Voor literatuurlijst klik hier.
WEES POSITIEF
in een negatieve wereld
Miljoenen mensen worden beheerst door angsten
en zorgen.
Wat zijn onze eerste gedachten als we iemand voor het eerst
ontmoeten? Hoe reageren we? Wat laat bij ons de grootste indruk achter? Het
uiterlijk van de persoon? Of diens stem? Of zijn of haar kleding? En wat denken we als we
iemand al kennen? Wat komt het eerst in onze gedachten wanneer we hem of
haar zien? Zijn of haar fouten? Een misverstand dat we eens hebben gehad? Of
misschien een onrechtvaardigheid die ons door deze persoon is aangedaan? Of hebben we in het
algemeen aangename gedachten wanneer we iemand ontmoeten, hetzij een
oude kennis hetzij een vreemde? Wees eerlijk. Neem de
tijd om hier eens rustig over na te denken. En wat zijn onze eerste
gedachten als we 's morgens opstaan? Goede of slechte? Aangename of
onaangename? Worden we al gekweld door de diverse problemen waarmee we die
dag zullen worden geconfronteerd? Het zou ons niet vreemd
moeten zijn te vernemen dat ons welzijn voor een groot deel afhankelijk
is van onze houding, onze gemoedstoestand. Op een prachtige morgen
wandelde een bejaarde man in een park en groette lachend een student en zei:
„Wat een prachtige dag, hè?” Zonder aarzeling antwoordde de jonge man:
„Inderdaad, maar ze zeggen dat er in de loop van de dag veel smog komt!” Wat ontmoedigend! Maar
zo denken en redeneren we meestal. Overmeesterd door de vrees voor wat ons
te wachten staat, zijn we blind voor de schoonheid om ons heen. Wij denken
aan de smog die misschien later komt, in plaats van aan de zonneschijn waar
we op dit moment van zouden kunnen genieten.
Reken af met uw zorgen Jezus zei in Mattheüs
6:25-34: „Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of
over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan
het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des
hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en
toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? Wie van u
kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen? En wat zijt gij
bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: zij
arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn
heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Indien nu God het gras des
velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal
Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? Maakt u dan niet bezorgd,
zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen
wij ons kleden? Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit.
Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. Maar zoekt eerst Zijn
Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken
worden. Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van
morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen
kwaad.” „Zoekt eerst Zijn
Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken
worden.” Dát is het positieve perspectief van de mens. „Wat zijt gij bezorgd?”
vroeg Jezus in vers 28 aan zijn discipelen. Toch werd niemand met
meer moeilijkheden, eisen, gevaren en verantwoordelijkheden geconfronteerd
als Jezus Christus. Al als kind was Hij het
doelwit van een demonische koning. Mattheüs 2:13-16: „Toen zij weggetrokken
waren, zie, een engel des Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta
op, neem het kind [Jezus] en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf
aldaar, totdat Ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om
het kind om te brengen. Hij stond op en hij nam in de nacht het kind en zijn
moeder en week uit naar Egypte, en daar bleef hij tot de dood van Herodes,
opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft,
toen hij zeide: Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen. Toen Herodes zag, dat
hij door de wijzen misleid was, ontstak hij in hevige toorn en zond bevel om
in Betlehem en het gehele gebied daarvan al de jongens van twee jaar oud en
daar beneden om te brengen, in overeenstemming met de tijd, die hij bij de
wijzen had uitgevorst.” Als jongen moest Hij de
talloze verraderlijke valstrikken van de pubertijd vermijden. Lukas
beschrijft zijn wijsheid toen Jezus een jongen van twaalf was in Lukas
2:42-51 en schrijft vervolgens over zijn tienerjaren tot volwassenheid in
vers 52: „En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en
mensen.” Ook tijdens zijn prediking moest Hij er zorgvuldig voor waken iets
te zeggen of te prediken wat zijn vijanden een excuus zou geven om een eind
aan zijn werk te maken. Mattheüs 22:15: „Toen gingen de Farizeeën heen en
beraadslaagden, hoe zij Hem in een strikvraag konden vangen.” Toch waren
zijn woorden krachtig en gezaghebbend. Markus 1:22: „En zij stonden versteld
over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende, en niet als de
schriftgeleerden.” Nooit moest iemand zo'n
gevaarlijk smalle weg bewandelen als Jezus Christus. Aan het eind ervan
stierf Hij een marteldood, een duivelse, wrede terechtstelling, met daarbij
nog de bitterheid van vernedering, verraad en eenzaamheid. Toch leerde Hij zijn
discipelen zich geen zorgen te maken, zoals we gelezen hebben in Mattheüs
6:25-34. De schuldeloze Verlosser
van ons allen stierf ongetrouwd, kinderloos, veracht en van iedere
menselijke vertroosting verstoken. Dat Hij niet getrouwd was, wordt door
velen die zich christen noemen, niet begrepen. Hij wist hoe en wanneer Hij
gedood zou worden. Hij wilde geen jonge vrouw en kleine kinderen
achterlaten. Een gezin sticht je voor de toekomst. Wat voor inzicht bezat
Hij om zorgen het hoofd te bieden? Hoe kunnen wij de knagende, slopende
bezorgdheid, dit morbide pessimisme over de zorgen van dit leven overwinnen?
Lukas 21:34: „Ziet toe op uzelf, dat uw hart nimmer bezwaard worde door roes
en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud, en die dag niet plotseling
over u kome.” Welk inzicht bezat Jezus dat zijn discipelen ook verworven?
Immers, ook zij wisten uiteindelijk hun zorgen te overwinnen, iets wat ook
wij moeten doen. In Filippenzen 4:6
schreef Paulus aan de Gemeente: „Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij
alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij
God.” Hoe kunnen wij deze
woorden in ons leven vervuld zien? Iedereen moet problemen en beproevingen
doormaken, in het bijzonder bij onze pogingen ons los te maken van deze ten
dode opgeschreven wereld, een maatschappij die uitermate vindingrijk is in
het ontdekken van de zwakke plekken in onze christelijke wapenrusting. Hoe kunnen wij afrekenen
met onze zorgen? Waar is ons
vertrouwen? Houd steeds in gedachten
dat Jezus Christus, ons voorbeeld, de pionier van ons behoud, veel meer
moest doormaken dan wij ooit zullen hoeven doormaken. Hebreeën 2:10: „Want
het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele
zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden
heen zou volmaken.” Jesaja 53:3-4: „Hij was veracht en van mensen verlaten,
een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men
het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht.
Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen;
wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en
verdrukte.” Hebreeën 4:15: „Want wij
hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar
een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch
zonder te zondigen.” Dat is de reden waarom
wij de zienswijze van God zo hard nodig hebben! Boeken, therapieën en
medische adviezen kunnen ons slechts tot op zekere hoogte helpen. Want
fundamenteel is het leven van de mens zonder God tragisch en zinloos. Prediker 1:2: „IJdelheid
der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is
ijdelheid!” Prediker 8:7-8: „Niemand toch weet wat er geschieden zal, want
wie zal hem te kennen geven, hoe het gaan zal? Geen mens heeft macht over de
wind om hem tegen te houden; en niemand heeft macht over de dag des doods.” De grote mannen en
vrouwen van de Bijbel zagen de grootste problemen van het leven moedig onder
ogen. Zij schrokken er niet voor terug om de grote levensvragen aan de orde
te stellen, zij weken niet terug voor de werkelijkheid. In een tijdperk waarin
wij binnen niet meer dan 25 minuten met nucleaire vernietiging kunnen worden
geconfronteerd, hebben wij hun ervaringen als kracht en leiding nodig. Alleen Gods dienaren
hebben het antwoord op bezorgdheid. Alleen de Bijbel geeft duidelijke,
concrete antwoorden op de problemen die deze generatie tot wanhoop drijven.
Of het nu gaat om de dreiging van een atoomoorlog, de angst voor een examen,
gezondheidsproblemen, de confrontatie met familieleden over gevoelige
kwesties of zelfs het vinden van de kracht om hulp te zoeken voor ernstige
problemen – lees verder! Deze adviezen komen uit het Woord van God, de grond
waarop u uw leven moet bouwen. Johannes 17:17: „Heilig hen in uw waarheid;
uw woord is de waarheid.” Laten wij analyseren hoe
wij met bezorgdheid, vrees en angst moeten omgaan. Laten wij waarheden
hervinden die sommigen al gevonden hebben, maar laten wij ze in verband
brengen met het licht dat nooit faalt, de inspiratie van Gods Woord. Psalmen
119:92: „Ware uw wet niet mijn verlustiging geweest, dan was ik vergaan in
mijn ellende.” Vers 130: „Het openen van uw woorden verspreidt licht, het
geeft de onverstandigen inzicht.” Fundamentele feiten Deskundigen die mensen
helpen angst te overwinnen, vragen hen soms over de volgende drie dingen na
te denken: Ten eerste, stel uzelf
de vraag: „Wat is het ergste dat er kan gebeuren?” Ten tweede, „Kan ik zo
nodig het ergste mentaal aan?” Ten derde, „Is er een
manier om het ergste minder erg te maken?” Jezus Christus legde
deze test af in Gethsémané. Mattheüs 26:36-44: „Toen ging Jezus met hen naar
een plaats, genaamd Getsemane, en Hij zeide tot de discipelen: Zet u hier
neder, terwijl Ik heenga om daar te bidden. En Hij nam Petrus en de twee
zonen van Zebedeüs mede en Hij begon bedroefd en beangst te worden. Toen
zeide Hij tot hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe; blijft hier
en waakt met Mij. En Hij ging een weinig verder en Hij wierp Zich met het
aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is,
laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij
wilt. En Hij kwam bij zijn discipelen en vond hen slapende, en Hij zeide tot
Petrus: Waart gijlieden zo weinig bij machte een uur met Mij te waken? Waakt
en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het
vlees is zwak. Wederom, ten tweeden male, ging Hij heen en bad, zeggende:
Mijn Vader, indien deze beker niet kan voorbijgaan, tenzij dan dat Ik die
drinke, uw wil geschiede! En toen Hij terugkwam, vond Hij hen slapende, want
hun ogen waren bezwaard. En Hij liet hen daar en ging wederom heen en bad
ten derden male, opnieuw dezelfde woorden sprekende.” Hij had zelf de grimmige
profetieën over zijn eigen wrede dood laten opschrijven. De mentale druk om
te ontsnappen, om te vluchten en het werk achter te laten, was folterend.
Driemaal vroeg Hij zijn Vader in gebed of er voor de kruisiging geen
alternatief was. Lukas 22:44: „En Hij
werd dodelijk beangst en bad des te vuriger. En zijn zweet werd als
bloeddruppels, die op de aarde vielen.” Deze dodelijke angst
bestaat uit mentale druk, psychische foltering, het soort innerlijke
onbehagen dat wij voelen als wij slecht nieuws vernemen, met bedreigende
situaties worden geconfronteerd of uiterst moeilijke beslissingen moeten
nemen. Daarom betekent het Griekse woord voor dodelijke angst tevens
’strijd’ of ’worsteling’. Wanneer wij angstig of
bezorgd zijn, verstoren wij de natuurlijke harmonie en balans van onze
geest. Geen wonder dat wij innerlijke onrust en verwarring ervaren. Het
defensieve systeem van het lichaam reageert op deze worsteling in onze
geest. Daarom houdt niemand van
zorgen of angst. 1 Johannes 4:18: „Er is
in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want
de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de
liefde.” „De vrees houdt verband met straf.” Angst verdeelt de geest.
