Voor literatuurlijst klik hier.
Maakt
MAKE-UP
een vrouw mooier
of lelijker?
Door alle eeuwen heen is Gods Gemeente
beproefd. Sommige mensen hebben zich nooit volledig bekeerd, anderen die wel
bekeerd waren, omarmden later weer de wereldse opvattingen, terwijl ook
valse lieden zich een plaats wisten te verwerven binnen de georganiseerde
gemeenschap van Gods volk.
Bij tijd en wijle werden mensen gewaarschuwd,
gecorrigeerd of zelfs weggestuurd. In de jaren 70 van de vorige eeuw raakten
mensen in de Gemeente van het juiste pad. De levende Christus werkte enige
jaren om zijn Gemeente terug op het spoor te zetten! Helaas bleek vijftien
jaar later dat sommige mensen de les niet wilden leren en weken wederom af
van de juiste weg en namen toen velen mee om uiteindelijk de meerderheid te
gaan vormen en de macht over te nemen. Maar hoe raakten de mensen van de
levende God van het spoor? Hoe raakte de hele wereld aanvankelijk van het
spoor?
Was moeder Eva, de allereerste vrouw – een
directe schepping van God – oneerlijk en kwaadaardig? Had zij boosaardige
motieven en bedoelingen? Nee, Eva werd
misleid! Ongetwijfeld dacht zij
dat ze juist handelde. De verboden vrucht was immers „goed om van te eten”, en hij was „een lust voor de ogen”, en, had
Satan haar gerustgesteld, zij zou er heus niet dood van gaan, want God wist
wel beter: zij was een „onsterfelijke ziel”. En bovendien, had Satan gezegd,
de vrucht zou haar verstandelijk op het niveau van God brengen – haar
intellectuele ijdelheid werd
erdoor geprikkeld. Zij zag er niets verkeerds in. Dus „zij nam van de vrucht
en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at” (Genesis 3:6).
De kern van deze misstap ligt in de
beslissing. God heeft de mens een vrije wil gegeven. Een kostbaar bezit.
Niet Satan beslist voor ons en ook God niet. De Schepper geeft wél de
informatie en de voorwaarden, maar ieder mens beslist zelf met zijn vrije
wil. Geloven we Satan of geloven we God?
Na Adam en Eva ging de mensheid voort met
Satan te geloven en zo werd de gehele
mensheid uit het spoor geleid. En Satan houdt zich daar nog steeds mee
bezig: De „duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt” (Openbaring
12:9). De apostel Paulus vreesde „dat misschien, zoals de slang met haar
sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige toewijding aan
Christus afgetrokken zullen worden” (2 Corinthiërs 11:3).
Denken we dat diezelfde geslepen Satan nu
geen mensen in Gods Gemeente kan misleiden? Van alle mensen op aarde zijn
zij juist degenen die hij het
meest wenst te misleiden: De rest van de wereld heeft hij al misleid. En
vergeet niet dat een misleid mens niet weet dat hij misleid is – anders zou
hij niet misleid zijn! Vaststaat
ook dat, als wij Gods normen en principes – die tot uiting komen in zijn
geboden – goed kennen en beheersen, we
niet door de duistere machten misleid kunnen worden. Daarvoor moeten
we afstand doen – en van harte – van vele wereldse normen en principes.
Toch heeft Satan al vele jaren onze vrouwen
weten te bereiken!
Zij hadden beslist geen kwade motieven,
evenmin als Eva. Zij hebben zich toch bekeerd en hebben toch Christus
aangenomen en ze zijn toch in de Gemeente gekomen? Kwade motieven of
bedoelingen speelden hierbij geen rol. Ook zij „zagen er geen kwaad in”. Zij
zouden er voor de wereld „goed uitzien”. Make-up op het gezicht zou „een lust voor de ogen”
zijn. En het stond intellectueel om vrijzinnige intellectuelen onder de
oudsten in de jaren 70 en 90 na te volgen; die redeneerden dat allerlei
kleine details zo geïnterpreteerd konden worden dat er „niets kwaads” in te
zien was. En tenslotte, als wij er geen kwaad in zien, is het dan verkeerd
om te doen wat de wereld doet?
Het ging allemaal zo
geraffineerd in z'n werk! Dat is
de manier waarop Satan werkt. Laten wij nu goed begrijpen wat er
werkelijk gebeurde!
In hoeverre komt God tot een vergelijk met de
zonde? God had de
macht om de
zonde door de vingers te zien en
direct de zonde te vergeven zonder zijn enige verwekte Zoon te moeten
opofferen. Maar God gaf nochtans geen miljoenste millimeter aan de zonde
toe. Hij gaf „zijn eniggeboren Zoon . . . opdat een ieder, die in Hem
gelooft niet verloren ga” (Johannes 3:16).
