|
Voor literatuurlijst klik hier.
Het Feest der Eerstelingen |
Is dit de enige "dag des
heils"? De meeste kerken leren in het algemeen dat iedereen die "niet
behouden" sterft, nooit behoud zal kunnen ontvangen.
Zij gaan er daarbij vanuit dat er een grote strijd tussen Christus en Satan gaande is. Zij
geloven dat Christus kwam om de wereld te behouden en dat Hij nu, door middel van al deze
kerken, in een wanhopige poging is verwikkeld "de wereld te behouden".
Anderzijds doet de handige bedrieglijke duivel zijn uiterste best om te voorkomen dat de
mensen worden "behouden". En men schijnt te geloven dat er aan deze strijd een
tijdslimiet is verbonden.
Wij naderen nu de tijd van de wederkomst van Christus, maar als Christus naar de aarde
terugkeert, zal Hij hulpeloos zijn volkomen machteloos om de wereld uit de greep
van Satan te redden want het zal dan "te laat" zijn.
Deze heidense leer stelt het voor alsof Satan veel machtiger is dan God.
Het antwoord geopenbaard
De nieuwtestamentische Gemeente van God
werd gesticht op een zondag, op de jaarlijkse sabbat die "Pinksteren", de
"dag der eerstelingen", het "feest van de oogst" of het "feest
der weken" wordt genoemd.
De nieuwtestamentische Gemeente bleef jaar op jaar deze jaarlijkse sabbat, het
Pinksterfeest, houden, zoals wij zullen aantonen.
God gaf dit feest aan Zijn volk om hun bekend te maken en hen er voortdurend aan te
herinneren dat het huidige tijdperk slechts de "oogst der eerstelingen"
vertegenwoordigt.
Zoals eerder uiteengezet was God van plan, door Zijn Gemeente deze jaarlijkse heilige
dagen te geven, Zijn kinderen voortdurend in de ware kennis van Zijn grote plan te houden.
Daartoe gebruikte God de oogstseizoenen in het oude Israël als een zinnebeeld van de
geestelijke "oogst van zielen".
In het Heilige Land werd tweemaal per jaar geoogst. Ten eerste was er de voorjaarsoogst en
ten tweede de najaarsoogst. God wilde met Zijn heilige dagen voor Zijn Gemeente
jaar op jaar het feit uitbeelden dat alleen degenen die Hij zelf in dit tijdsbestek roept,
reeds nu Zijn verwekte kinderen kunnen worden! Maar wij zijn slechts de eerstelingen van
de grote geestelijke oogst!
De garf van het beweegoffer
Maar laten wij verder gaan in het
hoofdstuk waarin alle heilige dagen worden samengevat: Leviticus 23.
Hier vinden wij al Gods feesten, die tot heilige samenkomsten zijn uitgeroepen, in
één hoofdstuk. Eerst wordt de wekelijkse samenroeping, de sabbat, de zevende dag van de
week, genoemd. Dan, beginnend met vers 4, volgt een opsomming van de jaarlijkse feesten,
eveneens verplichte samenkomsten "die gij uitroepen zult op de daarvoor bepaalde
tijd".
De eerste hiervan is het Pascha, gevolgd door de dagen der ongezuurde broden met de twee
jaarlijkse sabbatten. Vanaf vers 9 vinden wij instructies voor het brengen van een garf
der eerstelingen.
Het was de Israëlieten niet toegestaan vóór deze dag ook maar iets van het graan van
hun voorjaarsoogst te oogsten (vers 14). Op de wekelijkse sabbat werd de
eerste garve (schoof) gemaaid en naar de priester gebracht. De volgende dag
tijdens een plechtige ceremonie bewoog de priester deze schoof voor God heen
en weer, opdat die voor het volk zou worden aangenomen. Deze
Levitische rituelen waren slechts zinnebeelden en worden daarom tegenwoordig niet meer
uitgevoerd.