Sommige mensen zijn dan absoluut niet in staat te functioneren. Jezus
Christus zei: „Wees niet bezorgd” (Mattheüs 6:25). Wat deed Jezus zelf? Hij werd geconfronteerd
met het ergste, aanvaardde het en begon zich aan de nieuwe situatie aan te
passen – ook al betekende dat zijn eigen dood. De meeste van onze problemen
zijn lang zo ernstig niet, dus kunnen wij inspiratie uit zijn voorbeeld
putten. 1 Petrus 2:21: „Want
hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een
voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden.” Hebreeën 3:1: „Daarom,
heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op de
apostel en hogepriester onzer belijdenis, Jezus.” Vers 14: „Want wij hebben
deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot
het einde onverwrikt vasthouden.” Romeinen 8:17: „Zijn wij
nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en
mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is
dat om ook te delen in zijn verheerlijking.” 1 Corinthiërs 11:1:
„Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg.” De relatie tussen
lichaam en geest Het gevaar is nu dat,
als wij de problemen en beslissingen van het leven niet volgens deze methode
aanpakken, dat dan de straffen aan ons lichaam worden doorgegeven. Er treden
psychosomatische ziekteverschijnselen op: de geest legt haar zieke toestand
via het zenuwstelsel op aan het lichaam. Salomo stelde dit al
3000 jaar geleden vast. Spreuken 11:17: „Wie onbarmhartig is, kwelt zijn
eigen vlees.” Spreuken 14:30: „Een zachtmoedig hart is leven voor het vlees,
maar jaloersheid is vertering voor de beenderen.” Spreuken 17:22: „Een
vrolijk hart bevordert de genezing, maar een verslagen geest doet het
gebeente verdorren.” Dit is dus nog een reden
om niet te piekeren: het is de schade die het aan de gezondheid toebrengt
niet waard. Medici vertellen dat de
meeste ongewone, bizarre ziekteverschijnselen door emotionele problemen
kunnen worden veroorzaakt. Ze zeggen dat bij veel patiënten die klagen over
pijn in het achterhoofd, uitstralend naar de nek, die pijn wordt veroorzaakt
door emotionele spanning in deze spieren. Verder beweren ze dat meer dan 50
procent van de patiënten die klagen over een maagzweerachtige pijn, blijkt
geen maagzweer te hebben, maar lijdt slechts aan een emotionele spierpijn in
de maag. Artsen hebben ontdekt
dat de meeste door emoties opgeroepen ziekten niet worden veroorzaakt door
één grote, verschrikkelijke emotie of een reeks rampen, maar door de
monotone drup, de drup van schijnbaar onbelangrijke, maar stressrijke
emoties als angst en ontmoediging, kortom bezorgdheid! Helaas is het ook waar
dat artsen, die de medische ontwikkelingen onvoldoende volgen of snel
geneigd zijn tot een vooroordeel, bepaalde klachten snel in een
psychologisch vat gieten, waardoor de patiënt extra wordt gekweld. Als het ergste
gebeurt Maar wat als het ergste
gebeurt, zoals zo zelden het geval is? Wat als u een dodelijke ziekte blijkt
te hebben of in een situatie komt die u niet kunt verbeteren, maar die u
moet verdragen? Het antwoord is dat
dezelfde principes die op kleine zorgen van toepassing zijn, ook op grote
zorgen van toepassing zijn. Het recept is altijd hetzelfde: een
vertrouwende, positieve aanpak. 2 Timotheüs 1:7: „Want God heeft ons niet
gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van
bezonnenheid.” Hoe kunnen wij ons dit
eigen maken? Hoe kunnen wij leren om te gaan met onze angsten en zorgen, met
de grote teleurstellingen in het leven of het negativisme en de zinloosheid
die onze geest binnensijpelen door het contact met deze hopeloze wereld? Hier volgen een paar
punten die u kunnen helpen: 1. Dompel uw geest in
positieve emoties: vrede, moed, vreugde, vertrouwen. Dit zijn heilzame,
plezierige gevoelens. En het is niet slechts „de macht van positief denken”
– het zich op eigen kracht opwerken. Doorslaggevend is dat de heilige geest
van God, die ons na bekering en doop ter beschikking staat, positieve
menselijke gevoelens onmetelijk kan versterken. Galaten 5:22-23: „Maar de
vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid,
vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen
zodanige mensen is de wet niet.” In plaats van driftbuien
die onszelf en anderen uren- of zelfs dagenlang prikkelbaar, afwerend en
zelfrechtvaardigend maken, moeten wij leren vleselijke uitlatingen te
vervangen door de wijze, heilzamer instelling van Gods geest, de macht van
de ware liefde. 1 Corinthiërs 13:4-5: „De liefde is lankmoedig, de liefde is
goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet
opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt
niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.” Hoe zou u het vinden om
voor zo iemand te werken? Hoe zou u het vinden om zo'n zoon of dochter te
hebben? Wie zou niet graag zo'n collega of buurman hebben? Als u dat wenst, wees
dan zelf zo. Dit is tenslotte de gulden regel, en die werkt. Lukas 6:41:
„Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw
eigen oog bemerkt gij niet?” Hoeveel mensen passen
deze regel toe? Hoeveel mensen zijn werkelijk gelukkig? De beste bron van
positieve gevoelens is het Woord van God. Lees Psalm 119 en zie hoe David
God dankte en loofde voor zijn fantastische geschenk aan de mensheid, de
Bijbel. 2. Werk samen met het
onvermijdelijke en maak u niet druk om kleinigheden. Zelfs als u
ernstige zorgen hebt – een ernstige ziekte, bijvoorbeeld – biedt Gods Woord
hulp en hoop. Tenslotte werd het bebloede, verminkte lichaam van Jezus
Christus aanvaard als de prijs voor onze zonden. Jesaja 53:5: „Maar om onze
overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de
straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons
genezing geworden.” Geestelijke en fysieke genezing is mogelijk. Psalmen
103:2-3: „Loof de HERE, mijn ziel, en vergeet niet één van zijn weldaden;
die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw krankheden geneest.” Concentreer u op het
grote doel. Romeinen 8:18-19: „Want ik ben er zeker van, dat het lijden van
de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons
geopenbaard zal worden. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op
het openbaar worden der zonen Gods.” Vers 26: „En evenzo komt de Geest onze
zwakheid te hulp.” Vers 28: „Wij weten nu, dat God alle dingen doet
medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn
voornemen geroepenen zijn.” Eén reden waarom God
ziekte en gezondheidsproblemen laat bestaan is om ons eraan te herinneren
dat dit fysieke, vleselijke bestaan slechts
een tijdelijke fase in zijn
plan is. 1 Corinthiërs 15:50: „Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en
bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de
onvergankelijkheid niet.” Uiteindelijk zullen wij
worden opgenomen in een geestelijk gezin van goddelijke, onsterfelijke
wezens. Filippenzen 3:20-21: „Want wij zijn burgers van een rijk in de
hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten,
die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt
lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen
Zich kan onderwerpen.” Daarom zei Jezus in
Mattheüs 6:33: „Zoekt eerst Zijn Koninkrijk.” Dit is de eerste, fundamentele
realiteit. Soms kunnen wij dit alleen door zware beproevingen leren, maar
laat u niet ontmoedigen. Zelfs van Jezus Christus zegt de Bijbel in Hebreeën
5:8: „En zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit
hetgeen Hij heeft geleden.” Zoek in beproevingen
naar de les, het punt dat God u wil doen inzien om u voor de eeuwigheid
beter geschikt te maken. Dan zult u dit ontdekken (Filippenzen 4:7): „De
vreze Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten
behoeden [en een afweer zijn tegen ziekten van de bloedvaten en de geest] in
Christus Jezus.” Sommige dingen kunt u
niet veranderen: uw uiterlijk, ouder worden en de daarmee gepaard gaande
slijtage, financiële beperking, verloren vrienden, gedwongen verhuizing.
Aanvaard deze dingen dapper. Ook Paulus moest leren een goede verliezer te zijn:
Filippenzen 4:12: „Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In
elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als
in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek.”
3. Blijf actief en verspil geen tijd aan wraak.
Moeilijkheden hebben een verborgen nut. Psalmen 119:71: „Het is mij goed,
dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik uw inzettingen zou leren.” Soms worden
wij door ernstige zorgen en beproevingen naar God gedreven. U kunt er niet
veel tegen doen als u bekritiseerd en belasterd wordt. Alleen God is onze
toevlucht. Psalmen 71:1: „Bij U, o HERE, schuil ik; laat mij nimmer
beschaamd worden.” Probeer veel van de
kritiek die op u afkomt te zien als een verkapt compliment: hoge bomen
vangen immers veel wind. Misschien geeft u aanleiding tot afgunst. Misschien
wekt u de vijandschap op van degenen die ook Gods vijanden zijn. Mattheüs
5:11: „Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei
kwaad van u spreekt om Mijnentwil.” Doe uw best en ga door. Vanzelfsprekend heeft
een verstandig mens zelfkritiek en is zich van zijn zwakheden bewust. 1
Corinthiërs 11:31: „Indien wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet
onder het oordeel komen.” Dit voorkomt dat hij door de kritiek van buitenaf
wordt verpletterd. Werk hard en laat God u tegen uw critici beschermen.
Hebreeën 13:6: „Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een
helper, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen?” 4. Denk aan uw
gezondheid en regel uw leven zo goed mogelijk. Veel zorgen en
nervositeit worden veroorzaakt door een slechte lichamelijke gezondheid. God
heeft het menselijk lichaam tot een sterk en veerkrachtig organisme gemaakt,
maar wij moeten allemaal veel meer aan de conditie ervan werken. Gifstoffen en opgehoopte
afvalstoffen in het lichaam die spanning kunnen opwekken, kunnen vaak door
krachtige lichamelijke activiteit worden afgevoerd. Het fantastische
menselijke mechanisme heeft af en toe een goede training nodig. Werk
daaraan, misschien op een sportclub, in ieder geval is dagelijkse
lichamelijke activiteit nodig en dus mentale discipline. Vergeetachtigheid en
uitstel roepen spanningen en zorgen op. Breng systeem in uw leven. Er zijn
efficiënte (elektronische) middelen om ons aan onze dagelijkse
verplichtingen en afspraken te herinneren. Stel het nemen van beslissingen
niet uit als u alle feiten tot uw beschikking hebt. Schakel anderen in, houd
goed toezicht en breng systeem in het gezinsleven. Een goede planning
verlicht de werkdruk. Wij moeten zo veel
mogelijk de zorgen over kleine dingen en aardse details uitbannen. Dat zal
ons meer energie geven om andere, grotere uitdagingen in het leven aan te
kunnen. God is niet de schepper van verwarring. 1 Corinthiërs 14:33: „Want
God is geen God van wanorde, maar van vrede.” 5. Wijd u aan anderen
en aan een zaak die groter is dan uzelf.
De Amerikaanse president John F. Kennedy deed een beroep op het
idealisme van een hele generatie toen hij verklaarde: „Vraag niet wat uw
land voor u kan doen, maar wat u kunt doen voor uw land!” Wij die het
evangelie van het Koninkrijk van God verkondigen, hebben deel aan een werk
dat de redding van de mensheid tot doel heeft. Irreëel? Er is een Schepper-God
die al vanaf het begin het einde kent. Jesaja 46:10-11: „Ik, die van den
beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg:
Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen;
die uit het oosten een roofvogel roep, uit een ver land de man van mijn
raadsbesluit; Ik heb gesproken, Ik doe het ook komen; Ik heb het ontworpen,
Ik breng het ook tot uitvoering.” Zijn tijdschema staat
onveranderlijk vast. Vredesbewegingen, liefdadigheid, milieugroeperingen,
tegenstanders van de bewapeningswedloop, alle onbaatzuchtige en nobele
inspanningen van de mens kunnen niet voorkomen dat God zich aan zijn schema
houdt, of dat de menselijke omstandigheden verslechteren. In het boek
Openbaring laat Jezus Christus aan Johannes o.a. d.m.v. zeven zegels en
zeven bazuinen zien wat Hij op zijn kalender heeft gezet.
Gods tijdschema is
eenvoudig: waarschuwing, Grote Verdrukking, terugkeer van Jezus Christus,
behoud. Niemand kan in dit fundamentele plan enige verandering brengen.
Jesaja 43:13: „Ook voortaan ben Ik dezelfde en niemand redt uit mijn hand.
Ik werk, en wie zal het keren?” De beste pogingen van de
mens mislukken. God faalt nooit. Jesaja 42:4: „Hij [Christus] zal niet
kwijnen en niet geknakt worden, tot hij op aarde het recht zal hebben
gebracht.” Hij wil dat deze wereld gewaarschuwd wordt en van zijn plannen
met deze planeet op de hoogte wordt gebracht: Amos 3:7: „De Here doet geen
ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten.” De publicaties op onze
website helpen mee de enige zekere hoop van de wereld te verkondigen: de
wereld van morgen onder de regering en het bestuur van Jezus Christus en
zijn met zorg uitgekozen staf. Wij moeten het volgende
leren: onszelf dienen werkt nooit, God en de naaste dienen werkt altijd.
Mattheüs 22:36-40: „Meester, wat is het grote gebod in de wet? Hij zeide tot
hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel
uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het
tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan
deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.” Ook wij hebben een taak,
een taak die veel groter is dan wij zelf zijn. Het menselijke leven is
zinloos als wij het grote plan van God buiten beschouwing laten. Prediker
12:8: „IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker, alles is ijdelheid!” De
mens is zó gemaakt dat hij God nodig heeft, dat hij met God moet wandelen en
dat hij bezig moet zijn met het vervullen van Gods uiteindelijke doel. U hebt een kans om die
ontbrekende dimensie te vinden. Wij helpen de basis te leggen voor een
nieuwe beschaving die binnenkort op deze aarde zal worden gevestigd, een
beschaving die rust op het principe van geven, een maatschappij die erop uit
is anderen te helpen hun ongelooflijke potentieel te verwerkelijken. Tenzij wij dat doel
vervullen, zullen wij altijd onder depressies en zinloosheid gebukt blijven
gaan, onder het alles overheersende gevoel van hopeloosheid dat deze
maatschappij in zijn greep heeft. Het zal ons nooit lukken in onszelf
gemoedsrust te vinden. Spreuken 3:5: „Vertrouw op de HERE met uw ganse hart
en steun op uw eigen inzicht niet.” Waarom niet? Omdat er zonder God geen
hoop is op een toekomstig leven, een leven na het graf, een leven van
dienstbaarheid en onvermoede betekenis. Gewapend met deze hoop
op een toekomst van dienstbaarheid en vervulling onder God, kunnen wij de
verraderlijke stromingen van het leven opgewekt, hoopvol en doelbewust
overwinnen. Openbaring 21:7: „Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik
zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.” Met de hulp van God
kunnen wij onze zorgen de baas worden. Wij kunnen instemmen met koning
Salomo in Spreuken 23:17-18: „Uw hart zij niet na-ijverig op de zondaren,
maar beijvere zich voortdurend de Here te vrezen; waarlijk, dan is er
toekomst en uw verwachting wordt niet afgesneden.”