Gods Gemeente, de aanstaande Bruid van
Christus, zal niet opstijgen om de terugkerende Christus in de lucht te
ontmoeten met beschilderde gezichten, geschoren en opnieuw getekende
wenkbrauwen, mascara, valse wimpers, oogschaduw en verf rond de ogen en op
de nagels van handen en voeten.
Hoe handig heeft Satan, zonder onze
achterdocht op te wekken, leidinggevenden weten te beïnvloeden om in vele
opzichten de Gemeente te laten ontsporen.
We moeten onszelf afvragen: ontwikkelen onze
wortels van trouw, geloof, principes en normen zich volledig in de grond van
Gods akkers of deels in de akkers van de wereld? Worden de wortels van
make-up gevoed door het voedsel van God of door het voedsel van de wereld
(Satan)? Het door God bepaalde reine en onreine fysieke voedsel kan hier
dienen als een symboliek. God heeft ons als Schepper bekend gemaakt welke
dieren rein en welke onrein zijn. Eveneens heeft de Schepper bekend gemaakt
wat geestelijk rein of onrein voedsel is.
Soms lijkt iets onschuldig.
Spreuken 14:12
Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar
de dood.
Make-up is voor velen een minder belangrijke
kwestie in het kader van het onderwijs van God.
Kunnen wij vooroordeel, ijdelheid
en eigenzinnigheid uit ons verstand bannen en
onze ogen voor Gods waarheid openen? Wij, die deel uitmaken van de
Gemeente van God, zullen niet, als de wereld, oog in oog met God komen te
staan in ’het Oordeel’ na het
Millennium. Wij staan nú tegenover
God! Het oordeel is begonnen bij het Huis van God! Wij worden
nu geoordeeld.
1 Petrus 4:17
Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods.
Sommigen in de Gemeente verslappen. Sommigen
worden overrompeld door listige misleiding. Ook leidinggevenden hebben in de
loop der jaren toegestaan dat deze vrijzinnigheid op steelse wijze Gods
kudde binnensloop. Het toepassen van make-up maakt deel uit van een
zienswijze die ook zijn uitwerking heeft op veel meer opvattingen. Wereldse
opvattingen van leiders en volgelingen binnen de Gemeente hebben in alle
tijden mensen teruggebracht in de wereld.
2 Petrus 2:1
Toch zijn er ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook
onder u valse leraars zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen
binnensluipen, zelfs de Heerser, die hen gekocht heeft, verloochenende en
een schielijk verderf over zichzelf brengend. 2
En velen zullen hun losbandigheden navolgen, zodat door hun schuld de
weg der waarheid gelasterd zal worden; 3
en zij zullen uit hebzucht met verzonnen redeneringen u als koopwaar
behandelen; maar het oordeel houdt zich reeds lang met hen bezig en hun
verderf sluimert niet. Vers 10
vooral hen, die, begerig naar onreinheid, het vlees volgen en hemelse
heerschappij verachten. Zulke vermetelen, vol van zelfbehagen, schromen niet
de heerlijkheden te lasteren . . . Vers 15
Doordat zij de rechte weg verlaten hebben, zijn zij verdwaald . . .
Vers 18 Want met holle,
hoogdravende klanken verlokken zij door vleselijke begeerten en door
ongebondenheid hen, die zich ternauwernood aan degenen, die in dwaling
verkeren, onttrekken. 19
Vrijheid spiegelen zij hun voor, hoewel zij zelf slaven des verderfs zijn;
immers, door wie men overmeesterd is, diens slaaf is men
[iemand die door Satan is overmeesterd is een slaaf van de duivel].
20 Want indien zij, aan de
bezoedelingen der wereld ontvloden door de erkentenis van de Here en Heiland
Jezus Christus [ze hadden zich bekeerd],
toch weer erin verstrikt raken en erdoor overmeesterd worden, dan is hun
laatste toestand erger dan de eerste. 21
Het zou immers beter voor hen geweest zijn, geen kennis verkregen te
hebben van de weg der gerechtigheid, dan met die kennis zich af te keren van
het heilige gebod dat hun overgeleverd is. 22
Hun is overkomen, wat een waar spreekwoord zegt: Een hond, die
teruggekeerd is naar zijn uitbraaksel, of: een gewassen zeug naar de
modderpoel.
God heeft andere mensen gebruikt om de
getrouwen binnen de gemeenschap, het „klein kuddeke” (Lukas 12:32) los te
maken van de overspeligen en op zijn weg verder te leiden.
