Voor literatuurlijst klik hier.
’verboden toegang’
voor de mens
Wie zal het
wereldruim beheersen? De leiders van deze wereld denken dat de natie die als
eerste het heelal verovert, ook de wereld zal regeren!
Waarom die uitgaven
van miljarden in de race in de ruimte? Is ruimteonderzoek alléén maar een
onschuldig ’wetenschappelijk’ zoeken om de kennis over de omgeving van de
mens te verrijken?
We leven in het
ruimtetijdperk, wordt vaak gezegd! Slechts weinigen beseffen wat dit
betekent en waar het ons heen voert!
Kijk eens naar de
opzienbarende wetenschappelijke prestaties! In slechts enkele jaren tijds is
deze wereld vanuit de eeuw van de machine in het atoomtijdperk
geraasd en bevindt zich nu in het Ruimtetijdperk!
Het tijdschrift
LIFE heeft deze verandering nader belicht en schreef hierover al in 1968:
„Een enorme nieuwe industrie, die tien jaar geleden nog nauwelijks bestond,
is reeds begonnen met het afleveren van de raketten en de ruimtevaartuigen
voor tochten naar de maan en elders . . . De ruimtevaartindustrie –
die bedrijven onder zich telt die vliegtuigen en militaire raketten bouwen,
alsmede de toeleveringsbedrijven – heeft de auto-industrie overvleugeld en
is de grootste industriële werkgever van de natie geworden.”
In het jaar 1963
betaalde deze nieuwste en grootste industrie van de Verenigde Staten 9,2
miljard dollar uit aan 1.253.000 employees – dat zijn er 515.000 meer dan
alle werknemers van alle Amerikaanse auto-industrieën bij elkaar genomen.
Waarom toch die krankzinnige wedloop?
Waarom? Waarom toch
die koortsachtige wedloop om het heelal, de maan en de planeten te
beheersen?
Waarom zoveel
miljarden uitgeven enkel en alleen om op de maan te komen, terwijl men om
geld zit te springen voor de hoognodige programma's in de zorg,
armoedebestrijding, het onderwijs, medisch onderzoek. Intussen hebben
tientallen landen een programma die direct of indirect verband houden met
ruimtevaartactiviteiten. Waarom waren er in de jaren zestig van de vorige
eeuw in de VS al 300.000 arbeiders in 50 staten koortsachtig aan het
Apollo-project bezig, om de eerste Amerikaanse astronauten op de maan te
krijgen? De kosten voor het maanprogramma kwamen op ongeveer 15 miljoen
dollar per dag – elke dag van het jaar. En deze
onderneming noemde men „slechts de eerste sport op de ladder naar de
sterren”.
Ja, wat is de reden
voor deze krankzinnige race naar het heelal?
Talloze voorwerpen
cirkelen boven ons hoofd in hun baan om de aarde, of boren zich diep in de
ruimte, op weg naar verafgelegen planeten.
Slechts een deel
hiervan zijn ’actieve’ satellieten. De rest is ’ruimteschroot’, dat kan
variëren van verfschilfertjes of metaaldeeltjes, tot niet meer benodigde
dekseltjes van satellietinstrumenten, boutjes of veertjes, tot een complete
afgedankte kunstmaan of een rakettrap.
Een uitgebreide
reeks van satellieten, die door steeds nauwkeuriger werkende raketten omhoog
geschoten worden, heeft het nabije wereldruim veroverd en seint gegevens
terug omtrent de aarde en het universum. Tegenwoordig worden jaarlijks vele
honderden satellieten of kunstmanen gelanceerd, niet alleen voor
wetenschappelijk onderzoek, maar ook voor militaire en
telecommunicatiedoeleinden, zoals communicatiesatellieten,
navigatiesatellieten, observatiesatellieten,
onderzoekssatellieten,
spionagesatellieten en weersatellieten.
Wat niet uit het
oog moet worden verloren na al de publiciteit van de maan-, mars- en
planeetonderzoekingen, is het militaire aandeel in de ruimterace.
Maar ondanks dit
onheilspellende gebruik van het wereldruim wordt ons steeds voorgehouden dat
de verovering van de ruimte het leven van ieder mens op onmetelijke wijze
zal gaan verrijken – ja, dat daar reeds een begin mee is gemaakt.
De verovering van
de ruimte, zo wordt ons verteld, zou zeker een antwoord kunnen geven op de
grootste problemen van deze tijd. Men vertelt ons dat het doel van dit
kolossale programma de menselijke kennis zal moeten bevorderen – voor
vreedzame doeleinden wel te verstaan. Maar alle gelden die besteed
worden, en elke nieuwe prestatie die volbracht wordt, onderstreept de
militaire en politieke aard van deze wedloop.
Het ruwe ontwaken
Op 4 oktober 1957
werd de wereld plotseling opgeschrikt door de aankondiging dat Rusland zijn
eerste satelliet had gelanceerd, Spoetnik I. Het prestige van de Verenigde
Staten was ernstig geschokt. Hoe konden de ogenschijnlijk achterlijke, logge
en langzame Russen, zonder (zoals men tenminste aannam) over de nodige
technische capaciteiten en kennis te beschikken, de grootste economische
macht ter wereld overtreffen?