Hoe wij werkelijk gelukkig kunnen zijn
Wat is waar geluk? Hoe kunnen we het bereiken, nu en in de toekomst? Bent u gelukkig? Bent u
werkelijk gelukkig? Misschien dringt geen
enkele andere vraag zo diep door tot achter ons masker van tevredenheid. Want, wanneer ons
gevraagd wordt of we gelukkig zijn, worden we gedwongen om diep in ons hart
te spitten, dieper dan onze doeleinden, onze problemen, onze bezittingen,
onze verwachtingen en onze dromen, in de meest persoonlijke schuilhoeken van
ons wezen. Hier, diep in ons binnenste, op plaatsen waar we zelden de
vorsende ogen en oren van anderen toelaten, bewaren wij het antwoord op deze
vraag. En dat antwoord is,
ofschoon het een vreugdevol „ja!” kan zijn, maar al te vaak een somber
„soms” of een verslagen „ik weet het niet” of een gedeprimeerd „nee, ik
geloof het niet”. Hoe staat het met u?
Bent u gelukkig? En, omdat u gelukkig behoort te zijn, hoe zou u het dan
kunnen bewerkstelligen? Hoe precies dienen wij
als christen te staan tegenover dit thema van „gelukkig zijn”? Wat geluk niet is Wij zouden kunnen
beginnen met een definitie van het woord geluk te geven. Maar begrip
van wat geluk is zal ons níet
ver op weg helpen bij de poging een goddelijk perspectief van dit
onderwerp te verkrijgen. Diep in het menselijk
hart houdt zich de verkeerde opvatting schuil: „Als ik deze problemen of
zorgen maar niet had, dan zou ik wel gelukkig zijn!” Het vrij zijn van
problemen of zorgen zou u evenwel niet gelukkig maken, aangezien geluk niet
het vrij zijn van deze dingen is. Iemand kan niet
werkelijk gelukkig zijn, tenzij hij streeft naar het doel waarvoor God hem
op deze aarde heeft geplaatst. En dit doel is niet gewoon gelukkig zijn
overeenkomstig de opvatting van deze wereld. Nee, God plaatste u hier
om door beproevingen en moeilijkheden en problemen heen te gaan! Waarom? Met
het doel om het karakter te ontwikkelen dat noodzakelijk is om zijn
Koninkrijk binnen te gaan. Beproevingen en problemen zijn er om u te helpen
u te ontwikkelen tot een ware zoon van God! Als u op de een of
andere wijze aan alle problemen weet te ontkomen, dan zult u er eveneens aan
„ontkomen” een zoon van God te worden, en dat is geen bevredigend
alternatief. Nee, geluk is niet het
tegendeel van problemen – verveling is dat wel! Verveling is een van de
voornaamste oorzaken van ongelukkig zijn in de wereld van vandaag. Ook rijk zijn houdt niet
in dat men gelukkig is. Geld kan bijvoorbeeld het probleem van uw gas- en
elektriciteitsrekening oplossen, maar het kan echter uw huwelijksproblemen,
uw depressies en de problemen met uw kinderen of uw vrienden niet oplossen.
In feite kan geld vaak de oorzaak zijn van een hele nieuwe reeks problemen
waarmee degene met weinig middelen niet wordt geconfronteerd. Zoals Christus zei in
Lukas 12:15: „Ziet toe, dat gij u wacht voor alle hebzucht, want ook als
iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit.” Wij leven in de
neem-generatie. Geluk is echter niet iets dat u zich kunt toe-eigenen door
te proberen het iemand anders af te nemen. In werkelijkheid wordt juist het
geluk verdreven door de poging het op onze manier te verkrijgen, want God
heeft het leven zo ontworpen dat het slechts in ons voordeel werkt, wanneer
wij handelen volgens het principe van geven in plaats van nemen. Handelingen
20:35: „Ik heb u in alles getoond, dat men door zo te arbeiden zich de
zwakken moet aantrekken en zich de woorden van de Here Jezus herinneren, die
zelf gezegd heeft: Het is zaliger te geven dan te ontvangen.” Geluk is niet iets dat
we op onze manier kunnen krijgen. Het is iets dat naar ons toe komt als we
de levensprincipes gehoorzamen die het voortbrengen. De zuilen van geluk Geluk kan worden
beschouwd als een geestelijk onderdak in dit stormachtige leven. Als het
indrukwekkende plafond van een fabelachtig gebouw bevindt het zich boven ons
en overschaduwt ons, terwijl het op zuilen rust. Hoe meer van deze zuilen
we gebruiken, hoe beter ons geluk zal standhouden. Maar als we deze zuilen
verwaarlozen en ze laten vervallen, zal ook het dak van geluk instorten. Wat is dan in dit licht
bezien geluk? Geluk is de positieve, serene geestestoestand die automatisch
het gevolg is van leven in overeenstemming met de door God verordineerde
wetten en principes op basis waarvan ons leven en de wereld rondom ons
functioneren. Hier volgen zeven zuilen
van geluk die onze bijzondere aandacht verdienen. Het doel van het
leven De eerste zuil wordt
gevormd door begrip van het doel van uw bestaan en van de ware God die dat
doel vaststelde. Ongeacht hoeveel
materieel succes iemand zal behalen, ongeacht hoeveel bezittingen hij zal
verwerven of hoe intellectueel ontwikkeld hij is, hij zal altijd in het
leven blijven ronddolen en nooit waar geluk kennen zolang hij het doel van
het leven niet kent. Ware christenen bezitten
die kennis en die hoop en daarom ook dat geluk. Zoals Gods Woord zegt in
Psalmen 146:5: „Welzalig hij, die de God van Jakob tot zijn hulpe heeft,
wiens verwachting is op de Here, zijn God.” En Psalmen 144:15: „Welzalig het
volk, waarmee het zo gaat! welzalig het volk, welks God de Here is!” Wij zijn dat volk, als
we werkelijk bekeerd zijn. Wij hebben de grote God als onze Heer. Wij weten
waarom we zijn geboren en wat ons doel is. En wij kunnen waar geluk kennen. Gezin De tweede zuil van geluk
wordt gevormd door een gezin waarin vertrouwelijkheid en liefde heerst. De Almachtige God zelf
weet dat het hebben van een gezin een van de grootste vreugden is. Hij heeft
deze waarheid getoond met zijn verlangen om zijn eigen Gezin uit te breiden
met kinderen, die samen de Gemeente vormen, de vrouw voor zijn Zoon Jezus
Christus. De leden van de Gemeente zullen bij Jezus Christus' terugkomst in
Gods onsterfelijke, geestelijke Gezin geboren worden. Of we nu vader,
moeder, zoon of dochter zijn maakt niet uit, we zijn er allemaal bij
betrokken. Als we de ware betekenis van het gezin kennen en koesteren,
onderhouden we deze belangrijke zuil van geluk. Deze wereld profiteert
niet veel van het geluk dat door goede gezinsrelaties wordt teweeggebracht.
Scheiding door gestrande huwelijken, familieruzies, man-vrouw en ouder-kind
conflicten zijn in onze maatschappij belangrijke bronnen van hartzeer.
Wanneer echter het gezin functioneert als een eenheid waarvan de leden
elkaar liefhebben en voor elkaar zorgen, dan geeft het meer bevrediging en
geluk dan welke fysieke instelling ook. De kameraadschap en
liefde van een sterke gezinsrelatie beelden niet alleen Gods toekomstige
Gezin uit, waarin God zelf groot geluk zal vinden, maar dienen tevens als
een fundamentele zuil van geluk in ons eigen leven. Arbeidsprestaties De derde zuil van geluk
is een voldoening gevende, uitdagende baan, functie of carrière waarin u
kunt geven door een eigen bijdrage te leveren. Salomo schreef in
Prediker 3:13: „Kortom als iemand eet en drinkt en het goede geniet bij al
zijn zwoegen, dan is dat een gave Gods.” Salomo wijst hier op een leven, dat
genot en arbeid met elkaar verbindt. Eten van de vrucht van zijn arbeid. De
arbeid is hier zowel een weldaad als het eten en drinken. Salomo onderkende
de waarde van werk. Hij begreep dat mannen en vrouwen zijn gemaakt om
productief te zijn en iets aan hun maatschappij bij te dragen. Maar wees voorzichtig.
Uw baan of andere verantwoordelijkheden in het leven zullen slechts geluk
teweegbrengen als uw inspanningen erop gericht zijn om een bijdrage te
leveren in plaats van te nemen. Iedereen die met zijn ellebogen werkt,
terwijl hij voor zichzelf op zelfzuchtige, ijskoude wijze probeert te bouwen
en te bouwen en te bouwen, zal slechts narigheid in plaats van geluk
ondervinden. Want, zoals eerder verklaard werd, geluk wordt verdreven door
de geestelijke instelling van nemen, en bevorderd door die van geven. Als u een functie of
carrière heeft waarin u kunt geven, dan kunt u er geluk in vinden. Natuurlijk zou het
ideaal zijn als uw carrière of baan u bovendien nog zou uitdagen en fysieke
voldoening zou schenken. Maar als u een baan hebt
die geen voldoening schenkt, omdat u er een hekel aan hebt? Wees er in de
eerste plaats zeker van dat de baan inderdaad hiervan de oorzaak is – en dat
u niet onvoldaan bent louter vanwege het nastreven van verkeerde waarden. Maar als uw baan er
werkelijk de oorzaak van is en u om financiële of andere dwingende redenen
niet in de positie verkeert om naar een meer bevredigende baan uit te zien?
Lees verder.
Karaktergroei De volgende zuil van
geluk is groeien in karakter. We zien hier de waarde van beproevingen en
tegenspoed. Deze bevatten namelijk de kiem van waar geluk, want de
beproevingen dragen bij tot het bouwen van karakter. En met karakter
ontvangen we een dubbele zegening. Ten eerste leidt het
proces van karakterontwikkeling zelf tot geluk en voldoening. God heeft
namelijk dit proces bedoeld om een gevoel van vervulling en voldoening – en
van geluk – te schenken. Ten tweede is het
ontwikkelen van karakter een eerste vereiste om zich voor het Koninkrijk van
God te kwalificeren. En de wetenschap dat het karakter dat we hebben
ontwikkeld ons goed van pas komt met betrekking tot Gods Koninkrijk, brengt
vreugde teweeg. Zoals de apostel Paulus
verklaarde in 2 Corinthiërs 12:10: „Daarom heb ik een welbehagen in
zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van
Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.”
Goede werken Door het doen van goede
werken (de vijfde zuil) wordt krachtig aan geluk gebouwd. De wijze koning
Salomo schreef in Spreuken 14:21: „Wie zijn naaste veracht, zondigt; maar
welzalig hij, die zich ontfermt over ellendigen.” Het doen van goede
werken brengt ons om meer dan één reden geluk. Als wij goede werken doen,
brengen wij Gods karakter in praktijk, want God is de schenker van iedere
goede gave. Jakobus 1:17: „Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat
volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen
verandering is of zweem van ommekeer.” Als wij God navolgen, verwerven wij
het geluk dat ontstaat door te zijn als God en door te leven volgens de weg
van liefdevolle zorgzaamheid. Bovendien brengt de
handeling van geven een dominoachtige reeks van gebeurtenissen op gang die
het goede uiteindelijk ook op onszelf doet terugkeren. Lukas 6:38: „Geeft en
u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal
men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u
wedergemeten worden.” Wat zijn uw goede
werken? Kunt u ze aanwijzen? Kunt u gaan zitten en er een lijst van maken en
meer dan een of twee kleine punten opnoemen? Zo niet, dan doet u misschien
geen goede werken en kunt u ook niet het geluk verwachten dat eruit
voortkomt.
Wijsheid Wijsheid is de zesde
zuil van geluk. Wijsheid is het vermogen om te weten welke weg men moet
kiezen om het juiste doel te bereiken. Wijsheid houdt ook karakter in,
aangezien de kennis van de juiste weg geen blijvende waarde heeft zonder het
karakter om die weg in te slaan. Let op de volgende
aangrijpende woorden van Salomo, de wijste man die ooit heeft geleefd, in
Spreuken 3:13-18: „Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die
verstandigheid verkrijgt; want wat zij opbrengt, is beter dan de opbrengst
van zilver, wat zij doet gewinnen, is beter dan goud. Zij is kostbaarder dan
koralen, al wat gij kunt begeren, kan haar niet evenaren. Lengte van dagen
is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer. Haar wegen zijn
liefelijke wegen, al haar paden zijn vrede. Een boom des levens is zij voor
wie haar aangrijpen, wie haar vasthouden, zijn gelukkig te prijzen.” Gelukkig is degene die
wijsheid vindt – daarom, zoek wijsheid en wees gelukkig. Actief zijn De zevende zuil van
geluk is actief zijn. De menselijke machine
werd gemaakt om actief te zijn, om te produceren, om iets tot stand te
brengen. De oude stelregel ’rust roest’ betekent: als men te lang niet
werkt, is men niet meer tot goed werk in staat. Teveel mensen in deze
wereld houden zich bezig met het bouwen van huizen op zand, huizen die
zullen instorten wanneer regen en storm van toekomstige catastrofes komen.