Make-up mag dan ogenschijnlijk wel geen
hoofdpunt zijn, het werd desalniettemin door Satan gebruikt om de Gemeente
al in de jaren 50, 60 en 70 te laten ontsporen! Het is slechts een van de
vele punten die velen van het spoor hebben gebracht. In de jaren 90 gingen
werelds christelijke opvattingen domineren en deze verloedering ging weer
gepaard met steeds meer make-up gezichten.
Al in de jaren 50 werd het gebruik van
make-up aan de orde gesteld. Niet door oudsten, maar door enkele vrouwen die
veranderingen aan het gezicht verkeerd vonden.
We moeten leren dat Gods Wet een
principe is dat moet worden
toegepast. Het gaat hier vóór alles om een
geesteshouding. In de Bijbel
staat geen gebod: Gij zult geen make-up gebruiken. Maar onderwerpen als
make-up, drugs, roken, immoreel gekleed gaan, moeten we wel in de context
van het principe van Gods Wet toe
kunnen passen.
Wij mogen niet de vergissing maken om Gods
geestelijke Wet toe te passen zoals de wereld de wetten van de mens toepast.
De gemiddelde politieagent van tegenwoordig moet talloze wetten kennen, meer
dan hij kan onthouden, voor eenvoudige zaken. Steeds weer zegt de politiek:
„Daar moet een wet voor komen”. Het beeldt het belachelijke van het
rechtssysteem van de mens uit.
In feite wordt Gods geestelijke Wet
uitgedrukt door niet meer dan één eenvoudig, zes letters tellend woordje:
liefde. Deze wet passen wij toe
op de gegeven omstandigheden.
Jezus, bijvoorbeeld, verheerlijkte de Wet en
maakte die groot. Op de berg Sinaï maakte Hij, als JHWH, de grondwet bekend,
bestaande uit tien punten – de eerste vier bepalen het
principe van liefde jegens God,
de laatste zes van liefde jegens de naaste. Deze tien punten vormen een
principe voor iedere kwestie die zich zou kunnen voordoen.
Maar wanneer en hoe begon dat wat
zonde heet? Dat begon allemaal
met de machtige aartsengel, de cherub Lucifer. Hij was „volmaakt” in al zijn
wegen vanaf de dag dat God hem geschapen had. Daarna werd er ongerechtigheid
(wetteloosheid) in hem gevonden. Zijn hart werd hoogmoedig door
ijdelheid wegens zijn schoonheid.
Ezechiël 28:14
Gij waart een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels; Ik had u
een plaats gegeven: gij waart op de heilige berg der goden
[elohim],
wandelend te midden van vlammende stenen. 15
Onberispelijk waart gij in uw wandel, vanaf de dag dat gij geschapen
werdt totdat er onrecht in u werd gevonden: 16
door uw uitgebreide handel zijt gij vervuld geraakt met geweldenarij
en kwaamt gij tot zonde. Van de berg der goden [elohim] verbande Ik u en deed u weg, gij beschuttende cherub, van tussen de
vlammende stenen. 17
Trots was uw hart op uw schoonheid.
Met uw luister hebt gij ook uw wijsheid teniet doen gaan.
De wijsheid van zijn verstand werd opgeblazen
door ijdelheid. IJdelheid is de wortel van het kwaad. Dit verbrak de
liefde in de vorm van
gehoorzaamheid en onderwerping aan God. Een geest van wedijver begon zijn
gedachten in beslag te nemen.
Jesaja 14:13
En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen
[naar Gods troon], boven de sterren
[engelen] Gods
mijn troon oprichten.
Zelfverheffing, ijdelheid, jaloezie, afgunst,
opstand tegen gezag, wedijver, begeerte om te
nemen kreeg zijn geperverteerde
verstand in de greep.
Zonde is, geestelijk gezien, zelfgerichtheid,
zelfverheffing, begeerte om mooi te zijn, ijdelheid, hebzucht, begeerte om
te nemen, het eigen ik te
verhogen, jaloezie en afgunst, wedijver, vaak uitmondend in geweld en
oorlog, wrok en opstand tegen gezag.
Dit zijn
principes van de geestelijke
zonde. Dat kan zich ook uiten op
het fysieke vlak. Een heel klein aantal vrouwen protesteerde al in de jaren
50 een beetje tegen het gebruik van make-up, maar niemand verliet de
Gemeente. De meeste vrouwen waren er
gelukkig mee om hun gezicht zo te laten als de Meesterontwerper dat
gemaakt had.