Een maand later
volgde Spoetnik II, met een levende hond aan boord. Dit betekende, militair
gezien, dat Rusland de technologie bezat om een intercontinentale
ballistische raket naar elk willekeurig punt van de aarde te zenden.
De Verenigde Staten
stelden onmiddellijk koortsachtige pogingen in het werk om te onderzoeken
waar zij tekort waren geschoten. Toen pas kwam de Amerikaanse technologie op
volle toeren om de Russische voorsprong in te halen – de ruimtewedloop was
in volle ernst op gang gekomen!
Toen, op 12 april
1961, kwam het schokkende nieuws dat Rusland de eerste mens in een
baan om de aarde had geschoten en weer veilig op aarde had teruggebracht.
Een maand later legde de eerste Amerikaan slechts een kort traject af in de
ruimte. Pas op 20 februari 1962 maakte een Amerikaan een vlucht van drie
omwentelingen om de aarde.
Sinds die tijd
bestond er een grimmige concurrentie. Wanneer de hele wereld toekijkt en de
hemel zelf het toneel is, dan gaat het werkelijk om de trots en het prestige
en de macht. Men begreep dat die de ruimte om ons heen beheerst,
ook in staat is de aarde te beheersen.
Uitgebreide
complexen zijn er gebouwd teneinde zich van het overwicht in de
ruimtetechnologie te verzekeren. Alleen al aan een wereldomspannend net van
afluister- en waarnemingsapparatuur zijn miljarden besteed.
De ruimtewapens
Intussen zijn er
gigantische nieuwe wapens ontwikkeld – wapens die nog ontzagwekkender en
verwoestender zijn, dan toen de twee wereldmachten zich voor het eerst in de
ruimtewedloop stortten.
Het gebied van de
radicaal nieuwe wapens is voor een grote wereldmacht, die zich hiertoe
aanzet, nagenoeg onbegrensd.
En al deze
afschrikwekkende wapens komen dan bij de reeds onvoorstelbare
vernietigingskracht van het H-bomarsenaal!
De verschrikkelijke
feiten van nu moeten onder ogen worden gezien! Het vooruitzicht van
ruimteoorlog is uit het rijk der fantasie in dat van huiveringwekkende
werkelijkheid gekomen.
Wij leven in de
waan dat alleen de materiële wetenschap ons zal kunnen redden van terrorisme
en oorlogen.
Koortsachtig wordt
er naar nieuwe methoden gezocht voor de opleiding van toekomstige geleerden,
die in staat moeten zijn nog doeltreffender vernietigingswapens te
ontwikkelen! Zijn wij dan volslagen gek geworden?
Deze uitsluitend
materiële en technische aanpak is nu nét onze kolossale vergissing.
Wie in het
hedendaagse milieu ’intellectueel’ en ’modern’ wil zijn, laat het gewoonlijk
achterwege om over God te spreken, uitgezonderd dan misschien in
verwensingen en vloeken. Het is beslist niet populair om dit onderwerp aan
te snijden!
Toch zullen
serieuze researchers en geleerden eens kunnen vaststellen, dat de
tegenwoordige toestanden – met inbegrip van de ’nieuwe moraal’, de
opstandige jeugd en de atoombewapening in de profetieën van de Bijbel
voorspeld werden, en precies voor onze tijd bedoeld waren.
In gedeelten van
dat Boek, waaruit maar weinig mensen lezen, kunnen wij profetieën lezen, die
precies dat inhouden, wat zich tegenwoordig voor onze ogen afspeelt! Het is
alsof een archeoloog bij het opgraven stomme getuigen ontdekt van zaken die
eeuwenlang voor de mensen verborgen waren geweest.
Nog
verbazingwekkender is het evenwel dat deze profetieën niet bij deze
tegenwoordige tijd ophouden. Zij gaan verder de toekomst in en
lichten de sluier op van wat er in de komende jaren zal gebeuren. Hoe
ongelofelijk het ook schijnt, deze unieke bron van informaties over onze
tijd bestaat – en handelt over ontwikkelingen, die 100 jaar geleden nog door
geen mens vermoed konden worden!
Lang verborgen wetenschap?
Is het niet
ironisch dat het totaal aan kennis in deze wereld zich gedurende de
afgelopen decennia verdubbeld heeft – en dat in diezelfde tijd de
problemen van de wereld zich eveneens hebben verdubbeld? Zou het ons dan
toch aan de allerbelangrijkste kennis ontbreken?
Zou deze kennis dan
verborgen kunnen zijn in Bijbelboeken, over het hoofd gezien en onbekend aan
geleerden, pedagogen en geestelijken? Tenslotte hebben zelfs zij die de
christelijke godsdienst belijden, over het algemeen slechts fragmentarische
verzen uit de Bijbel gebruikt en het grote gebied van de Profetieën meestal
eenvoudig buiten beschouwing gelaten. En toch bestaat een derde gedeelte van
de Bijbel uit profetieën.
In een groot
profetisch bijbelboek – Jesaja – wordt bijvoorbeeld een Persoon geciteerd,
die zegt dat Hij God is. Is dit citaat eenvoudig een verdichtsel? Is het uit
de verbeelding van een menselijk schrijver ontsproten? Kijk eens wat een
uitdaging dit citaat inhoudt!
Wie spreekt er
hier? Een aanmatigend menselijk schrijver, of de eigenlijke Schepper zelf?