Maar wij als ware christenen behoren actief te zijn met het bouwen op het
juiste fundament. Mattheüs 7:24-27: „Een ieder nu, die deze mijn woorden
hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde
op de rots. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden
en stortten zich op dat huis, en het viel niet in, want het was op de rots
gegrondvest. En een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal
gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand. En de regen
viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat
huis, en het viel in, en zijn val was groot.” Maar evenals er wijsheid
ontbreekt bij het bouwen op zand, is er van wijsheid ook geen sprake wanneer
er in het geheel niet gebouwd wordt. Alleen maar de juiste fundering kennen,
is niet genoeg. Wij moeten proberen om in elk aspect van ons leven ijverig
te bouwen – aan onze ontwikkeling, ons fysieke lichaam, onze mentale
gezondheid, aan ons huis, onze tuin en onze fysieke goederen. We behoren het
voorbeeld te zijn van opbouwende activiteit – of het nu Gods Gemeente, ons
gezin, ons huis of onze bezittingen betreft. Het feit dat we niet
gebiologeerd zijn door de materiële dingen van deze wereld – dat we deze
niet zoeken als ons hoogste doel – vormt geen excuus om onze fysieke
bezittingen te laten vervallen of om slordig te leven. Nee. We behoren te
bruisen van activiteit, voortdurend strevend om onze geest, ons lichaam en
wat er verder nog onderdeel is van ons ’huis’ op de juiste fundering op te
bouwen, als een voorbeeld voor anderen en een fysiek hulpmiddel voor ons
geluk. Onze activiteiten moeten
we richten op alle zuilen van geluk. Als we deze zuilen verwaarlozen en ze
laten vervallen, zal ook het dak van geluk instorten.
Een waarschuwing Laat u alstublieft niet
misleiden. Het is mogelijk om een verkeerde indruk te krijgen door een
publicatie als dit. Het is heel goed mogelijk om nu te gaan denken dat
gelukkig zijn het voornaamste in de wereld is. En dat is het niet. Althans
niet nú! Er is meer in dit fysieke leven dan gelukkig zijn. Lees dat nog
eens: Er is meer in het leven dan gelukkig zijn! Ons levensdoel is het
Koninkrijk van God te bereiken! Misschien kunnen we beter zeggen dat er meer
in het leven is dan nú
gelukkig zijn. Want ons ware doel in het leven is niet om nu volkomen
gelukkig te zijn, maar om geluk in de wereld van morgen, in het Koninkrijk
van God, te zoeken. We bereiken dit doel door nu te doorstaan wat daarvoor
ook noodzakelijk is. Dus indien u
beproevingen moet ondergaan die u droevig stemmen, raak niet geheel
ontmoedigd. Er is meer in het leven dan gelukkig zijn. Geluk is louter een
neveneffect, een tijdelijk gevolg van het goed zoeken naar onze fantastische
bestemming van eeuwig leven, wanneer we van eeuwigdurend, goddelijk geluk
zullen genieten. Stel uzelf daarom de
vraag: „Ben ik gelukkig?” Ongeacht uw antwoord kunt u met zekerheid aannemen
dat als u Gods wetten gehoorzaamt en Gods Koninkrijk bereikt, u het op
zekere dag zult zijn! En de goede verstaander weet dit dat dit ook nú het
hoogste geluk is. De Bijbel is positief Eigenaardig genoeg
kunnen veel mensen zelfs de Bijbel niet anders lezen dan in een negatieve
geestesgesteldheid. In de eerste plaats
beschouwen zij bijbelstudie als een steeds terugkerend karwei: oninteressant
– een routinekwestie waar zij graag vanaf zouden zijn. Sommigen hebben zelfs
zo weinig begrip dat zij de bijbelse leringen – speciaal de Tien Geboden en
de andere punten van Gods wet – negatief vinden. Mensen zijn afkerig van
„gij zult” en „gij zult niet” in Gods Woord. Christelijke groei
vereist positief denken en een vrijmoedige kijk op het leven. God is
positief – zijn leer is positief. Natuurlijk stuiten we
allemaal op hindernissen – soms staan we in het leven voor moeilijke
toestanden. Maar we maken onszelf diep ongelukkig als we de problemen en
moeilijkheden sterker benadrukken dan de goede kant van de dingen, het
„alle-dingen-werken-mee-ten-goede” aspect. Romeinen 8:28: „Wij weten nu, dat
God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die
volgens zijn voornemen geroepenen zijn.” Lees en bestudeer de
Psalmen. Zijn deze geen bron van bemoediging en troost? Sommige mensen
denken daar anders over: zij zien alleen de smart en fysieke pijn die David,
in ogenblikken van neerslachtigheid, in deze gedichten tot uitdrukking
bracht. In feite bevat elke psalm een positief onderricht. Als mensen hebben wij
allen onze ups en downs. Dat is normaal. Maar met Gods hulp kunnen we moed
vatten, onze gedachten onder controle krijgen, de hindernissen overwinnen en
voorwaarts gaan, in de volle overtuiging dat God onze Meester is, onze
Beschermer en onze Verlosser. Zelfs al vinden we in
sommige verzen van de psalmen overheersend negatieve klanken – verzen waarin
menselijke gevoelens tot uitdrukking worden gebracht – toch eindigt iedere
psalm onveranderlijk in een verheffende toon met lof aan God. Neem Psalm 22
bijvoorbeeld. David moet deze psalm in een tijd van tegenslagen en nood
hebben geschreven, want hij roept het uit tot God, vers 2-3: „Mijn God, mijn
God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de
woorden van mijn jammerklacht? Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt
niet, en des nachts, en ik kom niet tot stilte.” Toegegeven, dit zijn
geen positieve gedachten. De psalm eindigt daar echter niet. Zie wat David
in de volgende verzen schrijft, woorden van hoop en bemoediging. Vers 5-6:
„Op U hebben onze vaderen vertrouwd, zij hebben vertrouwd, en Gij deedt hen
ontkomen; tot U hebben zij geroepen en zij werden gered, op U hebben zij
vertrouwd en zij zijn niet beschaamd.” David bleef zich niet
lang concentreren op zijn problemen. Hij richtte snel zijn geest op God en
herwon zo vertrouwen. Wanneer u zich
terneergeslagen en negatief voelt, probeer dan redenen te vinden om positief
te zijn. Tel uw zegeningen en zeg God hoe dankbaar u Hem bent voor wat u
hebt. Weet u waarom Christus
het zogenoemde „Onze Vader” begon met korte uitspraken om Gods macht en
majesteit te prijzen (Mattheüs 6:9-13)? Omdat dit ons helpt een sterke,
positieve geestesgesteldheid op te bouwen jegens God, nog voordat wij Hem
over onze problemen aanspreken. Eerst moeten wij ons realiseren dat wij
spreken tot de Schepper van de hemelen en de aarde – degene die wij onze
Vader noemen. De zinnen „Uw naam worde
geheiligd, uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede” vatten zo goed als het
gehele evangelie samen. Begint ons gebed met deze positieve houding, dan
kunnen we met zekerheid spreken. We hebben meer vertrouwen, meer geloof,
omdat we ons realiseren dat de Almachtige God die ons hoort, alles kan doen. Als we daarentegen ons
gebed beginnen met al onze problemen, zijn we verkeerd gericht. Zij die dat
doen, hebben dan geen sterke relatie met God gelegd. Daarom zijn hun gebeden
soms van weinig waarde, en hebben ze het gevoel dat ze alleen maar tegen
zichzelf spreken – dat hun gebeden niet boven het plafond uitkomen. David twijfelde nooit
aan God. In de psalmen zijn geen twijfels over God aan te treffen. Als David verzwakt was,
twijfelde hij aan zichzelf en aan zijn eigen kracht – hij vroeg zich af of
God hem te hulp zou komen. Maar nooit twijfelde hij aan Gods macht en
liefde. Dat is één reden waarom David een man naar Gods hart was. Psalmen 37:3: „Vertrouw
op de Here en doe het goede, woon in het land en betracht getrouwheid.” Als
we een dergelijke geestesgesteldheid hebben, zullen we ons nooit van God of
van zijn gemeente afwenden. Verder zei David:
„Verlustig u in de Here” (vers 4). Verlustigen is: vreugde vinden in. Hoe
kunnen we vreugde vinden in God als we negatief zijn? Hoe kunnen we God
prijzen met een droevig hart en een triest gezicht? We kunnen ons niet in
God verlustigen tenzij we werkelijk van de goede aspecten van het leven
genieten en positief zijn. Let op vers 7: „Wees
stil voor de Here en verbeid
Hem.” „Hem verbeiden” wil zeggen: geduldig op Hem wachten. Realiseren we ons
dat we door gebrek aan geduld uiteindelijk negatief worden? Leer geduldig te zijn –
geduldig te wachten met een positieve houding. Dat is de betekenis van „stil
voor de Here zijn”. We moeten emotioneel stil zijn, geen twijfels of
negatieve gedachten koesteren. God kan onze problemen aan – en Hij zal ze
ook aanpakken – als we stil zijn. Twijfelen en negatief
denken is niet stil zijn. Neem eens de tijd om rustig na te denken: zou de
werkelijke oorzaak van onze negatieve, onrustige geestesgesteldheid iets
kunnen zijn dat we verkeerd hebben gedaan – iets dat we niet willen
toegeven? Is er iets in ons leven dat moet worden veranderd, maar willen we
de noodzakelijke inspanning daarvoor niet verrichten? Als dat zo is, worden
onze gebeden niet verhoord. Het geduld van Job Vindt u het boek van
Job, als u het leest, negatief en deprimerend, al dat klagen en lijden van
Job? In feite twijfelde Job
tijdens zijn hevige ellende nooit aan God. Hij begreep alleen niet wat hem
overkwam of waarom. Hij moest zijn eigengerechtigheid overwinnen. In zijn
tijdelijke ontmoediging wenste hij zelfs te sterven – hij vervloekte de dag
waarop hij was geboren! Job twijfelde echter nooit aan Gods bestaan, macht
en wijsheid. Stel u eens voor! Na het
verlies van bijna alles wat hij had – zowel al zijn kinderen als al zijn
materiële bezittingen – behield Job steeds een positieve houding tegenover
God. Job 1:20-21: „Toen stond
Job op, scheurde zijn mantel en schoor zijn hoofd; daarop wierp hij zich ter
aarde, boog zich neer en zeide: Naakt ben ik uit de schoot mijner moeder
gekomen, naakt zal ik daarheen wederkeren. De Here heeft gegeven, de Here
heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd.” Let erop dat Job God
prees! Zijn vrouw raadde hem
zelfs aan God te vervloeken en te sterven. Job 2:9: „Toen zeide zijn vrouw
tot hem: Volhardt gij nog in uw vroomheid? Zeg God vaarwel en sterf!” Job
antwoordde in vers 10: „Zoals een zottin spreekt, spreekt ook gij; zouden
wij het goede van God aannemen en het kwade niet? In dit alles zondigde Job
met zijn lippen niet.” Job was geduldig.