Vele jaren later werd deze make-up kwestie
een begin van ontsporing, want in het kielzog hiervan volgde nog meer
verwatering van Gods waarheid over nog veel meer essentiële leerstellingen.
Zoals Satan in de hof van Eden manipuleerde
om de hele mensheid te laten ontsporen, zo gebruikte hij in deze jaren de
vrouwen om de Gemeente te laten ontsporen. En velen in de hele Gemeente
werden misleid.
Het is belangrijk te beseffen dat wij gereed
zijn voor de terugkeer van Christus naar de aarde als
Koning der koningen, en Heer der
heren. De Gemeente zal, als zijn
bruid die geestelijk met Hem zal
trouwen, opstijgen om Hem in de lucht te ontmoeten als Hij nederdaalt.
Vrouwen in de Gemeente moeten niet denken dat Jezus Christus zal zeggen:
„Zend een proclamatie uit aan alle vrouwen in de Gemeente om zich voor te
bereiden op mijn komst. Zeg hen naar hun toilettafel te gaan, hun gezichten
te poederen met een tint, wenkbrauwen te epileren, nieuwe te tekenen, rond
de ogen en wimpers te verven of valse aan te brengen, oogschaduw aan te
brengen en Mij in de lucht te ontmoeten.”
Nee, Hij zal eerder zeggen: „Was het vuil van
uw gezicht: Reinig uw gezicht!”
Vergelijk dit met roken. Er is geen
specifieke bijbeltekst „Gij zult niet roken”. Iedereen die zich bekeert
behoort te weten dat Gods Wet
moet worden toegepast op de gegeven omstandigheden volgens het fundamentele
principe ervan. Je stelt jezelf
de vraag: „Waarom rook ik?” Om
God te behagen? Nee! Omdat andere
mensen in Satans wereld het doen? Ja. Drukt het liefde tot God uit? Nee:
Liefde tot de naaste? Nee! Voor velen is het hinderlijk. Voor je eigen
gezondheid en dat van anderen is het in grote mate schadelijk. Het is een
wereldse gewoonte.
1 Corinthiërs 6:19
Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest,
die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf
zijt?
Als we opzettelijk onze gezondheid schade
toebrengen, door bijvoorbeeld te roken, zondigen we.
Laten we nu Gods Wet eens toepassen op
make-up. Waarom gebruiken vrouwen make-up? Om
God te behagen en te
verheerlijken? Nee. God is zowel de Meester
Ontwerper als de Schepper. De
wereld schijnt van mening te zijn dat God het vrouwelijk gezicht niet goed
ontworpen heeft, en men tracht God te verbeteren door het op te maken. Is
make-up behaaglijk voor God?
Zijn Geest zegt ons dat het Hem
mishaagt! Om God te
verhogen? Nee, veeleer om je
zelf te verhogen, wat God
verlaagt. Het is louter en alleen
ijdelheid. Het wordt gebruikt om het
eigen ik te verheerlijken, niet
om God te verheerlijken: Het
maakt je in ieder geval niet nederig.
Veel vrouwen zeggen dat het een sieraad is en
dat zij zich zonder make-up niet helemaal gekleed voelen.
God zegt: „Uw sieraad zij niet
uitwendig . . . maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke
tooi van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van
God” (1 Petrus 3:3-4). Laten wij met
nederigheid God verhogen.
Gebruiken vrouwen make-up omdat andere
vrouwen in de wereld het gebruiken? Een nadrukkelijk
ja, evenals velen beginnen met
roken omdat anderen het doen. Het is om
als de wereld te zijn. Maar met betrekking tot de wereld – haar
religie, in het bijzonder de christelijke religie – zegt God: „Gaat uit van
haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet
ontvangt van haar plagen”, die nu spoedig komen (Openbaring 18:4). Veel
vrouwen zeggen: „Maar aangezien het door de mensen in de wereld wordt
beschouwd als een essentieel deel van goede verzorging, helpt het me om me
beter gekleed te voelen.”
Hun make-up moet er zo verzorgd uitzien dat
zij een voorbeeld voor de wereld zijn, denken sommige vrouwen. Jezus zei:
„Gij zijt het licht der wereld . . . Laat zo uw licht schijnen voor de
mensen, opdat zij uw goede werken zien” (Mattheüs 5:14, 16), niet de make-up op uw
gezicht!
Sommige vrouwen die zeggen dat het als
sieraad dient, wijzen er op hoe God Israël met sieraden tooide.
Laten we eens even naar die tekst kijken.
