], door wie
Hij ook de wereld geschapen heeft. 3
Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen,
die alle dingen [het hele universum]
draagt [onderhoudt] door het woord
zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te
hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge.
De levende Christus onderhoudt reeds het gehele universum door zijn
onbeperkte goddelijke kracht. Deze passage vervolgt met aan te tonen dat Hij
boven de engelen staat; Hij is de verwekte, eniggeboren Zoon van God; de
engelen zijn slechts individueel geschapen wezens. De (voor ons onzichtbare)
engelen zijn dienende geesten – zij dienen de mensen, die nu een lagere
status hebben dan de engelen, maar erfgenamen zijn van het behoud,
dat wij zullen beërven wanneer wij, evenals Christus, uit God geboren
zonen zijn geworden.
Vers 4 zoveel machtiger geworden
dan de engelen, als Hij uitnemender naam boven hen als erfdeel ontvangen
heeft. 5 Immers, tot wie der
engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt?
En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn. 6
En wanneer Hij wederom de eerstgeborene in de wereld brengt, spreekt
Hij: En Hem moeten alle engelen Gods huldigen. 7
En van de engelen zegt Hij: Die zijn engelen maakt tot winden en zijn
dienaars tot een vuurvlam; 8
maar van de Zoon: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scepter der
rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap. 9
Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat;
daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten.
10 En: Gij, Here, hebt in den
beginne de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn het werk uwer handen; 11
die zullen vergaan, maar Gij blijft; en zij zullen alle als een kleed
verslijten, 12 en als een mantel
zult Gij ze oprollen, als een kleed zullen zij ook verwisseld worden; maar
Gij zijt dezelfde en uw jaren zullen niet ophouden. 13
En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn
rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw
voeten? 14 Zijn zij niet allen
dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil
zullen beërven?
1 Corinthiërs 6:3 Weet gij niet,
dat wij over engelen oordelen zullen?
Het heelal met dode hemellichamen
Breng dit nu in verband met wat in het achtste hoofdstuk van
Romeinen wordt geopenbaard.
Daar wordt gesproken over Christus als Gods Zoon:
Romeinen 8:29 Want die Hij
tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan
het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele
broederen.
Mensen die Gods heilige Geest bezitten, zijn erfgenamen van
God en mede-erfgenamen met Christus, die, als enige van alle mensen, reeds
als Gods Zoon is geboren door een opstanding uit de doden.
Romeinen 1:4 naar de geest der
heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in
kracht, Jezus Christus, onze Here.
Hij is de eerste van de
menselijke familie die in het Gezin van God – het Koninkrijk van God – is
geboren.
Hij is de pionier die ons is voorgegaan. Wij (de eerstelingen, Jak.
1:18) zullen volgen bij de opstanding der rechtvaardigen ten tijde van
Christus' wederkomst op aarde in grote macht en heerlijkheid.
In dit achtste hoofdstuk van Romeinen wordt gezegd (vers 9) dat, als
wij Gods heilige Geest in ons hebben, wij zijn verwekte zonen zijn. Als wij
daarentegen zijn Geest niet hebben, behoren wij Hem niet toe – wij zijn dan
geen christen. In vers 11 wordt evenwel gezegd dat, als wij Gods Geest
hebben en deze in ons toeneemt en ons leidt, wij uit de doden zullen worden
opgewekt door zijn Geest (of, als wij nog in leven zijn ten tijde van
Christus' wederkomst, wij op slag van sterfelijke in onsterfelijke wezens
zullen worden veranderd).
Vervolgens:
Romeinen 8:14 Want allen, die
door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods. Vers 16
Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. 17
Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van
God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij
[in dit leven] delen in zijn
lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking. 18
Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd
niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. 19
Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar
worden der zonen Gods. 20 Want
de schepping [alle zonnen, planeten, sterren en manen]
is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om de wil van
Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, 21
in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan
de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid
der kinderen Gods. 22 Want wij
weten, dat tot nu toe de ganse schepping [de sterren, zonnen en manen,
die nu in een toestand van verval en nutteloosheid verkeren]
in al haar delen zucht en in barensnood is. 23
En niet alleen zij [de schepping],
maar ook wij zelf, wij, die de Geest als eerste gave ontvangen hebben
[wij, de door Gods Geest verwekte mensen, de zeer
weinigen die nu tot behoud worden
geroepen: de ”eerstelingen”], zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap [onze
geboorte als zonen] . . .
