Voor literatuurlijst klik hier.
Vrede –
een centraal concept
Een van Gods grote
wensen is dat de aarde – en de menselijke familie die hier leeft –
uiteindelijk veranderd zal worden tot een situatie van vrede. Politieke
leiders spreken over vrede in de media en op conferenties, maar zelden leidt
het tot werkelijke vrede.
De naam Jeruzalem
betekent ’stichting of woning van de vrede’; ’vrede lerend’. Deze stad waar
zoveel en zolang strijd gevoerd is, zal eens de stad van eeuwige vrede zijn.
In 1993 waren veel
mensen in Oslo samen gekomen om te pogen een einde aan het conflict in het
Midden-Oosten te maken en om mensen samen te brengen die elkaar in de
laatste 50 jaar hebben bestreden. Ze hebben zo'n 4.000 uur
gediscussieerd voordat ze het eens waren over waar ze zouden kunnen zitten
om ten slotte te gaan spreken over principes en oplossingen. Dat zou vijf
jaar in beslag nemen!
De premier van
Israël zou uiteenzetten dat ze de vrede zoeken omdat het de enige manier is
waarbij alle betrokken partijen hun levensstandaard kunnen verbeteren, de
kosten van militaire uitrusting terugdringen, enzovoort. Er waren grote
verwachtingen in de Oslo-akkoorden en de daaropvolgende overleggen en er was
hoop dat er een zekere normalisering tussen Israël en de Arabische wereld
plaats kon vinden, maar tot op heden is er weinig resultaat geboekt. De
Bijbel leert dat de situatie in en rond Jeruzalem dramatisch wordt.
AI is vrede het
doel in vredesgesprekken aan beide kanten, u begrijpt dat dit geen
geestelijke bezigheid is. De reden waarom ze dit doen is in hun beider
voordeel – ze worden gemotiveerd door eigenbelang.
Soms kunnen
vredesbesprekingen (tijdelijk) tot een soort vrede komen maar het zal niet
het soort vrede zijn dat bereikt kan worden als Gods principes worden
gehanteerd.
Gezegend zijn de
vredestichters
Vrede en vrede
stichten is erg belangrijk voor God. Beide zijn nauw verbonden aan het
concept van verzoening en zijn kwaliteiten waarvan God wil dat wij ze in ons
leven ontwikkelen.
God zegt ons dat
zij die deze kwaliteiten ontwikkelen, zullen worden gezegend en zijn
kinderen zullen worden genoemd. „Zalig de vredestichters, want zij zullen
kinderen Gods genoemd worden” (Mattheüs 5:9).
We hebben al
gezien dat de mens naar vrede kan streven als dit in zijn voordeel is,
gemotiveerd door eigen belang. Maar wat bedoelt God als Hij ons zegt naar
vrede te streven? Welke eigenschappen kenmerkt een vredestichter? Waarom
zouden we dit willen nastreven?
Een vredestichter
zijn gaat niet in de eerste plaats over het beëindigen van oorlogen. Een
vredestichter zijn gaat over verzoening, vrede bewerkstelligen. Het gaat
over het beëindigen van vijandigheden tussen mensen, het herstel of scheppen
van een zuivere relatie. Vrede gaat echter verder dan het beëindigen van
vijandigheden. De bekende uitdrukking „Vrede is meer dan afwezigheid van
oorlog” is waar. Hoe je bent wordt bepaald door hoe je denkt. Vrede blijkt
uit onze handel en wandel. Vrede is in feite de werking van de vrucht van
Gods geest. „Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap,
vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid,
zelfbeheersing” (Galaten 5:22).
Als Gods geest
niet werkzaam is, wees dan niet
verbaasd dat er geen vrede is of dat er een valse versie van
vrede is. Bijvoorbeeld, aan het einde van een oorlog sluiten mensen
vredesovereenkomsten. Toch gaat het oorlogen voeren door.
Maar in de
toekomst zullen de oorlogen ophouden. Wat God heeft ontworpen berust op een
verandering van houding – van hart en geest – wat we lezen in Jesaja 2:4.
„En Hij zal richten tussen volk en volk en rechtspreken over machtige
natiën. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren
tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en
zij zullen de oorlog niet meer leren.”
Het belangrijkste
staat in de laatste regel – dat zij de oorlog niet meer zullen leren. Het is
niet simpelweg het neerleggen van de vernietigingswapens dat ware vrede
brengt – een geestestoestand brengt vrede. Het
vraagt een totale
ommezwaai van het menselijk gedrag. In feite ontstaat vrede uit een vereniging van Gods
geest en de onze. Om vrede te hebben in ons leven moeten we een geestelijke
gezindheid hebben, „want de gezindheid van de Geest is leven en vrede”
(Romeinen 8:6).
Een ander soort
vrede
Als wij het over
vrede hebben in de Gemeente, praten we niet over voordeel wederzijds. We
praten over het permanent oplossen van problemen – dat is het doel. God
leert ons niet de noodzaak van vrede en het stichten
van vrede in louter
academische zin. Zijn bedoeling is om vrede in ons leven te brengen door
praktische toepassing. We zijn nu op het punt gekomen dat we oefenen in het
vrede stichten in ons dagelijkse leven, in onze relaties en vooral in onze
houding. Vrede brengen zou een van onze dagelijkse gewoonten moeten zijn.