Het staat in het 16e hoofdstuk van
Ezechiël. Dat begint aldus: „Mensenkind, doe Jeruzalem haar gruwelen
kennen.” De gruwelen van Juda
vormen het onderwerp. Vervolgens spreekt God symbolisch over Israël en Juda
als een pasgeboren kind van het vrouwelijk geslacht. Verontreinigd door de
wereld groeide zij op, en toen „de tijd der liefde” was gekomen tooide Hij
haar met sieraden. Hoe? God gebruikt kleurig borduurwerk, fijn linnen en
kostbare sieraden als symbool voor gerechtigheid. Hiermee bedekt Hij haar
als symbool van zijn wet – het
fijnste op het gebied van karakter. Het borduurwerk, het fijne linnen en de
juwelen worden niet genoemd om wereldse versiering goed te keuren, maar
wijzen op karakter van de fijnste
kwaliteit, volgens de maatstaf van Gods geestelijke Wet. God noemde alleen
het fijnste in materiële versiering om het fijnste in geestelijke versiering
te typeren.
In sommige vertalingen staat onder de
versieringen een neusring. Dat is onjuist. In andere vertalingen staat
oorsiersel of voorhoofdsiersel.
Maar gezichtsbeschildering wordt niet
genoemd.
De
schoonheid die God in overvloedige mate aan Israël schonk was
geestelijke schoonheid – die van
zijn levenswijze – van de weg van
zijn Wet. Deze geestelijke schoonheid werd over de hele wereld bekend (vers
14). En toen? „Maar gij hebt op uw
(eigen) schoonheid vertrouwd en ontucht gepleegd” (vers 15 en verder).
Waarom gebruiken vrouwen make-up? Zullen zij er eerlijk over zijn? – of zullen
zij zichzelf misleiden en als de wereld redeneren?
Er zijn
twee redenen, en variaties op die
twee redenen, en God, die het menselijk hart beter kent dan wij ons eigen
hart, weet dit. Deze zijn:
ijdelheid, en de begeerte om te
zijn als de wereld waaruit God ons roept, of om zo in de ogen van de wereld
te lijken.
Sommige vrouwen geven eerlijk toe dat zij
liever een goedogend gezicht hebben dan een begrijpende en verstandige
geest. Ze hebben liever make-up dan Gods gerechtigheid. Dat is hun keuze.
Als zij oud geworden zijn kan alle make-up van de wereld hen niet mooi
maken. Zij hebben geen hoop voor
de toekomst.
Een van de zwaarste testen die sommigen
moeten ondergaan om zich te bekeren is de gedachte: „Als ik Gods Waarheid
aanvaard, wat zullen dan al mijn relaties in de wereld denken?” Ze weten dat
ze moeten stoppen zich zorgen te maken over wat anderen denken en zich
moeten bezighouden met wat God denkt: Ze moeten bevrijd worden van vroegere
wegen, gedachten, geloofsovertuigingen en van mensen van de wereld. De vrouw
die er tegen op ziet make-up op te geven moet vroegere levenswijzen opgeven.
Laten we nu nog eens kijken naar deze
specifieke bijbelteksten die door sommigen worden gebruikt om ijdelheid en
een wereldse gezindheid te rechtvaardigen – hoewel deze mensen iedere
ijdelheid of wereldsgezindheid wel zullen ontkennen.
Jesaja 3:16.
Hoofdstuk 3 gaat over deze
laatste dagen van dit tijdperk.
Jesaja 2:2
En het zal geschieden in het laatste der dagen . . .
De Dag des Heren nadert.
Jesaja 2:12
Want er is een dag van de HERE der heerscharen tegen al wat
hoogmoedig is en trots en tegen al wat zich verheft, opdat het vernederd
worde.
Te beginnen met vers 12 van hoofdstuk 3 lezen
we vervolgens: „De tirannen van mijn volk zijn kinderen, en vrouwen
overheersen het” – iets wat vandaag beslist niet ontkend kan worden.
Vers 16: „Omdat de dochters van Sion (waarmee
onze Israël-volken of de Gemeente van vandaag worden bedoeld) verwaten
[verwaand, trots, opgeblazen] geworden zijn en rondlopen met gerekte hals en
lonkende ogen . . .” Met andere woorden zij verlokken en verleiden mannen –
daarvoor wordt o.a. gezichtsverf gebruikt. Dit algemene thema gaat verder in
hoofdstuk 4, waar we in vers 4 lezen: „Wanneer de Here het vuil der dochters
van Sion zal hebben afgewassen . . .” Dus zelfs al spreekt vers 16 van
hoofdstuk 3 niet specifiek over make-up, het spreekt wél over de dingen die
ermee verbonden zijn en ermee samengaan. Het toont heel duidelijk de houding
en geest die Satan in onze vrouwen van vandaag wil brengen. Dit is met name
het geval in de wereld van Israël
van tegenwoordig (de twaalf stammen domineren voor een groot deel de
westerse wereld), maar ook is het in te veel van onze dierbare vrouwen in
Gods Gemeente over de gehele wereld geïnfiltreerd.