Jesaja 45:5-12: „Ik ben de Heer” zo wordt Hij geciteerd, „en er is geen
ander; buiten Mij is er geen God. Ik gordde u, hoewel gij Mij niet kendet,
opdat men het wete waar de zon opgaat en waar zij ondergaat, dat er buiten
Mij niemand is; Ik ben de HERE, en er is geen ander, die het licht formeer
en de duisternis schep, die het heil bewerk en het onheil schep; Ik, de
HERE, doe dit alles. Druppelt, hemelen, van boven en laten de wolken
gerechtigheid doen neerstromen; de aarde opene zich, opdat het heil ontluike
en zij daarbij gerechtigheid doe uitspruiten; Ik, de HERE, heb dit
geschapen. Wee hem die met zijn Formeerder twist, een scherf onder aarden
scherven. Zal ook het leem tot zijn vormer zeggen: Wat maakt gij? of uw
werk: Hij heeft geen handen? Wee hem die tot zijn vader zegt: Wat verwekt
gij? En tot de vrouw: Waarom hebt gij barensweeën? Zo zegt de HERE, de
Heilige Israëls, en zijn Formeerder: Vraagt Mij naar de toekomstige
dingen, vertrouwt Mij mijn zonen en het werk mijner handen toe. Ik ben
het, die de aarde gemaakt en de mens daarop geschapen heb; mijn handen
hebben de hemelen uitgespannen en aan al hun heer heb Ik mijn bevelen
gegeven.” En verder in Jesaja 46:9-11: „Ik immers ben God, en er is geen
ander, God, en niemand is Mij gelijk; Ik, die van den beginne de afloop
verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn
raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen; die uit
het oosten een roofvogel roep, uit een ver land de man van mijn
raadsbesluit; Ik heb gesproken, Ik doe het ook komen; Ik heb het
ontworpen, Ik breng het ook tot uitvoering.”
De Persoon die hier
wordt aangehaald daagt de twijfelaars uit met het volgende. Jesaja 41:20-24:
„Bedenk en tevens begrijp, dat de hand des HEREN dit gedaan en de Heilige
Israëls het geschapen heeft. Brengt uw rechtsgeding voor, zegt de HERE;
voert uw bewijsgronden aan, zegt de Koning van Jakob. Laten zij aanvoeren en
ons bekendmaken, wat er geschieden zal. Geeft te kennen, hoe het vroeger
was, opdat wij het overdenken en kennis nemen van de afloop. Of doet ons
het toekomstige horen; geeft te kennen wat in de toekomst komen zal,
opdat wij weten, dat gij goden zijt. Doet althans iets, goed of kwaad,
opdat wij elkander verbijsterd aanstaren en bevreesd zijn bovendien. Zie,
gij zijt niets en uw werk is nietig.”
Degene die hier
wordt geciteerd als God, daagt de spotter uit – toont aan dat de bekwaamheid
om wereldgebeurtenissen te voorspellen en uit te voeren, het
Bewijs is van het God zijn. Want geen mens kan dit doen.
Was dit alleen maar
de menselijke verbeelding van een schrijver die Jesaja heet? Of was het
werkelijk de Almachtige God die hier sprak? Deze Persoon wordt aangehaald
door Jesaja en andere profeten, die 2000 tot 2700 jaar geleden schreven wat
er met alle naties en elke toenmalige wereldstad van naam gebeuren
zou. Het waren verbazingwekkende profetieën die toen voor onmogelijk
werden gehouden. En toch zijn al deze profetieën stuk voor stuk
uitgekomen!
Kennis onderdrukt
Zou het dan toch
mogelijk zijn dat het Boek, dat de Bijbel wordt genoemd, inderdaad de
boodschap van God, van de werkelijke Schepper, aan de mensheid is?
Maar waarom is dit
Boek tegenwoordig zo impopulair? Waarom wordt Gods Woord zo geminacht? De
Bijbel geeft hierop zelf het antwoord!
Zij die zich voor
’ontwikkeld’ en ’intellectueel’ houden, hebben van oudsher de Waarheid
onderdrukt. Romeinen 1:21-22: „Immers, hoewel zij God kenden,
hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun
overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in
hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas
geworden.”
En verder: „Zij
immers hadden de waarheid Gods vervangen door de leugen” (vers
25) – door hun speculatieve evolutietheorie. En vervolgens in vers 28: „En
daar zij het verwerpelijk achtten God te erkennen, heeft God hen overgegeven
aan een verwerpelijk denken.”
Zij – de geleerden,
de filosofen, de opvoeders – hebben de waarheid onderdrukt, ten onder
gehouden. Vers 18: „Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle
goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in
ongerechtigheid ten onder houden.” Zij hebben de waarheid door de leugen
vervangen. Vers 25: „Zij immers hadden de waarheid Gods vervangen door de
leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, die te prijzen
is tot in eeuwigheid.” Zij hebben de waarheid vervangen door de ijdele en
vruchteloze speculaties van hun onbewezen en onbewijsbare evolutietheorie en
hebben geweigerd God de eer te geven in de kennis die zij in hun
scholen en universiteiten verbreiden.
Ja, hoe
ongelofelijk het mag lijken voor diegenen die het slachtoffer van dit valse
onderwijssysteem zijn geworden, de Bijbel schildert een levendig en
duidelijk beeld van deze tijd af, uit geschriften die dit 2000 tot
2700 jaar geleden van te voren beschreven!
