Voor literatuurlijst klik hier.

 

 

Oud en grijs –

goud en wijs

 

 

 

God leert ons dat respect voor de mens behoort toe te nemen naarmate hij of zij ouder wordt. De samenleving – jawel samenleving – verkondigt de opinie dat de mens met het ouder worden minderwaardig wordt. Vernederende scheldwoorden, zoals ouwe … (!) worden op tv en in andere media gebruikt voor mensen van alle leeftijden om te benadrukken hoe debiel men iemand vindt. Zijn bejaarden uitgerangeerd of kan oud en grijs hetzelfde zijn als goud en wijs?

 

 

 

 

Uw GOUDEN JAREN

 

 

Als oudere christen hebt u een bijzondere roeping. Lees verder hoe u uw hindernissen kunt overwinnen en deze roeping kunt vervullen.

Spreuken 16:31: „De grijsheid is een sierlijke kroon, zij wordt op de weg der gerechtigheid gevonden.”

Dit zijn de woorden van de grote God, de Maker van de mens en die het proces van het ouder worden in de mens geschapen heeft.

God heeft respect voor de mensen die op gevorderde leeftijd ernaar streven zijn levenswijze te volgen en daarbij de speciale uitdagingen en beproevingen onder ogen zien.

Maar de zienswijze van God is wel heel verschillend van die van de maatschappij waarin wij leven.

Internet, televisie, kranten, tijdschriften, amusementsprogramma's en advertenties maken ons duidelijk dat jong in is en oud uit. Onze moderne idolen zijn jong, mooi, modern, gedurfd modieus, hip en blits. De generatiekloof wordt steeds breder. Het ziet er naar uit dat ouder worden betekent dat men in een woestenij van eenzaamheid, onwetendheid en nutteloosheid terechtkomt.

Het lijkt wel of ’oud’ worden iets is dat tot elke prijs vermeden moet worden!

Wat een paradox! Terwijl de wetenschap al haar krachten aanwendt om het leven te verlengen, ontneemt de maatschappij in het algemeen de ouderdom alle respect en eerbied die eens bewezen werden aan mensen die door hun lange leven ervaring, vaardigheden en wijsheid hadden verkregen.

Oudere mensen vormen een belangrijk deel van het Lichaam van Gods uitverkoren en geroepen volk. Wie tot deze groep behoort, heeft door zijn of haar roeping een unieke rol in het Lichaam van Christus.

En als u niet tot deze speciale groep behoort kent u misschien mensen die wel tot deze groep behoren, en als christen is het uw plicht om begrip te hebben voor hun gevoelens en behoeften en hen te helpen.

 

 

Een speciale groep

 

Als u een oudere christen bent, bent u in het bijzonder gezegend! Lees wat God zegt. Spreuken 20:29: „Der jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden glorie is de grijsheid.” U neemt een bijzondere plaats in in de Gemeente van God. Deze jaren zijn uw gouden jaren – de beste jaren van uw leven.

De wereld waarin wij leven – de wereld van Satan – werpt evenwel beproevingen op die de ouderen in het bijzonder treffen, vooral in de Westerse samenlevingen. Oudere mensen worden door verschillende zorgen en spanningen belaagd en dit kan leiden tot ontmoediging.

Misschien is de huidige financiële last voor u, met uw beperkte inkomen en uw moeizaam pogen om iedere maand de eindjes aan elkaar te knopen, als een wurggreep. Misschien hebt u geen familie in de buurt en geen goede vrienden en strijdt u wanhopig tegen de eenzaamheid.

Ongetwijfeld is uw gezondheid niet meer wat die vroeger was en misschien veroorzaakt de lichamelijke slijtage pijn en bent u nogal eens somber gestemd vanwege het feit dat u niet meer in staat bent om te doen wat u wilt. U kunt zelfs een knagend gevoel van nutteloosheid hebben – u voelt zich gewoon niet meer gewenst en soms vraagt u zich af wat u in de wereld doet.

Hoe kunt u deze beproevingen bestrijden – en overwinnen?

 

 

Wat verwacht u van de toekomst?

 

Een belangrijke sleutel tot de overwinning in de christelijke strijd is een juiste toekomstverwachting. Deze verwachting moet enorm, overweldigend positief zijn!

