|
Voor literatuurlijst klik hier.
De
geboorte van Christus
lees de feiten, vergeet de verzinsels
Elk jaar wordt in de kersttijd het verhaal verteld en
herhaald van wat gewoontegetrouw als de eerste kerstmis wordt beschouwd. We vinden het
terug op kerstkaarten, zien het uitgebeeld op schilderijen en uitgevoerd in toneelstukken.
Het is het onderwerp van boeken en films, beeldende kunst en muziek.
Maar de ware feiten omtrent de geboorte
van Jezus is slechts op één plaats te vinden: de Bijbel. En als we in de Bijbel kijken
doen we een opmerkelijke ontdekking. In het bijbelse verslag van die grote gebeurtenis
wordt de nadruk op iets heel anders gelegd dan in de traditionele versie ervan die in de
kersttijd zo populair is.
Een van de voornaamste leerstellingen van het christendom is dat Jezus niet zomaar een
mens was: Hij was de beloofde Messias en Verlosser der mensheid. Hij was de Zoon van God,
God die vlees was geworden.
Mattheus 1:23 Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem
de naam Immanuel geven, hetgeen betekent: God met ons.
Een van Zijn namen was Immanuel, dat 'God met ons' betekent.
Zijn komst voorzegd
Toen Jezus werd geboren was Zijn
geboorte geen volkomen onverwachte gebeurtenis. Overal in het Oude Testament staan
profetieën die haar voorzegden. De eerste daarvan werd al uitgesproken aan het begin van
de menselijke geschiedenis, na de eerste zonde die door Adam en Eva werd begaan. God
vertelde hun over een 'zaad' dat zou komen en dat het kwaad zou overwinnen.
Genesis 3:14 Daarop zeide de Here God tot de slang: Omdat gij dit gedaan hebt,
zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult
gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij leeft. 15 En Ik zal vijandschap zetten
tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij
zult het de hiel vermorzelen.
Satan bedient zich van een slang om tot Eva te spreken om haar tot zonde aan te zetten.
God gebruikte daarom de slang om Satan te vernederen. Voorheen was de slang een ander dier
dat niet op z'n buik over de grond kroop. Het zal waarschijnlijk een prachtig beest
geweest zijn. Elke keer als Satan een slang ziet, wordt hij herinnerd aan de vernedering.
Het spreekwoord 'in het stof bijten' betekent sneuvelen. Met het gladde slijmspeeksel,
waarmee hij zijn prooi overtrekt, vermengt zich gemakkelijk het stof van de aarde wat hij
mee opeet.
Omdat Satan de vrouw gebruikt heeft om de zonde in de wereld te brengen zegt God in vers
15 dat Hij vijandschap zal brengen tussen Eva en Satan, of tussen Gods Gemeente (ook vrouw
genoemd) en Satan en de demonen en vijandschap tussen haar zaad en het zaad van de slang
Satan. In dit vers wordt in de eerste plaats met het zaad van de vrouw Jezus
Christus bedoeld. Hij zal de kop van Satan vermorzelen: Romeinen 16:20 De God nu
des vredes zal weldra de satan onder uw voeten vertreden. De genade van onze Here Jezus
zij met u!
Maar in Genesis 3:15 hebben we ook gelezen dat Satan de hiel van dat 'zaad' Christus zal
vermorzelen. Dat wil zeggen, hij bezorgt Christus veel leed en veroorzaakt zelfs Zijn dood
aan het kruis. Gelukkig overwint Jezus deze dood en kan daarom uiteindelijk Satan
vermorzelen. In de profetie in Genesis valt het verschil op tussen kop en hiel. Het leven
zit in de kop.
In de loop van duizenden jaren werd
deze profetie van een bijzondere nakomeling van een vrouw door God periodiek geopenbaard
in symbolische of meer rechtstreekse bewoordingen. Zo'n zevenhonderd jaar vóór Jezus'
geboorte werd bijvoorbeeld Jesaja ertoe geïnspireerd te schrijven: Jesaja
7:14 Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger
worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuel geven.