De beheersing van de ruimte
In de Bijbel
spreekt de Heerser van de wereld en van het ganse heelal ons toe.
Jesaja 40:15: „Zie, volken zijn geacht als een druppel aan een emmer en als
een stofje aan een weegschaal.” Vers 17: „Alle volken zijn als niets voor
Hem, zij worden door Hem beschouwd als nietig en ijdel.”
Uw Bijbel zegt:
„alle volken zijn als niets voor Hem” en God openbaart, dat Hij het is die
de koers van de grote naties van deze wereld uitzet en bepaalt!
De mens met zijn
zwakke pogingen – met zijn uitsluitend materiële kennis – met zijn
koortsachtig zoeken om nieuwe materiële kennis te vergaren, probeert
nu het heelal te beheersen!
Hij is volkomen
vergeten en er zich onbewust van dat er een Grote Schepper God in de
hemel boven hem is – en dat Hij de mens vanuit zijn verheven positie in de
hemel toedondert in Jesaja 40:21-22: „Weet gij het niet? Hebt gij het
niet gehoord? Is het u van de aanvang niet verkondigd? Hebt gij geen begrip
van de grondvesten der aarde? Hij troont boven het rond der aarde, en haar
bewoners zijn als sprinkhanen; Hij breidt de hemel uit als een doek en spant
hem uit als een tent waarin men woont.” Vers 25: „Met wie dan wilt gij Mij
vergelijken, dat Ik hem zou gelijk zijn? zegt de Heilige.”
Hier is de
donderende uitdaging van uw Schepper, die u elke ademtocht geeft – de
Heerser van het heelal!
Hij zegt tegen de
nietige mens in Jesaja 40:26: „Heft uw ogen naar omhoog en ziet: wie heeft
dit alles geschapen? Hij die het heir daarvan in groten getale uitleidt en
elk daarvan bij name roept door de grootheid zijner sterkte en omdat
Hij geweldig van kracht is; er blijft niet één achter.”
Denk dit eens in!
God almachtig zegt
dat Hij alles van de sterren weet, de kometen, planetoïden of welk soort
hemellichaam dan ook – en dat Hij ze alle bij naam noemt.
De mens die nog
steeds de ondoorgrondelijke hemel met zijn sterkste telescopen afzoekt, kan
amper een schatting van de ontelbare hemellichamen maken.
Maar de Grote God,
die boven de sterren troont, uw Heerser, noemt ze alle bij naam!
Ook al heeft de
mens in zijn denken geen plaats meer over voor God, toch is Hij het,
die tegenwoordig het wereldruim beheerst en ook de macht heeft in menselijke
omstandigheden in te grijpen wanneer Hij dat wil.
Maar de mens maakt
zijn eigen plannen. Hij heeft de eerste stap over de drempel van het heelal
gezet, dat het eigendom van God is, en verbeeldt zich, dat er geen God
bestaat!
Er staat deze
nietige mens nog heel wat te wachten!
De hemelbestormers
De mens heeft naar
het schijnt, altijd al willen proberen „naar de hemel te gaan”. Na het
bijbelse relaas van de zondvloed lezen we dat de mensen een grote stad
bouwden en dat ze geloofden dat hun beschaving tot in de hemel zou reiken.
De drie hoofdrassen waren hier vertegenwoordigd. Hun doel was integratie, en
te voorkomen dat zij over de wereld in geografische afzondering (segregatie)
verspreid zouden worden. Oorspronkelijk had God de grenzen van de rassen en
volken vastgesteld. Handelingen 17:26: „Hij heeft uit één enkele het gehele
menselijke geslacht gemaakt om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen en
Hij heeft de hun toegemeten tijden en de grenzen van hun woonplaatsen
bepaald.” Maar zij rebelleerden. Zij sloten zich aaneen met het doel hun
wetenschappelijke en technische kennis samen te bundelen en een enorme toren
te bouwen als een symbool van hun heidense godsdienst. Tegenwoordig bouwen
de mensen nog steeds graag ’wolkenkrabbers’ als prestigeprojecten en hoge
torens op hun kerken en kathedralen.
Het verslag hiervan
vindt u in Genesis 11:4-9: „Ook zeiden zij: Welaan, laten wij ons een stad
bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons
een naam maken, opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid worden. Toen
daalde de HEER neder om de stad en de toren, die de mensenkinderen bouwden,
te bezien, en de HEER zeide: Zie, het is één volk en zij hebben allen één
taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te
doen voor hen onuitvoerbaar zijn. Welaan, laat ons nederdalen en daar hun
taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan. Zo verstrooide de
HEER hen vandaar over de gehele aarde, en zij staakten de bouw van de stad.”
En dat was dan het
einde van hun poging om 's werelds eerste ’wolkenkrabber’ te bouwen.
Maar is het u
opgevallen wat God zei: „Dit is het begin van hun streven; nu zal
niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn.”
God wist dat het
ruimtetijdperk reeds eeuwen geleden zou zijn begonnen, indien Hij de
uitvoering van dit plan had laten gelukken.