Dit beeldt de op de sabbat opgestane Christus uit, die naar de hemel ging om door Zijn Vader te
worden aanvaard als de allereerste mens die daadwerkelijk uit God werd geboren: de
eersteling van de eerste oogst van zielen! Door Johannes 20:17 met Mattheus 28:9 te
vergelijken, zult u zien dat Christus op de morgen na Zijn opstanding, die in de late
namiddag van de vorige dag had plaatsgevonden, zich aan de Vader presenteerde.
Johannes 20:1 En op de eerste dag der week ging Maria van Magdala vroeg, terwijl
het nog donker was [Markus: toen de zon opging; Mattheus: tegen het
aanbreken van de eerste dag], naar het graf en zij zag de steen van het graf
weggenomen.
Jezus was al opgestaan, maar nog niet opgevaren naar de Vader in de hemel. Ze mochten Hem
nog niet aanraken.
Johannes 20:17 Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet
opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader
en uw Vader, naar mijn God en uw God.
Mattheus 28:9 En zie, Jezus kwam haar tegemoet en zeide: Weest gegroet. Zij naderden
Hem en grepen zijn voeten en zij aanbaden Hem.
Hij was al weer teruggekeerd uit de hemel, want nu mochten ze Hem wél aanraken.
1 Corinthe 15:20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van
hen, die ontslapen zijn. Vers 23 Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als
eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst.
Romeinen 8:29 Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot
gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele
broederen.
Kolossensen 1:15 Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse
schepping. Vers 18 en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het
begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.
De vervulling van het beweegoffer vond plaats op een zondag, de dag na de sabbat gedurende
de dagen der ongezuurde broden.
Hoe Pinksteren wordt uitgerekend
Het volgende jaarlijkse feest is
Pinksteren. Het woord 'pinksteren', dat alleen in het Nieuwe Testament voorkomt, komt van
het Griekse woord pentekoste, dat de "vijftigste (dag)" betekent. In het
Oude Testament wordt dit feest het "feest der eerstelingen" of het "feest
der weken" genoemd.
Lees nu de voorschriften ervoor die in Leviticus 23:15 beginnen:
Leviticus 23:15 Dan zult gij tellen van de dag na de sabbat, van
de dag waarop gij de garve van het beweegoffer gebracht hebt:
zeven volle weken zullen het zijn; 16 tot de dag na de zevende sabbat zult gij
tellen, vijftig dagen.
Die vijftigste dag is de Pinksterdag.
Vers 21 Op deze zelfde dag zult gij een oproep doen uitgaan, gij zult een heilige
samenkomst hebben, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten; het is een altoosdurende
inzetting, in al uw woonplaatsen, voor uw geslachten.
Alle andere heilige dagen of hoogtijdagen vallen op bepaalde dagen van bepaalde maanden.
Deze ene jaarlijkse sabbat moet evenwel door tellen worden vastgesteld. Het is heel
eenvoudig en gemakkelijk.
Het is uiterst belangrijk dat wij de juiste dag berekenen. Deze dag en deze alleen, wordt
door de eeuwige Schepper geheiligd. Stel u voor dat, toen de Gemeente van God zou worden
opgericht, de apostelen zich hadden verrekend, en "toen de Pinksterdag aanbrak"
(Handelingen 2:1), in plaats van allen eendrachtig op één plaats bijeen te komen,
sommige van hen de voorgaande dag hadden gehouden en anderen tot de volgende dag hadden
gewacht!
De Farizeeën, die tegen het midden van de eerste eeuw de Joodse religieuze gebruiken
geheel onder hun toezicht hadden gebracht, berekenden de dag abusievelijk vanaf de eerste jaarlijkse
sabbat.