We hebben dit zo-even ook in Mattheus gelezen.
Jesaja schreef dat de Christus geboren zou worden uit het huis van David, de zoon van
Isaï: Jesaja 11:1 En er zal een rijsje voortkomen uit de tronk van Isaï en een
scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen. 2 En op hem zal de Geest des Heren
rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van
kennis en vreze des Heren; 3 ja, zijn lust zal zijn in de vreze des Heren. Hij zal
niet richten naar hetgeen zijn ogen zien, noch rechtspreken naar hetgeen zijn oren horen;
4 want hij zal de geringen in gerechtigheid richten en over de ootmoedigen des lands
in billijkheid rechtspreken, maar hij zal de aarde slaan met de roede zijns monds en met
de adem zijner lippen de goddeloze doden. 5 Gerechtigheid zal de gordel zijner
lendenen zijn en trouw de gordel zijner heupen.
Ongeveer in dezelfde tijd werd Micha ertoe geïnspireerd de precieze plaats te vermelden,
waar de geboorte zou plaatsvinden: Betlehem. Micha 5:2 En gij, Betlehem Efrata,
al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser
zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
Betlehem betekent 'huis van brood' of 'broodhuis'. Jezus zegt van zichzelf dat Hij het
brood des levens is. Wie van Hem 'eet', zoals met Pascha symbolisch gebeurt, ontvangt
eeuwig leven. Betlehem was de woonplaats van David.
In de tekst staat Betlehem Efrata. Efrata is de oude naam van Betlehem. Dat lezen we in Genesis
35:19: Zo stierf Rachel en werd begraven aan de weg naar Efrat, dat is Betlehem.
De voorouders van David woonden daar ook al. Ruth 1:2 De naam van de man was
Elimelek, de naam van zijn vrouw Noomi en de namen van zijn beide zonen Machlon en Kiljon,
Efratieten uit Betlehem in Juda; en in het veld van Moab aangekomen, bleven zij daar.
Ruth huwde met de Betlehemiet Boaz, die de overgrootvader was van koning David. De naam
Efrata betekent: plaats van vruchtbaarheid en wijst op de vruchtbaarheid van dat gebied.
De Messias zou ter dood worden gebracht
voor de zonden van de mensheid (Jes. 53:1-12), zoals dat
later inderdaad met Jezus gebeurde. Door het christendom wordt op dat deel van Zijn
zending grote nadruk gelegd. En terecht. Maar er is nog een andere reden waarom Hij werd
geboren. Over de Messias werd ook geprofeteerd dat Hij koning van de hele wereld zou
worden. We gaan nog eens naar Jesaja. Jesaja 9:6
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn
schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
7 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over
zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu
aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen.
Zo'n 2000 jaar geleden waren vooral in Juda de profetieën wijdverbreid en de verwachting
was dat de komst van de Messias aanstaande was. Velen zagen daar naar uit. Zelfs de
Romeinse historici waren hiervan op de hoogte. Suetonius, die in 70 n. Chr. is geboren,
schreef: "Over het hele Midden-Oosten had zich een oud, reeds lang gevestigd geloof
verspreid dat voor die tijd was voorbeschikt dat uit Judea mannen zouden komen om de
wereld te regeren." (Suetonius: Leven van Vespasianus, 4:5) (in:
Barclay's Study Bible - New Testament, vol. 1, p. 27).
We weten dat God aan sommigen uit die tijd, zoals Zacharias, de vader van Johannes de
Doper en een zekere Simeon, rechtstreeks had geopenbaard dat de komst van de Messias nabij
was. Toen Johannes de Doper geboren was profeteerde zijn vader Zacharias het volgende: Lukas
1:67 En zijn vader Zacharias werd vervuld met de Heilige Geest en profeteerde,
zeggende: 68 Geloofd zij de Here, de God van Israël, want Hij heeft omgezien naar
zijn volk en heeft het verlossing gebracht, 69 en heeft ons een hoorn des heils
opgericht, in het huis van David, zijn knecht, 70 (gelijk Hij gesproken heeft door
de mond zijner heilige profeten van oudsher).