Ondanks de vele vragen die hij stelde, twijfelde hij nooit aan God. Te
midden van zijn verdrukkingen en klachten zei hij in Job 19:25-26: „Maar ik
weet: mijn Losser leeft en ten laatste zal Hij op het stof optreden. Nadat
mijn huid aldus geschonden is, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen.” Het is menselijk als
iemand soms twijfels heeft over zijn relatie met God en zich afvraagt waarom
dit of dat gebeurt. Maar een ware christen zou nooit aan God moeten
twijfelen. De beste manier om ons evenwicht te bewaren is altijd de reden
van onze roeping in gedachten te houden. Dit geeft ons de moed die we nodig
hebben, onverschillig wat er gebeurt. De apostel Jakobus
schreef in Jakobus 5:11: „Zie, wij prijzen hen zalig, die volhard hebben:
gij hebt van de volharding van Job gehoord en gij hebt uit het einde, dat de
Here deed volgen, gezien, dat de Here rijk is aan barmhartigheid en
ontferming.” Zie verder dan de
donkere dagen Met het verergeren van
de toestand in de wereld staan sommigen in Gods gemeente hun geest te veel
toe te blijven stilstaan bij de negatieve aspecten van de komende
geprofeteerde gebeurtenissen. Zij vrezen de dagen van de verdrukking die
voor ons liggen. Maar waarom kijken we
niet voorbij die donkere dagen om te denken aan de schitterende tijd wanneer
Christus met macht en glorie zal terugkeren om de hele wereld te regeren? Te veel mensen vergeten
hun zegeningen en benadrukken hun moeilijkheden. Dat is een zekere weg naar
droefgeestigheid. Leer dankbaar te zijn voor wat u hebt. Zie het goede in uw
leven en help anderen het goede in hun leven te zien. Onze positieve
geestesgesteldheid kan een sleutel zijn tot het geluk van de mensen in onze
omgeving. Wees een voetstuk en geen struikelblok. Onze grootste zegening is
dat wij door God zijn geroepen om zijn waarheid te begrijpen – om een deel
van zijn Gemeente te zijn! Zijn wij ervan overtuigd
dat we in de ware gemeente van God zijn? Zo ja, hoe kunnen we dan teruggaan
– terug naar de duistere wereld waaruit we zijn gekomen? Nee, er kan voor ons
geen terug zijn. God is met ons en zal ons altijd helpen – wij kunnen te
allen tijde op Hem rekenen. Exodus 14:14: „De Here zal voor u strijden, en
gij zult stil zijn.” Dit zei Mozes toen de
Israëlieten wanhopig waren en doodsangsten uitstonden. Ze hadden voorspoedig
Egypte verlaten, maar toen dreigde de uittocht te mislukken, want de farao
achtervolgde hen met een groot leger. De Israëlieten waren aan zee gelegerd
en konden geen kant op. Exodus 14:10-14: „Toen Farao naderbij gekomen was,
sloegen de Israëlieten hun ogen op, en zie, de Egyptenaren rukten achter hen
aan. Toen werden de Israëlieten zeer bevreesd en schreeuwden tot de HERE, en
zij zeiden tot Mozes: Waren er soms geen graven in Egypte, dat gij ons hebt
meegenomen om te sterven in de woestijn? Wat hebt gij ons aangedaan door ons
uit Egypte te leiden? Hebben wij u dit al niet gezegd in Egypte: laat ons
met rust, en laten wij de Egyptenaren dienen. Want wij kunnen beter de
Egyptenaren dienen dan in de woestijn sterven. Maar Mozes zeide tot het
volk: Vreest niet, houdt stand, dan zult gij de verlossing des HEREN zien,
die Hij u heden bereiden zal; want de Egyptenaren, die gij heden gezien
hebt, zult gij nimmermeer zien. De HERE zal voor u strijden, en gij zult
stil zijn.” Dit is de belofte die
God aan ieder lid van zijn volk geeft. Hij kan evenwel alleen voor ons
strijden als we meewerken. Meewerken betekent in deze context meestal
geduldig afwachten. Om „stil te zijn” moeten we alle negatieve gedachten en
angsten uit ons verstand bannen. Dit betekent niet dat we
passief of onproductief moeten zijn. „Stil zijn” wil zeggen niet bang zijn –
niet bezorgd zijn. Als wij ons deel doen, doet God altijd het zijne. Geniet van het leven –
geniet ervan in leven te zijn. Geniet van de Gemeente. Geniet van familie,
vrienden en kennissen. Wat ook onze problemen of beproevingen mogen zijn,
breng ze bij God die beloofd heeft voor ons te strijden. Onze voorvaders
twijfelden voortdurend aan God en zijn bedoelingen als zij tegenover
hindernissen stonden. Maar Mozes, hun leider, twijfelde nooit aan God. Het
volk wilde naar Egypte terug; Mozes nooit. Zij wilden sjacheren met Gods
wetten, Mozes niet. Denk er nooit over om op
te geven – naar de wereld terug te keren. We moeten niet de behoefte hebben
Gods wetten te veranderen – ze meer geschikt te maken voor onze zelfzuchtige
behoeften of levensstijl. Sommigen willen compromissen sluiten ten behoeve
van een betere baan of meer vrienden. Maar als we beginnen compromissen te
sluiten, beginnen we ook aan God te twijfelen. De Bijbel noemt talloze
beloften die God ons heeft gedaan. Maar ze zijn voorwaardelijk. Als we de
voorwaarden niet eerbiedigen, worden ze niet in ons leven vervuld. Als we
dit vergeten, worden we negatief. Zo worden we, als we ons beklagen of
rechtvaardigen – of als we anderen beschuldigen – automatisch negatief. Satan is aan het werk Waarom hebben we in alle
eeuwen in Gods Gemeente zulke ernstige problemen meegemaakt? Waarom verlaten
zelfs sommige mensen het Lichaam van Christus? Het antwoord is
duidelijk. Wij zijn allemaal nog altijd menselijk en vleselijk. Wij leven in
een wereld waar Satan – de god van deze wereld (2 Corinthiërs 4:4) – alles
in het werk stelt om onze gedachten te beïnvloeden, om twijfels in onze
geest te zaaien en ons over te halen negatief te worden. In werkelijkheid is
Satan zelf het meest negatieve wezen in het hele universum. Weet u waarom?
Omdat hij een leugenaar is – en leugenaars zijn afgesneden van God. Johannes
8:43-44: „Waarom begrijpt gij niet wat Ik [Jezus] zeg? Omdat gij mijn woord
niet kunt horen. Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw
vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de
waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt,
spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der
leugen.” Satan beschuldigt de gemeenteleden voor Gods troon, iets wat hem
steeds negatiever doet worden. Hij oordeelt en veroordeelt vals. Openbaring
12:10: „En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen het
heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn
Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht
aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen.” Zijn wij bij tijd
en wijle schuldig aan dezelfde houding? Oordelen, beschuldigen, klagen,
bekritiseren – dit zijn de instrumenten die Satan hanteert om ons negatief
te maken. Hij wil dat we aan
God geen geloof meer hechten. Toen de Israëlieten
Egypte verlieten, hadden zij alle reden God dankbaar te zijn, alle reden
gelukkig en verheugd te zijn, alle reden hun zegeningen na te gaan en op God
te vertrouwen. Maar al de eerstvolgende dag na hun vertrek uit Egypte
begonnen zij te klagen; zij hadden toen al het vertrouwen in hun Verlosser
verloren. Zij twijfelden aan zijn bedoelingen en beweegredenen. Dat is in onze tijd niet
veel anders, daar Satan actiever is dan ooit. Openbaring 12:12: „Daarom,
verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de
duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig
tijd heeft.” Hoe beschuldigt Satan
ons? Door valse geruchten over ons, ons gezin, onze familie en vrienden te
verspreiden. Door negatieve gedachten in onze geest te brengen. Door ons
ertoe te verleiden op zijn golflengte af te stemmen. Satan heeft met zijn
verwoestend werk succes, want gemeenteleden zijn door te reageren op Satans
list en bedrog in de war geraakt, ontmoedigd en hebben geloof verloren, ze
zijn slachtoffers geworden. De Bijbel is ons gegeven
ter vermaning, ter correctie en ter lering. Het lijden wordt draaglijker en
bevattelijk als we de omstandigheden met een positieve houding tegemoet
treden. Als we Satans strategie doorzien, kunnen we de beproevingen
overzien. Zolang Satan de heerser van deze wereld is, zullen er voor mensen,
helaas soms ook in Gods gemeente, twijfels bestaan. Maar God is groter dan
Satan – en Hij zal ons altijd
helpen als we ons tot Hem keren. Als God met ons is Het leven is voor
niemand altijd gemakkelijk. Maar in Gods gemeente hebben we veel om ons over
te verheugen, veel om dankbaar voor te zijn, veel om naar uit te zien. De apostel Paulus
schreef in 2 Corinthiërs 4:15-18: „Want het geschiedt alles om uwentwil,
opdat de genade toeneme en door steeds meerderen overvloediger dank worde
gebracht ter ere Gods. Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt
ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag
vernieuwd. Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor
ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij
niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is
tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.” We hebben God lief,
nietwaar? Als we waarlijk zijn geroepen en we hebben berouw over onze
zonden gehad en we zijn gedoopt – als we Gods heilige geest hebben ontvangen
en we in het proces van bekering zijn – dan kunnen we, met Gods hulp, leven
volgens Gods doel met ons – onverschillig de omstandigheden. De Bijbel belooft ons
voor dit tijdperk geen gemakkelijk leventje, maar wel een verheerlijkt leven
voor alle eeuwigheid. De Bijbel waarschuwt ons dat we, als christen, zullen
worden gehaat, beproefd en zelfs vervolgd – in het bijzonder in deze
eindtijd. Verwacht daarom verdrukking en onrechtvaardigheid. Maar wees moedig en
positief, want we staan niet alleen. God is met ons! Laten we onze ogen
voortdurend op Hem en op Jezus Christus houden. Als we iedere dag Gods
hand in ons leven zien, zal geen beproeving of vervolging, hoe ernstig ook,
ons ooit kunnen overweldigen. Denk aan de ervaring van
de apostel Petrus, toen hij Christus op het water zag lopen. Hij riep in
Mattheüs 14:28: „Here, als Gij het zijt, beveel mij dan tot U te komen over
het water.” Christus zei hem te komen. Zonder aarzeling stapte Petrus de
boot uit en begon over het water te lopen. Vers 30: „Maar toen hij
zag op de wind, werd hij bevreesd en begon te zinken en hij schreeuwde:
Here, red mij!” Zolang zijn ogen op
Christus waren, zonk hij niet. Hij had geloof en een positieve
geestesgesteldheid. Maar zodra hij zijn ogen van God afwendde, begon hij te
twijfelen – en bijgevolg te zinken. Dit geldt voor ieders
leven. Vaak zien we alleen de enormiteit van onze moeilijkheden, in plaats
van ons op Christus te richten en die moeilijkheden te overwinnen. Christus is altijd
bereid ons te helpen. Hij zal ons de kracht en het vermogen geven om te
kunnen overwinnen. Vertrouw op God! Hij zal ons nooit de rug toekeren. Denk aan de positieve,
bemoedigende waarheid die de apostel Paulus opschreef, Romeinen 8:31: „Als
God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn?” Realiseren we ons dat er
op de hele wereld in Gods gemeente geen enkel mens is die is geroepen ter
veroordeling? Integendeel. God heeft juist diegenen geroepen die in staat
zijn te overwinnen en het doel te bereiken. Wat is het Koninkrijk
van God ons waard? Wat is de tegenwoordigheid van God in ons leven ons
waard? Berooft het leven volgens Gods weg ons van plezier? God weet wat het
beste voor ons is. Hij wil ons als een deel van zijn Gezin. Hij wil dat we
werkelijk plezier hebben op de juiste manier, de zuivere manier – niet op de
manier van de wereld, die ons naar de dood leidt! We hoeven niet per se
alles wat God doet begrijpen om Hem te gehoorzamen. Gehoorzaamheid moet
altijd eerst komen. Helaas proberen sommigen eerst te begrijpen in plaats
van te gehoorzamen. Daarom vallen zij onderweg.
Een vaststaande belofte Jesaja schreef in Jesaja
55:6-7: „Zoekt de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl
Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn
gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem
ontfermen; en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.” Deze belofte staat vast.
Als we God zoeken, zullen we Hem vinden. Maar Hem zoeken betekent niet al
zijn wegen begrijpen, want deze zijn oneindig veel hoger dan de onze. Vers
9: „Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger
dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.” Begrip komt vaak na
gehoorzaamheid. Leven we dan in een
wereld om positief over te zijn? Absoluut niet. Verslagen over misdaden
overheersen in de media. Armen, gehandicapten en andere hulpbehoevenden
worden verwaarloosd en uitgebuit, vooral door gewetenloze bestuurders.
Oorlogen, aanslagen, inbraken, alom egoïstisch gedrag, liegen, stelen,
laster, enz., enz. Nee, de mentaliteit van deze wereld geeft ons geen reden
tot vreugde. 2 Petrus 2:7: „De rechtvaardige Lot, die zwaar te lijden had
onder de losbandige wandel dier zedelozen.” De hoop, het geloof, de
zekerheid van Gods doel met de schepping van de mens geeft ons reden tot een
positieve levenshouding. Zijn fysieke schepping is wonderbaarlijk, zijn
geestelijke schepping schept eeuwige vreugde. In veel mensen zien we het
potentieel dat na de eerste en tweede opstanding aangewend zal worden voor
een gelukkige wereld. We moeten ons niet laten
afleiden door de dingen die in de wereld gebeuren. Het kan nuttig zijn ons
te richten op kleine en grote gebeurtenissen, positieve en negatieve
ontwikkelingen, maar plaats alles in de context van Gods plan. Wij kunnen
over de horizon heen kijken. Psalmen 1:1-3: „Welzalig
de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg
der zondaars, noch zit in de kring der spotters; maar aan des HEREN wet zijn
welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is
als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
welks loof niet verwelkt; al wat hij onderneemt, gelukt.” Dit is pas leven! Werkelijk overvloedig leven Weet u hoe u een
overvloedig leven kunt leiden? Hebt u ooit het ware geluk en de vreugde van
werkelijk overvloedig leven ervaren. Laten we ons in het vervolg van deze
publicatie daarop richten. Waarom schijnen
religieuze mensen dikwijls te denken dat hun religieuze leven van hen eist
alle plezier en vreugden op te geven – dat zij om God te behagen een leven
van ziekelijke somberheid moeten verduren? Voor velen van hen
bestaat zonde uit zaken die veel andere mensen als zeer begerenswaardig
beschouwen. Voor hen is zonde het
tegendeel van een aantal „je-mag-niet's”: „Je mag geen televisie in huis.”
„Je mag niet dansen.” „Je mag geen uitbundig plezier hebben.” „Je mag niet
naar het theater.” „Je mag nooit een druppel alcohol aanraken.” „Je mag niet
dit!” „Je mag niet dat!” Wat mankeert er aan
religie? Iemand zei: „Ik zou
nooit christen kunnen worden. Als ik alle plezierige dingen van het leven op
moest geven, wat zou er dan nog over zijn om voor te leven?” Veel mensen willen niets
met godsdienst te maken hebben, ze wensen niet beteugeld te worden noch een
leven van moeitevolle boetedoening leiden. „Ik wil graag stralen van
vreugde, vrolijk en vriendelijk zijn en mensen met een glimlach tegemoet
treden”, zei iemand. Blijkbaar nam hij aan
dat een dergelijk gelukkig leven geen religieus leven kon zijn. Maar eigenaardig genoeg
weten veel mensen niet hoe zij moeten leven. Heel weinig mensen
hebben ooit het ware overvloedige leven gevonden of ervaren. De Schepper die u de
adem verschaft die u inademt, wenst u geen leeg, neerslachtig of ongelukkig
leven toe. U behaagt de Eeuwige
nooit met het opgeven van geluk of ook maar iets dat goed voor u is.