Voor die tijd hadden de hogepriesters uit de familie van Boethus, die Sadduceeën waren,
het toezicht over alles wat met de feestdagen in Jeruzalem samenhing. Deze Boethusianen
telden altijd van de dag na de wekelijkse sabbat, de dag die wij zaterdag
noemen, die meestal gedurende de dagen der ongezuurde broden viel of direct voor de eerste
dag der ongezuurde broden. Deze geschiedkundige informatie is in de, rond 200 n.Chr.
opgetekende, Misjna voor ons bewaard gebleven:
"De Boethusianen zeggen: 'Het afmaaien van de schoof vindt niet plaats aan het eind
van de feestdag [de eerste dag van de zeven dagen der ongezuurde broden], maar alleen aan
het eind van de eerstvolgende gewone sabbat'" (Menahoth, 10, 3).
Dit gebruik werd generatie op generatie door de priesters overgeleverd. En hun methode van
berekenen werd voortgezet zolang de Boethusianen het toezicht over de tempeldienst bleven
uitoefenen. De Samaritanen en de Karaïeten (een Joodse sekte, daterend van de achtste
eeuw n.Chr.) zijn eveneens doorgegaan met tellen vanaf de wekelijkse sabbat, de zevende
dag van de week.
Als geteld wordt vanaf de eerste dag ongezuurde broden, dan zal meestal het feest der
eerstelingen niet op een zondag vallen en dit is in strijd met Leviticus 23:16 "tot
de dag na de zevende sabbat zult gij tellen." De dag na elke sabbat, dus ook de
zevende sabbat, is altijd de eerste dag van de week.
Op een zondag
Als wij beginnen te tellen vanaf het
bewegen van het beweegoffer, met die zondag als eerste dag, komen wij altijd uit op een
zondag, maar niet altijd op dezelfde dag van de maand. Pinksteren moet derhalve
ieder jaar opnieuw worden "geteld". Noch met de bijbelse kalender, noch met de
Romeinse kalender, die tegenwoordig in algemeen gebruik is, kan Pinksteren ooit worden
vastgesteld op een vaste dag van de maand. Niet te verwarren met het wereldse
'christelijke' Pinksteren.
Sprekend over het juiste gebruik dat in Jeruzalem werd gevolgd, voordat de Farizeeën het
toezicht tot zich trokken, verklaart de Misjna: "[De Boethusianen zeggen:]
Pinksteren valt altijd op de dag na de sabbat" (Chagigah, 2, 4).
Dit maakt de betekenis van het laatste deel van Leviticus 23:15 en het begin van vers 16
duidelijk: "
zeven volle weken zullen het zijn; tot de dag na de zevende sabbat
zult gij tellen, vijftig dagen."
In Deuteronomium 16:9-10 staat dezelfde instructie om de Pinksterdag te berekenen.
Deuteronomium 16:9 Zeven weken zult gij tellen: van dat de sikkel voor het
eerst in het staande koren geslagen wordt, zult gij zeven weken beginnen te tellen.
10 Dan zult gij het feest der weken [Pinksteren] vieren
Vanwege het tellen van zeven weken werd het feest van Pinksteren ook bekend als "het
feest der weken".
Betekenis van het Pinksterfeest
Het Pascha symboliseert het offer van
Christus voor de vergeving van onze zonden en de dagen der ongezuurde broden symboliseren
het "wegdoen" van de zonde. Pinksteren beeldt het eerste gedeelte van de
geestelijke oogst uit: het stichten van de Gemeente, de uitgeroepenen. De
nieuwtestamentische Gemeente begon op Pinksteren. Op die dag kwam de heilige Geest om in
het vlees te wonen, zoals door Joël was geprofeteerd.
Ten tijde van het Oude Testament werden op de vijftigste dag (de Pinksterdag) twee
"beweegbroden" uit de woonplaatsen van het volk als eerstelingen voor de Heer
gebracht. Evenzo worden de leden van de nieuwtestamentische Gemeente uit deze wereld
geroepen als eerstelingen van Gods behoud, als vervulling van de betekenis van de
beweegbroden.
Leviticus 23:17 Uit uw woonplaatsen zult gij twee beweegbroden meebrengen; uit
twee tienden efa fijn meel zullen zij bereid worden, gezuurd zullen zij gebakken worden,
eerstelingen voor de Here. Vers 20 En de priester zal ze bewegen, bij het brood der
eerstelingen, als beweegoffer voor het aangezicht des Heren bij de twee schapen: zij
zullen de Here heilig zijn, zij zijn voor de priester.