God gebiedt: „Daarom
gaat weg uit hun midden, en
scheidt u af, spreekt de Here” (2
Corinthiërs 6:17), want „wij toch zijn de tempel van de levende God” (vers
16).
Ezechiël 23:40.
Ezechiël 23:40
Zelfs hebben zij mannen doen komen uit een ver land; nauwelijks was
hun een bode gezonden of zij kwamen, degenen, voor wie gij u gebaad, uw ogen
geverfd en u met sieraden getooid hadt; 41
gij waart gezeten op een pronkbed, en daarvoor stond de tafel
toebereid, waarop gij mijn wierook en mijn olie hadt gezet.
Dit staat in de context van het veelvuldige
overspel van Israël en Juda als de geestelijke bruid van God. Hun methoden
om minnaars te lokken worden hier beschreven.
Welnu, dat is beslist
geen goed voorbeeld voor de
vrouwen in Gods Gemeente! Deze passage laat heel precies zien dat er iets
verkeerd is in zowel houding,
bedoeling als de
middelen.
Jeremia 4:30.
Let op de context: Jeremia ziet een visioen
van verwoesting, die in onze tijd als gevolg van de wereldse
zonden van onze volken zal komen!
Het gaat hier over dingen die door God worden
veracht! Sprekend tot
de volken van Israël van nu (niet
alleen Juda in het Midden-Oosten), zegt God: „Nu, gij verwoeste, wat doet
gij, dat gij u kleedt in scharlaken . . .” Scharlaken is een heldere,
purperachtig rode kleur. Het is dezelfde kleur als die van de grote hoer van
Openbaring 17:4, die gehuld is in purper scharlaken. Purper is de kleur van
koninklijk gezag. Scharlaken is de kleur van prostitutie.
Nu verder in Jeremia 4:30: „Dat gij u siert
met gouden sieraad, uw ogen bijwerkt met zwart? Tevergeefs maakt gij u mooi,
de minnaars versmaden u, zij staan u naar het leven.”
Deze passage toont de huidige afstammelingen
van Israël, vlak voor de komst van Christus, in de geprofeteerde aanstaande
ballingschap van deze volken (o.a. de V.S, Canada, noordwest Europa),
gebruikmakend van de methoden van een hoer om bondgenoten aan te trekken.
Deze naties doen dat. Ze ’kopen’ de steun of vrede van landen voor politieke
en economische belangen. Deze ’vleierij’ is precies wat deze profetie zegt:
zij staan ons naar het leven!
Om onszelf aantrekkelijk te maken voor onze
eigen doeleinden worden de methoden van een prostituee gebruikt en dit wordt
hier geïllustreerd. Het toont niet
Gods goedkeuring, maar juist het tegenovergestelde. Desondanks zeggen de
mensen die niets verkeerds zien in het gebruik van make-up van dit vers: „Is
scharlaken verkeerd?” Dit schriftgedeelte illustreert
het verkeerde gebruik. Als u
thuis een wandkleed hebt dat groen, blauw, scharlaken of rood is,
is dat geen verkeerd gebruik! Als we een bus verf gebruiken voor het
schilderen van de deurkozijnen is dat een nuttige toepassing. Maar Jeremia
4:30 toont een verkeerd gebruik. Verf is niet verkeerd, maar wel het
aanbrengen op het gelaat of nagels voor een cosmetisch effect.
2 Koningen 9:30.
Koningin Izebel wordt in de Bijbel afgebeeld
als wellicht de slechtste van alle vrouwen, in het bijzonder wegens haar
wereldse gezindheid en haar boosaardige houding. Deze passage zegt dat „Toen
Izebel dit vernomen had, beschilderde zij haar ogen met zwart en versierde
haar hoofd, en zij keek uit het venster.” Zij wordt in Gods Woord
geportretteerd als een vrouw met kwade bedoelingen. Zij „beschilderde haar
ogen”.
Make-up wordt in de Bijbel geassocieerd met
dames van lichte zeden, die als type worden voorgesteld van verleidingen in
het algemeen – de valkuil sinds de hof van Eden.
Spreuken 6:23
Want het gebod is een lamp en de onderwijzing een licht, de
vermaningen der tucht zijn een weg ten leven, 24
om u te bewaren voor de slechte vrouw, voor de gladde tong der
onbekende. 25 Begeer haar
schoonheid niet in uw hart, laat zij u niet vangen met haar wimpers. 26
Want ter wille van een hoer vervalt men tot een schamel stuk brood,
en eens anders vrouw maakt jacht op een kostbaar leven.