Maar God sloeg de
mens gade – z'n pogingen tot integratie, de samenwerking op wetenschappelijk
gebied, en zei:
„Zie, zij vormen
één volk en hebben allen dezelfde taal. Dit is nog maar het begin van
hun plannen; nu zal niets van wat zij beramen hun belet kunnen
worden!”
Kunt u zich de
alomvattende betekenis van deze verrassende uitspraak indenken? Let op! God
zei dat niets voor de mens onmogelijk zou zijn! De mens zou
uiteindelijk in staat zijn, het heelal te veroveren, ruimteschepen te
construeren en naar andere planeten te reizen – indien God
dat toe zou laten! De mens zou bovendien in staat zijn zulke
vernietigende technieken te ontwikkelen dat hij zichzelf zou uitroeien!
God belette het de
mensen toen, door ze over de ganse aarde te verstrooien, nadat Hij hun taal
verward had.
Tegenwoordig
beginnen de taalgrenzen echter te vervagen. Wereldomspannende nieuwsmedia en
het snel toenemende internationale verkeer overbruggen de geografische
slagbomen.
Vele naties
ondernemen gemeenschappelijke technische projecten en bereiken door hun
samenwerking een reusachtige toename aan materiële kennis.
En weer staat de
mens op de drempel van het wereldruim.
Fantastische plannen
Tegenwoordig zweeft
de geleerden zelfs de constructie van een ’ruimtelijke Ark van Noach’ voor
ogen.
Daar de geleerden
terdege beseffen dat deze aarde binnen enkele jaren een uitgebrand wrak kan
worden, zijn ruimtestations gebouwd en bemande en onbemande ruimtevaartuigen
ontworpen die reizen hebben gemaakt buiten de dampkring.
De wetenschap
filosofeert en fantaseert over het heelal als een onmetelijke ruimte om te
wonen voor de mensen. Theoretisch zouden deze mensen in een eigen ’wereld’
zijn, volledig van de onze losgemaakt en het vermogen hebben de ruimte
opnieuw te bevolken indien de aarde zich zelf op zou blazen!
Kunt u zich dit
voorstellen?
Begint u al in te
zien wat de mens probeert te doen?
De mens – totaal
onbekwaam en absoluut niet in staat om zijn eigen problemen op deze aarde
hier beneden op te lossen, die de aarde besmet en besmeurd heeft met zijn
eigen vuil en zijn afschuwelijke praktijken – deze mens denkt erover om zijn
uiteenvallende samenleving naar de verste uithoeken van het onmeetbare
heelal uit te dragen!
Zal God het toestaan?
Zal God het
toestaan dat de mens zijn hemelen vertreedt? Dat is de werkelijk
grote vraag.
De mens heeft
bewezen dat hij tot ontzagwekkende wetenschappelijke prestaties in staat is.
We vinden het misschien niet zo opzienbarend meer dat de mens
ook in de interplanetaire ruimte zou kunnen schieten.
De Bijbel zegt van
God in Hebreeën 2:7: „Gij hebt hem [de mens] voor een korte tijd beneden
[of ’minder dan’] de engelen gesteld, met heerlijkheid en eer
hebt Gij hem gekroond.” De Staten Vertaling voegt hier nog aan toe: „en Gij
hebt hem gesteld over de werken uwer handen.” God heeft in de handen van de
mens de macht gelegd om de fysieke, materiële aarde onder zijn voeten te
bewerken en om te vormen; te ontwerpen en te scheppen. En de Bijbel gaat
verder in vers 8: „Alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want
bij dit: alle dingen hem onderworpen, heeft Hij niets uitgezonderd, dat hem
niet onderworpen zou zijn.
Kunt u dat
begrijpen?
God zegt dat Hij
alle dingen aan de mens heeft onderworpen!
„Maar”, zo zult u
zeggen, „God bedoelt toch zeker niet met alles ook het heelal?”
Ja, juist wél!
God zegt dat er
niets is, wat de mens niet is onderworpen – wat aantoont dat het
uiteindelijke doel van de mens de heerschappij over het al is, met
alles wat het woord ’alles’ inhoudt en dat betekent allesomvattende
totaliteit!
Maar leest u eens
de rest van deze onthullende tekst in vers 8: „Doch thans zien wij nog
niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn”.
Menselijke wezens
werden geschapen om het universum te regeren – God openbaart dit doel
als onze uiteindelijke bestemming – maar wij zijn er nog niet klaar voor!
Onze menselijke natuur spoort ons er toe aan, een gebied te veroveren
voor de beheersing waarvan wij nog niet bekwaam zijn.
De mens spant zich
tevergeefs in om het menselijke lichaam te veranderen of te beschermen om de
invloed van het luchtledige toch maar te kunnen weerstaan. Gods
bedoeling is om de menselijke geest te veranderen – hem bekwaam te
maken om te regeren – en om daarna een onstoffelijk lichaam voor hem
te scheppen, dat zowel voor het verblijf op de aarde als in de ruimte
geschikt zal zijn.
Hoewel het Gods
bedoeling en oogmerk is om uiteindelijk alle dingen aan de mens
ondergeschikt te maken, hem zelfs over andere planeten in het grootse heelal
te laten regeren – heeft God evenwel bepaald dat het tijdstip waarop alles
onder het gezag van de mens komt, nog niet gekomen is.
God Almachtig heeft
de mens nu nog weerhouden en heeft hem bepaalde begrenzingen en beperkingen
opgelegd – Hij heeft er geen twijfel over laten bestaan dat de mens een
aardbewoner zou zijn!