Wij maken allen, als wij ons hebben bekeerd, deel uit van de nieuwtestamentische Gemeente.
Wij worden daarmee een deel van wat door de beide beweegbroden werd gesymboliseerd.
Evenals de schoof van het beweegoffer werd opgeheven en heen en weer
bewogen, als symbool van de reis naar de hemel en terug van Christus, werden ook de
beweegbroden opgeheven en heen en weer bewogen; want ook wij zullen kortstondig de vaste
grond onder onze voeten verlaten wanneer wij Christus in de lucht zullen tegemoetgaan (1
Thessalonicenzen 4:16-17), voordat wij met Hem op de Olijfberg zullen terugkeren, vanwaar
Hij Zijn duizendjarige heerschappij zal aanvangen (Handelingen 1:11; Zacharia 14:3-4).
De meesten nu niet geroepen
God heeft Zijn volk Israël niet
verstoten, maar Hij heeft hen voor een beperkte tijd verblind, zodat door hun val het
behoud tot de heidenen kon komen, die individueel, door Christus, als loten in Israël
geënt of geestelijk geadopteerd kunnen worden (Romeinen 11).
Wij leven nu in de periode, waarin God voor Zijn naam een volk tot zich roept, dat
gedurende duizend jaar als koningen en priesters met Christus in het Koninkrijk zal
regeren (Openbaring 5:10).
Handelingen 15:14 Simeon heeft uiteengezet, hoe God van meet aan erop bedacht
geweest is een volk voor zijn naam uit de heidenen te vergaderen. 15 En hiermede
stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven staat: 16 Daarna [na
de tijd waarin Hij uit alle naties een volk aanneemt dat Zijn naam draagt] zal Ik
wederkeren belooft de Eeuwige. Waarvoor? en de vervallen hut van
David weder opbouwen, en wat daarvan is ingestort, zal Ik weder opbouwen, en Ik
[Christus, niet de mens] zal haar weder oprichten, Waarom? 17
opdat het overige deel der mensen de Here zoeke.
Gedurende deze tegenwoordige periode van de Gemeente zijn de afstammelingen van Juda en
Israël van de Oudheid verblind. Daarna zal Christus terugkeren en dan zal de rest van de
mensheid zowel de afstammelingen van het verblinde Israël als de heidenen
de Heer zoeken. Satan zal dan zijn geketend en Christus zal als Koning der koningen en
Heer der heren regeren!
De eerstelingen van Gods behoud, die dan onsterfelijk zullen zijn, zullen met Hem als
koningen en priesters regeren en het grootse werk van het opbouwen van een nieuwe
beschaving ter hand nemen.
Momenteel is Israël grotendeels verblind, totdat de volheid der heidenen is
ingegaan; en dan zal geheel Israël van de zonde worden gered (Romeinen 11:26); want de
Verlosser, Christus, zal uit Sion komen! Hoe zal heel Israël dan tot bekering gebracht en
van de zonde gered worden? Doordat Christus de goddeloosheid van het sterfelijke Israël
zal afwenden door de zonde te vergeven.
Nu, gedurende de huidige periode, gelooft Israël niet en de tabernakel van David is
vervallen (Romeinen 11:31-32), zodat de genade, die de heidenen en het kleine aantal
"uitverkorenen" in Israël hebben ontvangen, d.w.z. zij die in dit tijdperk zijn
uitgezocht en die als koningen en priesters met Christus zullen werken, ook Israël dan
ten deel zal vallen! Hoe fantastisch is Gods grote plan van verlossing als wij het
begrijpen en zien in het licht van deze jaarlijkse heilige dagen!
Slechts de eerste oogst
In verschillende schriftgedeelten
worden de heiligen van dit tijdperk de eerstelingen van Gods behoud genoemd.
2 Thessalonica 2:13 Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de
Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in
heiliging door de Geest en geloof in de waarheid.
