Voor literatuurlijst klik hier.

 

 

 

Misleiding –

„Kom zoals je bent”

 

 

 

Een veelgehoorde bewering van ’christelijke’ voorgangers en hun volgelingen is: „Jezus neemt je zoals je bent”. Dat is levensgevaarlijk, misleidend en vals. Hierdoor wordt een valse Jezus voorgespiegeld. Een valse ’heer’. Baäl betekent ook ’heer’. Deze afgod blijft in de ’christelijke wereld’ een dominante rol vervullen tot de komst van de ware Jezus.

Het christendom kent talloze stromingen, in tegenstelling tot het Huis van God. Met misleidende ’verlokkelijkheden’ worden sentimenten geprikkeld om ’zieltjes te winnen’, terwijl eveneens voor steeds meer mensen een almachtige Schepper geen realiteit is.

 

 

Waarom God voor de

meeste mensen geen realiteit is

 

Miljoenen mensen zeggen dat ze in God geloven – maar waarom lijkt Hij dan zover van hen af te zijn? Ze hebben over God gehoord, maar ze kennen God niet. Toch kunnen we God werkelijk leren kennen!

U bent misschien één van de vele mensen die zeggen: „O, ik geloof wel in God, maar Hij lijkt zo veraf – zo onwerkelijk”.

Waarom hebben mensen dat gevoel? Waarom zou God onwerkelijk moeten lijken – als een bijna onzichtbare schim – of als een vormeloos, ijl en ongrijpbaar iets?

 

 

De Bijbel is geen zweverig boek

 

Een lezeres van onze publicaties schreef: „Wij zijn het niet eens met een groot deel van wat u leert.” Welnu, dat is niets bijzonders. We schatten dat ongeveer 99,99 procent van alle mensen het niet eens was met een groot deel van wat wij leren toen zij voor het eerst deze publicaties lazen. Dat is ook precies de reden waarom u het moet lezen! Als wij u alleen maar zeiden wat u al denkt te weten en gelooft, dan hebben wij uw tijd verspild – wij zijn er dan in te kort geschoten u te geven wat voor u van nut is!

Ons doel is te informeren, uit te dagen, het denken te stimuleren, en hetgeen u gelooft na te gaan en te bewijzen.

Wij zeggen altijd: geloof niet wat wij – of anderen – zeggen omdát wij het zeggen. Maar lees zonder vooroordeel, controleer, verifieer, bewijs – en geloof vervolgens wat u als waar hebt bewézen gezien.

Maar deze mevrouw schreef nog meer.

„Het viel mij op dat volgens u de evangelieboodschap een educatieve boodschap is. Als dat zo is, dan is die niet voor ons en voor miljoenen en miljoenen andere mensen bestemd. En deze bewering is niet bijbels. De Bijbel werd niet geschreven om het verstand van de mens te informeren, maar om het hart van de mens te veranderen.”

Wat is dat nu? Onze bewering dat de evangelieboodschap een educatieve boodschap is is niet bijbels? Werd de Bijbel niet geschreven om het verstand te informeren?

Het is zeer belangrijk dat onze lezers inzien dat de Bijbel is geschreven om het verstand te informeren!

En dat het enige ware Evangelie een educatieve boodschap is.

Al te veel mensen zijn verleid tot het valse idee dat het evangelie een irrationeel, sentimenteel, zweverig bijgeloof is. Dit is de reden, meer dan enige andere, dat het hedendaagse onderwijs en ontwikkelde mensen de Bijbel, het ware Evangelie en het geloof in God totaal afwijzen!

Deze lezeres legde haar vinger precies op de zere plek van alle tragedies, droefheid, pijn en lijden, smart, armoede, onwetendheid, onreinheid, misdaad, uiteengevallen gezinnen, geweld en oorlogen van deze wereld!

De oorzaak van alle verdriet en ellende is verkeerd onderwijs en gebrek aan de kennis die uitsluitend kan worden ontvangen door de openbaring van de Schepper – in zijn Woord.

En waarom is dit zo!

Eenvoudig omdat de wereld het fundamentele leerboek van waar onderwijs – de Bijbel – heeft verworpen! De wereld is totaal verward. Evenals deze mevrouw realiseert de wereld zich niet wát de Bijbel is!

De Bijbel is het fundament van alle kennis – het ware uitgangspunt voor de verwerving van alle kennis die ontdekt kan worden. Het is het instructieboek van onze Schepper met noodzakelijke kennis die uit geen enkele andere bron kan worden geput.

Wat is de werkelijke stám van de boom der kennis?

Het is het doel van het bestaan van menselijk leven op aarde! Het is het kennen van de betekenis van het leven. Het is de echte waarden van de valse te kunnen onderscheiden. Het is te weten wat de weg naar vrede, geluk, overvloedig welzijn en eeuwig leven is – de weg naar wat fundamentalisten ’behoud’ noemen. Te weten wat ’behoud’ ís. Is het een bepaalde plaats – een geografische locatie? Is het een veranderde toestand? Is het een verandering van samenstelling – of iets anders? En hoe verkrijgen wij het? Is die kennis belangrijk? Onderwijst de Bijbel dit?

Is het rationeel? Is het zinvol?

Deze fundamentele, onontbeerlijke kennis treft men alleen in de Bijbel aan! Natuurlijk schijnt er een haast eindeloze hoeveelheid kennis die de mens kan bestuderen, ontdekken en verwerven zonder de Bijbel. God gaf de mens ogen om te zien, oren om te horen, handen om te tasten. God gaf de mens een verstand dat kan redeneren, voeten om zich te verplaatsen, handen die instrumenten kunnen ontwerpen en maken. Hij kan telescopen en microscopen maken. Hij kan laboratoria bouwen en inrichten, experimenten leiden. Hij kan reizen en onderzoeken.

Hij kan echter niet zelf ontdekken wát hij zelf is, of waaróm hij is. Is hij toevallig ontstaan, zonder intelligent ontwerp, door een doelloos proces dat evolutie wordt genoemd? Of werd hij geschapen en hier met een doel geplaatst? En wát is dan dat doel?

Waar onderwijs behoort ons de kunst van vreedzaam, gelukkig en succesvol leven bij te brengen. Maar onze scholen onderwijzen niet hoe men een gelukkig leven moet leiden! Niemand van de machthebbers, de geleerden, de leraren kent de weg naar vrede – hetzij in het gezin, tussen buren of tussen naties!

Waar onderwijs behoort te leren hoe men fysiek, mentaal, emotioneel en geestelijk volwassen moet worden. Maar geen school, geen universiteit op aarde, biedt aan jonge mensen dit volledige en complete en evenwichtige onderwijs.

En nu zegt deze mevrouw ons dat „de Bijbel niet werd geschreven om het verstand van de mens te informeren”, en dat het „niet bijbels” is te zeggen dat het Evangelie een educatieve boodschap is!

Deze foutieve veronderstelling is een van de hoofdoorzaken van alle kwalen van de wereld!

Waaróm? Hoe zit dat nu?

Eenvoudig omdat na de kruisiging van Christus al snel een „nieuwe religie” werd geïntroduceerd. Satan wil Gods plan met de mens vernietigen en hij is een meester in het verleiden en misleiden.

Dit zogenaamde „nieuwe evangelie” is níet het ware Evangelie dat door Jezus Christus aan de mensheid werd gebracht! Het is níet „het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is”. Toch denken miljoenen mensen dit! Judas 1:3-4: „Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de vermaning tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is. Want er zijn zekere mensen binnengeslopen (reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven) goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen.”

Zij denken en verkondigen dat het Evangelie een sentimentele, vage, zweverige emotie is, irrationeel en zonder verband met het verstand. Hierdoor veronderstellen talloze miljoenen mensen dat dit valse ’evangelie’ uit de Bijbel komt! Daarom nemen zij aan dat de Bijbel een onpraktisch boek is van een huilerige sentimentaliteit, volstrekt zonder relatie met rationele kennis.