Wat een wonderbaarlijke kennis wordt hier geopenbaard!
Verbazingwekkender, ontzagwekkender, meer openbarende passages
kunnen niet worden geschreven!
Dit is een zo wonderbaarlijke openbaring, dat men het, door het
vluchtig door te lezen, niet volledig kan bevatten.
We citeerden eerst een gedeelte uit Romeinen 8, vers 29, waar staat
dat Christus de eerstgeborene is van vele broederen.
In Hebreeën 1 zien wij dat Christus, de eerste mens die door een
opstanding uit de doden werd geboren, verheerlijkt is en nu het hele
universum onderhoudt. Hij is de pionier die ons is voorgegaan. Bij zijn
terugkeer naar de aarde in macht en glorie zullen zij die bekeerd zijn en
Gods heilige Geest hebben ontvangen, door een opstanding in het gezin van
God worden geboren. Daarna zal het hele universum aan hen worden
onderworpen!
Vervolgens citeerden we uit Romeinen
8: als wij geleid worden door de heilige Geest van God,
zullen wij worden opgewekt tot uit geest samengestelde, onsterfelijke wezens
in het Gezin van God, evenals Christus na zijn opstanding in het jaar 30.
Nogmaals vers 19: ”Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping
op het openbaar worden der zonen Gods.” Dit zal gebeuren ten tijde van de
opstanding, wanneer zij die fysiek zijn – door een opstanding of een
ogenblikkelijke verandering van sterfelijk vlees tot onsterfelijke
geest – Gods zonen zullen worden.
Tracht dit goed te begrijpen. Waarom zou het gehele universum
– de schepping – met reikhalzend verlangen wachten op de
daadwerkelijke geboorte, het openbaar worden van al deze zonen van God die
in Gods Gezin zullen worden geboren? De daaropvolgende verzen geven een
beeld van een heelal vol hemellichamen in een staat van verval en
nutteloosheid, al zijn ze nu weliswaar onderworpen aan deze dode staat in
hoop en verwachting! ”Omdat ook de schepping zelf [het universum is nu niet
in staat leven in stand te houden] van de dienstbaarheid aan de
vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der
kinderen Gods.”
De fysieke mens, de aarde en het universum is tijdelijk, in een
”dienstbaarheid aan de vergankelijkheid”.
Wij lezen verder in Romeinen 8:22: ”Want wij weten, dat tot nu toe
de ganse schepping [het universum] in al haar delen zucht en in barensnood
is.” Hier wordt de schepping vergeleken met een vrouw die op het punt staat
een kind te baren. De schepping wordt beschreven als zuchtend in barensnood
in afwachting van de geboorte van de kinderen van God. Het is alsof de
schepping de moeder, en God de vader is. Bij de komst van Christus zal Gods
Koninkrijk opgericht worden en regeren op een vernieuwde aarde onder een
vernieuwde hemel. Het lijkt alsof het firmament wordt opgerold en een nieuwe
hemel wordt uitgerold. Dat hebben we gelezen in Hebreeën 1.
Hebreeën 1:12 en als een mantel
zult Gij ze oprollen, als een kleed zullen zij ook verwisseld worden.
Zie ook de volgende verzen.
Jesaja 34:4 Al het heer des
hemels vergaat en als een boekrol worden de hemelen samengerold; al hun heer
valt af, zoals het loof van de wijnstok en zoals het blad van de vijgeboom
afvalt.
Mattheüs 24:29 Terstond na de
verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar
glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der
hemelen zullen wankelen.
Openbaring 6:12 En ik zag, toen
Hij het zesde zegel opende, en daar geschiedde een grote aardbeving en de
zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed. 13
En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom
zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud
wordt. 14 En de hemel week terug
als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn
plaats gerukt.
Er zal een nieuw universum gereed worden gemaakt voor de kinderen in
Gods Gezin.
Wat deze wonderbaarlijke passages impliceren gaat veel verder dan de
geopenbaarde woorden als zodanig.