Jakobus 1:18 Naar zijn raadsbesluit heeft Hij ons voortgebracht door het woord der
waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen.
Romeinen 8:23 En niet alleen zij, maar ook wij zelf, wij, die de Geest als eerste
gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de
verlossing van ons lichaam.
Dit tijdperk en het uitkiezen van deze mensen die Zijn naam dragen, begon op de
Pinksterdag. Dit feest verbeeldt jaarlijks deze grote gebeurtenis, dit grote
"geheimenis", in Gods verlossingsplan!
Bovendien vallen deze feesten de dagen der ongezuurde broden en Pinksteren
aan het begin van het jaar en de grote gebeurtenissen die zij uitbeelden, vinden plaats
aan het begin van het plan van behoud.
De heilige dagen die later in het jaar komen, symboliseren in Gods plan van verlossing
allemaal belangrijke gebeurtenissen die in de toekomst, aan het eind van het huidige
tijdperk, zullen plaatsvinden. Ze vallen allemaal in de zevende maand en de vervulling
ervan zal het zevende millennium sedert de schepping van de mens inluiden!
De kerken van deze wereld leren dat Gods Gemeente als opdracht heeft de wereld te
behouden. Zij leren dat allen die ooit behouden zullen worden, nu, in dit huidige
tijdperk, worden behouden. Zij leren dat "de proeftijd eindigt" bij, of
vóór, de wederkomst van Christus.
Als dit waar was, wat zou Gods plan dan een mislukking zijn! Slechts heel, heel weinig
mensen worden tijdens dit tijdperk werkelijk "behouden". Een derde van alle
mensen die thans leven, heeft zelfs nooit de enige naam gehoord waardoor wij behouden
kunnen worden!
Zijn zij de meerderheid van alle mensen voor eeuwig verloren omdat zij nooit
de waarheid hebben gehoord verloren en veroordeeld zonder een kans te hebben gehad?
Algemeen wordt geleerd dat God Zijn volk Israël heeft verstoten en dat het voor eeuwig is
verdoemd en verloren. Hadden de kerken deze jaarlijkse heilige dagen, die voor eeuwig
geboden werden, in acht genomen, zoals de nieuwtestamentische Gemeente dat getrouw deed en
doet, beschreven in Handelingen en in de kerkgeschiedenis, dan zouden zij Gods
wonderbaarlijke plan hebben begrepen.
Wij hebben tot taak in dit tijdperk het Evangelie te verkondigen. Welk evangelie? Het
goede nieuws van het Koninkrijk. Het goede nieuws van de oprichting van het Koninkrijk van
God en van de duizend jaar van herstel van alle dingen wanneer Christus terugkeert om in
macht en grote glorie te regeren!
Laten wij dit goed begrijpen. Momenteel is Israël ten dele verblind, maar alleen tot aan
de voltooiing van dit tijdperk der heidenen. Op dit moment heeft slechts een klein deel
van de heidense wereld ooit de naam Christus gehoord.
Het goede nieuws van het komende Koninkrijk moet worden gepredikt als een getuigenis.
Velen worden gedurende deze tijd geroepen, maar slechts weinigen zijn daadwerkelijk
verkoren en nog minder blijven trouw tot het einde.
De mensen die God zich voor Zijn naam heeft uitgekozen, zullen onsterfelijk worden gemaakt
en zullen gedurende de duizend jaar van het Koninkrijk op aarde regeren. Dan zal de
blindheid van Israël worden weggenomen. Zij zullen immers slechts tot het eind van de
tijden der heidenen verblind zijn. Tot deze tijden van wederoprichting van alle dingen
hebben de hemelen Jezus opgenomen.
Degenen die sinds de oprichting van Gods Gemeente op die bijzondere Pinksterdag tot Jezus
terugkomst, aan deze Gemeente werden en worden toegevoegd, zijn slechts de eerstelingen
van Gods plan van behoud. Gedurende dit tijdperk worden dus slechts de
"eerstelingen" van degenen die behouden zullen worden, uitgekozen. En zij worden
momenteel beproefd en getest, teneinde zich te kwalificeren voor een positie als koning en
priester in het Koninkrijk, om dan het werkelijke behoud van de wereld te bewerkstelligen.