Toen God man en
vrouw schiep, maakte God het mogelijk om hen te helpen op aarde de vrede te
vervolmaken door hun eigen geestelijke verandering. Ze waren al in de hof
van God, in een vredelievende omgeving. Hij verwachtte van hen dat ze vanaf
dat moment hun eigen rechtvaardig geestelijk raamwerk gingen bouwen. We
weten wat er fout ging.
We zijn God
dankbaar dat Hij een plan had om de effecten te genezen van hun verkeerde
beslissing. Vierduizend jaar later zond Hij zijn Zoon om het proces op gang
te zetten dat de gezindheid van vrede in de mens zou herstellen. Het is niet
verwonderlijk dat de boodschap die de engelen zongen in de nacht van
Christus' geboorte gedeeltelijk over vrede ging. „Ere zij God in den hoge,
en vrede op aarde bij mensen des welbehagens” (Lukas 2:14). Later schreef
Paulus over Gods bedoeling om alles met Hemzelf te verzoenen door Jezus
Christus. „En door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises,
alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde,
hetzij wat in de hemelen is” (Colossenzen 1:20). Er is een relatie tussen
verzoening en vrede. En het offer van Christus. Merk op dat deze verzoening
allesomvattend is – het omvat alles in de hemel en op de aarde. Gods doel
dat boven alles uitstijgt, is om alles weer samen te brengen in
vrede.
De bediening der
verzoening
We vinden
ditzelfde onderwerp met wat aanvullende gedachten op een andere plaats. „En
dit alles is uit God, die door Christus ons met Zich verzoend heeft en ons
de bediening der verzoening gegeven heeft” (2 Corinthiërs
5:18).
In deze passage
lezen we dat van de oudsten mag worden aangenomen dat zij verzoening
onderwijzen en bewerkstelligen. Lees verder in vers 20 in welke bewoording
dat verzoeningsproces is beschreven. Paulus zegt: „Wij zijn dus gezanten van
Christus, alsof God door onze mond u vermaande; in
naam van Christus
vragen wij u: laat u met God verzoenen.” Er wordt niet gesproken over dwang
van de oudsten of methodes om iemand onder druk te zetten om de verzoening
af te dwingen. Paulus zegt de leden van de Gemeente te vermanen en
te vragen zich te verzoenen met God.
Zelfs God dwingt
ons niet. Uiteindelijk is er een straf, maar elke keer dat u zondigt,
verschijnt God niet voor u om u te dwingen het goede te doen of berouw te
hebben. Volwassen mensen zijn geen kinderen. Ze moeten nadenken over hun
gedrag. God is lankmoedig en geduldig. God heeft ons een vrije wil gegeven
(en dat hebben we altijd onderwezen) vanwege een groot doel. Sommigen zijn
vergeten wat het betekent om heilig rechtvaardig karakter te ontwikkelen.
Als u denkt dat God dwangmatig is, dan bent u iets vergeten over karakter.
Karakter impliceert ontdekken wat juist is en met Gods hulp je eigen wil te
trainen in het doen wat goed is. Wel beslissen wij om de juiste dingen te
doen. We kunnen niet het juiste karakter ontwikkelen als we niet de
mogelijkheid hebben ook een andere weg te gaan. God wil dat onze keus voor
zijn weg uit ons hart komt. Hij wil geen robots in zijn gezin.
Door zijn dood
bracht Jezus Christus de mogelijkheid van blijvende vrede voor hen die dit
op een andere manier nooit gevonden zouden hebben. „Ook u, die eertijds
vervreemd en vijandig gezind waart blijkens uw boze werken, heeft Hij thans
weder verzoend, in het lichaam zijns vlezes, door de dood, om u heilig en
onbesmet en onberispelijk voor Zich te stellen” (Colossenzen 1:21-22).
Vóór de doop is er
het proces van berouw en bekering. Direct na de doop zijn we onberispelijk,
d.w.z. zonder schuld. Het proces van bekering moeten we vervolgens intensief
voortzetten. We moeten dagelijks overwinnen – de verzoekingen afweren en
onberispelijk blijven. Daarvoor laat God beproevingen toe. Een vredestichter
worden is een deel van het proces van bekering.
Bent u een
vredestichter
Kan van u gezegd
worden dat u een vredestichter bent? Bent u uit op vrede? Neemt u een
correctie ter harte. Bent u in die situatie uit op vrede? Of op redetwisten
en conflicten? Mensen in de gemeente in Corinthe waren er niet van
doordrongen dat Paulus voor hen woorden van kritiek had, noodzakelijk voor
de persoonlijke groei van de leden. „Reeds lang meent gij, dat wij [Paulus
en Titus] ons bij u willen verdedigen. Maar wij spreken voor het aangezicht
van God in Christus, en dat alles, geliefden, tot uw opbouwing [dat is de
plicht van Paulus]. Want ik vrees, dat ik misschien bij mijn komst u niet zo
zal vinden, als ik wens, en zelf door u zo zal gevonden worden, als gij niet
wenst. Ik vrees, voor twist, naijver, opwellingen van toorn, van zelfzucht,
voor laster, oorblazerij, verwatenheid en ongeregeldheden” (2 Corinthiërs
12:19-20). Paulus vreest dat de vrede ver te zoeken is na zijn opbouwende
kritiek.
