|
Voor literatuurlijst klik
hier.
WAAROM MOETEN
CHRISTENEN GODS HEILIGE DAGEN IN ACHT NEMEN?
Waarom
stelde God de wekelijkse sabbat
en de zeven jaarlijkse sabbatten in?
Zijn deze heilige dagen ook bedoeld
voor de Gemeente van Christus?
Toen God ten behoeve van de mens de
sabbat (zevende dag) apart zette en heiligde (Gen. 2:2-3), gaf Hij daarmee de mensheid een
rustdag die van grote betekenis is.
Naast de wekelijkse sabbat heeft God bovendien bepaalde andere dagen van het jaar
afgezonderd en geheiligd.
God is bezig met de uitvoering van een groot plan om het schitterende doel dat Hij met de
schepping van de mens beoogt te verwezenlijken. De hoofdrol in dit plan wordt vervuld door
Jezus Christus.
Gods plan wordt ontvouwd door zeven jaarlijkse feesten, die in fasen weergeven hoe God
Zijn plan voor de mens volvoert. De viering van deze feesten en heilige dagen, waartoe het
oude Israël werd verplicht, is door het voorbeeld van Jezus Christus en de apostelen
bevestigd. De feesten en heilige dagen brengen Gods handelen in de geschiedenis in beeld.
Ze zijn een symbool van Gods macht en van de lang verwachte, maar nog in de toekomst
liggende volvoering van Gods plan van behoud.
Deze feesten moeten, zoals in Leviticus 23:37-38 vermeld staat, als heilige samenkomsten
worden gehouden naast "de [wekelijkse] sabbatten des Heren". Het zijn "de
feesttijden des Heren" "mijn feesttijden", zegt God (vers 2, 4). De
religieuze feestdagen die mensen hebben bedacht, waaronder ook de 'christelijke
feestdagen' zijn niet door God ingesteld en hebben niet Gods gezag. Ze zijn zelfs door God
verboden. Gods feesten, die deel uitmaken van Gods wet, werden niet afgeschaft, toen bij
de dood van Christus het oude, op de berg Sinaï gesloten verbond ophield van kracht te
zijn.
De viering van Gods jaarlijkse heilige dagen werd voor altijd geboden. Christus vierde ze.
De nieuwtestamentische Gemeente, in 30 n.C. door Christus gesticht, vierde ze. En ook in
onze tijd worden ze gevierd.
De hele ontwikkeling van Gods grote plan wordt door de Gemeente van God "het
Israël Gods" (Gal. 6:16) jaar op jaar gevierd en beleefd door het onderhouden
van Gods heilige dagen. De inachtneming van die dagen herinnert de gemeenteleden aan Gods
schitterende plan en hun aandeel daarin.
Gods
geestelijke oogsten
In het land waar het oude Israël
zich vestigde (grotendeels het gebied van de hedendaagse staat Israël), vond in het
voorjaar een kleine graanoogst plaats, gevolgd door een veel grotere oogst aan het eind
van de zomer en het begin van de herfst. Deze jaarlijkse landbouwoogsten stonden model
voor Gods geestelijke 'mensenoogsten'.
Uit hetgeen Christus en de apostelen leerden kunnen wij opmaken dat de voorjaarsfeesten
uitbeelden dat de mensen die God vóór de wederkomst van Christus roept om Zijn kinderen
te worden niet meer zijn dan een 'eerstelingen'-oogst, slechts het relatief kleine begin
van de geestelijke oogst van mensen.
Jakobus 1:18 Naar zijn raadsbesluit
heeft Hij ons voortgebracht door het woord der waarheid, om in zekere zin eerstelingen te
zijn onder zijn schepselen.
De feesten in verband met de veel grotere herfstoogst zijn een verwijzing naar de
miljarden mensen die na Christus' wederkomst door God tot behoud zullen worden geroepen.
In Leviticus 23 vinden wij een overzicht van de jaarlijkse feesten. De eerste drie,
beginnend met het Pascha, zijn herinneringen aan de eerste fasen van Gods plan. De laatste
vier feesten zijn een vooruitblik; ze beelden uit hoe en wanneer God Zijn grote
herfstoogst van mensen zal binnenhalen.
Bewaard voor
Gods Gemeente
De oude Israëlieten hadden in het
algemeen geen begrip van het schitterende doel dat God met de mensheid beoogt. Zij
begrepen de geestelijke betekenis van de jaarlijkse heilige dagen niet. God verschafte hun
dat geestelijke inzicht ook niet, omdat de tijd om Zijn heilige Geest uit te storten nog
niet was aangebroken.
Efeze 3:4 Daarnaar kunt gij bij het lezen u een begrip vormen van mijn inzicht in
het geheimenis van Christus, 5 dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is
geworden aan de kinderen der mensen, zoals het nu door de Geest geopenbaard is aan de
heiligen, zijn apostelen en profeten.
Met welk doel schonk God dan het oude Israël Zijn wet en Zijn heilige dagen?
De Bijbel zegt dat de oudtestamentische geschriften, waarin de kennis van de wekelijkse
sabbat, de jaarlijkse sabbatten en feesten en de ware door God gegeven kalender zijn
opgenomen, aan het oude Israël gegeven werden om van generatie op generatie te worden
doorgegeven. Stefanus zei in zijn rede in het boek Handelingen dat Mozes, als
vertegenwoordiger van het volk Israël, "levende woorden [ontving] om die u te
geven" (Hand. 7:38).
God gebruikte de Joden om de Hebreeuwse of oudtestamentische geschriften, met daarin de
instructies over de wekelijkse sabbat en de kalender die aangeeft wanneer Gods jaarlijkse
heilige dagen moeten worden gevierd, te bewaren.
"Wat is dan het voorrecht van de Jood?" vroeg Paulus en hij gaf zelf
gedeeltelijk het antwoord:
"Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats toch dit, dat hun de woorden Gods zijn
toevertrouwd" (Rom. 3:1-2).
De Joden, die erkenden dat hen de Babylonische ballingschap was overkomen doordat zij Gods
wet veronachtzaamd hadden, begonnen de wet overdreven nauwgezet in acht te nemen, door
toevoeging van eigen voorschriften. Zij hielden trouw vast aan de sabbat en bewaarden de
geschriften van het Oude Testament waarin o.a. de ware kalender.