De Almachtige God in de hemel – uw heilige Vader – staat boven de tijd. Hij is „de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont” (Jesaja 57:15) en het is zijn doel om die eeuwigheid met u te delen. Hij heeft u lief, meer dan u met uw menselijke verstand kunt bevatten.

De machtige God is „de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting” (2 Corinthiërs 1:3). U kunt letterlijk voor al uw behoeften op Hem vertrouwen. U kunt al uw zorgen op Hem werpen, want Hij zorgt voor u. 1 Petrus 5:7: „Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.” Hij wil dat u een overvloedig, gelukkig leven heeft en zal u dat ook verschaffen als u op Hem vertrouwt. Johannes 10:10: „De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.”

God heeft u dit leven geschonken als opleidingsperiode. Hij heeft u tijd gegeven om goddelijk karakter te ontwikkelen en in aanmerking te komen voor zijn ophanden zijnde Koninkrijk.

Lees hoe koning David op God vertrouwde naarmate hij ouder werd. Psalmen 71:9: „Verwerp mij niet ten tijde des ouderdoms, begeef mij niet, nu mijn kracht vergaat.” Vers 18: „Wil mij dan ook tot mijn ouderdom en grijsheid, o God, niet verlaten, totdat ik aan dit geslacht uw arm verkondig, aan ieder die komt, uw sterkte.”

Abraham genoot een lang leven vol succes omdat hij op God vertrouwde. Genesis 24:1: „Abraham nu was oud en hoogbejaard, en de HERE had Abraham in alles gezegend.”

Bedenk dat de opleiding die wij van God ontvangen tijdens ons leven niet beëindigd wordt, maar duurt tot de laatste dag van ons fysiek leven.

In welke toestand of omstandigheden u zich ook bevindt, besluit het leven voluit te leven – positief!

 

 

Wees positief

 

Hebt u de gewoonte om terug te kijken naar de mislukkingen in uw leven? Iemand die met pensioen was gegaan, klaagde altijd over de fouten die hij in zijn leven gemaakt had en betreurde het dat hij niet méér bereikt had.

En het gevolg? Tot op de dag dat hij stierf liep hij maar van de ene kamer naar de andere en keek treurig uit het raam. Zijn ware mislukking lag er echter in dat hij naar het verleden keek in plaats van naar de toekomst. Hij dacht dat zijn leven al voorbij was toen hij een bepaalde leeftijd bereikt had. En is dat tenslotte niet wat de maatschappij hem voorhield?

Leef in het heden en kijk naar de fantastische dingen die u nu en in de toekomst kunt doen. Vindt u dat u te oud bent om nog te veranderen? Veranderen is juist het punt waar het in het christelijke leven allemaal om draait! Laat dit uw motto zijn: „Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft” (Filippenzen 4:13). U bent nooit te oud om iets te leren en nog meer te bereiken.

Het is Gods doel dat de ware christenen samen met Hem over het universum gaan regeren. Openbaring 21:7: „Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.” Dat betekent een eeuwigheid van buitengewone prestaties. Bedenk dat en weef een positieve instelling in uw karakter in. Er is geen enkel mens die zich niet verder kan ontwikkelen met de directe, liefdevolle hulp van onze almachtige Vader.

God zal zelfs uw kracht vernieuwen en u een nieuwe vitaliteit verschaffen. Jesaja 40:28-31: „Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de Here, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is niet te doorgronden. Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert hij sterkte. Jongelingen worden moede en mat, zelfs jonge mannen struikelen, maar wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.”

Veel is afhankelijk van de houding die u ten opzichte van het leven aanneemt. God zal in al uw behoeften voorzien en u helpen elke hindernis te overwinnen. Mattheüs 6:25-33: „Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen? En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.”

Filippenzen 4:8: „Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.”

Denk aan de roeping van God. Hij heeft u, als u zijn kind bent – hoe oud u als mens ook bent – speciaal uitgekozen om actief mee te doen met het belangrijkste werk van de laatste dagen van dit tijdperk. En God maakt geen vergissingen. U kunt in genade en kennis groeien, talenten ontwikkelen, overwinnen, tot het einde toe volharden en bij de terugkeer van Christus in Gods gezin geboren worden.