Wanneer Christus terugkeert
Jesaja 11:11 En het zal te
dien dage geschieden, dat de Here wederom zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest
van zijn volk, die overblijft in Assur, Egypte, Patros, Ethiopië, Elam, Sinear, Hamat en
in de kustlanden der zee.
Dan zal God ten tweede male Zijn hand opheffen om het overblijfsel van Zijn volk,
Israël, los te kopen.
Jesaja 66:15 Want zie, de Here zal komen als vuur en zijn wagens zullen zijn als
een storm, om zijn toorn te openbaren in gloed en zijn dreiging in vuurvlammen. 16
Te vuur en te zwaard zal de Here gericht oefenen over al wat leeft, en de door de Here
verslagenen zullen talrijk zijn. Vers 19 Ik zal onder hen een teken doen en Ik zal
uit hen de ontkomenen zenden naar de volken; naar Tarsis, Pul en Lud, die de boog spannen,
naar Tubal en Jawan, de verre kustlanden, die de tijding aangaande Mij niet hebben
gehoord noch mijn heerlijkheid hebben gezien; opdat zij mijn heerlijkheid onder de
volken verkondigen.
Zacharia 14:8 Dan zullen te dien dage levende wateren uit Jeruzalem vlieten, de
helft daarvan naar de oostelijke en de helft naar de westelijke zee; in de zomer zowel als
in de winter zal dat geschieden. Vers 16 Allen, die zijn overgebleven van al de
volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich
neer te buigen voor de Koning, de Here der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te
vieren.
Dan zal het gebeuren dat:
Micha 4:2 en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar
de berg [natie] des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere
aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan
en des Heren woord uit Jeruzalem. 3 En Hij zal richten tussen vele volkeren en
rechtspreken over machtige natiën tot in verre landen. Dan zullen zij hun zwaarden tot
ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk
het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren. 4 Maar zij zullen
zitten, een ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom, zonder dat iemand hen
opschrikt; want de mond van de Here der heerscharen heeft het gesproken. 5 Want alle
volkeren wandelen elk in de naam van zijn god, maar wij zullen wandelen in de naam van de
Here, onze God, voor altoos en immer. 6 Te dien dage, luidt het woord des
Heren, zal Ik het kreupele verzamelen en het verstrooide bijeenbrengen, en degenen over
wie Ik kwaad heb doen komen. 7 En Ik zal het kreupele stellen tot een overblijfsel
en het verdrevene tot een machtig volk, en de Here zal Koning over hen zijn op de berg
Sion, van nu aan tot in eeuwigheid.
Dit slaat niet op Gods Gemeente van nu, maar op de glorierijke tijd van het Koninkrijk,
nadat Christus is teruggekeerd! Wat een fantastisch plan!
Adam zondigde. Allen hebben gezondigd. Van Adam tot nu hebben wij een kroniek van de mens
zonder God, een kroniek van leed en mislukking.
En zo heeft God, in Zijn grote wijsheid, de mensen toegestaan voor zichzelf te bewijzen
wat een zondaars zij zijn, hoe hulpeloos zij zijn, zolang zij zich op zichzelf verlaten!
Tenslotte zullen wij de les moeten leren dat slechts wanneer God zelf het op zich neemt de
mens te behouden, door Jezus Christus te zenden om met een ijzeren roede te heersen, de
wereld werkelijk kan worden gered! Degenen die nu behouden worden, zijn de eerstelingen
van het behoud en zij zullen de zeer grote eer hebben om Christus in dat koninklijke werk
van bevrijding te assisteren!