In Leviticus 23 wordt een opsomming gegeven van Gods feesten, beginnend met de wekelijkse
sabbat (de zevende dag, die men nu zaterdag noemt). Deze publicatie geeft een beknopt
overzicht van al Gods heilige dagen en richt zich daarbij op hun symbolische betekenis en
de geldigheid van elk ervan voor christenen van deze tijd.
De wekelijkse
sabbat
Zoals u ook in onze andere
publicaties kunt lezen is Gods plan gebaseerd op Gods geestelijke wet van liefde: liefde
jegens God en liefde jegens de naaste. Gods liefde wordt nader uiteengezet in de Tien
Geboden, waarvan de eerste vier tonen hoe wij God moeten liefhebben hoe wij Hem
moeten eren.
Het Vierde Gebod is, evenzeer als de andere negen, een onvervreemdbaar deel van Gods wet.
Laten wij de belangrijke betekenis van de zevendedagssabbat begrijpen.
Op welke dag van de zogeheten scheppingsweek rustte God?
Genesis 2:2 Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt
had, rustte Hij op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt had. 3 En God
zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat
God scheppende tot stand had gebracht.
Exodus 20:11 Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, de zee en
al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en
heiligde die.
Rustte God omdat Hij moe was van al het werk dat Hij op de voorafgaande zes dagen had
gedaan?
Jesaja 40:28 Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de
Here, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is
niet te doorgronden.
Psalmen 121:4 Zie, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt.
God bestaat uit geest en wordt, in tegenstelling tot de fysieke mens, nooit moe. Hij had
dan ook geen reden om te rusten dan om daarmee de sabbat te scheppen en aan de mensen een
voorbeeld ter navolging te geven. Door op de zevende dag van de scheppingsweek te rusten,
bestemde God die tijd en elke zevende dag daarna voor een speciaal en heilig gebruik.
God stelde de sabbat in als een periode die loopt van vrijdagavond tot zaterdagavond. De
sabbat is Gods tijd, niet de onze. God heeft hem geheiligd en in het Vierde Gebod gebiedt
Hij ons de sabbat heilig te houden.
Voor wie werd volgens Jezus de sabbat gemaakt?
Markus 2:27 En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om de mens, en niet de
mens om de sabbat.
Wie zijn daaronder begrepen?
Exodus 20:10 maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij
geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw
dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont.
"De sabbat is gemaakt om de mens", d.w.z. elke zevende dag vanaf de
scheppingsweek is door God apart gezet om door de mens op speciale wijze te worden
doorgebracht. De sabbat was bedoeld om alle mensen die ooit zouden leven ten goede te
komen, mits zij hem vierden op de door God bedoelde wijze.
Hoe wilde God de sabbat aan de mens ten goede doen komen?
Deuteronomium 5:14 maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult
gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw
dienstmaagd, noch uw rund, noch uw ezel, noch uw overige vee, noch de vreemdeling die in
uw steden woont, opdat uw dienstknecht en uw dienstmaagd rusten zoals gij.
Het oorspronkelijk Hebreeuwse woord 'sabbat' betekent rust. Lichamelijke rust en
geestelijke ontspanning na een drukke werkweek zijn duidelijke redenen om de sabbat te
houden. God wist dat de mens na zijn werk periodiek rust en verandering nodig heeft.
Het doel van de sabbat omvat echter veel meer dan louter rust. De sabbat (zevende dag) is
een herdenking van Gods scheppingswerk, met daarin begrepen het schitterende doel dat God
met de schepping van de mens voor ogen stond.
God heeft dit specifieke of geheiligde zevende deel van de week gereserveerd ter
herinnering aan Hem als Schepper en aan het doel dat Hij met ons bestaan beoogt. De sabbat
is een tijd voor geestelijke verfrissing door nauw contact met God. De sabbat geeft ons de
tijd om na te denken over en te bidden tot God, om God te vereren (zowel individueel als
samen met anderen) en om de Bijbel te bestuderen teneinde meer inzicht te verwerven in het
doel van ons leven en in de weg om dat doel te bereiken.
Vierde Jezus Christus de sabbat?
Lukas 4:16 En hij kwam te Nazaret, waar Hij opgevoed was, en Hij ging volgens
zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen.
De apostel Paulus was ook gewoon de sabbat in acht te nemen.
Handelingen 17:1 En hun weg nemende over Amfipolis en Apollonia, kwamen zij te
Tessalonica, waar een synagoge der Joden was. 2 En Paulus ging, zoals hij gewoon
was, daar binnen en behandelde drie sabbatten achtereen met hen gedeelten uit de
Schriften.
Er zijn nog meer aanwijzingen dat de nieuwtestamentische Gemeente in haar beginperiode de
sabbat in acht nam.
Handelingen 13:13 Paulus en die met hem waren, voeren af van Pafos en kwamen te
Perge in Pamfylië; maar Johannes scheidde zich van hen af en keerde weder naar Jeruzalem.
14 Doch zelf gingen zij van Perge verder en kwamen te Antiochië in Pisidië, en op
de sabbatdag in de synagoge gegaan zijnde, namen zij plaats. 15 En na de voorlezing
van de wet en de profeten lieten de oversten der synagoge hun vragen: Mannen broeders,
indien gij een woord van opwekking voor het volk hebt, spreekt het dan. 16 En Paulus
stond op, wenkte met zijn hand en zeide: Mannen van Israël en vereerders van God,
luistert.
Vers 42 En toen zij vertrokken, verzochten zij hun tegen de eerstvolgende sabbat
weder deze woorden te spreken.
Vers 44 En de volgende sabbat kwam bijna de gehele stad bijeen om het woord Gods te
horen.
Handelingen 18:4 En hij hield elke sabbat besprekingen in de synagoge en trachtte
Joden en Grieken te overtuigen.
Er bestaat geen enkele twijfel dat de vroege, nieuwtestamentische Gemeente van God de
sabbat (zevende dag) in acht nam. Wie er in onze tijd naar streeft God te gehoorzamen zal
dezelfde dag in acht nemen als Jezus, Paulus en de hele vroege Gemeente.
Waartoe worden wij aangespoord met betrekking tot de samenkomsten op de sabbat?
Hebreeën 10:25 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen
dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet
naderen.