 

 

Doe mee

 

Welke rol hebt u in de Gemeente en het werk van deze eindtijd? Hoe kunt u er meer bij betrokken raken?

Het belangrijkste is om u te concentreren op geven. Laat u zich niet volledig in beslag nemen door uw eigen problemen: uw rekeningen, uw eenzaamheid, uw ziekte. Laat God voor die dingen zorgen en concentreer u op wat u voor anderen kunt doen. Natuurlijk mag u niet forceren om ’goed te doen’. Vooral fysiek heeft ieder zijn grens. Maar probeer een opgewekte instelling te behouden ten behoeve van de mensen om u heen.

Spreuken 12:25: „Kommer in het hart van de mens buigt het neder, maar een goed woord verblijdt het.” Denk aan de ongelooflijke toekomst die ons in Gods Koninkrijk wacht en houd een grote voorraad van deze „goede woorden” bij de hand, waarmee u anderen kunt bemoedigen. Een vriendelijk woord kan voor iemand die in de put zit wonderen doen.

Als u dicht bij God leeft door bijbelstudie, gebed, meditatie en, als uw lichamelijke conditie dat toestaat, vasten, zult u goddelijk vertrouwen hebben en dit zal uitstralen naar anderen. U zult u ervan bewust zijn dat Jezus Christus de wereld overwonnen heeft en dat u aan zijn kant staat. Johannes 16:33: „Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.”

U zult uw beproevingen met moed en volharding onder ogen zien en vastbesloten zijn God in alles te gehoorzamen. En denk eens aan het goede voorbeeld dat u voor anderen zult zijn.

Maar onderschat nooit de kracht van het gebed. U kunt meer doen met één diepgaand, gelovig gebed dan honderd anderen met honderd halfslachtige giften. Jakobus zei: „Het gebed van een rechtvaardige vermag veel” (Jakobus 5:16).

De Bijbel bevat veel verhalen over wat gelovige gebeden voor Gods volk bereikt hebben. God hoort en beantwoordt zulke gebeden. Misschien hebt u wel meer tijd om aan gebed te besteden dan degenen die moeten werken of meer verantwoordelijkheden hebben in hun gezin.

 

 

Geef het goede voorbeeld

 

Paulus wijdde een gedeelte van een van zijn brieven aan oudere mensen. Titus 2:1-5: „Maar gij, kom uit voor hetgeen met de gezonde leer strookt. Oude mannen moeten nuchter zijn, waardig, bezadigd, gezond in het geloof, de liefde en de volharding. Oude vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden, niet kwaadsprekend, niet verslaafd aan veel wijn, in het goede onderrichtende, zodat zij de jonge vrouwen opwekken man en kinderen lief te hebben, bezadigd, kuis, huishoudelijk, goed en aan haar man onderdanig te zijn, opdat het woord Gods niet gelasterd worde.”

Dit is geen geringe verantwoordelijkheid!

Er wordt van u verwacht dat u liefde, geduld, matigheid en de andere vruchten van Gods geest ontwikkelt. Uw gedrag moet letterlijk heilig zijn, zoals een heilige past. En er wordt verwacht dat u een goed voorbeeld geeft en zo jongere mensen de juiste levenswijze onderwijst. Uw leeftijd en omstandigheden sluiten u op geen enkele wijze uit een actief aandeel in het werk van Gods Gemeente te hebben.

Kortom, het is uw plicht om de mensen om u heen te laten weten wat het inhoudt om een ware christen te zijn. De hulp die u uw naasten geeft, uw bemoedigende voorbeeld, uw opgewekte woorden, uw aanstekelijke glimlach, uw instelling van vertrouwen, uw gebeden en uw geloof – dit alles ligt ruim binnen uw bereik. U bent nooit te oud om dit goede zaad te zaaien. Niemand is te oud om te leren.

Lees deze combinatie van belofte en gebod van God. Psalmen 92:14-15: „Geplant in het huis des HEREN groeien zij [de rechtvaardigen] in de voorhoven van onze God; zij zullen in de ouderdom nog vrucht dragen, fris en groen zullen zij zijn [in de geest van God, in christelijke werken].”

