Voor literatuurlijst klik hier.
Hoe u uw
ouders kunt eren
Begrijpt u echt wat het Vijfde Gebod
inhoudt en welke toepassing
het heeft op uw leven? Het Vijfde Gebod heeft
betrekking op elke menselijke relatie. Jawel elke menselijke relatie.
Weet u waarom? God vindt het Vijfde
Gebod van levensbelang. Deze levende wet is een essentiële sleutel, niet
alleen bij het vormen van sterke, stabiele gezinnen, maar ook bij het
opbouwen van een gelukkige, vreedzame en godvrezende maatschappij. Laten wij het Vijfde
Gebod eens nader onderzoeken en naar de praktische toepassing kijken van
deze belangrijke wet.
Een verheven functie God gebood: „Eer uw
vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here,
uw God, u geven zal” (Exodus 20:12). Van het begin af aan
heeft God de Vader iedere ouder een belangrijke, verheven functie gegeven –
een essentiële positie en rol in het gezin. Hij verordende dat deze positie
geëerbiedigd en gerespecteerd moest worden. Waarom? Omdat ouders voor hun
kinderen de directe vertegenwoordigers zijn van God zelf! De ouderrol in het
fysieke gezin symboliseert Gods rol in zijn geestelijke Gezin. Ouders
bevinden zich in een positie van gezag en toezicht. Aan hen is de
verantwoordelijkheid toevertrouwd om leiding te geven aan hun kinderen,
zodat zij God zullen kennen en om hun de levenswijze van God te leren. Lees de instructie eens
die God de ouders gegeven heeft in Spreuken 22:6: „Oefen de knaap volgens de
eis van zijn weg, ook wanneer hij oud geworden is, zal hij daarvan niet
afwijken.” Het boek Spreuken in het bijzonder staat vol informatie over hoe
ouders hun kinderen moeten instrueren in Gods levenswijze. Hierna een paar
schriftgedeelten. „Mijn zoon, indien gij
mijn woorden aanneemt en mijn geboden bij u bewaart, zodat uw oor de
wijsheid opmerkt en gij uw hart neigt tot de verstandigheid, ja, indien gij
tot het inzicht roept en tot de verstandigheid uw stem verheft; indien gij
haar zoekt als zilver en naar haar speurt als naar verborgen schatten, dan
zult gij de vreze des HEREN verstaan en de kennis Gods vinden. Want de HERE
geeft wijsheid, uit zijn mond komen kennis en verstandigheid; Hij bewaart
hulp voor de oprechten, Hij is een schild voor wie onberispelijk wandelen,
terwijl Hij waakt over de paden van het recht en de weg zijner gunstgenoten
beschermt. Dan zult gij gerechtigheid en recht verstaan, ook
rechtschapenheid, elke goede weg” (Spreuken 2:1-9). „Hoort, zonen, de tucht
[terechtwijzing, lessen] van een vader, en weest opmerkzaam, om inzicht te
verkrijgen, want ik geef u goede leer; verlaat mijn onderwijzing niet. Want
toen ik nog als zoon bij mijn vader was, teder en een enig kind voor het
aangezicht van mijn moeder, onderwees hij mij en zeide tot mij: Laat uw hart
mijn woorden vasthouden onderhoud mijn geboden, opdat gij moogt leven.
Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet en wijk niet af van de
woorden mijns monds. Verlaat haar niet, dan zal zij u bewaren, heb haar
lief, dan zal zij u behoeden. Het begin der wijsheid is: verwerf wijsheid en
verwerf inzicht bij al wat gij bezit. Houd haar hoog, dan zal zij u
verheffen, zij zal u tot eer brengen, wanneer gij haar zult omhelzen. Zij
zal een liefelijke krans om uw hoofd leggen, een sierlijke kroon zal zij u
schenken. Hoor, mijn zoon, en neem mijn woorden aan, opdat uw levensjaren
talrijk worden. Ik onderricht u in de weg der wijsheid, ik doe u treden op
rechte paden. Bij uw wandelen zal uw schrede niet belemmerd worden, wanneer
gij loopt, zult gij niet struikelen. Houd vast aan de tucht, laat haar niet
los, bewaar haar, want zij is uw leven. Kom niet op het pad der goddelozen,
betreed de weg der bozen niet. Mijd die, ga er niet over; wijk ervan af en
ga voorbij. Want zij kunnen niet slapen, wanneer zij geen kwaad kunnen doen;
hun slaap wordt hun ontnomen, wanneer zij niet iemand kunnen doen
struikelen; want zij eten brood der goddeloosheid en drinken wijn van
gewelddadigheid. Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende
morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag. De weg der
goddelozen is als duisternis; zij weten niet, waarover zij kunnen
struikelen. Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn
uitspraken; laat ze niet wijken uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. Want
zij zijn leven voor wie ze vinden, genezing voor hun ganse lichaam. Behoed
uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des
levens. Doe weg van u de valsheid van mond en houd ver van u de verkeerdheid
der lippen. Laten uw ogen voorwaarts blikken en uw oogopslag rechtuit zijn.
Laat uw voet een effen pad inslaan en laten al uw wegen vast zijn. Wijk noch
ter rechter, noch ter linkerhand af, houd uw voet verwijderd van het kwade”
(Spreuken 4:1-27). „Mijn zoon, sla acht op
mijn wijsheid, neig uw oor naar mijn verstandigheid, om bedachtzaamheid in
acht te nemen en laten uw lippen kennis bewaren. Want van honigzeem druipen
de lippen der vreemde vrouw, gladder dan olie is haar gehemelte, maar op het
laatst is zij bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar
voeten dalen af naar de dood, haar schreden raken het dodenrijk. Opdat gij
het pad des levens niet zoudt inslaan, zijn haar gangen doolwegen, zonder
dat gij het weet. Nu dan, zonen, luistert naar mij en wijkt niet af van de
woorden mijns monds” (Spreuken 5:1-7). Lees ook eens Efeziërs
6:1-4: „Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Here, want dat is recht.
Eer uw vader en uw moeder (dit is immers het eerste gebod, met een belofte)
opdat het u welga en gij lang leeft op aarde. En gij, Vaders, verbittert uw
kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des
Heren.” Het verachten of
bespotten van de door God ingestelde functie van het ouderschap is hetzelfde
als oneerbiedig zijn tegenover God zelf. Een tijdloos gebod Het gebod om de ouders
te eren geldt voor mensen van alle leeftijden – zowel kinderen als
volwassenen. Het woord eren
zoals de Bijbel het gebruikt in het Vijfde Gebod is rijk aan betekenis. Het
betekent: eer, eerbied bewijzen, hoogschatten, vereren, met onderscheiding
bejegenen. Deze betekenis omvat respect, vermengd met liefde en eerbied. Het
woord heeft dezelfde bedoeling als de eer en eerbied die betoond wordt aan
een hooggeplaatst persoon of een koning. Kinderen die nog thuis
wonen en afhankelijk zijn van hun ouders voor voedsel, kleding, bescherming