Gods sabbat mag niet licht worden opgenomen of worden vergeten. Het gebod zegt:
"Gedenk de sabbatdag" (Ex. 20:8).
In deze tijd wonen Gods mensen over de hele wereld sabbatdiensten van de Gemeente van God
bij. Elke sabbat komen zij bijeen om van dienaren van Gods Gemeente onderricht uit de
Bijbel te ontvangen.
Efeze 4:11 En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten
als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw
van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen de eenheid des geloofs en der
volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de
wasdom der volheid van Christus. 14 Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder,
heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der
mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, 15 maar dan groeien wij, ons aan
de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.
Gods mensen scheppen vreugde in de sabbat en in de samenkomsten op deze dag. Zij leren hoe
zegenrijk het is Gods sabbat te heiligen, de dag die ons herinnert aan God de Schepper en
aan Gods doel met ons leven.
Gods sabbat geeft visie. Gods meesterplan beslaat een tijdsruimte van 7000 jaar. De zeven
dagen van de schepping waren een type. Ze laten het patroon zien. De eerste zes waren
dagen van fysieke scheppingsdaden. Op de zevende dag van die eerste week begon de
geestelijke schepping, die nog steeds doorgaat. Op die dag schiep God Zijn sabbat die als
heilige dag ten behoeve van geestelijke doeleinden werd afgezonderd. Bij God is
"één dag... als duizend jaar en duizend jaar als één dag".
2 Petrus 3:8 Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat een dag bij de Here
is als duizend jaar en duizend jaar als een dag.
God wees dus de eerste 6000 jaar aan de fysieke mens toe om zijn eigen levenswijze te
leiden (misleid en beheerst door Satan). Deze 6000 jaar zouden we de 'dagen van de mens'
kunnen noemen.
Met andere woorden, de eerste 6000 jaar werden aan Satan toegewezen om hem zijn werk van
het misleiden van de wereld te laten uitvoeren, gevolgd door 'het Millennium', 1000 jaar
(één duizendjarige dag) waarin Satan zijn 'werk' van bedrog niet zal mogen verrichten.
Duizend jaar onder de zegeningen van Gods regering. Op de zevende 1000-jarige dag zal
Christus regeren als Koning der koningen en als Heer der heren.
Openbaring 19:16 En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam:
Koning der koningen en Here der heren.
Vandaar dat Jezus over de zevende dag zegt:
Mattheus 12:8 Want de Zoon des mensen is heer over de sabbat.
Hij zal Heer zijn over de zevende 1000-jarige dag. Begrijp goed welke dag de 'Dag des
Heren' is! Niet de eerste (zondag), maar de zevende dag!
Lees ook wat God Jesaja heeft geïnspireerd te schrijven over de sabbat:
Jesaja 58:13 Indien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op
mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des Heren van
gewicht, en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te
behartigen, of ijdele taal uit te slaan
Onze zaken, de zaken van de mens, hebben we 6000 jaar, zes 1000-jarige dagen, gedaan. Nu
begrijpen we waarom we op de sabbat niet de zaken mogen doen die wij mensen op de zes
dagen doen. Onze werken op de zes wekelijkse dagen zijn in deze context een type van de
menselijke civilisatie gedurende de 6000 jaren sinds Adam. Zes 1000-jarige dagen heeft de
mens zijn zaken, werken en handel gedaan, maar op de zevende 1000-jarige dag zullen we op
Gods manier gaan leven. Met het houden van de sabbat tonen we begrip en eerbied voor Gods
plan. De zevende dag is sinds de schepping apart gezet als een heilige tijd als een
verwijzing naar het komende 1000-jarige vrederijk, een tijd die de mens dan "een
verlustiging" noemt.
Vers 14 dan [op de zevende 1000-jarige dag, getypeerd door de sabbat] zult
gij u verlustigen in de Here en Ik zal u doen rijden over de hoogten der aarde en u doen
genieten het erfdeel van uw vader Jakob, want de mond des Heren heeft het gesproken.
Op de zevende 1000-jarige dag gaat vers 14 in vervulling en zullen we op Gods manier gaan
genieten. Het houden van de sabbat herinnert ons aan Gods plan en geeft ons visie. Daarom
heeft Satan de mens een andere dag, de zondag, gegeven. De mens is daardoor de kluts
volledig kwijt. Het moge duidelijk zijn dat elke andere door de mens gekozen dag dan de
door God geheiligde zevende dag, buiten de sabbatviering staat.
Nadat God de scheppingsweek voltooid had volgde een markante opmerking:
Genesis 2:1 Alzo werden voltooid de hemel en de aarde en al hun heer. 2
Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte Hij
op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt had. 3 En God zegende de zevende
dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot
stand had gebracht. 4 Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde, toen zij
geschapen werden.
Vers 4 heeft een tweeledige betekenis. Het vers zegt dat dit het verslag van de eerste
scheppingsweek is, maar dat die week ook de zevenduizendjarige geschiedenis! van
hemel en aarde uitbeeldt.
Het Pascha
De meeste bijbelcommentatoren en
bijbelgeleerden zijn het erover eens dat de vele verwijzingen naar Gods jaarlijkse feesten
in het Nieuwe Testament erop duiden dat de viering daarvan in de vroege Gemeente bekend en
aanvaard was en zelfs als vanzelfsprekend werd beschouwd. "In de vroeg-christelijke
Kerk werd de juistheid van de viering van de feesten samen met het gehele Joodse volk
nooit ter discussie gesteld, zodat dit ook geen speciale vermelding behoefde" (The
New International Dictionary of the New Testament Theology, deel 1, p. 628).
Uit het Nieuwe Testament blijkt evenwel dat Gods jaarlijkse feesten in de Gemeente van God
in de tijd van de apostelen een nieuwe betekenis kregen of beter gezegd, een diepere
geestelijke waarde. Jezus' onderricht en voorbeeld gaven een nieuw inzicht in de betekenis
van deze dagen en de wijze waarop ze moeten worden gevierd.
Wie heeft volgens de Bijbel deze jaarlijkse feesttijden ingesteld, naast de wekelijkse
sabbatsviering?
Leviticus 23:1 De Here sprak tot Mozes: 2 Spreek tot de Israëlieten en zeg
tot hen: De feesttijden des Heren, die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn
mijn feesttijden. 3 Zes dagen mag arbeid verricht worden, maar op de zevende dag zal
er een volkomen sabbat zijn: een heilige samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten,
het is een sabbat voor de Here in al uw woonplaatsen. 4 Dit zijn de feesttijden des
Heren, heilige samenkomsten, die gij uitroepen zult op de daarvoor bepaalde tijd.