Voor de Tweede Wereldoorlog kwam make-up
nauwelijks voor onder de ’gewone bevolking’. Hoe is het daarna in de
maatschappij terechtgekomen als algemeen gebruik? Vooral
door prostituees!
Men voert wel aan dat het in de wereld van de
Oudheid ook werd gebruikt. Maar dat was niet
Gods wereld. Onze vrouwen
doen prostituees na!
In het begin van de 20e eeuw
rookte geen enkele fatsoenlijke vrouw. Maar prostituees wel. Vervolgens
gebruikten sigarettenfabrikanten geraffineerde reclame om vrouwen ertoe te
verleiden het voorbeeld van de prostituees te volgen – ten behoeve van de
winsten van de fabrikanten.
Laten we tenslotte nog eens naar de
zonde kijken.
Het begon allemaal met Satan, toen hij nog de
aartsengel Lucifer was.
Kijk nog eens
hoe de zonde begon: met
Lucifer. God had hem volmaakt
geschapen, en hij was dat in al zijn wegen,
totdat hij zondigde. Hoe? Zijn hart werd trots
door ijdelheid vanwege zijn
schoonheid (Ezechiël 28:15-17). Het
mooi-zijn of de begeerte daarnaar
leidde tot ijdelheid;
zelfverheerlijking: Zijn geest
richtte zich op zijn schoonheid,
uit ijdelheid. Natuurlijk zou hij
hebben ontkend dat hij ijdel was, precies zoals sterfelijke mensen vandaag
dat ontkennen. Maar is het een prestatie van een vrouw als zij met een
knapper uiterlijk is geboren dan de buurvrouw? Is het een prestatie om trots
op te zijn als een vrouw haar lippen roder heeft geverfd en haar ogen
zwarter heeft gemaakt dan haar collega?
Satan bracht de zonde in de mensheid door een
vrouw, moeder Eva. Zij was misleid, bedrogen. Het was niet haar
wil om opzettelijk kwaad te doen
– om haar man tot de eerste zonde te verleiden: Zij was misleid, net zoals onze vrouwen vandaag.
Het toont precies de manier waarop Satan tot onze vrouwen van vandaag weet
door te dringen.
De vrouwen van nu gebruiken geen make-up om
God te behagen – nee, het behaagt
Hem niet!
De begeerte om mooi te zijn. Volgens wiens
normen? Mensen in de jungle beschilderen zich. De mensen in de bewoonde
wereld vinden dat primitief. Wat vinden de oerwoudbewoners van de
beschilderde mensen van de ’beschaafde’ wereld? Wiens normen zijn beter? Is
het aanbrengen van make-up werkelijk mooier dan Gods schepping? Gods
schepping corrigeren is een ernstige zaak. Het snijdt ons af van God. God
willen verbeteren is een zware zonde. Daarvan staan in de Bijbel meer
voorbeelden.
God wil dat mannen kort haar hebben en
vrouwen lang. De uitleg staat in 1 Corinthiërs 11:1-16.
1 Corinthiërs 11:14
Leert de natuur [de
schepping!] zelf u niet, dat,
indien een man lang haar draagt, dit een schande voor hem is, 15
doch dat, indien een vrouw lang haar draagt, dit een eer voor haar
is? Immers, het haar is haar tot een sluier gegeven.
Over kleding.
Deuteronomium 22:5
Een vrouw zal geen mansklederen dragen en een man geen vrouwenkleed
aantrekken, want ieder die deze dingen doet, is de HERE, uw God, een gruwel.
1 Timotheüs 2:9
Evenzo, dat de vrouwen zich sieren met waardige klederdracht, zedig
en ingetogen, niet met haarvlechten en goud of paarlen en kostbare kleding,
10 maar (zo immers betaamt het
vrouwen, die voor haar godsvrucht uitkomen) door goede werken.
Paulus bedoelt niet te zeggen dat een goed
verzorgde haardracht, kostbare kleding en versieringen verboden zouden zijn.
Op andere plaatsen in de Bijbel wordt over het haar van een vrouw, kostbare
kleding en versierselen in positieve zin gesproken. Maar het zijn vooral de
vrouwen die in bijeenkomsten pronkerig het accent leggen op uiterlijk
vertoon met haardracht, kleding en make-up. En Paulus zegt dat hij dát niet
bedoelt met „dat de vrouwen zich sieren”.