Romeinen 8 laat
zien dat we van nature twistziek zijn. Wanneer wij de geest van God in ons
laten werken, kan dit veranderen en kunnen we vredelievende mensen worden.
Ieder van ons moet zijn verantwoordelijkheid nemen om een vredestichter te
worden. Dit is een gezindheid die ons in staat stelt met mensen om te gaan
zowel binnen als buiten de Gemeente.
Exclusiviteit,
pluralisme en verzoening
Denk nu eens aan
nog een aspect van vrede, de vrede die nodig was tussen Joden en heidenen in
de oude wereld. In onze pluralistische westerse wereld vragen we ons soms af
wat er toen zo moeilijk was. Veel landen zijn een smeltkroes van
beschavingen en volken. Zo is de wereld geworden – pluralistisch en
multicultureel. Men respecteert meestal elkaars geloof in de westerse
wereld. Hoewel we ook constateren dat ook daar de spanningen toenemen.
In de oude wereld
waren de Joden exclusief. Daarom waren ze niet populair en hun opvatting
over de heidenen was niet prettig. De Joodse wereld in Jezus' tijd was een
exclusieve samenleving. Wat God van plan was met de nieuwtestamentische
Gemeente was verbazingwekkend. De Gemeente zou door ervaring ontdekken dat
God zijn geest niet beperkt tot één etnische groep.
„Want Hij
[Christus] is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur,
die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn
vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld
heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te
scheppen, en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen
door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. En bij zijn komst
heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die
dichtbij waren; want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toegang tot
de Vader” (Efeziërs 2:14-18).
„De twee” in vers
14 zijn Israël en de heidenen. Het tempelgebouw stond op een ommuurd
rechthoekig terrein, de binnenste voorhof. Daar omheen lag de buitenste
voorhof, ook een ommuurd rechthoekig terrein. De gehele tempelplaats bestond
dus uit een grote rechthoek met daarbinnen een kleinere rechthoek,
gescheiden door een muur. De tempel stond binnen de binnenste voorhof. De
buitenhof werd ook wel de hof van de heidenen genoemd. Alleen Joden was het
toegestaan, de heilige ruimte te betreden; zelfs de Romeinen eerbiedigden
dit voorschrift zo stipt, dat overtreders gedood mochten worden. In
symbolische zin is de muur tussen de binnenste en buitenste voorhof geslecht
– tussen Israël en de heidenen – zodat Israëlieten en heidenen tot één
lichaam met God kunnen worden verbonden door het kruis.
Een verzoening
vond plaats onder de gehele mensheid – voorlopig beperkt tot de
’eerstelingen’ – daar God mensen uit alle hoeken van de wereld begon te
roepen. Wanneer wij ons bekeren, wordt veel van ons verwacht in het tot
stand brengen van verzoening, daadwerkelijk vrede stichten. Dit is een
principe dat een fundamenteel deel van de Gemeente moet worden. Dat is heel
belangrijk. „Zo laten wij dan najagen hetgeen de vrede en de onderlinge
opbouwing bevordert” (Romeinen
14:19).
Anderen de ruimte
geven
Een aspect van het
streven naar vrede, is mensen de ruimte geven. We hebben allen mensen
ontmoet die ons geen fysieke ruimte geven. Dat vinden we onaangenaam en we
proberen terug te deinzen. Maar wat, als men zich opdringt in iemands
mentale of emotionele ruimte? Wat, als men iemands geestelijke ruimte
binnendringt? Dat dient de vrede niet.
Als God dat niet
bij ons doet, waarom zouden wij dat dan bij anderen doen? God is heel
geduldig, maar dat houdt niet in dat Hij de normen uit het oog verliest –
dat Hij niet weet wat goed of slecht is. Het betekent ook niet dat Hij
compromissen sluit. Het betekent dat Hij veel tolereert. Kunt u tolerant
zijn en toch de normen handhaven? Grotendeels is dit een kwestie van houding
en een manier van denken.
Vrede, tolerantie
en respect
Waar de
christelijke reis ook heengaat, tolerantie en respect is erg belangrijk in
de omgang met mensen. De Bijbel leert dat we naar onze geestelijke broer of
zus moeten gaan in geval van zonde om uit te leggen wat we zien – maar er
zijn duidelijke instructies hoe onze houding en benadering moet zijn in die
gevallen.
„Broeders, zelfs
indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk
zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij
mocht ook eens in verzoeking komen” (Galaten 6:1).
Er is veel
mildheid in dit voorbeeld. Dat is zelden de houding waarin mensen naar
elkaar toe gaan als ze denken dat er iets verkeerd is. Ze
gaan meestal, omdat ze
kwaad zijn, beledigd of van streek. Heel weinig mensen gaan naar een ander
in mildheid en nederigheid, met de motivatie om vrede te herstellen.
Als je gaat met
een houding van geestelijke superioriteit, wordt dat snel bemerkt en zal men
je meestal afwijzen. Zoals men met iedereen zou moeten doen die zo handelt.
Als je een milde benadering aanwendt, in oprechte nederigheid, in het besef
dat je, nu of later, zelf ook dit probleem zou kunnen hebben, dan is de kans
groot dat hij of zij je zal willen aanhoren. Deze vredelievende handeling
biedt goede mogelijkheden vrede tot stand te brengen.