Daarna worden de feesten genoemd. God verklaarde uitdrukkelijk dat Zijn jaarlijkse feesten
naast de wekelijkse sabbat gevierd moesten worden.
Vers 37 Dit zijn de feesttijden des Heren, waarop gij heilige samenkomsten zult
uitroepen, om de Here een vuuroffer te brengen: brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en
plengoffers, naar het voorschrift voor iedere dag, 38 behalve [naast] de
sabbatten des Heren en behalve [naast] de gaven en al de gelofteoffers en al de
vrijwillige offers, die gij de Here geven wilt.
Merk op dat deze feesttijden niet de feesttijden van de Joden of van Mozes zijn, zoals men
weleens denkt. Het zijn Gods eigen feesttijden, die door Zijn mensen jaarlijks moeten
worden gevierd.
Wat is het eerste feest dat jaarlijks moet worden gevierd?
Leviticus 23:5 In de eerste maand, op de veertiende der maand, in de
avondschemering, is het pascha voor de Here.
Wanneer stelde God het eerste Pascha in?
Exodus 12:1 En de Here zeide tot Mozes en tot Aäron in het land Egypte: 2
Deze maand zal u het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste der maanden van het jaar
zijn. 3 Spreekt tot de gehele vergadering van Israël als volgt: op de tiende van
deze maand zal ieder voor zich een stuk kleinvee nemen, familiesgewijs, een stuk kleinvee
per gezin. 4 Maar indien een gezin te klein is voor een stuk kleinvee, dan zullen
hij en de naaste buurman van zijn gezin er een nemen, naar het aantal personen; gij zult
bij het stuk kleinvee rekenen met ieders behoefte. 5 Een gaaf, mannelijk, eenjarig
stuk kleinvee moet gij nemen; gij kunt dit nemen van de schapen of van de geiten. 6
En gij zult het bewaren tot de veertiende dag van deze maand; dan zal de gehele
vergadering der gemeente van Israël het slachten in de avondschemering. 7
Vervolgens zal men van het bloed nemen en dit strijken aan de beide deurposten en de
bovendorpel, aan die huizen, waarin men het eet. 8 Het vlees zullen zij dezelfde
nacht eten; zij zullen het eten op het vuur gebraden, met ongezuurde broden, benevens
bittere kruiden. 9 Rauw of gaar gekookt in water zult gij het niet eten; slechts op
het vuur gebraden met kop, schenkels en ingewanden. 10 Gij zult daarvan niets
overlaten tot de morgen; wat ervan overblijft tot de morgen, dat zult gij met vuur
verbranden. 11 En aldus zult gij het eten: uw lendenen omgord, uw schoenen aan uw
voeten en uw staf in uw hand; overhaast zult gij het eten; het is een Pascha voor de Here.
12 Want Ik zal in deze nacht het land Egypte doortrekken en alle eerstgeborenen,
zowel van mens als dier, in het land Egypte slaan en aan alle goden van Egypte zal Ik
gerichten oefenen, Ik, de Here. 13 En het bloed zal u dienen als een teken aan de
huizen, waar gij zijt, en wanneer Ik het bloed zie, dan ga Ik u voorbij. Aldus zal er geen
verdervende plaag onder u zijn, wanneer Ik het land Egypte sla. 14 En deze dag zal u
een gedenkdag zijn, gij zult hem vieren als een feest voor de Here; in uw geslachten zult
gij hem als een altoosdurende inzetting vieren. Vers 21 Toen ontbood Mozes al de
oudsten van Israël en zeide tot hen: Trekt heen, haalt kleinvee voor uw geslachten en
slacht het Pascha. 22 Daarna zult gij een bundel hysop nemen en in het bloed in een
schaal dopen, en van het bloed in die schaal strijken aan de bovendorpel en aan de beide
deurposten; niemand van u zal de deur van zijn huis uitgaan tot de morgen. 23 En de
Here zal Egypte doortrekken om het te slaan; wanneer Hij dan het bloed aan de bovendorpel
en aan de beide deurposten ziet, dan zal de Here die deur voorbijgaan en de verderver niet
toelaten in uw huizen te komen om te slaan. 24 Gij zult dit voorschrift houden als
een altoosdurende inzetting voor u en uw zonen. 25 En wanneer gij komt in het land
dat de Here u geven zal, gelijk Hij gezegd heeft, zult gij deze dienst onderhouden. 26
En wanneer uw zonen tot u zeggen: Wat betekent deze dienst van u, 27 dan zult
gij zeggen: Het is een Paasoffer voor de Here, die in Egypte aan de huizen der
Israëlieten voorbijging, toen Hij de Egyptenaren sloeg, maar onze huizen spaarde. Toen
knielde het volk en boog zich neer. 28 En de Israëlieten gingen heen en deden dit;
zoals de Here Mozes en Aäron geboden had, zo deden zij.
Het Pascha, het eerste door God geboden jaarlijkse feest, beeldt het begin uit de
eerste fase van Gods plan voor het behoud van de mens.
Het Pascha was bedoeld als een herinnering aan Gods tussenkomst waardoor de eerstgeborenen
van de Israëlieten van de dood werden gered. Het was tevens een vooruitblik op het grote
offer van Jezus Christus, "ons [Pascha]lam" (1 Cor. 5:7; 1 Petr: 1:18-19), voor
de zonden van de mensheid.
1 Corinthe 5:7 Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn;
gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus.
1 Petrus 1:18 wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt
vrijgekocht van uw ijdele wandel, die [u] van de vaderen overgeleverd is, 19 maar
met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam.
De redding van de eerstgeborenen van de Israëlieten van de engel des doods, door het
bloed van lammeren aan de deurposten op dat eerste Pascha, is, in symbolische zin, een
voorafschaduwing van onze redding van de eeuwige straf, die op de zonde staat, door het
offer van Christus.
Romeinen 6:23 Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die
God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.
Na Christus' dood werd het nieuwtestamentische Pascha, dat gevierd wordt met de nieuwe
symbolen van ongezuurd brood en wijn, een jaarlijkse herdenking van Zijn offer, daar
Christus de werkelijkheid werd waarvan het paschalam de voorafschaduwing was.