Inderdaad, dat goed voor u is, want sigaretten en drugs zijn niet goed voor
u. God wil dat u
gelukkig bent De Almachtige God heeft
ons inderdaad opgedragen wat we wel en niet moeten doen. Gelukkig maar. Een
„je mag niet” beschermt ons en onze naaste, het betreft juist datgene dat
ons kwetst en verdriet doet en ons of onze naaste later ongelukkig maakt. 0, natuurlijk geven
sommige ’genoegens’ veel mensen tijdelijk een sensationele ervaring of een
klein beetje levensgenot, maar er zit altijd een keerzijde aan. Het eist
naderhand altijd zijn tol en de prijs is te hoog. Het is geen goede zaak. God verbiedt die dingen
die slecht voor ons zijn, die ons zeker ongelukkig en ons leven leeg en
somber zullen maken. Nooit verbiedt de
Almachtige God echter iets wat u geluk, voorspoed en welzijn verschaft. Een bejaarde die tot een
’krijsende’ religie behoorde, stond tijdens een bijeenkomst van zijn kerk op
en schreeuwde de aanwezigen een vraag toe: „Broeders, geniet u ervan of
ondergaat u het alleen maar?” Sommige mensen voelen
zich thuis in een plechtige, stijve en formele kerkdienst. Anderen, die wat
meer emotioneel zijn, gaan naar kerkelijke bijeenkomsten waar veel
geschreeuw en veel emotionele reactie troef is, louter en alleen om een
prettige tijd te hebben tijdens de bijeenkomst. De rest van de week schijnt
religie in hun leven geen belangrijke plaats in te nemen. Weer anderen denken dat,
als zij, zoals zij het noemen, „gered zijn”, zij daarna voor eeuwig een
somber leven moeten leiden waarin zij alles moeten opgeven waarvan zij
vroeger genoten, en dat hun plechtige, ongelukkige leven op welke wijze dan
ook hun Schepper zeker zal behagen. Natuurlijk staat dat soort religie
gelijk aan bijgeloof. Christus bracht
overvloedig leven Laten wij deze zaak
leren zien zoals ze is. De stichter van de christelijke religie, Jezus
Christus, zei dat Hij naar deze aarde was gekomen met een doel. Johannes
10:10: „Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.” Jezus Christus kwam om ons overvloedig leven te
brengen. Weet u wat dat is? De Almachtige God heeft
het echte christelijke leven bedoeld als een leven vol vreugde. Als u het echte
christelijke leven bezit, als u de heilige geest van God in u hebt, weet u
dan dat het dit tot gevolg zal hebben? Het zal „vrucht voortbrengen”. Wat voor soort vruchten
zullen er in een waarachtig christelijk leven worden voortgebracht? Niet het
sombere, ongelukkige leven. Nee, de vrucht die zal voortkomen uit een
waarachtig christelijk leven kunnen we vinden in Galaten 5, te beginnen met
vers 22. „De vrucht van de Geest” – dit is de geest van God, de heilige
geest die God alleen schenkt aan hen die werkelijk bekeerd zijn. „De vrucht
van de Geest is liefde” – voorop staat liefde – en daarna komt „blijdschap”.
Blijdschap is overvloedig en overstelpend geluk. Dit klinkt niet als een
ongelukkig, leeg en somber leven. Er is hier sprake van liefde die spontaan
van u zal uitgaan! De eerste „vrucht van de
Geest” van God is liefde.
Liefde zal inhouden dat uw gezicht straalt. Het zal betekenen dat u
werkelijk geeft, dat u gelukkig bent. Liefde resulteert in blijdschap,
het tweede wat de geest van God voortbrengt. Het derde is
„vrede”. In plaats
van ruziënd, haatdragend, bitter, ongelukkig en redetwistend door het leven
te gaan – dat is geen vrede, maar een soort oorlog – zult u een rustige
geest hebben en zowel met uw naaste als met uw God in vrede leven! De volgende vrucht is
„lankmoedigheid”, geduld. Ongeduld is een van de grootste oorzaken van
ongelukkig zijn! Als u werkelijk de les van geduld kunt leren, dan leert u
een van de dingen die u gelukkig zullen maken, en het leven wordt waard om
geleefd te worden. Daarna komt
„vriendelijkheid”, vervolgens „goedheid, trouw, zachtmoedigheid,
zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet” (vers 23). Dit zijn de
vruchten van de heilige geest. Ze zullen spontaan uit u voortspruiten. U
zult ze voortdurend uitzenden, van uzelf uitstralen, als u een ware christen
bent. Maar de meeste mensen
zijn geen christen U leest in Romeinen 8:9
dat, tenzij u de heilige geest van God ontvangen hebt,
u Hem geenszins toebehoort. U bent dan geen christen. Er zijn miljoenen mensen
die het christendom belijden, maar die geen christen zijn volgens Gods
definitie. Zij zijn absoluut geen christen! Natuurlijk komen er in
een christelijk leven moeilijkheden voor. Er zullen zelfs vervolgingen zijn.
Jezus Christus werd vervolgd en Hij zei in Johannes 15:20: „Indien zij Mij
vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen.” Die vervolging komt van
buitenaf, van andere mensen. Daardoor moeten we ons niet innerlijk laten
verontrusten. Iemand die deze
innerlijke vrede bezit, deze vreugde, deze liefde en dit geduld – deze
verdraagzaamheid ten aanzien van andere mensen – zal niet al te zeer worden
verontrust omdat andere mensen het niet met hem eens zijn en hem misschien
vervolgen. Ja, we zullen met
problemen en beproevingen te maken krijgen. Dat zal ons sterker maken. Ze
overkomen ons met een bepaald doel: om ons te helpen karakter te
ontwikkelen. Een echte christen begrijpt dit. Het maakt hem niet ongelukkig. Wij hebben allemaal
beproevingen Wij zullen
moeilijkheden, problemen en beproevingen te verduren krijgen evenals vele
anderen. Ze zijn er om ons te testen. Ze zijn er om ons te sterken, om ons
karakter op te bouwen. En dat nu is het werkelijke doel van ons bestaan – om
ons als God te maken. Wij kunnen, evenals Jezus Christus, in het Koninkrijk
van God geboren worden. Zie 1 Petrus 4:12: „Geliefden [gericht aan ware
christenen], laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden,
alsof u iets vreemds overkwame.” Sommige mensen denken,
als er beproevingen en problemen komen, dat weinig anderen ooit zoiets is
overkomen. Het is iets ongewoons in hun ogen. Maar dat is niet zo! En er
zijn ’religieuzen’ die problemen meteen zien als een straf van God. Dat is
een verwerpelijk oordeel. Ieder ander op aarde
heeft problemen. Iedereen heeft moeilijkheden. Alle mensen worden
geconfronteerd met allerlei zaken, moeten deze overwinnen en oplossingen
zien te vinden, evenals u. Het is niet ongewoon. En God onderwijst ons dan
ook: „Integendeel, verblijdt u” (vers 13), ja, verblijdt u innerlijk over
deze zaken, „naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus” (vers 13). Christus leed, maar
Christus zei ook tegen zijn apostelen: „Mijn blijdschap geef ik u.” „Ik ben
gekomen,” zei Hij, „opdat zij leven hebben en overvloed.” Hij kwam om ons
overvloedig leven te schenken. Hij bezat dat soort leven. Hij was gelukkig.
Hij was vol van vreugde, zelfs al was Hij tegelijkertijd een man van smarten
– waarom? Aangezien Hij alle
mensen liefhad, maar de weg zag die zij gingen. Hij zag hoe zij zichzelf aan
het vernietigen waren, hoe zij zich ongeluk en leegheid, angst en zorg,
armoede, ziekte en lijden op de hals haalden. Dat was de reden waarom Hij
hun lijden deelde. Hij was een man van smarten. Hij treurde vanwege hen. Hij was echter iemand
die innerlijk gelukkig was. Hij stelde ons een voorbeeld van het soort leven
dat wij behoren te leven. Wij lezen dan ook verder in 1 Petrus 4:13:
„Verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u
ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner
heerlijkheid.” Waarom wij innerlijk
altijd gelukkig kunnen zijn 1 Petrus 1:3-4: „Geloofd
zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote
barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen
wedergeboren worden tot een levende hoop, tot een onvergankelijke,
onbevlekte en onverwelkelijke erfenis.” Van de honderden
miljoenen belijdende christenen in de kerken van het ’christendom’ is er
niet één die werkelijk weet en begrijpt wat deze onvergankelijke erfenis
inhoudt. Deze is veel groter, veel glansrijker en glorieuzer en vervuld van
veel meer geluk, dan u zich waarschijnlijk ooit hebt voorgesteld. Dat is wat
ons wacht als we ons leven aan God afstaan. Petrus gaat verder met
te zeggen dat wij door Gods kracht door het geloof worden behouden en
gereedgemaakt „om geopenbaard te worden in de laatste tijd” (vers 5). Dat slaat op de tijd die
nu nog in de toekomst ligt, vóór ons, bij de tweede komst van Christus.
Jezus Christus komt terug naar deze aarde! „Verheugt u daarin,”
gaat dit bijbelgedeelte verder (in vers 6), „ook al wordt gij thans, indien
het moet zijn, voor korte tijd door allerlei verzoekingen” of beproevingen
en moeilijkheden die ons treffen „bedroefd, opdat de echtheid van uw geloof,
kostbaarder dan vergankelijk goud” (vers 7) zal blijken, aangezien deze
beproeving van ons geloof karakter ontwikkelt dat nooit zal vergaan. Het is
veel kostbaarder dan goud. Wat doet u wanneer u
in moeilijkheden komt? Wanneer u in
moeilijkheden komt, realiseer u dan, dat u dit overkomt om u te beproeven,
om karakter te ontwikkelen, om iets echts en onvervalsts in u te
ontwikkelen, dat u voor alle eeuwigheid met u zult meedragen. Wanneer er moeilijkheden
komen, verheugt u zich daar dan over? Realiseert u zich dat u iets overkomt
dat veel kostbaarder voor u is dan een grote hoeveelheid goud? Of moppert en klaagt u
en zou u willen dat dergelijke dingen u nooit waren overkomen? Maar pas op, er zijn
’vromen’ die problemen uitlokken, om aan God en de mensen te tonen hoe
’godsdienstig’ ze zijn! Jezus Christus is
gekomen opdat ons leven zou worden veranderd. Ons leven zal worden veranderd
van een leven waarin men doelloos dwaalt, de gemakkelijke weg kiest, en
impulsief handelt – een leven waarin we geen karakter bouwen en niets in ons
vormen dat we met ons kunnen meenemen, niets dat echt is, dat duurzaam en
permanent is – naar het leven waarin we echte waarden gevonden hebben. Hij geeft ons een leven
met hindernissen en verzoekingen die wij moeten overwinnen, een leven dat
eenvoudig vol is van geluk, en overstroomt van vreugde, het ware
overvloedige leven. Wij realiseren ons wat er verwezenlijkt wordt, wat ons
doel is. We hebben een bestemming als we van Christus zijn. We hebben een
doel. We weten wat ons doel is; we zien de vooruitgang die we boeken. Het
geeft ons een gevoel van intens geluk.
Ook materiële zegeningen God zegt dat, als uw
leven het leven is dat Hij verlangt, omdat het voor uw welzijn is, en als u
eerst Gods Koninkrijk zoekt, dat het doel in uw leven is – of behoort te
zijn – en zijn gerechtigheid, de juiste levenswijze, dat u dan ook materiële
dingen zullen worden geschonken. God zal u misschien niet
onmiddellijk veel materiële zaken schenken. Hij zal u deze misschien niet
direct al geven. Het kan enige tijd duren, maar Hij zal u alle materiële
goederen geven, die u werkelijk nodig hebt, en in al uw behoeften voorzien
en Hij kan u zelfs een overvloed schenken, als uw leven Hem behaagt. Ja, u
kunt deze dingen krijgen, wanneer u er blijk van hebt gegeven hoe u ze dient
te beheren en te gebruiken. Wat is een overvloedig
leven? Wat is overvloed? Het is het bezit van een grotere hoeveelheid
materiële zaken dan strikt nodig is. Maar materiële rijkdom is geen doel. De
Bijbel geeft voorbeelden van welvarende gelovigen en gelovigen die het
noodzakelijke ontvangen, zoals dagelijks voedsel, kleding en een woning. Niet veel mensen
begrijpen het. Niet veel mensen begrijpen wat werkelijk christelijk geloof
is. Niet veel belijdende christenen weten wat een echt christelijk leven is.
Zij maken zich nodeloos ongelukkig. Het ware christelijke
leven bezit een overvloeiende volheid van kwaliteiten die de vruchten van de
geest van God zijn – een overvloeiende volheid van liefde
(Gods liefde – zuivere, goddelijke liefde), een volheid van
vreugde, van vrede en van geloof, van zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Bezit
uw leven deze kwaliteiten? Bent u hiermee vervuld? We schieten daarin
allemaal nog te kort. Maar dit leven is ons doel! Het is het leven dat wij
in het Koninkrijk van God zullen leiden. Het is het leven waarnaar wij
behoren te streven en met Gods hulp zijn wij in staat om er geleidelijk meer
en meer in te groeien. Het is het uitdagende
leven dat wij moeten leren leiden, het leven van Gods geest in ons –
dát is het gelukkige
leven, dát is het
vreugdevolle en overvloedige leven. Het overvloedige leven
moet een leven zijn dat steunt op overvloedige hulpbronnen. We bezitten
enkele hulpbronnen, deze schieten echter verre te kort voor het soort
overvloedig leven dat Christus openbaart. We hebben dit soort hulpbronnen
niet van onszelf en we kunnen ze ook niet uit onze omgeving verkrijgen. Waar zijn die
hulpbronnen en wat is het?