De geciteerde teksten duiden precies op datgene waarop ook de
astronomen wijzen en waarvoor wetenschappelijk bewijs bestaat: de zonnen
zijn als vuurballen die licht en warmte afgeven, maar de planeten, met
uitzondering van de aarde, verkeren in een toestand van levenloosheid,
verval en nutteloosheid. Maar niet voor eeuwig: zij wachten tot de
tijd waarop bekeerde mensen zullen worden geboren als kinderen van
God, geboren in het heilige gezin van God dat het Koninkrijk van God zal
vormen.
Het Evangelie van Jezus gaat over het Koninkrijk van God. Christus'
Evangelie van het Koninkrijk bevat in feite alle kennis die hier wordt
geopenbaard: het gehele universum zal worden beheerd door ons, die, met God
de Vader en met Christus, het Koninkrijk van God zullen vormen.
God is in de eerste plaats Schepper, maar Hij is tevens Heerser. En
Hij is de Leraar die kennis openbaart die het menselijk verstand onmogelijk
uit zichzelf kan begrijpen!
Indien u alle teksten die we hebben geciteerd in samenhang met
elkaar beschouwt, zult u een idee krijgen van het ongelooflijke potentieel
van de mens. Ons potentieel is te worden geboren in het Gezin van God en
totale macht te ontvangen! Wij zullen gezag over het gehele universum
krijgen!
Wat zullen wij dan doen? Deze teksten wijzen erop dat wij leven
zullen schenken aan miljarden dode planeten, zoals leven is geschonken aan
de aarde. Wij zullen scheppen op aanwijzing en instructie van God. Wij
zullen tot in alle eeuwigheid regeren! Openbaring 21 en 22 laten zien dat er
dan geen pijn, geen lijden, geen kwaad meer zal zijn, want wij hebben
geleerd Gods weg van het goede te kiezen. Het zal een eeuwig leven van
scheppen zijn; wij zullen voortdurend in grote vreugde vooruitzien naar
nieuwe scheppingsprojecten, en ook terugzien op wat wij hebben volbracht, in
blijdschap en vreugde over wat wij tot stand zullen hebben gebracht.
Toen God de aarde schiep was zij ”woest en ledig”. Zoals een
pottenbakker een klomp klei neemt om iets te scheppen, maakte God een ruwe
klomp aarde en schiep daarvan in zes dagen een meesterwerkstuk: de aarde.
Maar de hemellichamen liet Hij voorlopig ”woest en ledig”. De zevende dag
rustte Hij. Deze dag beeldt het komende Millennium uit – 1000 jaar vrede
wanneer de mensheid zal rusten van haar dwaze en vernietigende werken van
6000 jaar. De aarde wordt dan – en dat gaat spoedig gebeuren – vernieuwd en
’omgetoverd’ tot een hof van Eden, het paradijs.
Psalmen 104:30 zendt Gij uw
Geest uit, zij worden geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat van de
aardbodem.
Dat is de tijd dat God zal heersen en goddelozen zullen verdwijnen:
Vers 35 De zondaren zullen van
de aarde vergaan, en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof de HERE, mijn
ziel. Halleluja.
Jesaja 51:3 Want de HERE troost
Sion, Hij troost al haar puinhopen; Hij maakt haar woestijn als Eden en haar
wildernis als de hof des HEREN; blijdschap en vreugde zullen er gevonden
worden, loflied en geklank van gezang.
Ezechiël 36:34 het verwoeste
land zal weer worden bewerkt, in plaats van een woestenij te zijn voor het
oog van iedere voorbijganger. 35
En men zal zeggen: Dit land dat verwoest was, is geworden als de hof van
Eden; de steden die, verwoest en vernield, in puin lagen, zijn weer
versterkt en bewoond.
In het grote Plan van God is de aarde het centrum van het heelal.
Bij de komst van Christus wordt daarop het Koninkrijk van God gevestigd.
Deze zevende periode van 1000 jaar is tevens de overgangsfase naar een
volgend immens scheppingswerk. Na 7000 jaar, sinds de scheppingsweek, zal
het oneindige heelal worden ontwikkeld vanuit de hoofdzetel van het
Koninkrijk. De planeten die nu nog ”woest en ledig” wachten, zullen tot
leven gebracht worden en eveneens veranderen in paradijzen.
Nooit zullen wij moe of lusteloos worden. Wij zullen steeds
levenslustig zijn vol energie, vitaliteit, bruisend leven, kracht en macht!
Wat een potentieel!
|