God gebood nog vóór de verbondssluiting bij de berg Sinaï dat het Pascha voor altijd in
acht genomen moest worden.
Exodus 12:12 Want Ik zal in deze nacht het land Egypte doortrekken en alle
eerstgeborenen, zowel van mens als dier, in het land Egypte slaan en aan alle goden van
Egypte zal Ik gerichten oefenen, Ik, de Here. Vers 24 Gij zult dit voorschrift
houden als een altoosdurende inzetting voor u en uw zonen.
Dit gebod werd al gegeven in Egypte, voordat Israël op weg was naar de berg Sinaï waar
het Verbond werd gesloten.
Vierde Jezus Christus het Pascha?
Johannes 2:13 En het Pascha der Joden was nabij en Jezus ging op naar Jeruzalem.
Vers 23 En terwijl Hij te Jeruzalem was, op het Paasfeest [Pascha], geloofden
velen in zijn naam, doordat zij zijn tekenen zagen, die Hij deed.
Jezus stelde, in aanwezigheid van Zijn 12 discipelen, het nieuwtestamentische Pascha in.
Lukas 22:7 De dag der ongezuurde broden kwam, waarop het Pascha moest geslacht
worden. 8 En Hij zond Petrus en Johannes uit, zeggende: Gaat heen, maakt het Pascha
voor ons gereed, opdat wij het kunnen eten. Vers 14 En toen het uur aangebroken was,
ging Hij aanliggen en de apostelen met Hem. 15 En Hij zeide tot hen: Ik heb vurig
begeerd dit Pascha met u te eten, eer Ik lijd. 16 Want Ik zeg u, dat Ik het
voorzeker niet meer eten zal, voordat het vervuld is in het Koninkrijk Gods. 17 En
Hij nam een beker op, sprak de dankzegging uit en zeide: Neemt deze en laat hem bij u
rondgaan. 18 Want Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet van de vrucht van de
wijnstok drinken, voordat het Koninkrijk Gods gekomen is. 19 En Hij nam een brood,
sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het hun, zeggende: Dit is mijn lichaam, dat voor
u gegeven wordt; doet dit tot mijn gedachtenis. 20 Evenzo de beker, na de maaltijd,
zeggende: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt.
Welk nieuw gebod gaf Hij hun met betrekking tot de viering van het Pascha?
Johannes 13:1 En voor het Paasfeest, toen Jezus wist, dat zijn ure gekomen was om
uit deze wereld over te gaan tot de Vader, heeft Hij de zijnen, die Hij in de wereld
liefhad, liefgehad tot het einde. 2 En onder de maaltijd, toen de duivel reeds
Judas, Simons zoon Iskariot, in het hart had gegeven Hem te verraden, 3 stond Hij,
wetende, dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God uitgegaan was en
tot God heenging, van de maaltijd op, 4 en Hij legde zijn klederen af en nam een
linnen doek en omgordde Zich daarmede. 5 Daarna deed Hij water in het bekken en
begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met de doek, waarmede Hij omgord
was. Vers 14 Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook
gij elkander de voeten te wassen; 15 want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook
gij doet, gelijk Ik u gedaan heb.
Petrus weigerde aanvankelijk Jezus toe te staan zijn voeten te wassen.
Vers 6 Hij kwam dan bij Simon Petrus. Deze zeide tot Hem: Here, wilt Gij mij de
voeten wassen? 7 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet,
maar gij zult het later verstaan. 8 Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet
wassen in eeuwigheid! Jezus antwoordde hem: Indien Ik u niet was, hebt gij geen deel aan
Mij.
Petrus kon geen relatie met Jezus hebben als hij Hem niet toestond zijn voeten te wassen
(vers 8). Waarom stelde Jezus tijdens Zijn laatste Paschamaal als nieuw gebruik deze
voetwassing in?
Vers 12 Toen Hij dan hun voeten gewassen had en zijn klederen aangedaan en weder
plaats genomen had, zeide Hij tot hen: Begrijpt gij wat Ik u gedaan heb? 13 Gij
noemt Mij Meester en Here, en gij zegt dat terecht, want Ik ben het. 14 Indien nu
Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te
wassen; 15 want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook gij doet, gelijk Ik u
gedaan heb. 16 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een slaaf staat niet boven zijn heer,
noch een gezant boven zijn zender. 17 Indien gij dit weet, zalig zijt gij, als gij
het doet.
In die tijd, toen open sandalen het gebruikelijke schoeisel waren, konden voeten heel vuil
worden. Bij het betreden van een huis werd het wassen van de voeten beschouwd als een
weinig verheffende taak, die meestal door de laagste bedienden werd uitgevoerd.
Door Zijn discipelen de voeten te wassen liet Jezus zien dat Hij op aarde gekomen was om
de mensheid te dienen. Spoedig daarna bewees Hij hoe vergaand Zijn buitengewone
dienstbaarheid aan deze wereld was, door Zijn leven te geven voor de zonden van alle
mensen. De voetwassing beeldt de houding van nederigheid en dienstbaarheid aan anderen
uit, die Christus van Zijn volgelingen verlangt.
Gebood Jezus Zijn discipelen duidelijk elkaars voeten te wassen? Zie hierboven Joh.
13:14-15. De apostelen moesten dit eveneens onderwijzen.
Mattheus 28:19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt
hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al
wat Ik u bevolen heb.
Welke nieuwe manier van Paschavieren stelde Christus kort voor Zijn dood in?
Mattheus 26:26 En terwijl zij aten, nam Jezus een brood, sprak de zegen uit, brak
het en gaf het aan zijn discipelen en zeide: Neemt, eet, dit is mijn lichaam. 27 En
Hij nam een beker, sprak de dankzegging uit en gaf hun die en zeide: Drinkt allen daaruit.
28 Want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt tot
vergeving van zonden. 29 Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van
deze vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken
in het Koninkrijk mijns Vaders.
Wat gebood Hij Zijn discipelen inzake deze nieuwe manier van Paschavieren?
Lukas 22:19 En Hij nam een brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het
hun, zeggende: Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot mijn
gedachtenis. 20 Evenzo de beker, na de maaltijd, zeggende: Deze beker is het nieuwe
verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt.