Streef ernaar deze periode van uw leven tot uw gouden jaren te maken: de productiefste, nuttigste, interessantste en gelukkigste jaren van uw leven!

 

 

 

God en het grijze haar

 

 

Hier leest u hoe bejaarde christenen een productiever leven kunnen hebben.

„Iedere dag bid ik dat ik dood zal gaan!” Dat zei een oude dame in een rolstoel. Het leven in een verzorgings- of bejaardentehuis was ondraaglijk geworden.

Zij was eenzaam, verveelde zich en had een slechte gezondheid. Haar oude vrienden stierven een voor een. Haar familie zocht haar nooit meer op. Zij had geen reden meer om nog te blijven leven.

Of wel?

Verlangt God dat oude mensen hun laatste jaren verspillen door nietszeggend naar een televisiescherm te staren? Zijn mensen plotseling waardeloos geworden als ze eenmaal 70, 60 of 50 zijn, of op welke leeftijd de maatschappij hen ook afschrijft?

Het antwoord op deze vragen zou miljoenen bejaarden troost en hoop verschaffen.

 

 

Gods instelling

 

Ouderdom is voor God nooit een probleem geweest. Immers, wie is er nu ouder dan de Eeuwige, de „Oude van dagen”? Daniël 7:9: „Terwijl ik bleef toekijken, werden tronen opgesteld, en een Oude van dagen zette Zich neder; zijn kleed was wit als sneeuw en zijn hoofdhaar blank als wol.”

Gods houding zou vele mensen verrassen in deze maatschappij die volkomen op de jeugd is gericht en waarin mensen met uitstekende vaardigheden en ervaring vaak gedwongen worden met pensioen te gaan.

Van Gods volk zijn er velen op gevorderde leeftijd voor een belangrijke taak uitverkoren. Mozes was bijvoorbeeld 80 en Aäron 83 toen zij de opdracht kregen Israël uit Egypte te leiden. Exodus 7:7: „Mozes nu was tachtig jaar oud en Aäron drieëntachtig jaar, toen zij tot Farao spraken.” Abraham was 75 toen God hem voor een groots doel uit zijn land riep. Genesis 12:1-4: „De HERE nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal; Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. Toen ging Abram, zoals de HERE tot hem gesproken had, en Lot ging met hem; en Abram was vijfenzeventig jaar oud, toen hij uit Haran trok.” Noach kon zich met recht onder de ouderen rangschikken: hij was 600 toen de zondvloed over de aarde kwam. Genesis 7:6: „En Noach was zeshonderd jaar oud, toen de watervloed over de aarde kwam.”

God roept nog steeds oude mensen om een essentiële rol te vervullen in zijn werk, waarin ieder individu met een belangrijke reden wordt geplaatst, ongeacht leeftijd of handicaps. 1 Corinthiërs 12:8: „Want aan de een wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest.” Zoals we in het begin van deze publicatie geciteerd hebben zegt God ons in Spreuken 16:31: „De grijsheid is een sierlijke kroon, zij wordt op de weg der gerechtigheid gevonden.”

Waarom zou God iemand op gevorderde leeftijd roepen, of met zo iemand werken? Juist mede door de leeftijd van die persoon en de wijsheid en ervaring die in die jaren verzameld zijn.

Zoals in Titus 2:1-5 verklaard wordt, zijn het juist de christenen op leeftijd die de geweldige capaciteiten hebben om te onderrichten en een goed voorbeeld te geven.

Jongelui, wanneer hebben jullie voor het laatst geprofiteerd van de ervaring van oude mensen? Iemand herinnert zich nog steeds veel van de verhalen die zijn oma, een gewezen lerares, hem verteld heeft. Als klein jongetje genoot hij ervan om met mijn grootvader te gaan wandelen en zijn sterke, verweerde hand vast te houden terwijl hij hem liet delen in zijn vele ervaringen als smid.