De vrede najagen
„Jaagt
naar vrede met
allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien” (Hebreeën
12:14). Als wij niet vredelievend, heilig en onberispelijk zijn, zullen we
de Heer niet zien. Zo zullen we moeten zijn tegenover allen met wie we in
contact komen. Hoe gaan we met de wereld om? Bezien we hen met minachting?
Of gaan we met hen om als potentiële zonen van God? Als mensen met wie we
naar vrede streven? Natuurlijk moeten we de zondige daden haten, maar niet
de mensen.
Onze totale
benadering moet gericht zijn op vrede. Hebben we ons wel voldoende
gerealiseerd hoe belangrijk deze houding is voor ons geestelijk welzijn en
geestelijke vooruitgang? Hoe sterk is Gods vrede centraal in uw gedachten?
„En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen
zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar” (Colossenzen 3:15).
Een houding van
vrede stichten is essentieel om de vruchten van rechtvaardigheid voort te
brengen. „Maar gerechtigheid is een vrucht, die in vrede wordt gezaaid voor
hen, die vrede stichten” (Jakobus 3:18).
Rechtvaardigheid
en het houden van Gods wet met betrekking tot menselijke relaties leidt tot
vrede en verzoening. Over de toekomstige wereld zegt God: „En de vrucht der
gerechtigheid zal vrede zijn, de uitwerking der gerechtigheid rust en
veiligheid tot in eeuwigheid. En mijn volk zal in een verblijf des vredes
wonen, in veilige woningen, in oorden van ongestoorde rust” (Jesaja
32:17-18). Dat behoort de waarheid te zijn zowel in de Gemeente van vandaag
als in de geprofeteerde toekomstige wereld.
Het evangelie
waarvan God zegt dat in de wereld gepredikt moet worden, kan ook beschreven
worden in termen van vrede. In Romeinen 10:15 wordt ons gezegd dat de voeten
van hen liefelijk zijn die een boodschap van vrede brengen. Als het volk van
God moeten de voeten geschoeid zijn met de bereidvaardigheid van het
evangelie des vredes (Efeziërs
6:15).
„Naar het
woord, dat Hij heeft doen brengen aan de kinderen Israëls om vrede te
verkondigen door Jezus Christus” (Handelingen 10:36). Dit is geen
academische kwestie. We moeten dagelijks individueel de vrede nastreven in
ons leven op een praktische manier met gebruikmaking van het Woord van God
om het leven van anderen en onszelf te verrijken.
„De God nu der
hope vervulle u met louter vreugde en vrede in uw geloof, om overvloedig te
zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes” (Romeinen 15:13).
Vrede is een
vrucht van de heilige
geest. Als de heilige geest aan het werk is in de Gemeente, zal de Gemeente
vrede hebben. We zullen vrede hebben in onze gezinnen en wij zullen vrede
hebben in onze relaties met de wereld om ons heen.
Vrede in het gezin
Een belangrijk element in de schepping van de mens is het gezin. Dat is de
eerste samenleving waarmee een mens als kind te maken krijgt. Daarom is
vrede in een gezin een primair belang. Als kinderen kunnen opgroeien in een
warme harmonieuze omgeving van vrede, is een essentieel fundament gelegd. De
mens is naar Gods beeld geschapen, zo ook het gezin. Het grote doel van de
schepping van de mens is geboren te worden in het onsterfelijke Gezin van
God. Dat zal een gezin zijn met absolute vrede. Laten we op het oefenterrein
de aarde met vol enthousiasme hieraan werken om ons te kwalificeren voor dat
grote Doel.
Echtparen en vrede
Het principe van
vrede en verzoening moet eveneens toegepast worden in ons huwelijk. De
mannen worden geïnstrueerd om in het huwelijk een gelukkige omgeving van
vrede te creëren door hun vrouwen eer te geven en met begrip te behandelen.
„Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer
vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook mede-erfgenamen zijn van de
genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden” (1 Petrus 3:7)
Een vrouw kan
thuis vrede aanmoedigen door de wijze waarop ze spreekt. „Met wijsheid opent
zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong” (Spreuken
31:26).
Voor beiden zijn
dit wegen om vrede in het huwelijk te brengen. Het is een verzoenende
houding tussen mensen. Niemand kan ons dwingen – wij moeten daartoe zelf
besluiten. Als we dat doen zal ook de Gemeente veel beter zijn. Hoe vaak
verzaken man en vrouw niet de verantwoordelijkheid om de vrede in het
huwelijk na te streven! De intimiteit in de menselijke relatie ziet er
heel anders uit als vrede en verzoening centraal staan. Ook het huwelijk is
tegenwoordig heel vaak een slagveld van zelfzuchtige mensen.
Ouders en kinderen
Met het ouder
worden verschuift het accent in de opvoeding. We behandelen een tiener niet
als een vijfjarige. We laten de teugels wat vieren – maar principes blijven
altijd van kracht.
Wat betreft de
vaders, zij zijn zeker betrokken bij de opvoeding en behoren niet alles aan
hun vrouw over te laten. Zij hebben daarin ook hun aandeel, zodat de
kinderen niet teleurgesteld raken. „En gij, Vaders, verbittert uw kinderen
niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren”
(Efeziërs 6:4).