De grootste hindernis – de mens zélf
In de aardse
dampkring vindt de mens comfort, ja zelfs luxe. Hier heeft hij beschutting
tegen de bekende gevaren van het heelal – kosmische straling, meteorieten,
hitte, kou en vele andere, nog onbekende gevaren.
Hoewel het als iets
vanzelfsprekend wordt aangenomen, bevindt het voedsel dat de mens
consumeert, het water dat hij drinkt en de lucht die hij op de aarde
inademt, zich in een volmaakt evenwicht. De zwaartekracht houdt hem vast en
geeft hem oriëntatievermogen, zonder welke hij spoedig zijn fysieke en zelfs
geestelijk evenwicht zou verliezen. Het heelal is echter een vijandige en
vernietigende omgeving voor het leven dat wij als iets vanzelfsprekend
accepteren.
Ja, de grootste
hindernis voor ruimtevluchten is de mens zelf. Hij bestaat uit vlees, bloed
en botten, samengesteld uit elementen van aardse materie. Hij is uitermate
broos tegenover de huiveringwekkende obstakels die hem op langdurige
ruimtevluchten zullen opwachten. Indien de mens het heelal wil veroveren zal
hij een manier moeten weten te vinden om steeds een stuk aardse omgeving mee
te nemen, wáár hij ook heengaat.
Hoe opzienbarend
het ook mag schijnen, God heeft beslist dat Hij de mens niet zal
toestaan de ruimte te regeren in zijn tegenwoordige vleselijke en
Godverloochenende conditie.
En ’beheerst’
de mens het wereldruim nu werkelijk, doordat hij in staat is er voor
korte tijd in door te dringen? Beheerst hij de Mount Everest? Toegegeven,
hij heeft hem beklommen, maar onweer, lawines en aardbevingen
geselen zijn flanken nog steeds, net zoals dat het duizend jaar geleden
deed!
Men heeft het
heelal wel eens vergeleken met een kubieke millimeter water, dat in
dampvorm gelijkmatig over 10 miljard kubieke kilometer ruimte
verdeeld is. Ieder microscopisch klein dampdeeltje stelt naar verhouding de
grootte van de kolossale superreuzen voor, de sterren die oneindig veel
groter zijn dan onze zon – en de bijna onbeperkte ruimte ertussen zou dan de
ware afstand van de ene ster tot de andere voorstellen.
De ruimte veroveren? Belachelijk gewoon!
Nee, de mens zal
nooit het heelal beheersen, maar hij kan er wel in doordringen.
Alleen al het feit
van de voortdurend nieuwe ontdekkingen die op het gebied van de wetenschap
gemaakt worden, is een ernstige, profetische waarschuwing dat het eind
van de menselijke beschaving en zelfbestuur op deze aarde snel naderbij
komt.
Wie zal dan het heelal
regeren?
God heeft beslist
in Psalmen 115:16: „De hemel is de hemel van de Heer, maar de aarde
heeft Hij de mensenkinderen gegeven” (Psalmen 115:16).
Hoeveel macht heeft
de Schepper en Heerser van het Universum aan de mens gegeven? Hij openbaart
dat in het allereerste hoofdstuk van zijn Leerboek voor de mensheid:
Genesis 1:28:
„Heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al
het gedierte, dat op de aarde kruipt.” Aan de mens is de heerschappij over
de aarde gegeven. Daarbij hoort ook een kring rond de aarde. Op grote
hoogte wordt de lucht ’dunner’ en het zuurstofgehalte wordt dan minder.
Tenslotte loopt de concentratie van de aanwezige elementen naar het nulpunt
– de kosmische ruimte begint.
Precies zoals het
de mens vrijstaat, de zee te onderzoeken, mag hij ook het luchtruim voor
zich opeisen. Het is vanuit een bijbels standpunt gezien, ook niet verkeerd
om het luchtruim van de aarde voor luchtverkeer te gebruiken. Aan dit feit
doen de vliegtuigongelukken niets af, die in werkelijkheid veel minder
slachtoffers eisen dan het wegverkeer. Verzekeringsmaatschappijen bevestigen
zelfs, dat de meeste ongelukken in de ’veiligheid’ van het huis,
bijvoorbeeld de badkamer, gebeuren.
God heeft de mens
voor het tegenwoordige, sterfelijke leven, de aarde gegeven.
Hij heeft bepaald
dat de hemelen aan Hem toebehoren! God heeft daar het bordje ’gereserveerd’
geplaatst: het is daar ’verboden toegang’ voor de mens!
Maar waarom bestaan
de hemelen dan? Waarom bestaan er dan sterren die zich zo ver in de
oneindige ruimte van het heelal bevinden, dat zelfs door de sterkste
telescopen gezien, ze nog maar vage stipjes lijken? En hoeveel kunnen we
helemaal niet zien?
Zij hebben toch
zeker niets met de atmosfeer van de aarde te maken! Zij hebben, als zodanig,
toch geen directe invloed op het leven hier op aarde! Alleen ons
eigen zonnestelsel heeft enige invloed op de mens.
Hebben deze
scheppingen dan enig doel?