Ook dit moest door de apostelen worden onderwezen. Zie hierboven Matth. 28:19.
Jezus schafte het Pascha niet af; Hij bracht het in vervulling en wijzigde de gebruikte
symbolen. In plaats van jaarlijks op de 14e dag van de eerste maand het bloed van een lam
te vergieten en vervolgens het geroosterde vlees ervan te eten moeten wij nu ongezuurd
brood en wijn gebruiken als symbool van Jezus' lijden en sterven.
Het nieuwtestamentische Pascha moet worden gevierd als een jaarlijkse herdenking van
Christus' lijden en dood. Door op symbolische wijze te eten van Zijn vlees en te drinken
van Zijn bloed, voorgesteld door respectievelijk ongezuurd brood en wijn, kunnen wij deel
hebben aan het eeuwige leven.
Johannes 6:32 Jezus zeide dan tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, niet Mozes
heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de
hemel; 33 want dat is het brood Gods, dat uit de hemel nederdaalt en aan de wereld
het leven geeft. Vers 35 Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot
Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. Vers 50
dit is het brood, dat uit de hemel nederdaalt, opdat wie ervan eet, niet sterve. 51
Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit
brood eet, hij zal in eeuwigheid leven; en het brood, dat Ik geven zal, is mijn vlees,
voor het leven der wereld. Vers 53 Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik
zeg u, tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt gij geen
leven in uzelf. 54 Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik
zal hem opwekken ten jongsten dage. 55 Want mijn vlees is ware spijs en mijn bloed
is ware drank. 56 Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in
hem. 57 Gelijk de levende Vader Mij gezonden heeft en Ik leef door de Vader, zo zal
ook hij, die Mij eet, leven door Mij. 58 Dit is het brood, dat uit de hemel
nedergedaald is; niet gelijk de vaderen gegeten hebben en gestorven zijn; wie dit brood
eet, zal in eeuwigheid leven.
Het vieren van het Pascha bevestigt van jaar op jaar "totdat Hij komt" (1 Cor.
11:26) het geloof van de ware christen in het bloed van Christus, ons Paschalam (1 Cor.
5:7), vergoten tot vergeving van zonden en gesymboliseerd door het drinken van wijn.
1 Corinthe 11:26 Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt,
verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.
1 Corinthe 5:7 Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij
zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus.
Het eten van het brood dat gebroken is, symboliseert ons geloof in het lichaam van
Christus, dat door de Romeinen wreed geslagen en gegeseld werd. Het is een blijk van onze
volledige onderwerping aan God en Zijn levenswijze, van onze bereidheid te delen in
Christus' lijden door zelf als christen terwille van de gerechtigheid te lijden.
Romeinen 8:17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van
God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om
ook te delen in zijn verheerlijking.
1 Petrus 2:19 Want dit is genade, indien iemand, omdat hij met God rekening houdt,
leed verdraagt, dat hij ten onrechte lijdt. 20 Want mag dat roem heten, als gij
slagen moet verduren, omdat gij kwaad doet? Maar als gij goed doet en dan lijden moet
verduren, dat is genade bij God. 21 Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook
Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn
voetstappen zoudt treden; 22 die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen
bedrog is gevonden; 23 die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij
leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt; 24 die zelf
onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden
afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen.
25 Want gij waart dwalende als schapen, maar thans hebt gij u bekeerd tot de herder
en hoeder van uw zielen.
Christus onderging Zijn folteringen en Zijn erop-volgende dood aan het kruis opdat wij,
door het geloof in Zijn gebroken lichaam en Zijn vergoten bloed, vergeving van zonden
zouden kunnen verkrijgen en Hij in ons zou leven en wij in Hem door een nieuwe, heilige
levenswijze.
Hebreeën 10:19 Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te
gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, 20 langs de nieuwe en levende weg,
die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees.
Zie ook Joh. 6:53-58 hierboven.
De apostel Paulus leerde de nieuwtestamentische christenen het Pascha te vieren met behulp
van de nieuwe symbolen ongezuurd brood en wijn zoals Jezus had gedaan en
bevolen.
1 Corinthe 11:23 Want zelf heb ik bij overlevering van de Here ontvangen, wat ik
u weder overgegeven heb, dat de Here Jezus in de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, een
brood nam, 24 de dankzegging uitsprak, het brak en zeide: Dit is mijn lichaam voor
u, doet dit tot mijn gedachtenis. 25 Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd
afgelopen was, en Hij zeide: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo
dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis. 26 Want zo dikwijls gij dit brood eet
en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.
De door Christus gestichte Gemeente vierde het Pascha en het Feest der Ongezuurde Broden
en niet het tegenwoordige 'Pasen'.
Voor de ware gelovigen is het Pascha een herinnering aan Christus' dood en door het eten
van het ongezuurde brood (het lichaam van Christus) en het drinken van de wijn (Zijn
bloed) verkondigen zij de dood van Christus. Velen vieren het Pascha op de avond voordat
Hij gekruisigd werd, maar dat is zinloos, want toen wás Hij nog niet dood. Het jaarlijks
vieren van een historische gebeurtenis moet wél overeenkomen met het tijdstip van de
feitelijke gebeurtenis.
Het Pascha zal door Christus en anderen ook nog gevierd worden nadat Christus het
Koninkrijk van God op aarde heeft gevestigd.
Mattheus 26:29 Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van deze
vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken in het
Koninkrijk mijns Vaders.
Lukas 22:15 En Hij zeide tot hen: Ik heb vurig begeerd dit Pascha met u te eten, eer
Ik lijd. 16 Want Ik zeg u, dat Ik het voorzeker niet meer eten zal, voordat het
vervuld is in het Koninkrijk Gods.
Het moest tot die tijd in acht worden genomen als herdenking van Christus' lijden en dood.
Herlees 1 Corinthe 11:25-26.
Jezus gebood Zijn discipelen het Pascha te vieren om Hem te gedenken tot het moment van
Zijn wederkomst. De apostelen vierden het en ook in onze tijd vieren christenen nog steeds
het Pascha.