Daarom is men de Bijbel gaan beschouwen als verouderd bijgeloof – een fabeltjesboek – of, in het geval van het Oude Testament, de geschriften van een oud geslacht van Joden die in hun onwetendheid naar een nationaal concept van een god zochten.

Zo hebben denkers zonder te denken en zonder te controleren om te zien wat de Bijbel is, of wat hij zegt, hem naar de schroothoop van achterhaald bijgeloof verwezen. De ’ontwikkelde’ mensen hebben hem het raam uitgeworpen, zonder onderzoek om hun bevooroordeelde mening te bewijzen.

En de volgelingen van dit dwaalchristendom denken dat „de Bijbel niet werd geschreven om het verstand van de mens te informeren, maar om het hart van de mens te veranderen”. Zij aanvaarden een schijnheilige sentimentaliteit waarin zij „voelen” dat zij geestelijk zijn en dat zij „behouden” zijn, waarbij zij hun verstand grotendeels afsluiten voor de rationele leer van de Bijbel.

Een zeer ’godsdienstige’ vrouw uit deze categorie riep eens in opperste verbazing uit: „Wat? U leest de Bijbel toch zeker niet om hem te begrijpen?”

„Maar natuurlijk!”, was het antwoord van een nuchtere volgeling van Jezus. „Leest u de Bijbel dan nooit?”

„Jazeker! Ik lees hem iedere dag”, zei zij op vrome toon.

„Nu dan, bedoelt u dat u hem leest, maar dat u hem niet tot u laat spreken – haalt u geen enkele betekenis uit wat u leest?”

„Maar wij hoeven de Bijbel niet te begrijpen”, hield zij vol. Zoals zovelen dacht zij dat de Bijbel niet was geschreven om het verstand van de mens te informeren.

„Maar waaróm leest u hem dan”, werd haar gevraagd.

„Welnu, om geïnspireerd te worden”, antwoordde zij.

Ontzettend veel mensen zijn tot dit valse idee verleid. Geen wonder dat de wetenschapsmensen en onderwijskundigen van deze wereld aannemen dat de Bijbel niets rationeels bevat, maar slechts zinloos, sentimenteel bijgeloof dat volstrekt irrationeel is!

Welnu, laten wij er eens wat in lezen! Het zal uw verstand niet besmetten!

Aan de van geboorte heidense Thessalonicenzen schreef Paulus in 1 Thessalonicen 4:13: „Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen.”

Werd dit geschreven om het verstand van de mens te informeren – om onwetendheid te voorkomen? Omdat de meeste mensen vandaag een schijnheilig bijgeloof aanhangen in plaats van de boodschap van de Bijbel, begrijpen zij dit niet! Deze mevrouw zegt: „De Bijbel werd niet geschreven om het verstand te informeren, maar om het hart van de mens te veranderen.” Als de Bijbel is geschreven om het hart van de mens te veranderen (en dat is inderdaad waar!) dan moeten zij die dat beweren, zeggen hoe hij het hart van de mens kan veranderen, als hij door het verstand niet wordt begrepen?

Wat bedoelt de Bijbel eigenlijk wanneer hij over het ’hart’ van de mens spreekt? Het woord ’hart’ in deze zin gebruikt, betekent de denkwijze!

De Bijbel zegt in Jeremia 17:9: „Arglistig is het hart boven alles, ja verderfelijk is het.” Dit is geen verwijzing naar het orgaan in de borst van de mens dat bloed pompt. Hier wordt verwezen naar de natuur van de mens – zijn verstandelijke of geestelijke instelling. Er wordt verwezen naar zijn natuurlijke karakter!

Maar hoe gaat God nu te werk bij het veranderen van deze arglistige, verderfelijke natuur – dit „hart” – deze instelling van het verstand?

Uitsluitend de heilige geest van God kan dit bewerkstelligen. En hoe ontvangt iemand Gods geest?

Waarmee begon Jezus zijn evangelieverkondiging en zijn onderwijs? Markus 1:1: „Begin van het Evangelie van Jezus Christus.” Vers 14-15: „En nadat Johannes was overgeleverd, ging Jezus naar Galilea om het evangelie Gods te prediken, en Hij zeide: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie.” Aan twee voorwaarden, zei Hij, moeten wij voldoen: ons bekeren en geloven!

Op de grote Pinksterdag, toen Petrus Gods heilige geest had ontvangen, legde hij de weg naar behoud uit. Handelingen 2:38: „Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.”

Opnieuw dezelfde leer. Twee voorwaarden: bekeert u en gelooft. Zich laten dopen is de uiterlijke ceremonie van het innerlijke geloof. Voorbeeld: De Ethiopische hoge ambtenaar zei tegen Filippus in Handelingen 8:36-37: „Zie, daar is water, wat is ertegen, dat ik gedoopt word? En hij [Filippus] zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd.”

Inderdaad, twee voorwaarden. Daaraan moeten wij voldoen.

Maar hoe bekeert iemand zich? Wat betekent het woord ’bekering’? Het betekent ’van gedachten veranderen’. 2 Corinthiërs 7:10: „Want de droefheid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil.” Dit gebeurt in en door het verstand!

Paulus was bezorgd over de gezindheid van het verstand. Hij zei in Filippenzen 2:5: „Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was.”

Op welke wijze gelooft iemand om behouden te worden? Iemand moet geloven met het verstand.

De laatste woorden van de brief van de apostel Petrus waren (2 Petrus 3:18): „Wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus.”

Wat is het fundament van kennis – het uitgangspunt voor wijsheid? Psalmen 111:10: „De vreze des Heren is het begin der wijsheid, een goed inzicht hebben allen die ze [zijn geboden] betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand.”

Sprekend over de geestelijke gaven, die God aan zijn verwekte kinderen schenkt, aan de erfgenamen van het behoud, luidt de instructie aan het verstand als volgt (1 Corinthiërs 12:1): „Ten aanzien van de uitingen des geestes, broeders, wil ik u niet onkundig laten.” Door Paulus zegt God dat Hij niet wil dat wij onkundig zijn, maar dat er begrip en kennis in ons verstand is!

Verder in vers 3: „Daarom maak ik u bekend.” En vers 4: „Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest.” Vers 8-9: „Want aan de één wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest; aan de één geloof door dezelfde Geest.”

De belangrijkste van alle geestelijke gaven die God zijn volk geeft zijn ten eerste wijsheid, ten tweede kennis, ten derde geloof. Deze worden alle in het verstand gegeven!

Jezus Christus zei dat wij daadwerkelijk moeten leven naar „ieder woord van God”, dat wil zeggen, ieder woord in de Bijbel (Mattheüs 4:4). Hoe zouden wij dat kunnen als wij niet Gods Woord tot ons verstand lieten spreken en ons er niet door lieten onderwijzen.

Ook de volgende instructie moeten wij goed in ons verstand prenten. 2 Timotheüs 2:15: „Maak er ernst mede u wél beproefd ten dienste van God te stellen, als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het woord der waarheid.”

Dit is een gebod! Men kan het Woord van God alleen met het verstand ernstig bestuderen!

God leert – ja, gebiedt! – dat de Bijbel moet worden bestudeerd, met het verstand. Hoe zouden wij anders Gods wil kunnen weten? Daarom lezen wij het volgende gebod in Efeziërs 5:17: „Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is.”

Wat een tragedie dat zo'n groot deel van deze wereld misleid is.

Miljoenen mensen zijn verleid tot een vals behoud, ingeënt met een geestelijk gif dat behoud en het Evangelie slechts te maken hebben met een schijnheilige, mentale verdoving waarbij het verstand voor Gods werkelijke waarheid wordt afgesloten en waardoor men een vals sentimenteel gevoel van vroomheid aanvaardt.

En anderzijds zijn miljoenen andere mensen verleid tot de veronderstelling dat dit weke, onpraktische, irrationele bijgeloof van deze belijdende maar misleide ’christenen’ de leer van de Bijbel vormt.

Deze miljoenen, die in hun ijdelheid als rationeel en ontwikkeld beschouwd wensen te worden – die zichzelf als denkers beschouwen – werpen daarom de Bijbel weg zonder enig onderzoek naar de inhoud ervan.