God gebiedt ons naar de wijsheid van oude mensen te luisteren. Spreuken 23:22-23: „Luister naar uw vader, die u heeft verwekt; veracht uw moeder niet, wanneer zij oud geworden is. Koop waarheid en verkoop ze niet, wijsheid en vermaning en verstand.” Leviticus 19:32 zegt ons: „Voor het grijze haar zult gij opstaan en aan de oude zult gij eer bewijzen en voor uw God zult gij vrezen: ik ben de Here.” Wanneer wij oude mensen bezoeken, moeten wij hen met respect behandelen en van hun wijsheid profiteren. God zal geen oneerbiedigheid tolereren. 1 Timotheüs 5:1: „Word niet heftig tegen een oude man.”

Als deze principes niet in acht genomen worden, kan dit verschrikkelijke gevolgen hebben. In 1 Koningen 12 wordt bijvoorbeeld het verhaal verteld van Rechabeam, de zoon van Salomo, die de moeilijke beslissing moest nemen of hij de hoge belastingen zou handhaven die gedurende de regering van zijn vader zwaar op het land Israël hadden gerust. De loyaliteit van het volk stond op het spel. 1 Koningen 12:1: „Rechabeam ging naar Sichem, want naar Sichem was geheel Israël gekomen om hem koning te maken.” Vers 3-4: „Toen lieten zij hem roepen, waarna Jerobeam en de gehele gemeente van Israël tot Rechabeam kwamen en spraken: Uw vader heeft ons juk hard gemaakt; maak gij nu de harde dienst van uw vader en het zware juk dat hij ons opgelegd heeft lichter; dan zullen wij u dienen.”

 

 

Wijsheid verworpen

 

Na drie dagen bedenktijd gevraagd te hebben om deze kwestie te overwegen, consulteerde koning Rechabeam eerst de ouden die Salomo gediend hadden. Vers 5-7: „Daarop zeide hij tot hen: Gaat heen tot overmorgen, en komt dan bij mij terug. En het volk ging heen. Koning Rechabeam raadpleegde hierop de ouden die in dienst van zijn vader Salomo gestaan hadden, toen deze nog leefde, en zeide: Wat raadt gij dit volk te antwoorden? Zij zeiden tot hem: Indien gij heden een knecht van dit volk wilt zijn en hen dienen, en in uw antwoord goede woorden tot hen spreekt, dan zullen zij voor altijd uw knechten zijn.”

Rechabeam was echter niet tevreden met de stem van de ervaring. Het advies van de jonge mannen, hoe verkeerd ook, was meer naar zijn zin. Vers 8-13: „Maar hij verwierp de raad die de ouden hem gegeven hadden, en raadpleegde de jonge mannen die met hem opgegroeid waren en in zijn dienst stonden; hij zeide tot hen: Wat raadt gij, dat wij zullen antwoorden aan dit volk, dat tot mij gesproken heeft: maak het juk dat uw vader ons opgelegd heeft, lichter? De jonge mannen die met hem opgegroeid waren, zeiden tot hem: Dit moet gij zeggen tot dit volk dat tot u gesproken heeft: uw vader heeft ons juk zwaar gemaakt, maar geef gij ons verlichting? Dit moet gij tot hen spreken: mijn pink is dikker dan mijns vaders lendenen. Welnu, mijn vader heeft u een zwaar juk opgelegd, maar ik zal uw juk nog verzwaren; mijn vader heeft u met zwepen getuchtigd, maar ik zal u tuchtigen met gesels. Op de derde dag kwam Jerobeam met het gehele volk tot Rechabeam, zoals de koning gesproken had: Komt overmorgen bij mij terug. Toen gaf de koning aan het volk een hard antwoord; hij verwierp de raad die de ouden hem gegeven hadden.”

Het gevolg was een burgeroorlog waarin Israël in twee verschillende landen opgesplitst werd, waarbij het grootste onder de heerschappij van Jerobeam kwam. Vers 19-20: „Aldus werden de Israëlieten van Davids huis afvallig tot op de huidige dag. Zodra geheel Israël gehoord had, dat Jerobeam teruggekeerd was, hadden zij hem ontboden naar de volksvergadering en hem koning gemaakt over geheel Israël. Niemand volgde het huis van David dan de stam Juda alleen.” Het zou de moeite waard geweest zijn naar het advies van de ouden te hebben geluisterd.