en andere behoeften hebben een bijzondere verplichting om het Vijfde Gebod
na te leven. Dit betekent niet alleen bereid zijn om de ouderlijke
aanwijzingen op te volgen, maar ook meer doen dan gevraagd wordt door middel
van liefde, vriendelijkheid en hulpvaardigheid. Maar zelfs wanneer
kinderen volwassen zijn, hun thuis verlaten hebben en niet langer onder het
gezag en toezicht van hun ouders staan, zijn de kinderen hun ouders nog
steeds eerbied en respect verschuldigd, vooral wanneer hun ouders oud
geworden zijn. „Voor het grijze haar zult gij opstaan en aan de oude zult
gij eer bewijzen en voor uw God zult gij vrezen: Ik ben de HERE” (Leviticus
19:32). De verplichting om de ouders te eren houdt nooit op. Christus berispte de
farizeeën omdat ze hun volgelingen leerden hun plichten jegens hun ouders te
verwaarlozen. „Hij antwoordde hun en zeide: Waarom overtreedt ook gij ter
wille van uw overlevering zelfs het gebod Gods? Want God heeft gezegd: Eer
uw vader en uw moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt, zal de dood
sterven. Maar gij zegt: Wie tot zijn vader of zijn moeder zegt: Het is
offergave, al wat gij van mij hadt kunnen trekken, behoeft zijn vader of
zijn moeder niet te eren. Zo hebt gij het woord Gods van kracht beroofd ter
wille van uw overlevering” (Mattheüs 15:3-6). Zij stelden meer prijs op de
vrijwillige geschenken, die men in de tempel bracht, dan op het bewijzen van
liefde en dankbaarheid aan de ouders. Christus sprak hier duidelijk tot
getrouwde volwassenen, niet tot jonge kinderen die nog thuis wonen. Hij liet
zien dat volwassenen nog steeds eerbied moeten hebben voor de behoeften van
hun ouders. Zij moeten zorgzaamheid blijven tonen voor hun ouders. En als uw ouders God
niet respecteren? Als zij Gods geboden niet gehoorzamen en ze zich tegen u
keren omdat u dat wel doet? Hoe de situatie ook is,
betoon uw ouders altijd de liefde en het respect dat ze verdienen. Eer hun
functie. Sta uzelf nooit toe op hen neer te zien, alleen omdat God hen nu
niet roept. Het gebod om ze te eren geldt nog steeds. Actieve
gehoorzaamheid We moeten ernaar streven
om Gods lering om onze ouders te eren daadwerkelijk te vervullen. Een kind dat nog thuis
woont, doet misschien wat hem gezegd wordt, maar alleen om moeilijkheden te
vermijden. Het voldoet aan verzoeken om te helpen met karweitjes als de
inhoud van de keukenpedaalemmer in de vuilniscontainer gooien of zijn kamer
opruimen. Sommige – of waarschijnlijk veel – kinderen doen dat met tegenzin
en alleen dat wat echt moet. Zijn ouders moeten hem er voortdurend aan
herinneren, hem smeken of zelfs omkopen om zijn plicht te doen. Hierbij wordt de wet
alleen naar de letter gevolgd. De geest van bereidwillige dienstbaarheid en
spontane gehoorzaamheid ontbreekt. Zo kan ook een
volwassene zijn ouders plichtmatig bezoeken of een telefoontje plegen, in
plaats van dit uit liefde en zorgzaamheid te doen. Belangrijke zaken als
thuiszorg voor vader en moeder, bezoek aan de oogarts, gaan misschien
onopgemerkt voorbij. Het helpen van de ouders kan meer als een last dan als
een vreugde gezien worden. Ware christenen zien dit
als betrokkenheid, als deel van hun eigen leven en niet als een hinder. Om
het Vijfde Gebod echt na te leven, moeten we ernaar streven om de geest van
deze wet te begrijpen en te vervullen. Wij moeten een spontane
bereidheid hebben om plezier te verschaffen en te dienen, om hoog te achten
en te eerbiedigen. Actieve gehoorzaamheid betekent verder gaan dan wat wordt
gevraagd. „Zo moet ook gij, nadat gij alles gedaan hebt wat u bevolen is,