God is de bron We kunnen over
overvloedige hulpbronnen beschikken, als we weten waar we ze kunnen vinden.
Materiële rijkdom stelt iemand echter niet in het bezit van die hulpbronnen.
Deze kan er hooguit een bijdrage toe leveren. We bezitten ze niet in
onszelf. We kunnen ze niet uit onze omgeving verkrijgen. We kunnen ze
slechts van boven ontvangen, van de Almachtige God. God is de grote Gever,
niet alleen van leven, maar van meer overvloedig leven. God is de Gever van
die belangrijke hulpbronnen. Hij is de Almachtige. De Almachtige God heeft
een grote hoeveelheid kracht om ons te geven, om in ons te leggen. We kunnen
van Hem overvloedig geloof ontvangen,
de hulpbron van kracht, geloof om angst en ongerustheid te
verdrijven, om ontmoediging door hindernissen weg te nemen, omdat we weten
dat ieder probleem opgelost zal worden. Kracht waar we nu zwak zijn, zodat
we de liefde bezitten om gevoelens van verbittering en wrok te onderdrukken
en daarmee af te rekenen. De liefde van God zal
dat alles bedekken en verdrijven. God zal de hulpbron van wijsheid geven die
we op dit moment missen. God bezit alle kennis en wijsheid. God zegt dat,
als iemand in wijsheid te kort schiet, hij er God om moet vragen, die alle
mensen overvloedig geeft. Jakobus 1:5: „Indien echter iemand van u in
wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft,
eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.” En als we
werkelijk geloven, dan zal ze gegeven worden en eveneens begrip! En
vervolgens nog ijver en energie – werkelijke stuwkracht die nodig is om het
werk te doen dat we moeten doen.
Voor ons allemaal Een ijverige en oprechte
christen leidde een zeer druk en actief leven en verbruikte een grote
hoeveelheid energie. Een vriend van hem, die arts was, vroeg hem eens: „Ik
weet niet hoe je het voor elkaar krijgt. Waar haal je al die energie
vandaan? Hoe kun je zo lang blijven doorgaan, gedurende zoveel uren van
inspanning en stress en dan nog steeds die voortstuwende energie bezitten?” Hij vertelde hem: „Het
is een van de hulpbronnen, die ik van boven ontvang.” Begrijp goed dat ook een
kind van God zware gezondheidsproblemen kan hebben. Maar vaak is dan toch
een zeer positieve houding te zien. Natuurlijk is het
noodzakelijk de wetten van gezondheid na te leven en matigheid in alle
dingen te betrachten. Het vereist zelfdiscipline. Het is een voorrecht om
over deze hulpbronnen te kunnen beschikken die ons gelukkig maken.
Uiteindelijk hebben wij ze allemaal nodig. Dit zijn de hulpbronnen die
alleen van God kunnen komen. En dit zijn de hulpbronnen die de vruchten van
liefde, blijdschap, vrede en geduld zullen voortbrengen. Het leven van de meeste
mensen van vandaag is leeg, absoluut leeg! Het is vervuld van verveling,
frustratie en angst. Het is zoals we in
Jesaja 55:1 lezen: „O, alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen
geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs
wijn en melk.” Iedereen dorst werkelijk
naar de goede dingen van het leven, naar het geluk, de aangename dingen en,
tot op zekere hoogte, zelfs naar opwindende en aangrijpende dingen die we
zouden kunnen en behoren te hebben. Maar het leven van de meesten schijnt
leeg. De put staat droog en zij zijn dorstig. Vers 2: „Waarom weegt
gij geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen
kan?” Waar drinkt u van? Jezus
zei in Johannes 7:38: „Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen
van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.” Geen stilstaand
water, maar levend water, sprankelend water. Vers 39:
„Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in
Hem kwamen, ontvangen zouden” – de heilige geest van God. We hebben Gods geest
nodig De heilige geest van God
wordt voorgesteld als levend water. Dit komt in ons. We gaan naar Christus
om het te ontvangen. We doen het niet in een fles met de kurk erop. Nee, het
vloeit van ons uit. De heilige geest vloeit uit in liefde, vrede en vreugde,
die van ons uitstraalt. Er bestaat geen andere manier om aan deze
hulpbronnen te komen. Er bestaat geen andere manier om een gelukkig leven te
leiden. De wetten van God zijn
een levenswijze. De Bijbel in zijn geheel vormt een levenswijze. Jezus
Christus zei dat wij bij ieder woord van God dienen te leven. Als wij bij
ieder woord van God leven, dan zullen we leven overeenkomstig de levenswijze
die God in zijn heilige Boek, de Bijbel, heeft neergelegd. Het is de levenswijze
van het overvloedige leven. Het is de weg van het stralende,
gelukkige, vreugdevolle leven. De put staat niet droog, maar is vol! Dan volgt nu wat dit
soort leven zal inhouden. Het houdt in dat we er stralend zullen uitzien.
Het houdt in dat Gods geest in ons opgeruimdheid, een glimlach,
vriendelijkheid jegens anderen, liefde, oprechtheid, sterkte, kalm gemoed,
welwillendheid en belangstelling voor anderen zal uitstralen, in plaats van
een te grote belangstelling voor het eigen ik. Indien de geest van God
in u is, dan zult u ongekunsteld en eenvoudig zijn. U zult geen trotse
houding aannemen. U zult u niet aanstellen, zoals de meeste mensen in de
wereld doen. U zult natuurlijk zijn, zonder pretenties. U zult eerlijk,
openhartig en ongedwongen zijn, zuiver naar geest en lichaam. Ook zult u
nederig zijn. Zelfbehagen zal er niet zijn. In plaats daarvan is er geloof
in God. U zult nederig zijn,
maar u zult het geloof en de kracht van God bezitten, wiens kracht onbeperkt
is. U zult door dit geloof van God sterk zijn. U zult wijsheid en moed
bezitten. U zult alles bezitten, elke hulpbron die u nodig hebt. U zult altijd bereid
zijn om te zeggen: „Ik weet het niet”, als dat zo is. U zult altijd bereid
zijn om fouten toe te geven, wanneer u die gemaakt blijkt te hebben, om
ongelijk te erkennen. U zult correctie en berisping accepteren en er naar
handelen, ongeacht hoe vernederend of pijnlijk het ook is. U zult er met
toewijding naar streven om de juiste weg te leren kennen en om deze te gaan
en u zult de Bijbel bestuderen om deze te vinden. U zult iedere hindernis
– iedere moeilijkheid, ieder probleem en ongemak – die of dat zich voordoet,
onder de ogen zien, onbevreesd, in het vaste geloof van God, naar Hem
opziend voor wijsheid, in het besef dat Hij u zal leiden en eruit zal
verlossen. De houding van een
christen U zult wensen dat
anderen eveneens een leven in blakende welstand zullen hebben. U zult
bekommerd zijn om hun welzijn. U zult proberen anderen
te helpen, op elke mogelijke manier, en hen nooit kwetsen of benadelen. U
zult nooit bemoeizuchtig zijn. U zult anderen nooit iets voorschrijven, noch
kwaad spreken of roddelen over anderen. U zult er altijd op uit
zijn om anderen te helpen door hun een kans te geven en u kunt anderen
voornamelijk helpen door hen te helpen zichzelf te helpen, door
aanmoediging, door een goed voorbeeld te geven, door anderen aldus te
inspireren en op te wekken, en hen slechts van advies dienen wanneer dit
welkom is, wanneer zij het willen en bereidwillig zijn om hun verstand te
openen om er naar te luisteren. U zult de lijn blijven
volgen die leidt naar de hoogste bestemming van het leven: het beërven van
het Koninkrijk van God, het werkelijk uit God geboren worden in het Gezin
van God zelf. U zult dit doel met ijver en met enthousiasme, met stuwkracht
en met energie najagen, aangewakkerd door goddelijke ambitie, in hoop en
geloof en door bij ieder woord van God te leven. De Bijbel zal de
autoriteit zijn die u gehoorzaamt, de autoriteit waar u naar kijkt voor
alles in uw leven. U zult bezig zijn uw
eigen menselijke natuur en de wereld te overwinnen, Satan te weerstaan,
dichter bij God te komen door trouwe dagelijkse bijbelstudie en gebed en
door zo nu en dan een tijd van vasten en gebed te houden. Dat is het leven
van een christen. Dat is het gelukkige en overvloedige leven. Nee, een christen kan
niet positief zijn over deze wereld. Het aantal slachtoffers van geweld en
bedrog neemt elke dag toe. Overheden van landen, instituten en bedrijven
hebben meestal niet de intentie om de burgers (de mens) te dienen. Mattheüs
20:25-28: „Doch Jezus riep hen tot Zich en zeide: Gij weet, dat de
regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgroten oefenen
macht over hen. Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden,
zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn;
gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om
te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.” De mensheid wordt
misleid, waarin de media een hoofdrol spelen. Wereldwijd worden valse
berichten verspreid over privézaken en grote politieke kwesties die de
wereld beïnvloeden. Vanzelfsprekend bezorgt dit een christen verdriet. Jezus
wist wat de wereld en Jeruzalem te wachten staat. Lukas 19:41-44: „En toen
Hij nog dichterbij gekomen was en de stad zag, weende Hij over haar, en
zeide: Och, of gij ook op deze dag verstond wat tot uw vrede dient; maar
thans is het verborgen voor uw ogen. Want er zullen dagen over u komen,
waarin uw vijanden een bolwerk tegen u zullen opwerpen en u omsingelen en u
van alle zijden in het nauw brengen, en zij zullen u en uw kinderen in u
vertreden en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de
tijd niet hebt opgemerkt, dat God naar u omzag.” Als God niet zou ingrijpen,
zou de mensheid zichzelf vernietigen. Maar het goede nieuws is dát Christus
zal komen en alle onrecht en geweld zal opruimen. Ieder mens zal een
eerlijke kans krijgen om een gelukkig en overvloedig leven te leiden. Ja, een christen is zeer
positief want hij ziet de toekomst. Die toekomst is pas leven, werkelijk
overvloedig leven.
U kunt zich in deze wereld positief opstellen
Zeker, er komt een betere wereld in de toekomst, maar hoe kunt u zich in
deze slechte tijden nog positief opstellen? Dat vertelt de Bijbel!
Terrorisme! Moord! Financiële crises! Oorlog! Echtscheiding!
Hongersnood! Abnormale weersomstandigheden! Iedere dag schreeuwen
angstaanjagende tragedies ons vanuit de krant en de televisie toe. Als men 's ochtends de
nieuwsberichten hoort, is dat al genoeg om de dag somber en pessimistisch te
beginnen. Als wij alleen maar aan
deze moeilijke tijden denken en aan de nog traumatischer periode die voor
ons ligt, kan dit er gemakkelijk toe leiden dat wij ontmoedigd en
terneergeslagen raken. Maar hoewel Jezus Christus ons gezegd heeft dat wij
de wereldgebeurtenissen in het oog moeten houden, verwacht Hij ook van ons
dat wij een positieve instelling hebben. Lukas 21:36: „Waakt te allen tijde,
biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden
zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen.” Wij
moeten niet overweldigd of verslagen worden door wat wij om ons heen zien
gebeuren of door wat de aarde volgens de ons bekende profetieën nog zal
moeten doormaken. In Colossenzen 3:15 zegt
Paulus: „En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam
geroepen zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar.” Ons denken moet door de
vrede van God beheerst worden. Wij, als Gods volk, zijn tot vrede geroepen.
Wie door God geroepen is en uitverkoren om van zijn Gezin deel uit te maken,
heeft een verzekering dat niets hem kan dwingen ten prooi te vallen aan
Satan. Lees Johannes 6:37 en
39: „Alles wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en wie tot Mij komt,
zal ik geenszins uitwerpen . . . En dit is de wil van Hem, die Mij gezonden
heeft, dat lk van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren late gaan,
maar het opwekke ten jongsten dage.” De meeste mensen zijn
verstrikt in de onzekerheid, angst en zorgen van de tijd waarin wij leven.
De christen is anders. Hij bezit kalmte en gemoedsrust. In Romeinen 8:15
wordt verklaard: „Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om
opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door
welke wij roepen: Abba, Vader.” Het recept voor een
juiste instelling Maar God zegt ons
eenvoudig dat wij gemoedsrust moeten hebben. Zonder erbij te vertellen hoe
wij dat kunnen bereiken? Nee, zeker niet.
In Filippenzen 4:8 geeft God
ons een recept voor een positieve instelling: „Voorts, broeders, al wat
waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat
beminnelijk is, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient,
bedenkt dat.” Met andere woorden, God
wil dat wij ons niet op de negatieve, maar op de positieve kant van dit
leven richten. Laten wij deze passage
eens per fragment onderzoeken, en voor ieder gebied waarop wij onze
gedachten moeten richten, een voorbeeld bekijken. Concentreer u op de
waarheid „Voorts, broeders, al
wat waar . . .” De beloften van God zijn
waar en zeker. In Psalmen 119:160 lezen wij dat het gehele Woord van God
waarheid is. God heeft geopenbaard wat het doel van het leven is; dat Hij
zich voortplant en verlangt dat ieder mens in zijn Gezin opgenomen wordt.