In de Bijbel wordt in feite de respectloze houding van jongeren tegenover ouderen zoals we die thans overal zien, voorspeld. Let er eens op hoe nauwkeurig de profeet Jesaja hierover schrijft. Jesaja 2:2: „En het zal geschieden in het laatste der dagen.” In die tijd zijn we aangeland. Jesaja 3:4-5: „En knapen [andere vertalingen: jongelingen] zal Ik hun tot vorsten geven en de moedwil zal over hen heersen. Dan zal het volk dringen, man tegen man, de een tegen de ander; de knaap zal op de oude en de verachte op de geëerde losstormen.”

Tegenwoordig wordt neergezien op de oudere generatie. In vers 12 staat: „De tirannen van mijn volk zijn kinderen, en vrouwen overheersen het.”

 

 

Een productieve levensperiode

 

Is het de wil van God dat wij ons geheel in onszelf keren zodra wij een bepaalde leeftijd hebben bereikt? Moeten wij ooit stoppen met leren en dienen? Lees deze gelijkenis. Mattheüs 25:24-30: „Nu kwam ook hij, die het ene talent ontvangen had, en zeide: Heer, ik wist van u, dat gij een hard mens zijt, die maait, waar gij niet gezaaid hebt, en die bijeenbrengt van plaatsen, waar gij niet hebt uitgestrooid. En ik was bevreesd en ben heengegaan en heb uw talent in de grond verborgen; hier hebt gij het uwe. En zijn heer antwoordde en zeide tot hem: Gij slechte en luie slaaf, wist gij, dat ik maai, waar ik niet gezaaid heb en bijeenbreng van plaatsen, waar ik niet heb uitgestrooid? Dan hadt gij mijn geld aan de bankiers moeten geven en ik zou bij mijn komst mijn eigendom met rente opgevraagd hebben. Neemt hem dan het talent af en geeft het aan hem, die de tien talenten heeft. Want aan een ieder, die heeft, zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben. Maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. En werpt de onnutte slaaf uit in de buitenste duisternis. Daar zal het geween zijn en het tandengeknars.”

De gelijkenis van de talenten in Mattheus 25 toont aan dat wij in kennis en karakter moeten blijven groeien. God was zeer ontstemd toen de man die, weliswaar, maar één talent had, zijn potentieel niet volledig had benut.

Hoe kunnen oudere mensen een productiever, bevredigender en zekerder leven leiden? Hier volgen vier manieren om dit te bereiken.

I) Wees voorzichtig in financieel opzicht.

Spreuken 6:6-8 toont ons het principe van sparen door het voorbeeld van de mier die ijverig voorraden aanlegt voor de wintermaanden.

in deze moeilijke tijden hebben sommige oude mensen vaak financiële zorgen. Niet alle burgers hebben deel aan het pensioenstelsel en ook de verschillende sociale voorzieningen van de overheid kunnen niet ieder probleem oplossen.

Wanneer oude mensen niet in staat zijn voor zichzelf te zorgen, rust op hun familie de verantwoordelijkheid om in hun behoeften te voorzien. 1 Timotheüs 5:4: „Maar indien een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, laten zij dan eerst aan eigen familie godsvrucht tonen en aan het vorig geslacht vergelden wat zij hun te danken hebben, want dit is welgevallig aan God.” Vers 8: „Maar indien een vrouw voor de haren, en nog wel voor haar huisgenoten, niet zorgt, dan heeft zij haar geloof verloochend en is zij erger dan een ongelovige.”

Behalve de familie behoren ook de gemeenteleden, de geestelijke broers en zussen, de helpende hand te bieden.

2) Let op uw gezondheid.

De apostel Johannes schreef in 3 Johannes 1:2: „Geliefde, ik bid, dat het u in alles wél ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wél gaat.” Als men door de jaren heen steeds op zijn gezondheid gelet heeft, zal dit later een groot voordeel blijken.

Wij moeten ons lichaam met zorg behandelen, omdat het een tempel van Gods heilige geest is. 1 Corinthiërs 6:19-20: „Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.” De zorg voor de gezondheid omvat ook een goede voeding en lichaamsbeweging; het vermijden van slechte gewoonten zoals roken, overmatig alcoholgebruik en drugmisbruik; het tegengaan van stress en het in stand houden van een evenwichtige, gelukkige geestesgesteldheid.