zeggen: Wij zijn onnutte slaven; wij hebben slechts gedaan, wat wij moesten
doen” (Lukas 17:10). Een kind dat nog thuis
woont en dat dit principe toepast, zal vrijwillig meer doen dan er van hem
wordt gevraagd. Het zal meer manieren bedenken om zijn ouders te plezieren,
zoals vaders schoenen poetsen, de auto wassen of de was van de lijn halen
wanneer het begint te regenen terwijl moeder de boodschappen doet. Ook als wij niet meer
bij onze ouders wonen, moeten wij aan hun welzijn denken. Zij hebben een
groot gedeelte van hun leven besteed aan onze opvoeding. Veel ouders ervaren
het huis uitgaan van hun kinderen als een leegte in hun leven. Wij moeten
onze ouders opzoeken wanneer dat maar mogelijk is. Als wij niet in staat
zijn onze ouders op te zoeken, kunnen wij foto's van ons gezin opsturen. Wij, als kinderen, mogen
nooit de tijd of de afstand afbreuk laten doen aan de sterkte, liefde en
toegewijdheid van onze familiebanden. Onze ouders om hun raad
vragen kan ook een manier zijn om hen te eren. Ouders bevinden zich in een
bijzonder goede positie om ons goede raad te geven, omdat zij ons zo goed
kennen en ook omdat zij zoveel jaren ervaring hebben. We betrekken de ouders
daarmee ook bij ons leven. „Een wijs zoon verheugt de vader, maar een dwaas
van een mens veracht zijn moeder” (Spreuken 15:20). Als onze ouders ouder en
zwakker worden of als zij beginnen te sukkelen met hun gezondheid, moeten
onze toewijding en trouw ten opzichte van hen groeien. Dit is een periode
waarin zij de zorg en waardering van hun kinderen meer nodig hebben dan in
enige andere periode van hun leven. Kijk eens naar het
voorbeeld van de patriarch Jozef. Toen Jakob, de oude, blinde vader van
Jozef, bij hem kwam „boog [Jozef] zich neer met zijn aangezicht ter aarde”
(Genesis 48:12). Een voorbeeld van respect en eerbied voor een oude vader
die door het gewicht van de jaren is verzwakt. Jozef bleef zijn vader eren
en erkentelijkheid betuigen, en zorgde ook voor de oude Jakob. „Trekt
haastig naar mijn vader en zegt tot hem: Zo zegt uw zoon Jozef: God heeft
mij gesteld tot heer over geheel Egypte, komt tot mij, draal niet. Gij zult
in het land Gosen wonen en gij zult dicht bij mij zijn, gij en uw kinderen
en uw kindskinderen, uw kleinvee en uw runderen en al wat gij hebt. En ik
zal daar voor u zorgen, want er zal nog vijf jaar hongersnood zijn, opdat
gij niet verarmt, gij, noch uw huis, noch iemand van de uwen” (Genesis
45:9-11). Een bijzondere
belofte Wist u dat er een
speciale zegen aan het Vijfde Gebod verbonden is voor hen die ernaar streven
het na te leven? In Efeze 6:2-3, waarin
het gebod uit Exodus 20:12 herhaald en uitgelegd wordt, staat: „Eer uw vader
en uw moeder (dit is immers het eerste gebod, met een belofte) opdat het u
welga en gij lang leeft op aarde.” Een bijzondere belofte die sommigen zich
misschien nog niet ten volle hebben gerealiseerd. Wat brengt deze belofte
met zich mee? De zegeningen voor het naleven van het Vijfde Gebod zouden
zeker een leven van grotere vrede, vreugde en groter geluk inhouden – een
overvloedig leven, vol kansen en tevens bescherming tegen een voortijdige
dood. Verdere goddelijke zegeningen en gunsten omvatten wijsheid, begrip,
gezondheid, welvaart. „Mijn zoon, vergeet mijn
onderwijzing niet en uw hart beware mijn geboden, want lengte van dagen, en
jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. Dat liefde en trouw u
niet verlaten! Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart, dan
zult gij genegenheid en goedkeuring verwerven in de ogen van God en mensen”