In het jaar 30 na Chr. werd Christus gekruisigd "in de helft van de week", zoals
geprofeteerd (Dan. 9:27), namelijk op een woensdag in de namiddag. Na het doden van een
gaaf "stuk kleinvee" gingen de Israëlieten de geit of het lam braden en het
Paschamaal gereedmaken om het op dezelfde dag te eten. Daarom dient ook het
nieuwtestamentische Pascha aan het einde van die dag gegeten te worden. Zoals eerst het
lam werd geslacht door de Israëlieten en daarna gegeten, zo werd Christus op de daarvoor
bepaalde tijd (Lev. 23:4) 'geslacht' waarna Zijn 'vlees gegeten' en Zijn 'bloed gedronken'
kan worden volgens de instructies van het nieuwtestamentische Pascha.
Christus bevestigde met Zijn dood aan het einde van de vierde dag (in 30 n.Chr.) het
tijdschema van Gods plan. Zijn dood vond namelijk plaats aan het einde van de vierde
periode van 1000 jaar, de vierde 1000-jarige dag, midden in de periode van zevenduizend
jaar midden in, of op de helft van de week. Zie daarvoor ook onze publicatie
"Waarom Jezus rond 2000 niet terugkeerde".
Het Feest der
Ongezuurde Broden
Het Pascha, het eerste van Gods
jaarlijkse feesten, beeldt het begin, de eerste fase, van Gods plan voor de mens uit.
Jezus Christus, "ons [Pascha]lam" (1 Cor. 5:7) leed en stierf voor onze zonden.
Alleen het offer van Christus aanvaarden is echter onvoldoende.
Wanneer wij ons eenmaal hebben bekeerd en God onze zonden vergeven heeft, moeten wij de
zondige wegen van deze wereld verlaten, evenals Israël Egypte verliet, dat een symbool is
van de zonde (Hebr. 11:25-26).
Hebreeën 11:25 maar hij [Mozes] heeft liever met het volk Gods kwaad
verdragen, dan tijdelijk van de zonde te genieten; 26 en hij heeft de smaad van
Christus groter rijkdom geacht dan de schatten van Egypte, want hij hield de blik gericht
op de vergelding.
Dat is ons persoonlijk aandeel in Gods plan.
Om ons te helpen de kennis van de tweede fase van Gods plan levend te houden, drukt het
tweede jaarlijkse feest ons op het hart niet opnieuw te vervallen in zonden waarvoor
Christus met Zijn bloed heeft betaald.
Welk feest gebood God de Israëlieten direct na het Pascha te vieren?
Exodus 12:17 Onderhoudt dan [het feest der] ongezuurde broden, want op deze
zelfde dag leid Ik uw legerscharen uit het land Egypte. Daarom moet gij deze dag
onderhouden in uw geslachten als een altoosdurende inzetting.
Leviticus 23:6 En op de vijftiende dag van deze maand is het feest der ongezuurde
broden voor de Here, zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten.
Moesten zij het slechts die ene keer vieren? Nee, want in Ex. 12:17 hebben we gelezen dat
het een "altoosdurende inzetting" is. In Ex. 13:10 staat "van jaar tot
jaar".
Exodus 13:6 Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten en op de zevende dag zal
er een feest voor de Here zijn. 7 Ongezuurde broden zullen gedurende de zeven dagen
gegeten worden; er mag zelfs niets gezuurds bij u gezien worden, ja, in uw gehele gebied
mag er geen zuurdeeg worden gezien. 8 En op die dag zult gij uw zoon uitleggen: Dit
is ter wille van wat de Here mij heeft gedaan bij mijn uittocht uit Egypte. 9 Het
zal u zijn als een teken op uw hand en als een herinnering tussen uw ogen, opdat de wet
des Heren in uw mond zij; want met een sterke hand heeft de Here u uit Egypte geleid. 10
Gij zult deze inzetting onderhouden op haar vaste tijd, van jaar tot jaar.
Merk op dat God het Feest der Ongezuurde Broden aan het volk gaf, voordat het de berg
Sinaï bereikt had, zelfs nog voordat het het land Egypte had verlaten. Het moest ook door
alle volgende generaties steeds opnieuw gevierd worden.
Het Feest der Ongezuurde Broden duurt zeven dagen.
Exodus 12:15 Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten
Exodus 34:18 Het feest der ongezuurde broden zult gij onderhouden: zeven dagen zult
gij ongezuurde broden eten, gelijk Ik u geboden heb, op de bepaalde tijd van de maand
Abib, want in de maand Abib zijt gij uit Egypte getrokken.
Numeri 28:17 Op de vijftiende dag dier maand zal er een feest zijn; zeven dagen lang
zullen ongezuurde broden worden gegeten.
Deuteronomium 16:3 Gij zult daarbij geen gezuurd brood eten; zeven dagen zult gij
daarbij ongezuurde broden eten, brood der verdrukking, want overhaast zijt gij uit het
land Egypte getrokken; opdat gij al de dagen uws levens de dag van uw uittocht uit het
land Egypte gedenkt. 4 Er zal geen zuurdeeg bij u aangetroffen worden in uw gehele
gebied, zeven dagen lang; en van het vlees, dat gij in de avond op de eerste dag slacht,
zal niets de nacht overblijven tot de morgen.
De eerste en zevende dag van het feest werden afgezonderd als heilige dagen dagen
waarop het volk moest samenkomen, zoals op een wekelijkse sabbatdag.
Exodus 12:16 Zowel op de eerste als op de zevende dag zult gij een heilige
samenkomst hebben; generlei arbeid zal daarop verricht worden; slechts wat door ieder
gegeten wordt, alleen dat mag door u bereid worden.
Leviticus 23:7 Op de eerste dag zult gij een heilige samenkomst hebben; dan zult gij
generlei slaafse arbeid verrichten. 8 Gij zult de Here een vuuroffer brengen
gedurende zeven dagen; op de zevende dag zal er een heilige samenkomst zijn; generlei
slaafse arbeid zult gij verrichten.
De eerste maand van de Hebreeuwse kalender werd Abib en later Nisan genoemd. Hij valt in
de maanden maart en april van de hedendaagse Romeins/christelijke kalender. Het Feest der
Ongezuurde Broden begint op de 15e Abib, de dag na het Pascha. Het loopt zeven
dagen door, tot en met de 21e Abib. Zowel de 15e als de 21e
Abib is een speciale sabbat, een jaarlijkse "heilige samenkomst", een dag van
rust en eredienst aan God.