Zowel deze vrome zwevers als deze intellectuelen zijn misleid! In tegengestelde richtingen gaande, naar de tegengestelde uitersten van de waarheid, zijn zij op weg naar dezelfde uiteindelijke bestemming, tenzij hun verstand wordt geopend!

De Bijbel is de bron van waar rationalisme, van fundamentele waarheid. Tevens is het de ware bron van het enig ware Evangelie en behoud. Het is beslist het boek dat bijna niemand kent!

Wat is nu de Bijbel?

Het is het fundament van alle kennis – kennis die anderszins voor het verstand van de mens volkomen onbereikbaar is: de kennis van wát de mens is; van waaróm de mens is; van de werkelijke waarden; van de weg naar vrede, geluk, overvloedig welzijn, succes; van eeuwig leven.

Het is het fundament van alle kennis: wetenschappelijke, fysieke en geestelijke. Níet de som van kennis – verre van dat! Het is het uitgangspunt – de basis voor de juiste benadering van de verwerving van kennis die de mens wel in staat is te ontdekken.

De Bijbel bevat geschiedenis, profetie, wijsheid, geestelijke kennis, waarheid.

Niemand kan juist ontwikkeld zijn tenzij door de Bijbel. Niemand kan de weg naar eeuwig leven kennen, tenzij door wat de Bijbel bevat.

Nogmaals: de evangelieboodschap is een educatieve boodschap! Deze is rationeel! Zinvol! En ze is werkelijk!

Het hart staat niet los van het verstand, met het hart wordt ons verstand bedoeld, zoals ook het gevoel in ons verstand ligt.

Spreuken 23:12: „Richt uw hart op de vermaning en uw oor op woorden van verstand.”

Jeremia 3:15: „Ik zal u herders naar mijn hart geven, die u zullen weiden met kennis en verstand.”

Spreuken 22:17: „Neig uw oor en hoor de woorden der wijzen, richt uw hart op mijn kennis.”

Prediker 1:16: „Ik zeide bij mijzelf: Zie, ik ben groter en rijker in wijsheid geworden dan allen die voor mij over Jeruzalem geregeerd hebben, en mijn hart heeft in overvloed wijsheid en kennis opgedaan.”

Prediker 7:25: „Ik wendde mij en mijn hart was er op uit om kennis te verkrijgen, onderzoek te doen en een wijze slotsom te zoeken en om goddeloosheid als dwaasheid en onverstand als verdwaasdheid te leren verstaan.”

 

 

Geboren zonder kennis

 

Op het ogenblik dat we geboren worden, weten we niets van God. We wisten nietspunt! We werden wel geboren met een geest die in staat is kennis op te nemen, maar die nog geheel blanco was wat kennis betreft.

Wat we ook weten – of denken te weten – over God, is sinds onze geboorte in onze geest gekomen.

Hoe kwam er kennis in onze geest? Er zijn slechts vijf wegen waardoor kennis in de menselijke geest kan komen: door het gezicht, het gehoor, de smaak, de reuk en het gevoel.

Er zijn echter drie dimensies van kennis of bewustzijn: de buitenwereld, de binnenwereld en de ’bovenwereld’. Toch kan het gewone verstand van een sterfelijk mens slechts de eerste twee werelden bevatten. Baby's groeien op tot kinderen met alleen het besef van de buitenwereld en de binnenwereld.

Maar als kind wordt de mensen via de gehoorzin iets over God verteld. Ware kennis van God komt echter vanuit de derde dimensie – de bovenwereld. En de bovenwereld is geestelijk. God is een Geest. Geestelijke dingen kunnen niet gezien, gehoord, gevoeld, geproefd of geroken worden. Begrip van geestelijke dingen kan gewoon niet via de vijf zintuigen de menselijke geest binnenkomen. Daarom is het waarschijnlijk dat de volwassenen, die ons iets over God trachtten bij te brengen, niet het juiste inzicht en begrip hadden. En het spreekt dus vanzelf dat, wat voor kennis over God onze geest ook binnenkwam (door horen of zien), deze vaag, mistig en onwerkelijk is.

We konden God niet horen. We hadden geen werkelijk bewust contact met Hem. We vormden waarschijnlijk in onze geest een of andere denkbeeldige voorstelling van hoe we dachten dat Hij eruit moest zien – gebaseerd op wat ons was verteld of wat we misschien hadden gelezen. Maar we zagen of hoorden Hem niet we lazen of hoorden alleen maar iets over Hem!

En het beeld was onduidelijk, troebel, onscherp, ongrijpbaar. Is het een wonder dat Hij onwerkelijk scheen – dat Hij zo veraf leek?

Wat dus gewoonlijk aan een opgroeiend kind over God wordt verteld, is inderdaad meestal een zeer verdraaid beeld!

Iets horen vertellen over een persoon is niet hetzelfde als die persoon kennen!

God leren kennen is iets heel anders dan over Hem horen.

Wat weet nu de doorsnee volwassene over God? Ze zijn allemaal van de vroegste kinderjaren af begonnen met de kennis die ze ooit hebben gehoord of die hun ooit door ouders of anderen is verteld.

Meestal wordt aan kinderen helemaal niets over God verteld wanneer ze opgroeien. Het meest waarschijnlijke is evenwel dat hun het een en ander over God wordt verteld, voordat de ouders en andere volwassenen zelf maar iets over Hem in de Bijbel hebben gelezen. Bovendien is het zeer waarschijnlijk dat ze al iets hebben gelezen van wat anderen over Hem hebben geschreven, alvorens zelf in de Bijbel te lezen.

Wat weten wij dus? Wij weten alleen wat ons is verteld of meegedeeld door de buitenwereld. Zij weten alleen wat zij op hun beurt van andere verkeerd ingelichte en misleide mensen hadden bijeen vergaard. Niet van de bovenwereld – maar van de buitenwereld! Niet van God zelf, maar van de buitenwereld. En de Bijbel zegt dat de andere mensen tezamen een misleide wereld vormen!

En als iemand de Bijbel wél leest wanneer hij volwassen is, dan is zijn begrip van God zo stevig door andere mensen in zijn geest ingeplant, dat hij zich God op dezelfde wijze blijft voorstellen. Of moet toegeven dat hij de Bijbel gewoon niet kan begrijpen.

Welnu, het is dus geen wonder dat velen zeggen dat God hun onwerkelijk voorkomt! Ook zij die verklaren „in God te geloven”.

Zij zijn als Job. Jobs bron van kennis, vóór zijn persoonlijke confrontatie met God, was steeds de buitenwereld geweest – hij had over God gehoord door andere mensen. God was niet werkelijk voor hem, totdat hij persoonlijk contact met Hem had – totdat hij God werkelijk leerde kennen! Job 42:5: „Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu heeft mijn oog U aanschouwd.”

Er is een manier waarop we werkelijk, direct, persoonlijk contact met God tot stand kunnen brengen – als we dit nog niet hebben gedaan. Dan zal Hij een realiteit worden!

 

 

De persoon God geopenbaard

 

God heeft tot de terugkeer van Christus slechts een kleine gemeente. Geen grote kerken en geen verschillende kerken. Slechts één kleine kudde. Lukas 12:32: „Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.”

De zeer kleine groep ware christenen kent God en eveneens de levende Jezus Christus want zij lezen over Hem – niet hoe andere mensen Hem onjuist beschrijven – maar zoals Hij zichzelf in de Bijbel beschrijft.

Niemand kan de Bijbel werkelijk begrijpen, voordat hij contact met God (de Vader) heeft door Jezus Christus en voordat hij de heilige geest heeft ontvangen, waardoor hij als zijn kind wordt verwekt.

Dat vereist hetzelfde soort berouw waar Job doorheen moest gaan: een oprechte walging van ’het zelf’, een onvoorwaardelijke overgave om Hem en zijn wet te gehoorzamen en een waar geloof in Jezus Christus als persoonlijke Verlosser. Wanneer iemand tot oprecht berouw tegenover God en tot geloof in Jezus Christus is gekomen, en is gedoopt, dan geeft Hij aan hem of haar de kostbaarste gave van het hele universum: zijn heilige geest.