(Spreuken 3:1-4). „Want wie mij vindt,
heeft het leven gevonden, hij heeft van de HERE welgevallen verkregen”
(Spreuken 8:35). „Geliefde, ik bid, dat
het u in alles wel ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wel gaat” (3
Johannes 1:2). Wanneer we dit gebod van
God eerbiedigen, ondervinden we de zegeningen van God op grondige wijze. Aan de andere kant
resulteert ongehoorzaamheid aan dit gebod in conflicten tussen ouders en
kinderen, haat, jaloezie, slechte communicatie en het uiteenvallen van gezin
en maatschappij. Wanneer u dit niet gelooft, kijk dan eens om u heen in de
huidige maatschappij – en misschien hoeft u, helaas, niet verder te kijken
dan uw eigen gezin! Strijd tegen de
invloed van de wereld Betrekkelijk weinig
jongeren hebben een juist begrip van een juiste relatie met ouderen of
hebben er de rijke vruchten
van geplukt. Hoe vreemd kijken we nu naar de volgende bijbelverzen. 1 Koningen 2:19: „Toen
Batseba bij koning Salomo binnentrad om tot hem over Adonia te spreken, rees
de koning op om haar tegemoet te gaan, en boog zich voor haar neer; daarna
zette hij zich op zijn troon en liet een zetel plaatsen voor de
koningin-moeder, en zij zette zich aan zijn rechterhand.” Job 32:4: „Maar Elihu
had gewacht Job aan te spreken, omdat zij ouder waren dan hij.” Vers 6: „En
de Buziet Elihu, de zoon van Barakel, nam het woord en zeide: Ik ben nog
jong en gij zijt hoogbejaard; daarom schroomde ik en vreesde u mede te delen
wat ik weet.” Spreuken 16:31: „De
grijsheid is een sierlijke kroon, zij wordt op de weg der gerechtigheid
gevonden.” Klaagliederen 5:12:
„Vorsten zijn door hun hand opgehangen, het aangezicht van ouden wordt niet
geëerd.” De Westerse samenleving
begunstigt in hoge mate de jongeren. De reclame impliceert of bevordert de
begeerlijkheid van het jong-zijn. De media stemmen hun programmering af op
de jeugd. Te vaak wordt in sociale evenementen voorbijgegaan aan de belangen
van de ouderen. Waarom? Omdat de
samenleving een belangrijk principe niet kent. Job 8:8-10: „Want doe slechts
navraag bij het voorgeslacht, en geef acht op hetgeen hun vaderen
doorvorsten. Wij toch zijn van gisteren en weten niets; want als een schaduw
zijn onze dagen op aarde. Zullen zij u niet onderrichten, zullen zij het u
niet zeggen, en woorden uit hun hart voortbrengen?” Duizenden jaren lang
hebben succesrijke families het principe toegepast: „Laat de ouderdom
spreken, en de veelheid van jaren wijsheid verkondigen” (Job 32:7). Terwijl
vele Westerse naties dit niet willen weten, zijn er andere samenlevingen die
dit nog altijd toepassen en er wel bij varen. God wist dat dit
principe ons leven meer kracht zou geven en verrijken. Daarom nam Hij het op
in zijn geboden van gezond en succesrijk leven, de Tien Geboden, waarvan er
een luidt: „Eer uw vader en uw moeder” (Exodus 20:12). Zeer zeker niet
afgeschaft in het Nieuwe Testament. Dit gebod wordt bevestigd in Efeziërs
6:2-3. Maar tegenwoordig is de
aandacht voor dit levensbelangrijke principe gering. Het wordt vaak zelfs
als een belediging ervaren als men iemand opa noemt. De maatschappij heeft
intussen zo'n negatieve opvatting over ouderen dat ook sommige mensen zelf
die de vijfenzestig gepasseerd zijn het etiket ’oudere burgers’ vernederend
vinden. Anderen willen niet graag ’bejaard’ worden genoemd. Weer anderen
menen dat ieder woord dat wordt gebruikt om ’oude mensen’ te omschrijven
vermeden moet worden. Sommigen willen door hun kleinkinderen niet als ’opa’
of ’oma’ aangesproken worden. De eer is verloedert tot
een schaamte en vernedering. Bekende Nederlanders die interessant willen