Vaders worden
aangesproken omdat op hen als hoofd van het gezin de verantwoording rust
aangaande de gehoorzaamheid van het kind. Niet alle vaders zijn consequent
in de opvoeding en roepen de ene keer zus en snauwen de andere keer zo,
waardoor ze hun kinderen kunnen irriteren. Sommige vaders trekken een kind
voor of ze zijn te hard tegenover gebreken van kinderen. Een evenwichtige
vader – het woord ’streng’ wordt in de huidige tijd al niet meer gewaardeerd
– komt tot de beste resultaten in de opvoeding, want Efeziërs 6:4 zegt ook
dat de vader zijn kinderen moet opvoeden „in de tucht en in de
terechtwijzing des Heren”. Als hij dat doet, zullen zijn kinderen hem er
later dankbaar voor zijn.
Sommige mensen
geloven dat wanneer hun kinderen in de tienerjaren komen, ze zelf kunnen
beslissen. Dit heeft al tot grote rampen geleid. Het proces naar
volwassenheid gaat geleidelijk. Stap voor stap wordt de tiener meer
verantwoordelijkheid gegeven. Goede ouders blijven ook hun volwassen
kinderen met raad en daad bijstaan, want evenals in het Gezin van God,
kunnen kinderen, jonge volwassenen, volwassenen en ouderen voortdurend
leren, als ze daarvoor open staan.
Onze kinderen – in
welke leeftijd ook – moeten ook hun aandeel leveren en dat wordt vaak
vergeten. Een deel van de opleiding van onze kinderen is ze te leren dat zij
ook verplichtingen hebben. Zoals Paulus uitlegt: „Kinderen, weest uw ouders
gehoorzaam in de Here, want dat is recht. Eer uw vader en uw moeder (dit is
immers het eerste gebod, met een belofte) opdat het u welga en gij lang
leeft op aarde” (Efeziërs 6:1). Leer uw kinderen dit te begrijpen.
Uit Gods Woord
blijkt duidelijk dat het de verantwoordelijkheid van elk lid van het gezin
is om je door God te laten leiden in het scheppen van vrede.
In opleiding voor
vriendelijkheid
Vriendelijkheid is
een sterke eigenschap voor het scheppen en bewaren van vrede. De huidige
maatschappij wordt min of meer gedomineerd door zeer logge onpersoonlijke
instituten en bedrijven. Vaak is de eigenaar geen ondernemer die betrokken
is bij zijn cliënt (zo wordt een patiënt in zorginstellingen ook al genoemd)
maar een financiële belegger. ’Arbeiders’ op de werkvloer worden geen
fatsoensnormen bijgebracht door de boven hen geplaatste laag deels
overbodige en overbetaalde managers. Echte klantvriendelijkheid is mede
daardoor aan het verdwijnen.
Laat op
een avond in de
negentiende eeuw werkte een bejaarde wetenschapper aan een van zijn vele
uitvindingen. Hij had verscheidene weken besteed aan de documentatie van een
van zijn meest belangrijke experimenten. Zijn papieren lagen voor hem
uitgespreid op een bureau onder een olielamp, die er vlak boven op een plank
stond. Terwijl hij stopte voor de nacht, sprong zijn kat op de plank,
stootte de lamp om en gooide brandbare olie over het bureau en de papieren.
Voordat hij het vuur kon doven waren alle papieren vernietigd. Weken van
intens werken waren te niet gedaan in luttele seconden.
Hij tilde de kat
op, aaide hem en zei op een zachte toon: „Jij kunt niet weten wat voor
schade je hebt aangericht.” Vervolgens droeg hij hem naar de keuken en gaf
hem wat melk.
Hoeveel van ons
zou op deze manier hebben gereageerd?
Deze simpele
handeling illustreert een diepgaand, belangrijk aspect van Gods karakter –
iets wat een ieder van ons moet ontwikkelen. Dat is de karaktertrek van
vriendelijkheid. Uiterst belangrijk voor de vrede.
Een machtig, doch
vriendelijke koning
Misschien heeft u
zich wel eens afgevraagd hoe het zou zijn om een machtig, heersende
koning te zijn. Wanneer we aan een koning denken, beelden we ons
waarschijnlijk zijn koninklijke omgeving in en de absolute autoriteit
die hij heeft.
Jezus Christus zal
terugkeren als een strijdende koning. Hij zal de naties verpletteren
die Hem tegenwerken. Hij, samen met zijn heiligen – en daar kunnen we bij
zijn – en de engelen zullen oorlog voeren en zijn vijanden vernietigen!
Ja, op deze manier
zullen wij met Hem regeren. „En wie overwint en mijn werken tot het einde
toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden
met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld” (Openbaring
2:26-27).
Zowel in Psalmen
als in Openbaring kunnen we lezen, dat de stem van de Here dondert en is als
het geluid van vele wateren. Psalmen 29:5 zegt: „De stem des Heren breekt
ceders, ja, de Here verbreekt de ceders van de Libanon.”
Maar, we zien een
andere even zo belangrijke karaktereigenschap die Hij bezit:
vriendelijkheid.
De stem van de
Heer wordt beschreven in 1 Koningen 19:12 als „een stille zachte stem” of
zoals andere vertalingen zeggen, „als het suizen van een zachte stilte”.
Zijn tedere liefde
zien we in Lukas 13:34, „Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en
stenigt wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen
vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels, en gij hebt
niet gewild.”