Jonge mensen behoren bijzonder respect te betonen aan ouderen die te kampen hebben met ziekte en pijn. Bejaarden die moeilijk ter been zijn hebben misschien hulp nodig in de straat, de winkel, het openbaar vervoer.

3) Dien.

Timotheüs vormde in de Gemeente een dienstverlenende groep die geheel bestond uit weduwen die ouder waren dan 60 jaar. 1 Timotheüs 5:9: „Als weduwe kome in aanmerking iemand niet beneden de zestig jaren, die de vrouw geweest is van één man.” De belangrijkste vereiste om deel van deze groep uit te maken was, dat zij „haar hoop op God [heeft] gevestigd en volhardt in haar smekingen en gebeden dag en nacht” (vers 5). In deze tijd is er ook grote behoefte aan mensen die de tijd hebben om hun hart voor God uit te storten in smekend gebed voor zijn werk en zijn volk.

Als het voor u mogelijk is, waarom stuurt u dan niet eens een bemoedigend kaartje aan iemand die een vriendelijk woord nodig heeft? Wanneer hebt u, als ervaren oudere, voor het laatst welkome adviezen gegeven aan een pas getrouwd stel dat een woning betrekt? Of tips gegeven hoe een baan te verwerven in een tijd van werkeloosheid?

Er zijn altijd mogelijkheden om te dienen voor hen die dat willen. Vraag God om u naar zijn wil als dienstknecht te gebruiken. Filippenzen 2:13: „Want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.”

4) Vertrouw op God.

Hoe goed uw gezondheid ook is, hoeveel u ook gespaard hebt of hoeveel steun u ook van uw familie krijgt, dit alles kan nooit een vervanging zijn voor de hulp van God, waar wij allemaal als eerste op moeten vertrouwen.

In tijden van zwakte, eenzaamheid, armoede of pijn hebben wij allemaal een Hogepriester die onze behoeften begrijpt. Hebreeën 4:14-16: „Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.” Het is het krachtige geloof in deze Verlosser, Jezus Christus, dat ons uiteindelijk allemaal, zowel jong als oud, door de stormen van dit leven zal loodsen.

 

 

De ouderen in het Millennium

 

In de nabije toekomst, wanneer Jezus Christus terugkeert om zijn Koninkrijk te vestigen, zullen de ouderen hun rechtmatige plaats in de maatschappij innemen. In Zacharia 8:4-5 wordt een beeld geschilderd van de vrede en het geluk dat in het Millennium werkelijkheid zal worden: „Zo zegt de Here der heerscharen: Er zullen weer oude mannen en vrouwen op de pleinen van Jeruzalem zitten, ieder met een stok in de hand vanwege zijn hoge leeftijd. Ook zullen de pleinen der stad vol zijn van jongens en meisjes, die daar spelen.”

Dan zal er geen generatiekloof meer zijn, er zullen geen duizenden oude mensen zijn die in verzorgingshuizen of alleen in hun huis wegkwijnen. Jong en oud zullen zich samen verheugen in de zegeningen van Gods regering. Jeremia 31:12-13: „Zo komen zij jubelend op de hoogte van Sion en stromen toe naar het goede des HEREN, naar koren, most en olie, naar schapen en runderen; hun ziel zal zijn als een besproeide hof, zij zullen nooit meer versmachten. Dan verheugt zich het meisje in de reidans, jongelingen en grijsaards tezamen. Ik verander hun rouw in vreugde. Ik troost en verblijd hen na hun smart.”

Herinner de ouderen niet aan hun missers in hun leven. Wie weet hoe uw leven ervoor staat als u als bejaarde de balans opmaakt. Denk aan Davids leven en hoe God nú over Hem speekt. Als u oude mensen kent, en dat zal zeker zo zijn, bedenk dan de definitie van zuivere godsdienst. Jakobus 1:27: „Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren.” Geef oudere mensen uw tijd, conversatie, autoritjes, brieven en hulp – uw goddelijke liefde. Als u dat doet, zal uw beloning groot zijn.



Terug naar de Home Page