Beroemde geleerden
zeggen dat wij het werkelijke doel van het leven niet zullen kunnen
doorgronden. Arme, onwetende geleerden! Zij zouden het kunnen weten –
als zij de enige bron van alle fundamentele kennis niet hadden verworpen!
Die bron is uw
Bijbel! God openbaart, dat hier beneden een Plan wordt uitgevoerd. Hij
is de absolute Heerser, die vanuit zijn troon in het onmetelijke heelal over
het gehele universum regeert!
God heeft een
doel met het bestaan van alle dingen, ook met het wereldruim.
De werkelijke
reden van ons bestaan, en onze uiteindelijke toekomst, is zo
fantastisch – zo ontzagwekkend – zo overweldigend, dat het ons
voorstellingsvermogen te boven gaat!
God reproduceert
zich zelf! De mens werd geschapen om een zoon van God te worden!
Jezus Christus,
Gods eerstgeboren zoon is „de eerstgeborene . . . onder vele
broederen”! (Romeinen 8:29).
Sterfelijke,
menselijke wezens moeten, na een totaal en innig berouw, en door de
doop in het water voor de vergeving van hun zonden, en het ontvangen van
Gods heilige geest, een leven van opgroeien in de genade en kennis van God
gaan leiden, dagelijks zich zelf overwinnen door de kracht van Gods Geest
in hen, om dan tenslotte uit God geboren te worden! Jezus zei: „u
moet wederom geboren worden”. Hoezeer hebben de mensen deze
wonderbaarlijke uitspraak misverstaan!
God is een
gezin. Jezus sprak over een gezinsbetrekking tussen de mens en de
Vader. De Gemeente wordt vergeleken met de bruid van Christus, en bij
andere gelegenheden, met de „moeder van ons allen”.
Uw Bijbel openbaart
de opzienbarende, glorierijke waarheid, dat de mens als het resultaat van
het Plan, dat de Almachtige God hier op aarde uitwerkt, in Gods Gezin kan
worden opgenomen! Nu is nog geen mens ’wedergeboren’ behalve Jezus Christus.
Hij is opgestaan uit de dood als een geestelijk wezen, als de eerstgeboren
zoon van God de Vader. Weinigen weten dat het ontvangen van Gods geest een
verwekking is, maar nog geen ’wedergeboorte’. Ook een mens wordt eerst
fysiek verwekt en daarna fysiek geboren. Een christen is geestelijk verwekt
en ziet uit naar de geestelijk geboorte in Gods Gezin.
Denk dat eens in!
Dat betekent dat
men, na eerst geboren te zijn als fysiek mens, in Gods Gezin opnieuw
geboren wordt, dat men veranderen zal (in geest), en zodoende een lid
van de goddelijke Familie wordt!
De bestemming van de mens
Hoe zeer heeft de
mens zich laten misleiden wat betreft het eigenlijke doel en de ware zin van
zijn leven!
De ’christelijke’
godsdienst wordt verondersteld op de Bijbel te steunen – gegrond te zijn op
het meest verkochte Boek van de wereld. Toch zegt juist dit Boek dat
velen misleid zouden worden! Het zegt zelfs dat alle volken verleid
zouden worden!
Waarom begrijpen
belijdende ’christenen’ niet wat hun Bijbel over hun behoud zegt? Dat Boek
zegt dat Jezus „naar de geest” een Zoon van God werd door een opstanding uit
de dood. Het zegt dat Hij verheerlijkt werd – en nu niet langer uit fysieke
materie, maar uit geest bestaat. Het openbaart, dat Hij in deze
verheerlijkte vorm ogen heeft als een vuurvlam en een gezicht dat schijnt
als de zon.
Romeinen 1:3-4:
„Aangaande zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees,
naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard
Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here.”
Openbaring 1:13-16:
„En te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon, bekleed met een
tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten omgord met een gouden
gordel; en zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en
zijn ogen als een vuurvlam; en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in
een oven gloeiend gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren.
En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een
tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in
haar kracht.”
Het zegt dat echte
christenen, die door God verwekt zijn door het ontvangen van zijn geest,
evenals Christus van het menselijk niveau met een sterfelijk lichaam – tot
het onsterfelijke, goddelijke niveau verheven zullen worden, indien
Gods heilige geest in hen woont. En hij zegt dat zij niet Christus
toebehoren – geen echte christenen zijn – tenzij de geest
van God door hen ontvangen werd en in hen woont.
Romeinen 8:8-11:
„Zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. Gij daarentegen zijt
niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u
woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort
Hem niet toe. Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege
de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. En indien de
Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal
Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke
lichamen levend maken door zijn Geest, die in u woont.”
Verder zegt de
Bijbel dat als Gods geest (dat Gods goddelijke Leven zelf is,
Gods manier van denken, Gods Liefde en Kracht) hen leidt – als zij deze weg
van gehoorzaamheid aan Gods Wet volgen, dat zij reeds nu (verwekte)
zonen van God zijn. Zij zijn nu erfgenamen van God (verzen 16-17),
hebben nog niet geërfd, maar zij zullen (bij de opstanding) verheerlijkt
worden, net als Jezus Christus verheerlijkt is geworden.
Vers 14: „Want
allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.” Vers 16-17:
„Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Zijn wij nu
kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en
mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is
dat om ook te delen in zijn verheerlijking.”
Jezus Christus werd
verklaard een Zoon van God te zijn door een opstanding tot onsterfelijkheid.