Hier profeteert Zacharias over Christus' komst wat onder meer duizend jaar daarvoor in
Psalmen is geschreven: Psalmen 132:17 Daar zal ik voor David een hoorn doen
uitspruiten, Ik zal voor mijn gezalfde een lamp bereiden.
Verder in Lukas 1 vers 71 om ons te redden van onze vijanden en uit de hand van
allen, die ons haten, 72 om barmhartigheid te betonen aan onze vaderen en zijn
heilig verbond te gedenken, 73 de eed, die Hij zwoer aan Abraham, onze vader,
74 dat Hij ons zou geven, zonder vreze, uit de hand der vijanden verlost, 75
Hem te dienen in heiligheid en gerechtigheid voor zijn aangezicht, al onze dagen.
In het volgende vers richt hij zich tot zijn pasgeboren kind, Johannes, die de weg zal
bereiden voor Christus, die vermoedelijk zes maanden later werd geboren.
Vers 76 En gij, kind, zult een profeet des Allerhoogsten heten; want gij zult uitgaan
voor het aangezicht des Heren, om zijn wegen te bereiden, 77 om aan zijn volk te
geven kennis van heil in de vergeving hunner zonden, 78 door de innerlijke
barmhartigheid van onze God, waarmede de Opgang uit de hoogte naar ons zal omzien,
79 om hen te beschijnen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, om
onze voeten te richten op de weg des vredes.
Lukas 2:25 En zie, er was een man te Jeruzalem, wiens naam was Simeon, en deze man
was rechtvaardig en vroom, en hij verwachtte de vertroosting van Israël, en de Heilige
Geest was op hem. 26 En hem was door de Heilige Geest een godsspraak gegeven, dat
hij de dood niet zou zien, eer hij de Christus des Heren gezien had. 27 En hij kwam
door de Geest in de tempel. En toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om met Hem te
doen (2-28a) overeenkomstig de gewoonte der wet, 28 (2-28b) nam ook hij het in zijn
armen en hij loofde God en zeide: 29 Nu laat Gij, Here, uw dienstknecht gaan in
vrede, naar uw woord, 30 want mijn ogen hebben uw heil gezien, 31 dat Gij
bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: 32 licht tot openbaring voor de
heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël.
Judea was een door Rome veroverd en
overheerst land. Veel Joden verlangden naar een bevrijder, een Messias zoals Hij door de
eeuwenoude profetieën in hun heilige geschriften was beschreven.
Vrede op aarde?
De eersten aan wie de geboorte van
Jezus werd aangekondigd waren herders die in de heuvels van Judea de wacht hielden over
hun kudden. De nacht verliep voor hen als talloze andere nachten. Maar opeens veranderde
alles. Plotseling werd het landschap verlicht door een stralend licht. Er verscheen een
schitterend wezen, een engel. Lukas 2:8 En er waren herders in diezelfde
landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de wacht hielden over hun kudde.
9 En opeens stond een engel des Heren bij hen en de heerlijkheid des Heren
omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze. 10 En de engel zeide tot hen: Weest
niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel
vallen: 11 U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad
van David.
Hij was nog niet klaar met spreken of bij hem voegde zich een grote hemelse legermacht die
sprak: vers 13 En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht,
die God loofde, zeggende: 14 Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen
des welbehagens.
Een dergelijke vrede is alleen mogelijk onder de heerschappij van Jezus Christus. De dag
voordat Jezus ter dood werd gebracht, vroeg de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus Hem of
het waar was, zoals hij had gehoord, dat Jezus beweerde een koning te zijn. Jezus ontkende
het niet. Hij verklaarde evenwel: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld,
waarmee Hij bedoelde dat het niet tot de huidige tijd en samenleving behoorde (Johannes
18:36). Het is waar dat er in Gods Gemeente al een geestelijke vertegenwoordiging van het
Koninkrijk is. Hoewel de christenen leven in een wereld die zich in het algemeen tegen de
waarden van dit Koninkrijk verzet, kunnen zij niettemin geestelijke vrede en geluk ervaren
als zij Christus volgen. De letterlijke heerschappij van Christus over de wereld is echter
nog niet ingesteld.