Zijn geest opent ons verstand voor geestelijk begrip. We kunnen dan de Bijbel begrijpen – stukje bij beetje, natuurlijk. De levende Christus begint in de Bijbel tegen ons te spreken. We gaan tegen Hem spreken – dikwijls, dagelijks, in zekere zin constant, in de geest. Wanneer we de Bijbel gaan bestuderen, is het alsof we luisteren naar de beste Vriend die we ooit hebben gekend! Interessant – inspirerend – onthullend! De Bijbel bestuderen en bidden, want, als we de Bijbel lezen, spreekt God tegen ons, maar wanneer we bidden, spreken wij tegen Hem! En zo kunnen we een gesprek met Hem voeren – door afwisselend te bidden en naar Hem te luisteren door zijn woorden te lezen. Dat is onbeschrijflijk versterkend en verfrissend. Hij onderwijst ons. We krijgen nieuwe kennisgeestelijke kennis. Kennis om bij te leven, kennis om in daden om te zetten, instructie die om actie vraagt, geboden om te gehoorzamen door ze te doen!

Terwijl Hij ons over zichzelf vertelt – terwijl Hij tegen ons spreekt, ons onderricht – terwijl wij tegen Hem spreken – leren wij Hem kennen! Hij wordt een realiteit!

Hij is niet langer ver weg! Hij is heel dichtbij – in de heilige geest, in precies dezelfde ruimte. Wij hebben God of Jezus Christus nooit op fysieke wijze gezien met onze fysieke ogen maar we ’zien’ met ons ’geestesoog’ ogen die fonkelen als een vuurvlam – zijn gezicht zo helder schijnend als de zon in volle kracht – zijn hoofd en haar wit als de schoonste, witste sneeuw. En alles rondom waar Hij zit glanst, glinstert in pracht en praal, terwijl bliksems flitsen. Openbaring 1:14: „Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam.” Vers 16: „Zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht.” Daniël 10:6: „Zijn lichaam was als turkoois, zijn gelaat schitterde gelijk de bliksem, zijn ogen waren als vurige fakkels, zijn armen en voeten glanzend van gepolijst koper, en het geluid van zijn woorden als het gedruis van een menigte.”

Zo wordt het voor ons mensen beschreven. Ongetwijfeld zullen we dit beter ’zien’ nadat we als erfgenamen zijn Koninkrijk zijn binnengegaan, geboren uit zijn geest, en dan ook zelf samengesteld uit geest – niet langer een sterfelijk mens, samengesteld uit vlees en bloed.

Waarom is God „zo veraf – zo onwerkelijk”? Omdat de mensen zo ver van Hem af zijn – zo dicht bij de fysieke materiële dingen en belangen van deze slechte wereld! Omdat zij voortdurend bezig zijn met het nastreven van fysieke doeleinden. Omdat zij geen tijd voor God hebben – geen interesse! Ze ontkennen het bestaan van de Schepper of maken hun eigen god.

Je leert de mensen met wie je hecht bevriend bent kennen door doorlopend contact met hen te hebben – door vaak met hen te spreken!

Zou de eeuwige God tegen de mensen zeggen dat Hij ze neemt zoals ze zijn?

De meesten zijn door hun zonden afgesneden van contact met God. Is het dan onmogelijk voor deze mensen om met Hem in contact te komen?

Helemaal niet! Maar het is niet gemakkelijk!

Waarom niet? Omdat je eerst berouw moet hebben – en dat is niet gemakkelijk. Alleen maar de woorden „ik walg van mezelf” betekent niet dat je dat ook werkelijk doet. Om werkelijk te bekennen dat je verkeerd bent geweest – dat je slecht bent – dat er veel niet goed in je is – dat je niet alleen verkeerd gedaan en gezondigd hebt, maar dat je verkeerd en zondig bént – dat is niet gemakkelijk.

’Het zelf’ moet sterven – en je menselijke natuur zal daar tot aan de dood tegen strijden. Een onvoorwaardelijke overgave aan God en zijn wet, aan zijn gezag over ons, aan zijn geboden, zijn onderwijzing, zijn levenswijze, die regelrecht indruist tegen de levenswijze van familie, vrienden en kennissen, is niet gemakkelijk.

’Het zelf’ binnenin je zal uitschreeuwen: „Maar wat zullen mijn vrienden – zij met wie ik een goede relatie heb – wel denken?” Je zult bereid moeten zijn om ze op te geven, want zij zullen jou waarschijnlijk in de steek laten, als je je aan God overgeeft, je leven door Hem in de goede richting laat sturen en een totaal ander leven volgens zijn onderricht gaat leiden!

Natuurlijk behoren we geen discussies te voeren over geloof, niet proberen anderen te bekeren. Een beschaafde en eerlijke houding is meer waard dan duizend woorden. We moeten geen ’lijden’ uitlokken om vroom te willen zijn. We moeten voorzichtig met onze relaties omgaan. Maar als ons serieus gevraagd wordt wat ons drijft, moeten we ons niet schamen.

1 Petrus 3:11-17: „Hij wijke af van het kwade en doe het goede, hij zoeke de vrede en jage die na, want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun smeking, maar het aangezicht des Heren is tegen hen, die het kwade doen. En wie zal u kwaad doen, als gij u beijvert voor het goede? Al moest gij lijden om de gerechtigheid, toch zijt gij zalig. Doch vreest niet voor hun dreiging, en laat u niet verschrikken. Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze, en met een goed geweten, opdat bij al het kwaad, dat men van u spreekt, zij die uw goede wandel in Christus smaden, beschaamd gemaakt worden. Want het is beter te lijden, indien de wil van God dit eist, goed doende dan kwaad doende.”

Lukas 9:26: „Want ieder, die zich voor Mij en voor mijn woorden zal schamen, voor hem zal de Zoon des mensen Zich schamen, wanneer Hij komt in zijn heerlijkheid en die van de Vader en de heilige engelen.”

We moeten bereid zijn om alles voor Hem op te geven. Verlangen we in die mate naar Hem? Verlangen we in voldoende mate naar het geluk van een werkelijk christelijk leven? En naar eeuwig leven in zijn Koninkrijk? Niet veel mensen kennen deze verlangens!

Dat is de reden waarom God geen realiteit voor hen is.

Natuurlijk zijn zij niet echt gelukkig. Maar zij zijn niet bereid om volgens de weg die geluk veroorzaakt te leven. Ze blijven liever proberen om het op een andere manier te verwerven. Dat zal hen echter nooit lukken. De hele mensheid heeft dat al 6000 jaar lang geprobeerd! Niemand is er ondanks dat ooit in geslaagd.

God kan een realiteit voor ons zijn – maar willen wij dat ook?

We hebben gezien dat er drie dimensies zijn. De meeste mensen zijn zich slechts bewust van de eerste twee! Ze zoeken plezier en geluk in de ’buitenwereld’ – in dingen, in mensen – in deze wereld! Er bestaan inderdaad enige tijdelijke sensaties, genoegens en pleziertjes. Zeker! Maar ze zijn nooit blijvend! En zeer zeker niet gericht op de komende miljarden jaren. En je betaalt er een te hoge prijs voor. Het zijn slechte koopjes. Natuurlijk geniet een ware christen ook van het leven. Die genoegens zijn gericht op een constructieve samenleving. Ze richten geen schade aan, maar verrijken het leven van henzelf en anderen.

Misschien verwachten ze het van de ’binnenwereld’. Dit is echter als het kijken in een uitgedroogde put. Er is daar niets wat die innerlijke dorst kan lessen.

Ze kunnen in contact komen met de bovenwereld! Als ze bereid zijn om de prijs te betalen. Velen vinden dat niet gemakkelijk. Het is echter wel de enige dimensie die voldoening schenkt – die de innerlijke leegte opvult – die de knagende honger van de ziel stilt – die de blik verruimt – die het verstand opent voor geestelijk begrip, het bevatten van geestelijke kennis, en voor het werkelijk begrijpen van de Bijbel – dit alles op een manier die overvloedig geluk in overstelpende hoeveelheid met zich meebrengt!