doen in praatprogramma's op de televisie geven ’het voorbeeld’ door een oude
man met een eervolle staat van dienst een ’oude zak’ te noemen. Alsof een
mens ’oud vuil’ is. Als gevolg van de druk
van de samenleving beginnen oudere mensen vaak van zichzelf te denken dat
zij oud en oninteressant zijn. Als oudere mensen hiervoor niet op hun hoede
zijn, richten zij zich te zeer op het verleden, dat zij dan steeds opnieuw
weer beleven. Wij moeten nooit
ophouden met leren en met ontwikkelen van ons verstand, ongeacht hoe oud wij
zijn, en wij moeten onze schat van ervaring blijven uitbreiden. Oudere mensen dragen een
geboden verantwoordelijkheid om het leven van fysiek jongere mensen een
rijkere inhoud te geven. De apostel Paulus wees
hier als volgt op: „Oude vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden,
niet kwaadsprekend, niet verslaafd aan veel wijn, in het goede
onderrichtende, zodat zij de jonge vrouwen opwekken man en kinderen lief te
hebben, bezadigd, kuis, huishoudelijk, goed en aan haar man onderdanig te
zijn, opdat het woord Gods niet gelasterd worde” (Titus 2:3-5). In de Bijbel wordt van
oudere mannen vaak gezegd dat zij „in de poorten” zijn. Daar werden de
belangrijke zaken en aangelegenheden van de stad geregeld. De ouderen werden
er geraadpleegd en zij leverden door hun ervaring een stabiliserende dienst. „Haar man is bekend in
de poorten, als hij neerzit te midden van de oudsten des lands” (Spreuken
31:23). „Dan zullen zijn vader
en moeder hem grijpen en naar de oudsten van zijn stad brengen, in de poort
van zijn woonplaats” (Deuteronomium 21:19). „Intussen was Boaz naar
de poort gegaan en had zich daar neergezet. En zie, daar ging de losser
voorbij, van wie Boaz gesproken had. Toen zeide hij: Gij daar, kom eens
hier, zet u hier neer. Hij dan kwam en zette zich neer. Daarop nam hij tien
mannen uit de oudsten der stad en zeide: Zet u hier neer. En zij zetten zich
neer” (Ruth 4:1-2). „Als beleid ontbreekt,
komt het volk ten val; maar er is redding, als er vele raadgevers zijn”
(Spreuken 11:14). Jongere mensen moeten de
tijd nemen en het respect tonen om te luisteren naar en goed na te denken
over de ervaringen en het advies van de oudere mensen. De waarde van oudere
mannen en vrouwen wordt in de huidige maatschappij nauwelijks erkend. Maar
zonder een gezamenlijke inspanning om met elkaar om te gaan en deze ervaring
en beproefde kennis uit te wisselen, laten jongere mensen waardevolle
informatie door de vingers glippen. Uw
verantwoordelijkheid Tegenwoordig leven we in
een tijdperk dat gekarakteriseerd wordt door de verwerping van het Vijfde
Gebod. De profetieën in de Bijbel tonen dat „er in de laatste dagen zware
tijden zullen komen: want de mensen zullen . . . aan hun ouders ongehoorzaam
zijn” (2 Timotheüs 3:1-2). De wereld als geheel is
afgeweken van juist dat gebod waarop de beschaving, volgens Gods bedoeling,
gebouwd had moeten worden. Het schriftgedeelte van Timotheüs over „de
laatste dagen” beschrijft een zeer goddeloze, egoïstische, liefdeloze en
decadente maatschappij: „Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden
zullen komen: want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers,
vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig,
liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het
goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan
voor God” (2 Timotheüs 3:1-4). Dit is een van de
oorzaken waarom deze beschaving afstormt op een crisistijd die haar gelijke
niet heeft in de menselijke geschiedenis. Deze angstwekkende tijd, die de