Jezus beloofde terug te komen (Johannes 14:3). Dezelfde Jezus die werd geboren in Betlehem
zal op een moment dat nog moet komen Zijn koninkrijk vestigen en de wereld
duurzame vrede brengen, zoals Hij nu reeds geestelijke vrede geeft aan die mensen die hun
leven aan Hem onderwerpen. De Bijbel schenkt veel meer aandacht aan het leven, de dood, de
opstanding en de wederkomst van Jezus dan aan het verhaal van Zijn geboorte als mens.
Nu begrijpen we ook de verzen 14 en 51 van Lukas 2 die met elkaar in tegenspraak lijken.
Lukas 12:51 Meent gij, dat Ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen? Neen,
zeg Ik u, veeleer verdeeldheid.
De meeste mensen nemen aanstoot aan de waarheid van de Bijbel, waardoor er verdeeldheid
ontstaat. De gelovigen die voor de waarheid van de Bijbel kiezen, weten dat. De waarheid
van de Bijbel gaat tegen de stroom van de mensheid in.
Lukas 2:14 Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens.
Met de komst van de baby Jezus zet God de Vader een mens in de wereld die door Gods geest
in staat blijkt volledig te leven volgens de Wet van liefde. Hiermee kwalificeert Christus
zich als Koning der koningen die een definitieve vrede op aarde zal brengen.
Het kerstfeest - tegen de wet?
Het is een niet zo algemeen bekend feit
dat het vieren van kerstmis in Engeland en de Puriteinse koloniën van Noord-Amerika ooit
bij de wet was verboden.
Dat was in het begin van de zeventiende eeuw toen de Puriteinen in Engeland zich stoorden
aan de populaire kerstviering. In de feesttijd kwamen er heel wat excessen op het gebied
van eten, drinken en andere zaken voor. De Puriteinen zagen de hele aangelegenheid als een
bedreiging van het christendom. Toen de Puriteinse partij in 1642 onder Oliver Cromwell
aan de macht was gekomen, werden bij decreet van het parlement alle godsdienstige en
wereldse kerstvieringen verboden.
"Geen Kerstmis", proclameerden de stadsomroepers en 25 december werd tot een
gewone werkdag verklaard. Iedereen die die dag een godsdienstige betekenis gaf en dat liet
blijken of op die dag thuisbleef van zijn werk riskeerde een boete of gevangenisstraf.
Toen er in 1660 aan het Puriteinse bewind een einde was gekomen en Charles II weer koning
was geworden, begon men in Engeland geleidelijk opnieuw kerstmis te vieren.
Intussen was ook Amerika onder Puriteinse invloed gekomen, vooral New England. Daar
beschouwden de kolonisten 25 december ook als een gewone werkdag. In 1659 werd door het
Algemene Hof van Massachusetts een wet aangenomen die kerstvieringen verbood. In 1681 werd
de wet ingetrokken, maar de christenen in dat gebied bleven nog lange tijd vijandig staan
tegenover het kerstfeest.
Veronderstellingen
Het is de moeite waard een aantal
veronderstellingen met betrekking tot het verhaal van Jezus' geboorte eens nader te
onderzoeken in het licht van het bijbelse verslag.
Hoe maakten Jozef en Maria de reis naar
Betlehem precies? De algemene opvatting is dat Maria op een ezel zat terwijl Jozef de
teugel voerde. Maar als we ons strikt beperken tot de informatie van de Bijbel, moeten we
zeggen dat we niet weten hoe zij precies reisden, omdat de Bijbel daar niets over zegt.
Lukas 2:4 Ook Jozef trok op van Galilea, uit de stad Nazaret, naar Judea, naar
de stad van David, die Betlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David
was.
Dat is alles wat er over de reis staat.