Het is de prijs die wij betalen ontelbaar keer waard. Jezus Christus betaalde de werkelijke prijs – de grote prijs. De prijs die wij betalen door ons aan Hem over te geven, is daarbij vergeleken niets.

Het is de beste koop ter wereld die we kunnen doen. De wereld biedt deze echter niet aan. God wel!

Er zijn twee richtingen die we in het leven kunnen opgaan. De meeste mensen gaan de richting van ’het zelf’ – ijdelheid! Luisteren naar hun ego. Het is de weg van zelfgerichtheid. Alles komt naar binnen. Naar ’het zelf’ toe. Nemen! Naar je toehalen! En zelf worden we hoe langer hoe onbeduidender.

De andere richting is de weg van Gods liefde. Liefde vervult zijn wet. Met liefde wordt liefderijke zorg voor de ander bedoeld! Het is, voor alles, gerichtheid op God. Het is liefde voor God in aanbidding, verering, geloof en gehoorzaamheid.

Het is, ten tweede, liefde voor de naaste – het liefhebben van anderen zoals jezelf.

Dat vergt veel liefde. Dat is de weg van de ’bovenwereld’: die weg maakt je horizon steeds breder. Als je die weg gaat, groei je en blijf je groeien! Je ontwikkelt! Je ontwikkelt Gods karakter! Je groeit in liefde – in geluk – in overvloedig welzijn! Het leven wordt overvloedig en vol vreugde!

Moeten wij die prijs betalen, want God neemt ons toch zoals we zijn? Niet dat het je geld kost; het is het opgeven van dingen waar je je hart op hebt gezet, maar die slecht voor je zijn. Het is het komen tot een nieuw besef van waarden – van waarden die betekenis hebben!

Iedereen kan dit leven gaan leiden – als men het maar diep genoeg verlangt.

Als God ons zou aanvaarden zoals we zijn, zouden we zelf nooit gelukkig worden en anderen nooit blijvend gelukkig kunnen maken. Berouw en bekering betekent veranderen, niet blijven zoals we zijn.

 

 

Hoe we kunnen overwinnen

 

Hoe kunnen we onze menselijke natuur overwinnen en beheersen? En al Gods geboden onderhouden?

De mens is het grootste struikelblok voor zichzelf. Er wordt niet zo veel strijd gevoerd tegen het ego dat van nature slechter is dan men wil toegeven. Toch bezorgt de natuur van de mens iedereen vele moeilijkheden.

 

 

Die lastige ’ik’

 

Sommige mensen denken ernstig na hoe zij ooit uiteindelijk behouden kunnen worden en eeuwig leven in het Koninkrijk van God beërven, met zo'n krachtige, schijnbaar onweerstaanbare, kwaadaardige macht in hen, die hen constant de andere kant uittrekt.

Wanneer God zegt in Openbaring 21:27 „En in haar [het Koninkrijk van God] zal niets onreins binnenkomen, en niemand, die gruwel en leugen doet”, dan lijkt het stellig onmogelijk dat iemand bij machte zou zijn te „overwinnen” en te „volharden tot het einde”.

Het antwoord is: GOD zal ons behouden! Maar niet zoals we zijn, zoals onze natuur ontwikkeld is.

We kunnen onszelf niet behouden. Wanneer we ons moeilijke, slechte karakter bekijken, zo menselijk en met zoveel fouten en zwakheden, zo door verleidingen van trots en door het vlees aangevochten, met al zijn beperkingen en tekortkomingen – en weten dat we, om ten slotte behouden te worden, moeten groeien in genade en Gods kennis; een rechtvaardig en heilig karakter moeten ontwikkelen; dit zelf moeten overwinnen, en verleidingen en zwakheden weerstaan; en dat we moeten volhouden tot het einde, door alle beproevingen, testen, tegenstand en ontmoediging heen – welnu, wanneer we het op deze manier bekijken, dan komt het ons volslagen hopeloos voor om te verwachten ooit behouden te worden.

Hoeveel mensen worden verleid om het op deze wijze te bekijken – om zich nutteloos en hulpeloos te gaan voelen – misschien om ontmoedigd te raken en het geloof te verliezen.

Ah, dat is het sleutelwoord – geloof!

Onze toestand is helemaal niet hopeloos!

 

 

Hoe we behouden zullen worden

 

Natuurlijk, wij kunnen onszelf niet behouden. Maar samen met God staat het vast – als we ons aan Hem overgeven en op Hem vertrouwen. We zullen behouden worden, niet door op eigen kracht te overwinnen en volmaakt karakter te ontwikkelen, maar door geloof in Gods kracht!

Maar juist op dit punt worden zeer veel mensen misleid door de fabeltjes van deze tijd. Mattheüs 15:14: „Indien een blinde een blinde leidt, zullen zij beiden in een put vallen.”

Aangezien wij onszelf niet kunnen behouden – we het slechte zelf niet kunnen beheersen – we niet altijd iedere verleiding kunnen weerstaan – we Gods heilige wet niet volmaakt kunnen onderhouden – en we, als het alleen van onszelf zou afhangen, de overwinning niet zouden behalen, niet zouden groeien in goddelijk karakter en niet tot het einde zouden volhouden – is de valse leer ontstaan dat Jezus dat allemaal voor ons heeft gedaandat wij ze niet meer behoeven te doen.

Miljoenen mensen vandaag geloven dat God de gerechtigheid van Jezus aan ons toerekent, dus ons voor rechtvaardig houdt, terwijl we dat niet zijn!

Er zou geen groter geestvernietigend bedrog van de duivel kunnen bestaan!

Nee, Jezus leefde geen goed leven voor u, in uw plaats! U bent niet vrijgesteld van het houden van Gods geboden; van het leiden van een rechtvaardig, heilig leven; u bent niet vrijgesteld van het overwinnen, van de groei in goddelijk karakter en van het volhouden ondanks alle tegenstand, vervolging, beproevingen en testen tot het einde. Wij moeten deze dingen doen teneinde behouden te worden!

Hierin ligt het grote mysterie!

Daar we deze dingen moeten doen om behouden te worden, maar daartoe volstrekt niet in staat zijn, is het menselijk om te concluderen dat God Jezus zond om het voor ons te doen, om ons zo van deze taak vrij te stellen, ofwel, om ontmoedigd te raken en in de verleiding te komen om het proberen op te geven.

Het juiste antwoord is de sleutel tot behoud.

 

 

Sleutel tot behoud

 

We kunnen onszelf niet behouden. God zal ons behouden!

Maar hoe?

Niet door ons te behouden in onze zonden – niet door zichzelf te misleiden en ons voor rechtvaardig te houden door ons Jezus' gerechtigheid toe te rekenen, terwijl wij onrechtvaardig blijven – maar door ons te redden van onze zonden, door ons zijn eigen geest te geven!

Gods geest geeft ons zijn kracht om het twistzieke ego te overwinnen; zijn liefde om zijn wet werkelijk te vervullen; zijn vrede om twist met vijanden te vermijden en ook haat en verbittering als reactie op hun onrechtvaardig handelen; zijn geduld om te volharden!

We kunnen onszelf niet behouden – God moet het doen!

Hij doet dit door ons te veranderen, door middel van zijn goddelijke, bovennatuurlijke kracht die in ons woont, van de personen die wij geweest zijn in personen met heilig, rechtvaardig karakter zoals Hij ons wenst! Hij doet dat door ons niet alleen onze vroegere zonden te vergeven, maar ook door ons te reinigen van de zonden, die we nu en in de toekomst begaan!

God kijkt niet naar onze hopeloze toestand – onze slechte karaktertrekken, onze zwakheden en onbekwaamheden – om vervolgens te zeggen: „Arme, hulpeloze mensen! Omdat zij niet in staat zijn om hun slechte aard te beheersen en te overwinnen; mijn wet te onderhouden; te volharden onder beproevingen, testen en verleidingen en een heilig karakter te ontwikkelen, zal Ik genadig zijn en het mijn Zoon voor hen laten doen en hen behouden precies zoals ze zijn, in al hun zonden”.