Romeinen 8:14-17: „Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn
zonen Gods. Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw
te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke
wij roepen: Abba, Vader. Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen
Gods zijn. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van
God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn
lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.” In weerwil van de
schokkende omstandigheden op deze wereld, zal God binnen korte tijd weer
welzijn en gezondheid aan de mensheid brengen en van de aarde een
sprankelend juweel van uitzonderlijke schoonheid maken. Jesaja 35:1-10: „De
woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en
bloeien als een narcis; zij zal welig bloeien en juichen, ja, juichen en
jubelen. De heerlijkheid van de Libanon is haar gegeven, de luister van de
Karmel en van Saron; zij zullen aanschouwen de heerlijkheid des HEREN, de
luister van onze God. Sterkt de slappe handen en verstevigt de knikkende
knieën. Zegt tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, uw
God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u
verlossen. Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven
ontsloten worden; dan zal de lamme springen als een hert en de tong van de
stomme zal jubelen; want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken
in de steppe, en het gloeiende zand zal tot een plas worden en het dorstige
land tot waterbronnen; waar de jakhalzen verblijven en legeren, zal gras met
riet en biezen zijn. Daar zal een gebaande weg zijn, die de heilige weg
genaamd wordt; geen onreine zal die betreden; maar hij zal alleen voor hen
zijn; reizigers noch dwazen zullen erop dolen. Daar zal geen leeuw zijn en
geen verscheurend dier zal daarop komen; zij worden daar niet gevonden. Maar
de verlosten wandelen daarop; de vrijgekochten des HEREN zullen wederkeren
en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd zijn,
blijdschap en vreugde zullen zij verkrijgen, maar kommer en zuchten zullen
wegvlieden.” Dat is de waarheid! Het is ook waar dat de
grootste vijand van de mens – de dood – overwonnen zal worden en dat al onze
familieleden God zullen zien. 1 Corinthiërs 15:26: „De laatste vijand, die
onttroond wordt, is de dood.” Een van de namen van
Jezus Christus luidt Waarachtig. Openbaring 19:11: „En ik zag de hemel
geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd
Getrouw en Waarachtig.” Als wij de Bijbel lezen,
kunnen wij absoluut zeker weten dat God alles zal doen wat Hij beloofd
heeft, omdat Hij waarheid spreekt en niet kan liegen. Numeri 23:19: „God is
geen man, dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben.
Zou Hij zeggen en niet doen, of spreken en niet volbrengen?” Dit moet ons
een grote geruststelling zijn. Het is nooit nodig om te twijfelen aan wat
God zegt. „Al wat waardig . . .”
wat we in Filippenzen 4:8 hebben gelezen. Waardig in de betekenis van
eerlijk zijn. Er is overal oneerlijkheid. Schandalen als fraude, omkoping,
vals geld, misbruik van gemeenschapsgeld, zijn schering en inslag. De
advertentiewereld staat bekend om haar overtrokken beweringen en regelrechte
onwaarheden. Iedere portemonnee is de prooi van diefstal. We leven in een
hackerswereld. Maar soms duikt er een
beetje eerlijkheid op – als een taxichauffeur een horloge terugbrengt dat
een passagier heeft laten liggen of als iemand van de stomerij geld
teruggeeft dat hij in de zak van een kostuum heeft gevonden en dan zien wij
een straaltje licht in de dichte duisternis. Denk er eens aan hoe het in de
wereld van morgen zal zijn als zulke dingen normaal zijn en geen zeldzame
uitzondering. Laten wij nu eens naar
de andere betekenis van het woord kijken: achtenswaardig. Hebreeën 13:4 zegt ons
dat het huwelijk in ere moet worden gehouden. Overdenk manieren waarop u uw
partner en uw huwelijk kunt eren door iets van uzelf te geven. In Psalmen 15:4 staat
dat iedereen die God vreest eer verdient. Een ouder echtpaar dat
zijn kinderen goed opgevoed heeft of een leven van dienstbaarheid geleid
heeft, is achtenswaardig. Spreuken 16:31: „De grijsheid is een sierlijke
kroon, zij wordt op de weg der gerechtigheid gevonden.” Hetzelfde geldt voor
de jonge man of vrouw die karakter toont en vasthoudt aan hoge normen. Ook
een kind dat ijverig probeert een lange rekensom op te lossen, is
achtenswaardig. Kinderen die zich bezig
houden met foute spelletjes is het tegenovergestelde van waardig of
achtenswaardig. Jezus Christus en zijn volgelingen haten oorlog en geweld.
In veel games komt oorlog, geweld en schieten voor. Het is de norm van deze
negatieve wereld, maar iemand die God wil dienen wil positief zijn en doet
daar dus niet aan mee. Ook met ’speelgoed’ zoals geweren, pistolen en andere
wapens, behoren kinderen niet te spelen. Van een ernstige zonde, zoals
iemand doden, moet geen spelletje gemaakt worden. Het bederft het karakter
van een kind. Het normbesef komt al in de kinderjaren. „Al wat rechtvaardig . .
.” Gods geboden zijn
rechtvaardig. Romeinen 7:12: „Zo is dan de wet heilig, en ook het gebod is
heilig en rechtvaardig en goed.” Ze vormen een uitstekend onderwerp tot
overpeinzing. David zei dat de wet van God volmaakt, betrouwbaar, waarachtig
en rein is. Psalmen 19:9-10: „De bevelen des HEREN zijn waarachtig, zij
verheugen het hart; het gebod des HEREN is louter, het verlicht de ogen. De
vreze des HEREN is rein, voor immer bestendig; de verordeningen des HEREN
zijn waarheid, altegader rechtvaardig.” David zei dat hij, door over de wet
na te denken, wijzer werd dan zijn leraren. De wetten en geboden van God
leveren uitstekende stof tot overdenking, want Gods geboden laten zien hoe
rechtvaardig Hij is. In Gods Koninkrijk zal
Jezus Christus rechtvaardig regeren. Wij kunnen erop vertrouwen dat elk
geschil rechtvaardig zal worden opgelost, of dat nu een geschil is tussen
mensen of tussen naties, want God doorziet de gedachten en overleggingen van
het hart. Lees wat de instelling
is van de toekomstige wereldleider, Jezus Christus. Jesaja 11:3-4: „Zijn
lust zal zijn in de vrede des Heren. Hij zal niet richten naar hetgeen zijn
ogen zien, noch rechtspreken naar hetgeen zijn oren horen; want hij zal de
geringen in gerechtigheid richten en over de ootmoedigen des lands in
billijkheid rechtspreken.” Onder Gods regering zal
de mens de vruchten plukken van zijn arbeid. Geen mens of regering zal iets
wegnemen dat rechtmatig toebehoort aan iemand anders. Stelt u zich eens voor
hoe heerlijk het in de wereld zal zijn wanneer de rechtspraak nooit meer een
bespotting is en wanneer iedereen ervan verzekerd kan zijn dat zijn
problemen rechtvaardig zullen worden opgelost. „Al wat rein . . .”
(vervolg in Filippenzen 4:8). Reinheid betekent
zuiverheid of de afwezigheid van verzwakkende of verontreinigende invloeden.
En wat is het belangrijkste om rein te houden? Karakter. Het ontwikkelen van een
zuiver karakter – de moed en overtuiging om uit te zoeken wat goed is en de
wil en het vermogen om te doen wat goed is, in weerwil van alle
verleidingen tot het sluiten van compromissen – is het doel waarvoor de mens
op aarde is geplaatst. Zuivere liefde en
vriendschap zijn in deze tijd van egocentrische levensinstellingen uitermate
schaars. Wij kunnen evenwel leren op zuivere wijze lief te hebben, zonder
bedrog of voorbehoud. 1 Petrus 1:22 verklaart:
„Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot
ongeveinsde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig lief.” En 1 Timotheüs 1:5 houdt
ons voor: „En het doel van alle vermaning is liefde uit een rein hart.” Als
wij Gods geboden navolgen, zijn wij in staat op de juiste basis lief te
hebben. „Al wat beminnelijk . .
.” De schepping van God is
het toppunt van schoonheid. De majestueuze pracht van de Rocky Mountains in
Noord-Amerika, de Alpen in Europa en de fjorden van Scandinavië verheffen
onze geest. Laat uw gedachten gaan over de spectaculaire of subtiele
schoonheid van plaatsen waar u geweest bent of die u kent van afbeeldingen. Veel van de grootste
werken en prestaties van de mens kunnen ook zeer mooi genoemd worden. Leer
de schoonheid en beminnelijkheid te waarderen in ware kunst, literatuur,
poëzie, kleding, sieraden en muziek. Geniet nu van al wat mooi is, in
afwachting van de tijd wanneer God van de aarde een prachtige leefbare
plaats zal maken, een plaats waar een volmaakte schoonheid zal zijn. „Al wat welluidend . .
.” Weet u nog wat God over
zijn Zoon Jezus zei toen Johannes Jezus in de Jordaan doopte? Mattheüs 3:17:
„En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in
wie Ik mijn welbehagen heb.”
Lovende en waarderende woorden uit de mond van een ouder of een
gerespecteerd persoon klinken als muziek in de oren van een zoon of dochter. Wees blij als anderen
slagen, niet als hun pogingen mislukken. En vergeet niet dat ieder mens een
potentie van succes heeft. God hoort graag lovende woorden over zijn volk.
Iedereen die zijn levenswijze aanvaardt, zal na Jezus' terugkomst worden
geloofd en geëerd. Waarover kan men nog
meer met lovende woorden spreken? Het werk van God breidt zich over de
gehele wereld uit. Het ware Evangelie van Gods Koninkrijk bereikt nu meer
mensen dan ooit en geeft hun dagelijks hoop en geluk. Dat is beslist
lofwaardig. Het is een grote bemoediging om te bedenken wat God tot stand
brengt! „Al wat deugd heet en
lof verdient . . .” Hoe vaak tellen wij onze
zegeningen? Loven wij God voor wat wij hebben? Misschien is onze gezondheid
niet volmaakt in orde, maar wij kunnen moed putten uit de kracht en hoop die
anderen, met nog veel ernstiger problemen, getoond hebben. Wat gebeurt er
met de dame die klaagt dat zij niet weet welke schoenen ze aan zal trekken
en dan iemand ziet die helemaal geen schoenen heeft? De houding zal
veranderen. God verdient lof voor alles wat Hij voor ons heeft gedaan. Lees
bijvoorbeeld de Psalmen. Zij staan vol lovende woorden over de grote God die
hemel en aarde heeft gemaakt. Zoals iemand denkt! .
. . Filippenzen 4:8 eindigt
met de woorden: „Bedenk dat.” Denken leidt tot actie.
Denken over zondig genot leidt tot zonde, maar een positieve benadering van
het leven leidt tot succes. David had een positieve
instelling toen hij de strijd met Goliath aanbond. Hij begreep de woorden
van Spreuken 23:7: „Want als iemand die zijn eigen plannen maakt [zoals
iemand denkt], zo is hij.” David wist dat hij de Filistijnse reus kon
verslaan omdat hij ervan overtuigd was dat God aan zijn kant stond. Hij liet
zich niet weerhouden door negatieve gedachten over de grootte en kracht van
Goliath. In zijn gevecht met
Goliath streed David voor zijn fysieke leven. Wij voeren eenzelfde strijd,
maar bij ons staat ons geestelijke leven op het spel. Satan zou graag zien dat
wij het gevoel hebben dat het zinloos is om door te gaan. Hij zou graag
willen dat wij alleen aan de hopeloosheid van deze wereld denken. Als hij
ons tot een blijvende negatieve instelling kan bewegen, kan hij ons
vernietigen! Maar God staat aan onze
kant met een heel arsenaal geestelijke wapens. Als christen behoren wij
het licht van de wereld te zijn. Mattheüs 5:14-16: „Gij zijt het licht der
wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Ook
steekt men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, maar op de
standaard, en zij schijnt voor allen, die in het huis zijn. Laat zo uw licht
schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in
de hemelen is, verheerlijken.” Wij moeten een positieve blik op de toekomst
en het uiteindelijke doel van de mens hebben. Een negatieve christen kan
anderen er niet toe inspireren Gods levenswijze te volgen. Vanzelfsprekend betekent
„gij zijt het licht der wereld” níet dat we het soort licht moeten zijn waar
deze wereld graag naar kijkt: de aanstichter van een zuippartij, drager van
decadente kleding, iemand die in een groep stoere verhalen vertelt in
vulgaire taal, aanvoerders in de wereld van het politiek gekonkel,
medialeider in het roddelcircuit. Dat zijn volgens de normen van God
bedrieglijke lichten. De normen van de wereld
vergelijkt God met duisternis. „Goede werken” volgens Gods normen – niet
naar de maatstaf van de wereld – zijn het licht waar Mattheüs over spreekt. Wat een positieve
christen om zich heen ziet, kan hem intens raken. 2 Petrus 2:6-8: „De
steden Sodom en Gomorra tot as verbrand, tot omkering gedoemd en ten
voorbeeld gesteld heeft voor hen, die goddeloos zouden leven, maar de
rechtvaardige Lot, die zwaar te lijden had onder de losbandige wandel dier
zedelozen, heeft behouden (want deze rechtvaardige heeft, onder hen wonende,
dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun
tegen alle wet ingaande werken).” We moeten positief zijn
in de ogen van God – dat is onze maatstaf. Deze duistere wereld loopt
spoedig ten einde. Romeinen 13:12: „De
nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der
duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts!” Wij dienen positief te
blijven denken en ons te kwalificeren voor Gods Koninkrijk, met de
overtuiging dat de grootste macht van het universum achter ons staat die
zijn glorie en karakter voor eeuwig met ons wil delen. |