Onze Redder is een
dynamische, absolute en machtige leider, doch vriendelijk. Dit zijn allemaal
kwaliteiten van een goddelijk karakter en we zouden er allen naar moeten
streven deze te weerspiegelen in ons leven.
We volgen nu een
opleiding tot vriendelijkheid
Als Gods mensen
volgen we een geestelijke opleiding gedurende ons leven. We zijn in een
proces om de gedachtegang van Christus in ons te ontwikkelen. Deze
gedachtegang zet ons ertoe aan dingen te doen, zoals Christus ze zou
doen. Nadat Hij de voeten van de discipelen had gewassen, zei Hij: „Want Ik
heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook gij doet, gelijk Ik u gedaan heb”
(Johannes 13:15). Hebt u de vriendelijke natuur opgemerkt van onze Redder op
de manier waarop Hij reageerde op zijn vervolgers gedurende zijn kruisiging?
Zelfs na al de bespottingen, afschuwelijke geselingen en minachting, was Hij
nog steeds in staat om te zeggen: „Vader, vergeef het hun, want zij weten
niet wat zij doen” (Lukas 23:34).
De apostel Paulus
was een uitstekend voorbeeld van iemand die een nederige benadering
gebruikte, dat vriendelijkheid opbouwt naar gemeenteleden toe. Hier volgt
hoe hij te werk ging: „Maar ik, Paulus, doe een beroep op u bij de
zachtmoedigheid en de vriendelijkheid van Christus, ik, die in persoonlijk
verkeer schuchter ben, maar op een afstand een groot woord heb tegen u” (2
Corinthiërs 10:1).
Let eens op wat we
lezen in 2 Timotheüs 2:24-25: „Een dienstknecht des Heren moet niet twisten,
maar vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te onderwijzen, geduldig, met
zachtmoedigheid de dwarsdrijvers bestraffende. Het kon zijn, dat God hun gaf
zich tot erkentenis der waarheid te keren.”
Paulus schrijft
Timotheüs dat hij vriendelijk moet blijven, zich niet tot twisten moet laten
verleiden, maar toch duidelijk zijn over de dingen die verkeerd zijn. „Maar
wees afkerig van de dwaze en onverstandige strijdvragen; gij weet immers,
dat zij twisten teweegbrengen” (vers 23).
Wij zullen leraren
worden
Ware christenen
zitten nu op een unieke school. Ze moeten leren onderwijzen zoals Christus
zou doen als Hij nu hier op aarde zou zijn. We onderwijzen meer mensen dan we denken. Wanneer we openlijk vriendelijkheid laten zien aan andere personen, heeft dat effect op vele anderen rondom ons. Geen mens is een eiland – anderen zien ons handelen en de manier waarop we leven. Een vriendelijke daad verrichten is als een kiezelsteen laten vallen in een kalme vijver. Het veroorzaakt golven in alle richtingen. We laten een geestelijke indruk achter – soms een diepe – in het leven van ieder persoon met wie we omgaan.
Wij zijn
geïnstrueerd om aardig te zijn tegen iedereen, niet alleen tegen diegenen
die we graag mogen of die ons graag mogen. Dit geldt voor iedereen in en
buiten de Gemeente.
Jezus zelf was het
grootste voorbeeld van vriendelijkheid en zachtmoedigheid dat ooit geleefd
heeft.
„Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust
geven; neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en
nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is
zacht en mijn last is licht” (Mattheüs 11:28-30).
Velen associëren
dit met een watje. Maar lees ook de volgende verzen. Mattheüs 15:7
Huichelaars, terecht heeft Jesaja
over u geprofeteerd, zeggende: 8
Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Mattheüs 23:27
Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën,
gij huichelaars, want gij gelijkt op gewitte graven, die van buiten wel
schoon schijnen, maar van binnen vol zijn van doodsbeenderen en allerlei
onreinheid. 28 Zo ook gij, van
buiten schijnt gij de mensen wel rechtvaardig, doch van binnen zijt gij vol
huichelarij en wetsverachting. Vers 31
Gij getuigt dus van uzelf, dat gij zonen zijt van de moordenaars der
profeten. 32 Maakt ook gij de
maat uwer vaderen vol! 33
Slangen, adderengebroed, hoe zult gij ontkomen aan het oordeel der hel?
Hij was
vriendelijk, een vredestichter en de sterkste, meest dynamische assertieve
leider die ooit op aarde gewandeld heeft – zeker meer dan iemand van ons
ooit zal zijn.
De harde aanpak om
liefde te geven
Er zijn tijden,
dat flinke correctie en zelfs berisping nodig zijn. Een tijd dat we liefde
geven volgens de harde aanpak. Maar het vereist wijsheid, zelfbeheersing en
vooruit denken om sterke correctie toe te passen en we moeten zorgvuldig
overwegen, voordat we zulke acties ondernemen. We moeten er zeker van zijn,
dat het onze taak is om de andere persoon te corrigeren en dat we onze
eigen zwakheden eerst zijn nagegaan. God kijkt naar het hart en houdt
rekening met de houding wanneer Hij ons straft. Wij moeten de volwassenheid
ontwikkelen om hetzelfde te doen.