In plaats daarvan zond God, die al onze zwakheden kent – die deze menselijke natuur in ieder van ons kent en begrijpt – zijn Zoon in de wereld om zijn boodschap aan ons bekend te maken, dat wij ons leven onder Gods regering moeten stellen – dat we berouw moeten hebben en ons moeten afkeren van onze vleselijke onreinheid en trots van geest en hart.

Hij zond zijn Zoon in de wereld om evenals wij in alles verzocht te worden – als mens zoals wij – om te bewijzen dat een mens met de hulp van de geest van God zonder zonde kan leven – om een voorbeeld voor ons te zijn, opdat wij in zijn voetsporen zouden treden en eveneens zouden leven zonder te zondigen!

God zond zijn Zoon in de wereld om voor ons te sterven – niet om in onze plaats een goed leven te leiden, maar om in onze plaats de straf voor onze zonden te ondergaan – opdat wij met God verzoend zouden kunnen worden, en zijn heilige geest zouden kunnen ontvangen, om zo als zijn zonen te worden verwekt; zo kan God ons door middel van de kracht van zijn geest veranderen van sterfelijke zondaren in onsterfelijke, heilige zonen van God!

 

 

„Kom zoals u bent”

 

Sommige hotels en restaurants plaatsen ter wille van toeristen die oude kleren aan kunnen hebben en vuil kunnen zijn van het reizen, een bord met het opschrift: „Kom zoals u bent!”

Een favoriete frase die de populaire denominaties in opwekkings- of evangelische bijeenkomsten laten klinken om de mensen uit te nodigen naar voren te komen is: „De heer aanvaardt je zoals je bent”.

Maar laat u niet misleiden, God zal u niet ontvangen gewoon zoals u bent! U kunt niet aan zijn onberispelijke, heilige tafel aanzitten met verfomfaaide, vuile kleren en vieze handen, die symbolisch de zondige staat van de mens voorstellen.

Nee, u moet eerst gewassen worden in het bloed van het Lam, Jezus Christus – en voordat Jezus, als uw Verlosser en als Middelaar tussen God en u, het vuil van uw zonden kan afwassen, moet u eerst berouw hebben van het overtreden van Gods heilige wet, hetgeen inhoudt dat het u zozeer spijt, dat u uw weg en de weg van de wereld verlaat en u omkeert om een leven in gehoorzaamheid aan Gods wetten en wegen te gaan leiden.

Natuurlijk zult u naar Christus moeten komen zoals u bent om u te laten reinigen van de onreinheid van het leven dat achter u ligt – maar wel tegelijkertijd met de bekentenis van uw onreine, zondige staat en met de vraag aan Hem om u te reinigen en te wassen in zijn bloed, daar u uzelf niet kunt reinigen – opdat Hij u schoon en zuiver en geestelijk rein aan zijn Vader kan voorstellen, en opdat u de kracht van God kunt ontvangen, die u in staat stelt om te overwinnen, Gods wet te onderhouden en te leven zoals zijn zonen behoren te leven!

 

 

Het ontvangen van Gods kracht

 

Jezus liet door zijn leven zien dat wij, indien we ons in geloof voor de nodige kracht op God verlaten, de weg van Gods wil kunnen gaan, zoals die in zijn geestelijke wet tot uitdrukking komt. Zelfs Jezus zei in Johannes 14:10 dat Hij uit zichzelf niets kon doen – „de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken”, zei Hij. En in vers 12: „Wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen.” En ook in Johannes 5:30: „Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet mijn wil, doch de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.”

En zo gebeurt het dat iemand die oprecht berouw heeft en God gelooft (vertrouwt), denkt aan zijn eigen zwakheden, fouten en beperkingen, het volgende antwoord sterk en krachtig in zijn gedachten komt: „God zal mij niet laten vallen! Hij mag me nog meer straffen om me te verootmoedigen, te onderwijzen en rechtvaardig te maken, maar Hij zal me niet laten falen – Hij zal mij zijn eigen gerechtigheid verlenen door deze in te planten in mijn leven totdat ik, door zijn kracht die mij opstuwt, werkelijk zelf in gerechtigheid leef – voor eeuwig!”

En die troostvolle en duidelijke zekerheid van het uiteindelijke resultaat, die gebaseerd is op Gods eigen onverbrekelijke beloften, zal zijn hart verwarmen. Zijn geloof biedt hem zekerheid en dat is vertrouwen op God, op zijn beloften. Geen menselijk geloof – we zullen wel zien – nee goddelijk geloof en dat is absolute zekerheid. Dat schept vreugde.

Judas 1:24: „Hem nu, die u voor struikelen kan behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde.”

2 Petrus 1:10: „Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen; want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen.”

 

 

Gods wet van liefde:

de basis van waar christendom

 

Als Christus voor ons heeft betaald met zijn leven en wij doen een beroep op dat offer, zodat wij bevrijd zijn van de doodstraf, mogen we niet blijven zoals we waren. God roept ons niet in zijn Gezin met de frase „kom zoals je bent”, maar met de woorden: „Verander, dan ben je welkom”. We moeten worden zoals Christus. Efeziërs 5:1: „Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen.” 1 Thessalonicen 1:6: „En gij zijt navolgers geworden van ons en van de Here en gij hebt het woord onder zware verdrukking met blijdschap des Heiligen Geestes aangenomen.”

Als wij navolgers van Christus willen zijn, moeten we weten wat Hij deed. 1 Petrus 2:21-22: „Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden; die geen zonde gedaan heeft.”

Christus zondigde niet en heeft ons daarmee een voorbeeld nagelaten, zegt Petrus. Maar de meeste mensen weten niet wat zonde is. Ieder mens heeft zo zijn eigen interpretatie en opvatting. Wel, de Bijbel geeft de definitie van God en die staat in 1 Johannes 3:4: „Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid” (NBG-vertaling). De Nieuwe Bijbelvertaling: „Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden”. Zonde is wetteloosheid, zonder Gods wet leven; zonde is wetsovertreding.

Als wij navolgers van Christus willen zijn, moeten we leven volgens Gods wetten. „Vanzelfsprekend”, zal een trouwe volgeling van Christus zeggen, „want Gods geboden zijn geboden van liefde, ware goddelijk liefde voor God en onze naaste. Johannes 15:10: „Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde.”

1 Johannes 5:3: „Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar.”

Romeinen 13:10: „De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet.”

Valse religieuze leiders verkondigen dat de wet is afgedaan. Mattheüs 24:11-13: „En vele valse profeten zullen opstaan en velen zullen zij verleiden. En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de meesten verkillen. Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.”

Bijbelstudie is een van de middelen waardoor christenen dagelijks worden vernieuwd. 2 Corinthiërs 4:16: „Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd.” Laten we ons daarom verder opfrissen met de kostbare waarheid van Gods Woord!

Tijdens zijn ambt op aarde onderwees Jezus Christus, naast de prediking van het goede nieuws over de komst van de regering van God, gehoorzaamheid aan God. „Bekeert u en gelooft het evangelie” was de essentie van Jezus' boodschap (Markus 1:15).

In hetzelfde vers zegt Hij dat het Koninkrijk van God zal komen. Dat is de essentie van het evangelie. In dat Koninkrijk is het eeuwige leven. Als we nu in ons fysieke leven niet leren om gehoorzaam te zijn aan Gods wetten, zullen we dat Koninkrijk niet kunnen binnengaan. Mattheüs 19:17: „Indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden.”

Iedereen weet dat, als wij een voorwerp loslaten, het niet in de ruimte zal wegdrijven, omdat de fysieke wet van de zwaartekracht altijd op dezelfde manier werkt.

Er zijn andere wetten die even zeker als die van de zwaartekracht zijn, en die, als men zich eraan houdt, tot een gelukkig, interessant en bevredigend leven zullen leiden.