Romeinen 1:4: „Naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de
doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here.”
Hij werd de
eerstgeborene van „vele broederen”. Romeinen 8:29: „Want die Hij tevoren
gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het
beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele
broederen.” En op het tijdstip van de opstanding van diegenen, die
werkelijk Christus toebehoren, zullen onze fysieke menselijke lichamen
van vlees en bloed veranderd worden en precies zo zijn als het
verheerlijkte, geestelijke lichaam van Christus. Filippenzen 3:20-21:
„Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here
Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam
veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt,
naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.”
Het Nieuwe
Testament staat vol van deze wonderlijke waarheid, die ook door het Oude
Testament bevestigd wordt. Hoe komt het dat de mensheid zo misleid is, dat
zij zo verblind is voor het werkelijke potentieel van de mens – zijn
werkelijke bestemming?
De mens is nu nog
niet in staat de ruimte te beheersen – zolang aan twee voorwaarden
niet voldaan zijn.
1) Hij moet
rechtschapen karakter ontwikkelen, door zich er op toe te leggen, steeds de
juiste keuze te doen. Hij moet zijn menselijke natuur leren te beheersen en
te regeren! De menselijke natuur is voornamelijk gericht op ijdelheid,
zelfzucht, begeerte, hebzucht, afgunst, haat en vijandschap tegenover God en
zijn gezag. Het brengt de mens alleen maar verdriet, lijden, oorlog, en
ellende. Deze ingeboren aard moet vervangen worden door goddelijke
eigenschappen, door een houding van nederigheid, levend geloof in God,
gepaard aan gehoorzaamheid aan Hem, uitgedrukt in liefde – uitgaande
interesse en medegevoel voor de naaste – het verlangen om te dienen, te
helpen en met anderen te delen, niet om te nemen en alleen maar aan
te denken, waardoor hij zichzelf en z'n medemens ongelukkig maakt. Zolang de
mens niet eerst geleerd heeft zichzelf te beheersen, is hij ook niet
bevoegd om de ruimte te beheersen!
2) Na gedurende
zijn fysieke leven hier op aarde zich zo in karaktervorming geoefend te
hebben, moet hij veranderd worden – veranderd van sterfelijk
tot onsterfelijk – van vlees en bloed tot onstoffelijke samenstelling. Hij
zal dan voor het in leven blijven niet meer van de zuurstof van de dampkring
afhankelijk zijn of voor zijn voortbestaan voedsel en water, van deze aarde
afkomstig, nodig hebben. Uitersten van hitte en kou zullen dan geen invloed
meer op hem hebben, maar hij zal eeuwig leven in zich zelf bezitten – hij
zal onder de opperheerschappij van de Vader en Jezus Christus een medelid
van het regerende rijk van God zijn en deel eraan hebben, de aarde en het
gehele oneindige universum te regeren.
Er bestaat een
groots, goddelijk Plan, dat hier beneden voltooid zal worden!
Ja, er is een reden
waarom er zich talloze sterren en nevelvlekken in het oneindige heelal
bevinden! Die hebben een doel evenals de mens zich voor een bepaald
doel hier op aarde bevindt.
En als dat
volbracht is, wanneer ieder mens tot de allerlaatste toe, de gelegenheid
heeft gehad om te kiezen welke weg hij wil gaan, wanneer God zijn
eigen familie met miljoenen en nog eens miljoenen heeft uitgebreid, dan
komt, zo zegt Paulus
in 1 Corinthiërs 15:24: „het einde [het
algehele einde van de menselijke levenswijze], wanneer Hij [Christus]
het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle
heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.”
Dán zal de
imponerende, donderende stem van de Machtige Schepper klinken, en zeggen
(Openbaring 21:5, 7), „Zie Ik maak alle dingen nieuw . . . Wie
overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn en
hij zal Mij een zoon zijn”.
Kunt u zich dit
voorstellen? Kunt u dit bevatten?
Kunt u het nu
begrijpen? God biedt u de heerschappij over de ruimte aan! – niet
door de beloften van de wetenschap, niet door ruimtevluchten, niet door
militaire, politieke of andere menselijke middelen – maar door de kracht
van God zelf, nadat u uit Hem geboren en zijn eigen zoon zult zijn
geworden!
Ja, de wedergeboren
(in geest geboren) zonen van God zullen onder de leiding van de Vader en
Jezus Christus voor alle eeuwigheid het Universum regeren! Wij zullen dan
niet meer stoffelijk zijn en uit materie bestaan – maar uit God
wedergeboren zijn als geestelijke wezens!
Laat u zich niet
beïnvloeden door de opwinding over de zwakke aardse pogingen van de mens,
die het heelal denkt te ’veroveren’. Die pogingen van de mens zijn niets
meer dan militaire en politieke plannen voor de uitbreiding van hun
macht – ver, ver verwijderd van de ware kennis.
Leer Gods Waarheid
kennen. Begin ermee om u op Gods manier voor te bereiden – zodat u meer
dan overwinnaars zult zijn! (Romeinen 8:37).
God wil dat u
het heelal zult beheersen! Maar we moeten eerst leren onszélf te regeren
op de manier zoals het Leerboek van de Schepper het u aantoont!
De mens is nu
nog niet geschikt het wereldruim te regeren! |