Misschien is de
meest effectieve manier om vriendelijkheid te uiten naar anderen toe hetgeen
we zeggen. We moeten het talent ontwikkelen om vriendelijk te communiceren –
niet op een scherpe, botte of grove manier. We moeten leren op een
sympathieke manier te communiceren, meelevend zijn en rekening houden met
andermans gevoelens – rekening houden met hun emoties en hun gevoel van
eigenwaarde.
U zou kunnen weten
wat goed is, maar denk hieraan, dat het mensen niets kan schelen hoeveel u
weet totdat ze weten hoeveel u om hen geeft.
Het is veel
makkelijker om kwaadheid te uiten en onze gevoelens te uiten dan controle en
geduld uit te oefenen. „Een verongelijkte broeder is ontoegankelijker dan
een sterke stad” (Spreuken 18:19). „Een zacht antwoord keert de grimmigheid
af, maar een krenkend woord wekt de toorn op” (Spreuken 15:1).
Sommige mensen
komen uit een verleden dat hen heeft gevormd om kort en brutaal te zijn
tegen anderen. Soms heeft de omgang met anderen op ons werk ons aangeleerd
om ruw met mensen om te gaan. Bijvoorbeeld militaire training kan bijdragen
tot ruwheid in de omgang met
anderen, gepaard gaande met
trots. En zij die grotendeels op straat zijn opgevoed, willen vaak
niets weten van beleefde omgang.
Als resultaat van
het zien van slechte voorbeelden in hun families toen ze opgroeiden,
behandelen vele mannen en vrouwen hun huwelijkspartner en kinderen niet met
vriendelijkheid, liefde en respect, zoals ze zouden moeten. Maar dit kan
overwonnen worden en dat moet zeer zeker voor iemand die Christus wil
dienen, anders zal hij of zij nooit regeren met de liefhebbende,
vriendelijke, doch machtige Koning der koningen en Heer der heren.
Worden zoals
Christus
Christenen zijn
geroepen in het gezin van onze hemelse Vader. Onze Vader voedt zijn kinderen
op en leert ons: „Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus
Jezus was” (Filippensen 2:5). Dus we moeten leren met mensen om te gaan
zoals God dat doet. Dit zijn andere gemeenteleden, onze families, collega's
op het werk en onze vrienden en buren.
De reactie van de
bejaarde wetenschapper, nadat de kat zijn waardevolle papieren had
vernietigd, liet zien hoe vriendelijk hij was, zelfs tegen een dier. Kunnen
wij op zijn minst net zo geduldig en bereid zijn om vriendelijk, met
consideratie, medelevend en zachtaardig te reageren op onze naasten, wanneer
we pijn en verlies vernemen van hen?
Vriendelijkheid
behoort tot de vrucht van de heilige geest van God en gaat hand in hand met
vrede. Vrede is een vitaal deel van het ontwikkelen van een goddelijk
karakter.
Welke
vredesbeweging zal de oorlog uitbannen?
Demonstraties
tegen oorlogsgeweld krijgen steeds meer steun. Kunnen zij vrede brengen?
Willen de demonstranten vrede of willen ze hun aartsvijanden vernietigen?
Wij leven in de
meest beangstigende tijd in de geschiedenis van de mensheid. Er zijn zelfs
demonstraties vóór oorlogsgeweld. De mens staat op de rand van vernietiging.
Over de hele
wereld nemen mensen uit alle maatschappelijke kringen deel aan
vredesbewegingen of protestacties tegen oorlog. Het gaat niet langer alleen
om jonge studenten, ook mensen van middelbare leeftijd – en zelfs ouderen
marcheren mee en spreken zich uit tegen oorlogshandelingen. Vaak is hun doel
geen vrede, maar haat!
Zal dit massale
publieke verlangen naar ’vrede’ de dreigende ramp afwenden? Zal een
vredesbeweging uiteindelijk blijvende vrede brengen?
Vrede is een
zeldzaamheid geweest in de geschiedenis van de mensheid. Een statisticus
heeft uitgerekend dat er in de nu bijna 6000 jaar van de opgetekende
geschiedenis ruim 15.000 oorlogen hebben plaatsgevonden, oftewel 2,6 per
jaar. Er zijn maar enkele generaties geheel vrij geweest van oorlog.
Het verlangen naar
vrede is ook niets nieuws. Gedurende de laatste 300 jaar zijn er veel
bewegingen geweest die voor eens en voor altijd een eind wilden maken aan
oorlog.
Omstreeks 1700
heersten er sterke gevoelens van afkeer tegen de bloedige godsdienstoorlogen
die aan die tijd vooraf waren gegaan. Er werden grote plannen gemaakt voor
wereldvrede.
Er werden beroemde
boeken geschreven, zoals Gulliver's Travels, waarin het misbruik van
macht en de oorlog gehekeld worden.
Een Engelsman,
William Penn, verlangde een landenparlement. Oorlogen werden gevoerd volgens
de regels, en er bestond zelfs weerzin tegen het uitvinden en gebruiken van
nieuwe en wrede wapens. De Zweden weigerden de bajonet te gebruiken tegen de
Polen en de Russen, en Lodewijk XV weigerde om het verbeterde buskruit te
gebruiken.