Jezus Christus kwam naar de aarde om ons te leren hoe Gods wet van liefde moet worden toegepast om een gelukkig en overvloedig leven te kunnen leiden. Johannes 10:10: „Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.” Tevens openbaarde Hij hoe wij opnieuw geboren leden van het over het universum heersende Gezin van God kunnen worden!

Het is van vitaal belang dat wij van de wet van God de ware intentie en het ware doel begrijpen. De Bijbel toont ons op welke wijze de wet de grondslag van waar christendom is.

Hoe omschrijft de Bijbel de aard en het karakter van God? 1 Johannes 4:16: „En wij hebben de liefde onderkend en geloofd, die God jegens ons heeft. God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem.” Hoe vatte Jezus de wet van God samen? Mattheüs 22:35-40: „Een van hen, een wetgeleerde, vroeg, om Hem te verzoeken: Meester, wat is het grote gebod in de wet? Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.”

Gods karakter kan worden samengevat door het woord liefde. Gods liefde is een onbaatzuchtige bezorgdheid voor anderen. Het is de levenswijze van geven, dienen, helpen, delen.

Gods wet is de weg van Gods liefde. De wet karakteriseert Gods levenswijze, de levenswijze die de twee leden van het Goddelijke Gezin altijd hebben gevolgd. God de Vader en God de Zoon leven in volmaakte harmonie samen. De Vader is het hoofd van het heilige Gezin van God en Jezus Christus doet precies wat de Vader Hem zegt te doen. Johannes 8:28-29: „Jezus dan zeide: Wanneer gij de Zoon des mensen verhoogd hebt, zult gij inzien, dat Ik het ben en niets uit Mijzelf doe, doch dat Ik dit spreek, gelijk de Vader Mij geleerd heeft. En die Mij gezonden heeft, is met Mij. Hij heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd wat Hem behaagt.” Johannes 10:30: „Ik en de Vader zijn één.”

Deze twee goddelijke wezens volgden de weg van liefde reeds voordat zij engelen schiepen en voordat zij de materie schiepen. Gods weg van liefde leidt altijd naar vreugde, vrede, geluk en grote voldoening.

Gods wet van liefde regelt ook het gedrag van alle engelen jegens elkaar en jegens hun Schepper. Maar ook voor de engelen geldt: het overtreden van Gods wetten leidt tot schade, chaos en liefdeloosheid. Lucifer, de machtige en schitterende aartsengel die God aan het hoofd van een derde deel van alle engelen had geplaatst kwam tegen God in opstand! Sindsdien wordt hij Satan genoemd, dat betekent tegenstander. Hij heeft de mensheid verleid tot de weg van nemen. Met de vrije wil kan de mens kiezen voor Satans weg van nemen of voor Gods weg van geven.

We hebben de bijbelse definitie van zonde gelezen in 1 Johannes 3:4: „Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.”

Staat er duidelijk in de Bijbel dat Lucifer en zijn engelen zondigden? Ezechiël 28:14-16: „Gij waart een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels; Ik had u een plaats gegeven: gij waart op de heilige berg der goden, wandelend te midden van vlammende stenen. Onberispelijk waart gij in uw wandel, vanaf de dag dat gij geschapen werdt totdat er onrecht in u werd gevonden: door uw uitgebreide handel zijt gij vervuld geraakt met geweldenarij en kwaamt gij tot zonde. Van de berg der goden verbande Ik u en deed u weg, gij beschuttende cherub, van tussen de vlammende stenen.” 2 Petrus 2:4: „Want indien God engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar hen, door hen in de afgrond te werpen, aan krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren.”

Zonde is de schending van Gods wet van liefde. Het is het tegengestelde van vrede, samenwerking en harmonie, het tegengestelde van dienen en zorgzaamheid voor anderen.

In zijn Woord openbaart God dat Lucifer de eerste zondaar werd. Er kwam ijdelheid, wellust en hebzucht in hem op. Hij wilde over het gehele universum heersen. Daarom organiseerde hij zijn engelen tot een leger en ging daarmee naar de hemel in een poging God van al zijn gezag te beroven.

Lucifer en zijn engelen faalden daarin en werden naar de aarde geworpen.

Jesaja 14:12-14: „Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.”

Lukas 10:18: „En Hij zeide tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.”

Judas 1:6: „En dat Hij engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten, voor het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder donkerheid heeft bewaard gehouden.”

Lucifer, die nu Gods tegenstander was geworden, werd Satan en zijn engelen worden demonen genoemd. Zij zijn nog steeds actief bezig te pogen Gods plan te dwarsbomen en zo hebben Satan en zijn demonen de wereld misleid met betrekking tot de noodzaak Gods wet van liefde te volgen. Openbaring 12:9: „En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.”

Satan heeft de „gehele wereld” verleid, dat houdt in dat ook het ’christendom’, een wereldgodsdienst met twee miljard gelovigen, is misleid.

Alle tien punten van Gods grote wet zijn overzichtelijk voor ons in de Bijbel opgesomd in Exodus 20:1-17 en Deuteronomium 5:6-21. Hoe kunnen wij weten dat het er precies tien zijn? Exodus 34:28: „En hij [Mozes] was daar bij de HERE veertig dagen en veertig nachten, brood at hij niet en water dronk hij niet, en Hij schreef op de tafelen de woorden van het verbond, de Tien Woorden.” Deuteronomium 4:13: „En Hij maakte u het verbond bekend, dat Hij u gebood te houden, de Tien Woorden, en Hij schreef ze op twee stenen tafelen.”

Abraham is de vader der gelovigen. Romeinen 4:11: „En het teken der besnijdenis ontving hij als het zegel der gerechtigheid van dat geloof, dat hij in zijn onbesneden staat bezat. Zo kon hij een vader zijn van alle onbesneden gelovigen, opdat hun de gerechtigheid zou worden toegerekend.” Vers 16: „Daarom is het alles uit geloof, opdat het zou zijn naar genade, en dus de belofte zou gelden voor al het nageslacht, niet alleen voor wie uit de wet, maar ook voor wie uit het geloof van Abraham zijn, die de vader van ons allen is.”

Kende de patriarch Abraham – de vader der gelovigen – de wet van God en vond hij dat het belangrijk was die na te leven? Genesis 26:5: „Omdat Abraham naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden, mijn inzettingen en mijn wetten.” Welke houding had koning David – die door God een man naar zijn hart werd genoemd (Handelingen 13:22) – jegens gehoorzaamheid aan Gods wet? Lees heel Psalm 119 en in het bijzonder vers 97-100 en 105.

Psalmen 119:97-100: „Hoe lief heb ik uw wet! Zij is mijn overdenking de ganse dag. Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, want het is altoos bij mij. Ik ben verstandiger dan al mijn leermeesters, want uw getuigenissen zijn mij tot overdenking. Ik heb meer inzicht dan de ouden, want ik bewaar uw bevelen.” Vers 105: „Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.”

Zowel Abraham als David hielden de geboden. Zij hadden een diep respect voor de wet van God. Dit is één belangrijke reden waarom zij in de toekomstige regering van God op aarde een belangrijke positie zullen bekleden.

Kwam Jezus Christus om Gods wet af te schaffen? Mattheüs 5:17-19: „Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.”

Vanzelfsprekend hield Hij de Tien Geboden. Johannes 15:10: „Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde.”

Hij leerde anderen ze te houden. Mattheüs 19:16-19: „En zie, iemand kwam tot Hem en zeide: Meester, wat voor goed moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven? Hij zeide tot hem: Wat vraagt gij Mij naar het goede? Eén is de Goede. Maar indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden. Hij zeide tot Hem: Welke? Jezus zeide: Deze: Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, eer uw vader en uw moeder, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.”

Deze verzen in Mattheus 19 laten duidelijk zien dat Jezus specifiek naar de Tien Geboden verwees, ook al noemde Hij ze niet allemaal op.

Toont de Bijbel aan dat de Gemeente die door Jezus werd gebouwd gehoorzaamheid aan de Tien Geboden en andere richtlijnen van Jezus zou onderwijzen en zich er zelf ook aan zou houden?