Over het tijdstip wanneer Jezus
is geboren zijn allerlei speculaties en verwerpelijke misleidingen. In onze publicatie
'Het ware kerstverhaal' staat wanneer Jezus niet is geboren, namelijk niet in de
winter. De geboorte van Christus heeft dan ook net zo veel met kerst te maken als Zijn
dood en opstanding met de paashaas.
Jozef en Maria hadden de baby in een kribbe gelegd omdat er voor hen geen plaats was
in de herberg. Wat zeggen de commentaren over deze kleine zinsnede?
"In Betlehem bestond ook zon herberg" schrijft Nebe, "maar de plaats
was zo overstroomd met gasten, dat het moeilijk was een onderkomen te vinden. Voor geld is
echter veel mogelijk en wanneer Jozef veel had kunnen betalen, zou er voor Maria wel een
hoekje gevonden zijn; maar juist aan geld ontbrak het." Dezelfde opvatting schijnt
Luther gehad te hebben: "Zij moesten voor ieder ruimen, totdat zij naar een stal
werden verwezen, terwijl menig boos mens in het logement bovenaan heeft gezeten."
Dit zijn niet meer dan gissingen.
Anderen beweren dat het de tijd was om belasting af te dragen aan de Romeinse overheid. De
meest voor de handliggende tijd voor belasting innen is wanneer de oogst in september
wordt binnengehaald. Massaal trok de bevolking naar Jeruzalem met een deel van de oogst en
geld om het Loofhuttenfeest te vieren. Daarom waren in en rondom Jeruzalem, waar ook
Betlehem ligt, de overnachtingplaatsen 'volgeboekt'. Daarom zou er voor Jozef en Maria en
de baby geen plaats in de herberg geweest zijn.
Ook dit zijn louter gissingen of onjuistheden.
Er wordt in de Bijbel niets gezegd over belasting betalen. Het betrof in die dagen alleen
maar een inschrijving om later belasting te kunnen innen. Althans, de Bijbel maakt alleen
melding van de inschrijving.
Lukas 2:1 En het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging vanwege
keizer Augustus, dat het gehele rijk moest worden ingeschreven. 2 Deze inschrijving
had voor het eerst plaats, toen Quirinius het bewind over Syrië voerde. 3 En zij
gingen allen op reis om zich te laten inschrijven, ieder naar zijn eigen stad.
Ook in Betlehem waren daardoor meer mensen dan normaal. De tekst zegt echter niets over
het tijdstip. De inschrijving zou ook in het voorjaar plaatsgevonden kunnen hebben om in
het najaar te kunnen innen.
Pogingen om de geboortedatum van Christus te achterhalen zijn zinloos. Als die herdacht of
gevierd zou moeten worden, had de Bijbel dit duidelijk vermeld. Daarom zijn speculaties
over de periode van het Loofhuttenfeest als de tijd van de geboorte eveneens zinloos.
Het 'bewijs van Zacharias' is lang niet waterdicht. Hij behoorde tot de achtste afdeling
van de tempeldienst. Er waren 24 afdelingen, waarvan één iedere sabbat dienst deed. Op
de jaarlijkse heilige dagen hadden alle orden of afdelingen dienst. Toen de priester
Zacharias dienst deed, werd door een engel de geboorte van zijn zoon aangekondigd.
Redelijkerwijs mag men aannemen dat negen maanden later Johannes is geboren. Als men met
deze diensten zou beginnen op de eerste sabbat van het nieuwe jaar (maart/april) dan doet
de achtste afdeling van Abia in mei-juni dienst. Johannes de Doper zou dan in het voorjaar
geboren zijn en Jezus Christus als Hij zes maanden daarna is geboren in het
najaar. Het uitgangspunt van deze redenatie is echter wankel. Nergens staat in de Bijbel
dat elk jaar opnieuw op de eerste sabbat van het nieuwe jaar de eerste afdeling dienst
heeft. Sommige commentatoren veronderstellen dat op Bazuinenfeest het Joodse
nieuwjaar wordt begonnen. Er waren 24 afdelingen. Na 48 weken had eenieder dus twee
keer dienst gedaan. Als we de gezamenlijke diensten daarbij tellen voor de jaarlijkse
heilige dagen, komen we ongeveer op een jaar. Maar als sommige jaarlijkse heilige dagen
samenvallen met de wekelijkse sabbat, kan dat een paar weken variëren. Dit verschilt per
jaar. Bovendien heeft een jaar in Israël zo nu en dan een dertiende maand. Het is dan ook
waarschijnlijk dat, als de 24 afdelingen op hun beurt dienst deden, het schema geleidelijk
over het hele jaar verschoof.