Bijbel „een grote verdrukking” (Mattheüs 24:21) noemt, ligt nu vlak voor
ons. Voordat de mensheid
zichzelf vernietigt zal Jezus Christus terugkomen om in te grijpen. Dit zal
niet kunnen met psychologische gesprekken. Hij zal met grote macht en kracht
vrede brengen. „Want zie, de dag komt,
brandend als een oven! Dan zullen alle overmoedigen en allen die
goddeloosheid bedrijven, zijn als stoppels, en de dag die komt, zal hen in
brand steken (zegt de HERE der heerscharen) welke hun wortel noch tak zal
overlaten. Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid
opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en
springen als kalveren uit de stal. Gij zult de goddelozen vertreden, want
tot stof zullen zij zijn onder uw voetzolen op de dag die Ik bereiden zal,
zegt de HERE der heerscharen” (Maleachi 4:1-3). De mensen verachten Gods
geboden. Ze waren bekend bij enkelingen, zoals Henoch, Noach en Abraham en
zijn later aan het volk Israël gegeven. Dit volk werd God ongehoorzaam
waardoor Hij het toeliet dat het door heidense volken in ballingschap werd
gevoerd. Het grootste deel – tien stammen – zijn nooit teruggekeerd naar hun
prachtig land aan de Middellandse Zee. Ze hebben hun identiteit verloren, ze
wéten zelfs niet dat ze Israëlieten zijn. Lees onze publicatie ’De Verenigde
Staten en Groot-Brittannië in de profetieën’ en u zult ontdekken dat ze,
naar de belofte van God toonaangevend in de wereld zijn geworden, een macht die
grotendeels al weer verloren is gegaan en geheel zal verdwijnen volgens de
profetieën. Zoals God 3500 jaar
geleden eerst Israël zijn geboden, die leiden tot voorspoed en vrede, bekend
maakte, zal Hij binnenkort weer beginnen met Israël. Hij zal een modelnatie
scheppen, waardoor uiteindelijk alle volken naar God zullen luisteren en
daardoor een overvloedig en gelukkig leven zullen hebben. God roept ons op zijn
geboden, waaronder het Vijfde Gebod, te „gedenken”. „Gedenkt de wet van
Mozes, mijn knecht, die Ik hem op Horeb geboden heb voor gans Israël,
inzettingen en verordeningen” (Maleachi 4:4). De Wet van God gedenken of in
herinnering brengen – daartoe spoort God ons aan. Het huidige Israël van de
tien stammen en de Joden moeten hun harten weer richten op de harten van hun
voorvaderen, zoals Abraham, David, Jeremia, Daniël, die Gods geboden kenden
en onderhielden. Dat is de essentie voor een vol leven. De volgende twee verzen
in Maleachi 4 vormen een essentiële profetie die voor de terugkeer van
Christus zal worden vervuld: „Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de
grote en geduchte dag des Heren komt. Hij zal het hart der vaderen
terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat
Ik niet kome en het land treffe met de ban” (Maleachi 4:5-6). De nazaten van Israël –
de kinderen – zullen één moeten worden met hun vaderen van duizenden jaren
terug. Gods wet – de Tien Geboden – kan die eensgezindheid geven. Ook dat is
een vervulling van het Vijfde Gebod. Alleen als ouders en kinderen samen
Gods geboden respecteren, is er goddelijke liefde in het gezin. Gods volk heeft op dit
moment de ontzaglijke verantwoordelijkheid en het privilege om te helpen de
betekenis van het Vijfde Gebod in ere te herstellen in de decadente
maatschappij van vandaag. Draagt u uw deel bij? Bedenk dat God door
middel van dit essentiële gebod zijn wet en waarheid in ere wilde houden en
bestendigen door de eeuwen heen tot in zijn ophanden zijnde Koninkrijk.
Probeer daarom het Vijfde Gebod ten volle na te leven. Uw lot in de
eeuwigheid hangt ervan af! |