Al deze nobele
terughoudendheid viel echter weg met de verschrikkingen van de Franse
Revolutie. Alle angstvalligheid en beheersing werden vervangen door
wreedheid en barbaarsheid. De daaropvolgende Napoleontische oorlogen waren
weer even afschrikwekkend en lieten Europa in grote verwoesting achter.
Omstreeks 1800
staken grote vredesbewegingen de kop op, geschokt door deze oorlogen. Het
pacifisme werd mode, en er werd veel gesproken over ontwapening. Er werd een
aantal aanzienlijke successen geboekt, waarvan er één zelfs nu nog een feit
is! De Rush-Bagot overeenkomst van 1818 tussen de Verenigde Staten en Canada
slaagde erin alle legers van de grens te verwijderen en maakte deze tot wat
de vriendelijkste grens ter wereld genoemd is.
Grote mannen
hebben hun gewicht in de schaal gelegd voor de ontwapening van de wereld.
Tsaar Nicolaas II van Rusland verraste de andere leiders toen hij in 1898
een ontwapeningsconferentie bijeenriep. Deze resulteerde in de mislukte
Vredesconferentie in Den Haag, waarmee men gedacht had de internationale
problemen op te lossen.
Slechts een paar
jaar na deze conferentie, beginnend in augustus 1914, onderging de mensheid
de laagste, wreedste oorlog die er ooit uitgevochten was – de Eerste
Wereldoorlog.
Het woord vrede
werd vergeten toen de Engelse ’christenen’ vanaf de kansel aangespoord
werden de ’barbaarse Hunnen’ en Duitse ’christenen’ die aangemoedigd werden
voor hun ’Vaderland’ te vechten, te doden en te verminken.
Na de oorlog (die
„de oorlog die aan alle oorlogen een eind moet maken” genoemd werd) bereikte
het verlangen naar vrede weer een hoogtepunt. De mens had de vreselijke
verwoesting van de moderne oorlogvoering gezien. Mannen als Herbert Hoover,
Woodrow Wilson, Bertrand Russell en Aldous Huxley werkten aan een nieuw
tijdperk van vrede. Het Pact van Parijs verklaarde de oorlog onwettig en de
Volkenbond werd opgericht om een nieuwe orde te bewerkstelligen. De
protestantse kerken in de Verenigde Staten verklaarden dat zij geen enkele
oorlogsinspanning zouden ’zegenen’.
Plotseling, net
als in 1914, werden al deze plannen opzij geveegd door de stormloop van de
Tweede Wereldoorlog in 1939. Weer was de vrede vergeten terwijl het vechten
en moorden met nog gevaarlijker wapens over de planeet woedde. Miljoenen en
miljoenen mensen stierven door de nieuwe wapens. Een nieuw tijdperk werd
ingeluid met het gooien van de atoombom op Hiroshima en Nagasaki. We waren
het atoomtijdperk ingegaan!
Tegenwoordig
hebben we nog geavanceerdere massavernietigingswapens, maar de angst voor
die gruwelijke dodelijke wapens heeft geen oorlogen of voorbereidingen
daarvoor tegengehouden. Steeds meer geld wordt besteed aan steeds dodelijker
wapens! Afspraken om hiermee niet door te gaan worden heimelijk geschonden.
De Verenigde
Naties werd opgericht als „de laatste hoop voor de mensheid”, en toch zijn
er vanaf het begin voortdurend oorlogen geweest. Verscheidene malen zijn de
Verenigde Staten en Rusland dicht bij een totale oorlog geweest.
Van de legio
militaire conflicten sinds de Tweede Wereldoorlog die groot genoeg waren om
oorlogen genoemd te worden, hebben velen de vrede over de hele wereld
bedreigd. Het lijkt erop dat de Derde Wereldoorlog ieder moment kan
beginnen, losgebroken door een van de tientallen conflictgebieden die liggen
te broeien op het wereldtoneel. De vreselijke zucht naar macht bij één
persoon kan de wereld in brand steken.
We staan op de
rand te kijken in de loop van duizenden projectielen met atoomkoppen die
klaar staan om afgeschoten te worden door een druk op de knop.
Waarom is er geen
vrede? Waarom hebben deze vredesbewegingen het niet kunnen brengen? Waarom
hebben de huidige vredesbewegingen geen grotere invloed op de beslissingen
van de leiders? Zal het allemaal uitlopen op de vernietiging van de mens?
Al 6000 jaar lang
heeft de mens zich ingespannen voor de vrede, terwijl hij vocht in de ene
oorlog na de andere. Wie kent eigenlijk de oplossing?
Het goede nieuws
is dat de mens niet totaal uitgeroeid zal worden, zelfs al begeeft hij zich
iedere dag verder in die richting. Er is een oorzaak voor de oorlog en er is
een oorzaak – een weg – die vrede oplevert.
De mens heeft die
weg niet gevonden, hoewel hij geopenbaard wordt in de grootste bestseller
van de wereld – de Bijbel. De God die de mens heeft geschapen, belooft dat
er vrede zal komen, dat Hij de mens zal redden van de totale vernietiging!
God belooft daarna ieder mens de weg te tonen die naar de vrede voert.
Wij kunnen die weg
nu leren kennen.
Onze literatuur op
onze website zal u laten zien waarom de mens niet in staat is geweest vrede
te brengen en hoe die er toch zal komen.
Het Vrederijk van
God is nabij en de Gemeente van God is de vredebode om dit aan te kondigen.
|