Dit 'bewijs' biedt dus evenmin houvast.
Ook over waar Hij is geboren,
heeft het christendom veel fantasieën gemaakt en in boeken, toneelstukken en preken
verwerkt alsof het rechtstreeks uit de Bijbel komt.
De Bijbel zegt niet dat Jezus werd geboren in een houten stal, omringd door diverse dieren
uit de veestapel van een boerderij.
Vers 7 en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken [dit
waren lange, smalle repen stof die om pasgeborenen werden gewikkeld] en legde Hem in
een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.
Dat is alles wat er in de Bijbel is geschreven over de plaats, de ruimte, waar de baby
lag. Helemaal niets dus. Niets over een plekje in een stal waar Hij omringd met dieren zou
zijn. Een kribbe is een ruif of voederbak, die in deze situatie dienst deed als wieg. Maar
het is daarmee niet vanzelfsprekend dat Maria de wieg met de baby tussen de beesten in de
stal heeft gelegd. Misschien waren er in die ruimte de lastdieren van reizigers en
misschien ook niet. De Bijbel zegt daar niets over. Omdat het geen wintertijd was, was er
waarschijnlijk geen vee binnen. Er wordt niet over een stal gesproken. In Lukas 2:8 hebben we gelezen dat de herders de wacht over de kudde hielden in
het veld.
Toen de wijzen uit het Oosten de ster zagen, verheugden zij zich, Mattheus 2:11
En zij gingen het huis binnen en zagen het kind met Maria, zijn moeder,
Hier wordt ook niets gezegd over een stal, zij gingen het huis binnen.
In elk geval was het onderdak, hoe nederig ook, goed geschikt om als geboortekamer te
dienen. Het wonder van dit alles is dat uitgerekend de Zoon van God de Heer der
heerlijkheid in zo'n nederige omgeving werd geboren, terwijl Hij verdiende te
worden geboren in een koninklijk paleis. We lezen echter in de Bijbel dat Hij, die alle
dingen schiep, door mens te worden zichzelf heeft vernederd. Filippensen 2:7
maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en
aan de mensen gelijk geworden is. 8 En in zijn uiterlijk als een mens bevonden,
heeft Hij Zich vernederd
In de Bijbel vinden we ook geen
aanwijzing hoe ver de zwangerschap van Maria was gevorderd, toen zij en Jozef in Betlehem
aankwamen. In Lukas 2 staat alleen dat zij
"zwanger" was en dat toen zij daar [in Betlehem] waren
de
dagen vervuld werden, dat zij baren zou (vers 5 en 6).
De ster en de wijzen
Op de meeste schilderijen van de
geboorte staan drie wijzen afgebeeld, ook wel koningen of magiërs, zoals ze vaak worden
genoemd. Maar de Bijbel zegt niet dat het er drie waren. Niemand weet hoeveel het er
waren.
Driekoningen, op gezag van mensen uitgeroepen tot kerkelijke feestdag, herinnert aan de
komst van de drie koningen of wijzen uit het Oosten bij het Christuskind op 6 januari. Uit
het aantal geschenken maakte men op dat het drie in aantal waren. Ze worden Caspar,
Melchior en Balthasar genoemd. In oude legenden dragen ze echter andere namen.
Wat zegt de Bijbel? Mattheus 2:1 Toen nu Jezus geboren was te Betlehem in Judea,
in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het Oosten kwamen te Jeruzalem.
Pure verzinsels Driekoningen, 6 januari, drie personen met de namen Caspar,
Melchior en Balthasar ontsproten uit het heidendom.