Paulus zegt dat de „klederdracht zedig” moet
zijn. De bovenkant en onderkant van jurken en rokken behoren fatsoenlijk
bedekkend en van lengte te zijn.
Een vers dat we al gelezen hebben sluit
hierbij aan:
Jesaja 3:16
Voorts zeide de HERE: Omdat de dochters van Sion verwaten geworden
zijn en rondlopen met gerekte hals en lonkende ogen, omdat zij met
trippelende gang wandelen en haar voetringen laten rinkelen.
Ook nog eens de opmerking van Petrus over dit onderwerp:
1 Petrus 3:3
Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen
van goud of het dragen van gewaden, 4
maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke tooi van
een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God.
Een sierlijke haarstijl en versieringen en kleding van goede kwaliteit wordt
door God gestimuleerd, maar we moeten goed beseffen dat de vrouwen die
bijvoorbeeld vanwege hun financiële mogelijkheden met mindere kwaliteit
genoegen moeten nemen, niet minder zijn. Vrouwen moeten ook goed begrijpen
dat overdadig pronken hun geestelijke instelling vertroebelt. Het werkelijke
sieraad moet in het hart liggen.
Satan gebruikt de menselijke rede en make-up
en vrouwen om
vrijzinnigheid,
weg van God en
naar de zonde, aan het rollen te brengen in de Gemeente.
Verzorging is niet hetzelfde als make-up. Een
prothese, zoals een kunstarm, is geen ’schoonheids’middel. Soms kunnen
verzorgingsmiddelen dienen in geval van ziekte, ongelukken, verbranding.
Vanzelfsprekend behoren we onszelf niet te verwaarlozen. Hygiëne en
verzorging zijn belangrijk voor mensen – mannen en vrouwen. Zoals goed
wassen, tegen de zon beschermen, een droge huid voeden. Maakt make-up een
vrouw mooier of lelijker? Lelijker zegt God, omdat het een geestelijk
principe is, een houding. En van een verkeerde houding moeten we ons
bekeren, ons reinigen.
Nogmaals: Zonde is zelfgerichtheid,
zelfverheffing, begeerte om mooi te zijn, ijdelheid, hebzucht, begeerte om
te nemen, het eigen ik
verheerlijken, jaloezie en afgunst, wedijver, meestal uitlopend op geweld en
oorlog, wrok en opstand tegen gezag. Dit zijn de
principes van geestelijke
zonde.
De mens is een fysieke schepping van God. Het
fysieke is tijdelijk. Nadat we zijn getransformeerd in geest, blijven we
onveranderd. We worden niet ouder, er komen geen rimpels in de huid of
wallen onder de ogen, we worden niet ziek. God heeft die twee scheppingen zo
gewild: de fysieke schepping en daarna de geestelijke schepping.
God had de mens zo kunnen maken dat we er tot
onze dood onveranderd uit blijven zien als 25-jarigen. Maar dat was niet
zijn wil. Hij heeft de mens zo gemaakt dat we rimpels krijgen, wallen onder
de ogen kunnen krijgen, wat dikker worden, het haar dunner wordt en uitvalt.
Opzettelijk heeft hij de mens zo gemaakt als tegenhanger van de volmaakte
geestelijke schepping.
Sommige mensen die vaak moe zijn of slecht
slapen, kunnen uiterlijke verschijnselen krijgen, zoals wallen onder de
ogen. Sommige gezonde mensen krijgen die verschijnselen ook, terwijl aan een
zieke soms niets te zien is. Dit zijn allemaal zaken die een onderdeel zijn
van Gods schepping. Nogmaals, God had er voor kunnen zorgen dat die
uiterlijke tekens er niet zouden komen. Accepteer de wijsheid van God.
Make-up staat in de Bijbel in een negatieve context, vaak geassocieerd met
slechte vrouwen.
Wat God heeft gemaakt is „zeer goed” zegt Hij
zelf in Genesis 1:31. Wat vrouwen daaraan toevoegen en wijzigen is niet zijn
smaak en ook niet de smaak van de mensen die Gods schepping bewonderen en
Gods natuur in zich hebben laten ontwikkelen. Zij zien de aangebrachte
kleuren als stuitend en tegennatuurlijk, d.w.z. tegen de schoonheid van de
schepping.
Spreuken 12:1
Wie tucht [terechtwijzing] liefheeft, heeft
kennis lief; maar wie terechtwijzing haat, is dom.
Als we eeuwig jong willen blijven, laten we
dan geestelijke gebreken corrigeren, het goddelijk karakter in ons gaan
oppoetsen. Dan komen we in aanmerking voor de geestelijke schepping, die ons
eeuwig jong houdt. |