Dit is Gods ware plan van verlossing, zoals dat van Genesis tot Openbaring wordt
onderwezen. Hoe tegengesteld aan de gangbare leer! Het is niettemin het plan dat
uitgebeeld wordt door Gods jaarlijkse heilige dagen. En als de kerken deze heilige dagen
waren blijven houden, dan zouden zij dit plan nooit uit het oog hebben verloren en door
valse leerstellingen zijn misleid.
Pinksteren in de nieuwtestamentische
Gemeente van God
Evenals de ware Gemeente van God de
dagen der ongezuurde broden en het Pascha is blijven houden, zoals wij zagen, zo bleef zij
ook Pinksteren vieren.
1 Corinthe 16:8 Maar ik zal nog tot Pinksteren te Efeze blijven.
Handelingen 20:16 Want Paulus had zich voorgenomen Efeze voorbij te varen om
geen tijd in Asia te verliezen, want hij haastte zich om, zo mogelijk, op de Pinksterdag
te Jeruzalem te zijn.
In het Nieuwe Testament is het
Pinksterfeest het feest van de uitstorting van de heilige Geest en van de stichting van
Gods Gemeente en beeldt de oogst van de eerstelingen uit. Een oogst die duurt tot de
terugkomst van Jezus Christus. Dit is het eerste deel van de grote oogst. Terecht wordt
daarom het Pinksterfeest het Feest der Eerstelingen genoemd.
Handelingen 2:1 En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. 2
En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het
gehele huis, waar zij gezeten waren; 3 en er vertoonden zich aan hen tongen als van
vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; 4 en zij werden allen
vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het
hun gaf uit te spreken. 5 Nu waren er Joden te Jeruzalem woonachtig, vrome mannen
uit alle volken onder de hemel; 6 en toen dit geluid gekomen was, liep de menigte te
hoop en verbaasde zich, want een ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. 7 En
buiten zichzelf van verwondering zeiden zij: Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken,
Galileeërs? 8 En hoe horen wij hen dan een ieder in onze eigen taal, waarin wij
geboren zijn? 9 Parten, Meden, Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en
Kapadocië, Pontus en Asia, 10 Frygië en Pamfylië, Egypte en de streken van Libië
bij Cyrene, en hier verblijvende Romeinen, zowel Joden als Jodengenoten, 11
Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal van de grote daden Gods spreken.
12 En zij waren allen buiten zichzelf en geheel met de zaak verlegen, en zij zeiden
de een tot de ander: Wat wil dit toch zeggen? 13 Maar anderen zeiden spottend: Zij
hebben te veel zoete wijn gehad! 14 Maar Petrus stond met de elven op, en hij
verhief zijn stem en sprak hen toe: Gij Joden en allen, die te Jeruzalem woonachtig zijt,
dit zij u bekend en neemt mijn woorden ter ore. 15 Want deze mensen zijn niet
dronken, zoals gij veronderstelt, want het is het derde uur van de dag.
Dan volgt zijn onvergetelijke toespraak. Deze toespraak en de gebeurtenissen had grote
indruk gemaakt.
Vers 37 Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen, en zij
zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders? 38
En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van
Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen
Geestes ontvangen. 39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen,
die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal. 40 En met nog meer
andere woorden getuigde hij, en hij vermaande hen, zeggende: Laat u behouden uit dit
verkeerde geslacht. 41 Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op
die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd.
Als de apostelen niet in een heilige
samenroeping op het eerste Pinksterfeest waren bijeengekomen, daar alles was afgeschaft en
weggedaan, dan zouden wij nooit in de Bijbel het verheffende verslag van het tweede
hoofdstuk van Handelingen hebben kunnen lezen!
Een "heilige samenroeping" betekent een heilige vergadering of bijeenkomst van
de Gemeente, samengeroepen onder absoluut gezag. Het is een bijeenkomst waarbij iedereen,
op Gods gezag, wordt geboden aanwezig te zijn. De sabbat is een wekelijkse heilige
samenroeping. Wij worden geboden op deze dag bijeen te komen. Hetzelfde geldt voor elk van
deze jaarlijkse feestdagen. De vroege Gemeente gehoorzaamde. Wij ook?
<><><> |
|