Wel weten we dat de wijzen uit hun land in het Oosten naar Jezus werden geleid door een
"ster" (Mattheus 2:2). Welke ster of planeet dit precies is geweest heeft
aanleiding gegeven tot heel wat speculatie. Volgens het bijbelverhaal verscheen de
"ster" aan de wijzen. Er is geen enkele aanwijzing dat zij ook door anderen werd
waargenomen. Als anderen haar hadden kunnen zien en haar betekenis hadden begrepen, had
koning Herodes Jezus gemakkelijk kunnen vinden en doden.
De "ster" bewoog en ging de wijzen voor tot zij ten slotte bleef staan boven het
huis waar Jezus zich bevond (vers 9). Sommigen hebben het
vermoeden geuit dat deze "ster" gewoon een engel, een sterrenbeeld of een
speciaal leidlicht was. Maar wat zij ook was, zij ging voor naar het huis waar het
Christuskind was. Deze gebeurtenis was een wonder van God.
Zodra de herders, die uit de streek bij Betlehem kwamen, over Jezus' geboorte hadden
gehoord, haastten zij zich naar Betlehem en vonden het pasgeboren kind zoals hun was
bekendgemaakt (Lukas 2:16).
De wijzen echter kwamen van ver. Na hun reis uit het Oosten gingen zij op hun speurtocht
naar degene die als "Koning der Joden" was geboren eerst naar Jeruzalem.
Dat de wijzen geschenken meebrachten wordt vaak gebruikt om het uitwisselen van
kerstgeschenken te rechtvaardigen. Daarbij wordt echter over het hoofd gezien dat de
wijzen niet aan elkaar geschenken gaven, zij boden al hun geschenken "Hem",
Jezus, aan (Matth. 2:11), omdat het gebruik was op die wijze een koning eer te betuigen.
Het geven van geschenken met kerstmis stamt uit het heidendom, zoals kerstmis zelf.
Let ook eens op het volgende.
Mattheus 2:11 En zij gingen het huis binnen en zagen het kind met Maria, zijn
moeder, en zij vielen neder en bewezen hem hulde. Zijn moeder, Maria, werd niet aanbeden.
De geschenken van de wijzen
De wijzen uit het Oosten werden op een
wonderbaarlijke wijze geleid naar het huis waar het pasgeboren Christuskind en Zijn ouders
verbleven (Mattheus 2:11). Zij hadden voor Jezus geschenken meegenomen. De keuze van die
geschenken goud, wierook en mirre was niet toevallig, maar was rijk aan
betekenis.
Goud was een gepast geschenk voor een koning. Jezus was geboren om koning te worden. De
wijzen wisten dat ze naar een aanstaande koning gingen. En bij zo'n gelegenheid was en is
het de gewoonte kostbare geschenken mee te brengen. Goud was een van de geschenken die zij
de toekomstige "Koning der koningen" aanboden.
Wierook was een welriekende stof die door de priesters werd gebruikt bij de eredienst in
de tabernakel of tempel.
Behalve dat Jezus Koning der koningen zal worden (Openbaring 19:16), is Hij ook
hogepriester (Hebreeën 4:14-15). In Zijn rol als hogepriester stelt Hij zich in de
hemelse tempel actief ten dienste van hen die hun leven aan Hem hebben overgegeven. Hij
treedt voor hen tussenbeide, verzoent hen met God en helpt hen als ze in nood verkeren.
Wierook was een passend geschenk voor een kind dat onze hogepriester zou worden.
Mirre werd gebruikt om de lichamen van de doden te balsemen. Dit kind Jezus zou opgroeien
en op een dag ter dood worden gebracht voor de zonden van de wereld. Het is Zijn offer dat
Gods verlossingsplan mogelijk maakt, want "zonder bloedstorting geschiedt er geen
vergeving" (Hebr. 9:22). Mirre was een juist geschenk voor iemand die zou sterven
voor de zonden van de mensheid.
Het goud verwijst naar Christus koningschap, de wierook naar Zijn Hogepriesterschap
en de mirre naar Zijn dood.
<><><> |
|