Mattheüs 28:19-20: „Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.”

Openbaring 12:17: „En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben.”

In Openbaring 12 wordt de Gemeente van God door een vrouw gepersonifieerd.

Openbaring 14:12: „Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren.”

Gods Gemeente van vandaag herhaalt de woorden van David en onderhoudt Gods wet van liefde als de christelijke norm voor het leven.

De wet van God is heilig, rechtvaardig en goed. Romeinen 7:12: „Zo is dan de wet heilig, en ook het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.”

Gemoedsrust is een gevolg van het houden van Gods geboden. Psalmen 119:165: „Zij, die uw wet liefhebben, hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok.” God zegent degenen die Hem willen gehoorzamen. Deuteronomium 11:26-28: „Zie, ik houd u heden zegen en vloek voor: zegen, wanneer gij luistert naar de geboden van de HERE, uw God, die ik u heden opleg; maar vloek, indien gij naar de geboden van de HERE, uw God, niet luistert en afwijkt van de weg die ik u heden gebied, door het achterna lopen van andere goden, die gij niet gekend hebt.” Deuteronomium 30:9-10: „De HERE, uw God, zal u in overvloed het goede schenken bij al het werk uwer handen, in de vrucht van uw schoot, in de vrucht van uw vee, in de vrucht van uw bodem, want de HERE zal weer behagen in u hebben, u ten goede, zoals Hij behagen had in uw vaderen. wanneer gij naar de stem van de HERE, uw God, luistert door zijn geboden en inzettingen te onderhouden, die in dit wetboek geschreven staan; wanneer gij u tot de HERE, uw God, bekeert met geheel uw hart en met geheel uw ziel.” Psalmen 1:1-3: „Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; al wat hij onderneemt, gelukt.”

Iemand die Gods wet houdt heeft een zuiver geweten. Hij leeft in vrede met God, met zichzelf en met zijn naaste. Filippenzen 4:7: „En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.”

Gods wet werd gegeven voor het geluk van de mens en om hem naar een vredig en overvloedig leven, en, boven alles, naar het eeuwige leven te leiden. Maar door ongehoorzaamheid aan de heilige, rechtvaardige wet van onze Schepper is de wereld vol strijd, armoede, onwetendheid en lijden.

Zoals we gelezen hebben in Mattheüs 22:37-39 vatte Jezus de wet als volgt samen: „Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.”

Aangezien de basis van Gods karakter liefde is (1 Johannes 4:16), is de wet van God de uitdrukking van het karakter van God. Jezus liet zien dat de Tien Geboden in wezen een richtsnoer zijn dat ons leert hoe wij God moeten liefhebben. De eerste vier geboden tonen hoe wij God moeten liefhebben, en de laatste zes hoe wij onze naaste – ieder medemens – moeten liefhebben.

Als wij Gods geest ontvangen en gebruiken, zal de liefde van God die ons daardoor wordt verleend, ons in staat stellen Gods wet te „vervullen”, te gehoorzamen. Romeinen 5:5: „De hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is.” Romeinen 13:8-10: „Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet.”

Wat liefde is wordt niet aan de interpretatie van de individuele christen overgelaten. De heilige liefde van God, ons gegeven door zijn heilige geest, komt tot uitdrukking binnen de grenzen van Gods wet, de Tien Geboden. De geboden leiden door de heilige geest verwekte christenen in het uitdrukken van Gods liefde.

Daarom wordt de liefde tot God in de eerste plaats uitgedrukt in aanbidding en verering van God en in letterlijke gehoorzaamheid aan Hem, en vervolgens in onbaatzuchtige zorgzaamheid, medeleven, vriendelijkheid en dienstbetoon voor de medemens.

Schuilt er enige waarheid in het algemene geloof dat het hebben van liefde de noodzaak om Gods wet letterlijk te gehoorzamen tenietdoet? 1 Johannes 5:2-3: „Hieraan onderkennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en zijn geboden doen. Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar.”

Zij die menen dat ze Gods wetten niet letterlijk hoeven te houden omdat ze de liefde hebben, kennen God niet en wéten niet wat liefde is. Ze geloven in een afgod. Gods definitie van liefde – goddelijke liefde – ís het houden van Gods geboden. Zie ook de volgende verzen.

Johannes 14:15: „Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren.”

Johannes 15:9-10: „Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad; blijft in mijn liefde. Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde.”

2 Johannes 1:6: „En dit is de liefde, dat wij naar zijn geboden wandelen. Dit is het gebod, gelijk gij het van den beginne gehoord hebt, dat gij daarin moet wandelen.”

De auteurs van de Bijbel schreven niet op wat de opvatting van mensen was. 2 Timotheüs 3:16: „Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid.” De Nieuwe Bijbelvertaling: „Elke schrifttekst is door God geïnspireerd.” De apostel Johannes legde grote nadruk op Gods liefde. Maar niet één keer zei hij, of enige andere bijbelschrijver, met inbegrip van de apostel Paulus – die allemaal door God werden geïnspireerd – dat Gods liefde de wet van God afschaft, vervangt of vernietigt. Johannes, die een nauwe vriend, discipel en apostel van Jezus Christus was, maakte duidelijk dat iemand die werkelijk de liefde van God heeft, aan de geboden van God zal gehoorzamen.

Kan iemand zijn behoud verdienen door God te gehoorzamen? Romeinen 6:23: „Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.” Efeziërs 2:8-9: „Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme.”

Kan anderzijds iemand Gods glorierijke, universum-besturende Koninkrijk – het Gezin van God – als wetsovertreder binnengaan? Romeinen 6:23: „Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood.” 1 Corinthiërs 6:9-10: „Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.” Openbaring 21:8: „Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars, en alle leugenaars; hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood.” Mattheüs 7:21: „Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is.” Mattheüs 19:16-17: „En zie, iemand kwam tot Hem en zeide: Meester, wat voor goed moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven? Hij zeide tot hem: Wat vraagt gij Mij naar het goede? Eén is de Goede. Maar indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden.”

Eeuwig leven is klaarblijkelijk een gift van God, niet iets wat we door het houden van Gods wet kunnen verdienen. Met nog geen 10.000 levens waarin hij de Tien Geboden houdt kan iemand de onsterfelijkheid verdienen.

Evenmin echter kan iemand het eeuwige leven binnengaan als zondaar. 1 Johannes 3:4: „Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.” Romeinen 6:23: „Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood.” In Gods Gezin zal nimmer een opstandige persoon worden geboren. God zal geen onsterfelijkheid verlenen aan iemand die in Satans weg volhardt!

Het naleven van Gods wet van liefde – zijn levenswijze – stelt iemand in staat meer als God te worden, totdat hij ten slotte, bij de opstanding, in Gods geestelijke Gezin wordt geboren, in het bezit van de volheid van Gods heilige, rechtvaardige, liefdevolle karakter. 1 Johannes 3:9: „Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad Gods blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.”

Onze Verlosser stelde ondubbelzinnig dat christenen ernaar moeten streven met zijn hulp door middel van de heilige geest de Tien Geboden te onderhouden, erop vertrouwend dat Hij ten gunste van ons zijn offer zal laten gelden, wanneer wij tekortschieten en ons bekeren. 1 Johannes 1:7-9: „Indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”

Nee, Jezus neemt ons niet zoals we zijn, zoals in de ’christelijke’ wereld wordt beweerd. De mens is van nature slecht zegt God. Iemand die God wil toebehoren moet oprecht berouw hebben en zich bekeren. Bekeren betekent: de weg van Satan verlaten en de weg van God gaan. Dat is de tegengestelde richting.

Weldra breekt de tijd aan dat de hele wereld zal begrijpen en waarderen wat een ongelooflijke zegen de wet van God is. In de komende wereld van morgen zullen de mensen leren Gods wet van liefde na te leven. Jesaja 2:2-3: „En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des HEREN vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des HEREN, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des HEREN woord uit Jeruzalem.”

Een glorieuze wereld van vrede en harmonie zal daarvan het resultaat zijn!


Terug naar de Home Page