Op dit punt moeten wij onderscheid maken tussen Gods jaarlijkse feesttijden of feesten en
Gods jaarlijkse heilige dagen of sabbatten. Gods plan omvat zeven jaarlijkse
feesten. Twee daarvan, het Feest der Ongezuurde Broden en het Loofhuttenfeest, duren zeven
dagen. Er zijn ook zeven jaarlijkse heilige dagen, sabbatten, dagen waarop wordt
gerust van de dagelijkse arbeid. Elk daarvan valt op of tijdens een feest (het Feest der
Ongezuurde Broden heeft er twee). Het Pascha, het eerste van de feesten, is daarentegen
geen heilige dag of jaarlijkse sabbat.
De Israëlieten moesten alle zuurdeeg en gezuurd voedsel uit hun huis en grondgebied
verwijderen en tijdens de zeven dagen van het Feest der Ongezuurde Broden eruit weghouden.
Exodus 12:15 Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten; dadelijk op de eerste
dag zult gij het zuurdeeg uit uw huizen verwijderen, want ieder die iets gezuurds eet, van
de eerste tot de zevende dag, zo iemand zal uit Israël worden uitgeroeid. 16 Zowel
op de eerste als op de zevende dag zult gij een heilige samenkomst hebben; generlei arbeid
zal daarop verricht worden; slechts wat door ieder gegeten wordt, alleen dat mag door u
bereid worden. 17 Onderhoudt dan het feest der ongezuurde broden, want op deze
zelfde dag leid Ik uw legerscharen uit het land Egypte. Daarom moet gij deze dag
onderhouden in uw geslachten als een altoosdurende inzetting. 18 In de eerste maand,
op de veertiende dag der maand, des avonds [de heilige tijd van de eerste dag van
Ongezuurde Broden de 15e van de eerste maand begint op de avond
van de 14e], zult gij ongezuurde broden eten, tot aan de eenentwintigste dag
der maand, des avonds. 19 Zeven dagen zal er geen zuurdeeg in uw huizen gevonden
worden, want ieder, die iets gezuurds eet, zo iemand zal uit de vergadering van Israël
worden uitgeroeid, hetzij hij een vreemdeling, hetzij hij in het land geboren is. 20
Niets wat gezuurd is, zult gij eten; gij zult in al uw woonplaatsen ongezuurde
broden eten.
Exodus 13:7 Ongezuurde broden zullen gedurende de zeven dagen gegeten worden; er mag
zelfs niets gezuurds bij u gezien worden, ja, in uw gehele gebied mag er geen zuurdeeg
worden gezien.
Zuurdeeg, voor zover het verband houdt met het Feest der Ongezuurde Broden, staat voor
iedere substantie die wordt gebruikt om deeg of beslag door vorming van koolzuurgas te
doen rijzen. Rijsmiddelen van dit soort zijn gist, zuiveringszout en bakpoeders.
Zuurdeeg is in deze context duidelijk een symbool van de zonde.
Mattheus 16:6 Jezus zeide tot hen: Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der
Farizeeën en Sadduceeën. Vers 11 Hoe begrijpt gij niet, dat Ik u niet van broden
sprak? Maar wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën. 12 Toen zagen
zij in, dat Hij hun niet gezegd had zich te wachten voor de zuurdesem der broden, maar
voor de leer der Farizeeën en Sadduceeën.
Lukas 12:1 Toen intussen duizenden mensen waren bijeengekomen, zodat zij elkander
verdrongen, begon Hij te spreken, in de eerste plaats tot zijn discipelen: Wacht u voor de
zuurdesem, dat is de huichelarij, der Farizeeën.
1 Corinthe 5:8 Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met
zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en
waarheid.
Zuurdeeg of zuurdesem wordt in de Bijbel vaak genoemd als een type van de zonde. Zuurdeeg
doet opzwellen en ook de zonde doet dat. Ongezuurd brood is een plat brood dat geen
rijsmiddel bevat en symboliseert op grond hiervan de afwezigheid van zonde. Daar zeven
Gods specifieke getal is om voltooiing en volmaaktheid aan te duiden, beelden de zeven
dagen van het Feest der Ongezuurde Broden de zondeloze staat van bekeerde christenen uit,
nadat zij met God zijn verzoend door het vergoten bloed van Jezus Christus.
Efeze 2:12 dat gij te dien tijde zonder Christus waart, uitgesloten van het
burgerrecht Israëls en vreemd aan de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God in
de wereld. 13 Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart,
dichtbij gekomen door het bloed van Christus.
Na bekering en doop worden door het offer van Christus iemands tot dan toe begane zonden
uitgewist. Wat antwoordt Paulus op de vraag of wij daarna met zondigen mogen voortgaan?
Romeinen 6:15 Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar
onder de genade zijn? Volstrekt niet! 16 Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst
gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van
de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?
Wat was het gebod dat hij als apostel gaf?
Vers 11 Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde,
maar levend voor God in Christus Jezus. 12 Laat dan de zonde niet langer als koning
heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, 13
en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de
zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans
leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God.
Christus stierf om ons de straf van de eeuwige dood te besparen.
Romeinen 6:23 Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die
God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.
God verwacht dat wij na onze bekering en doop in geestelijk opzicht ongezuurd blijven door
"in nieuwheid des levens [te] wandelen".
Vers 4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk
Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid
des levens zouden wandelen.
God wil niet dat wij blijven zondigen.
Zei Paulus dat nieuwtestamentische christenen het Feest der Ongezuurde Broden moeten
vieren?
1 Corinthe 5:8 Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met
zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en
waarheid.
Na het Pascha volgt logischerwijs het Feest der Ongezuurde Broden: nadat wij verlost zijn
van de eeuwige dood en gereinigd zijn van onze zonden moeten we leven naar Gods geboden
een zondeloos, ongezuurd leven.
Ieder voorjaar is het Feest der Ongezuurde Broden een periode waarin christenen op
symbolische wijze hun besluit om in overeenstemming met Gods levenswijze te leven
vernieuwen.
Pinksteren
Feest der Eerstelingen
De derde fase van Gods plan wordt
uitgebeeld door het derde jaarlijkse feest, Pinksteren, ook wel het Wekenfeest of Feest
der Eerstelingen genoemd.
Hoe luiden Gods instructies inzake dit feest?
Leviticus 23:15 Dan zult gij tellen van de dag na de sabbat, van de dag waarop
gij de garve van het beweegoffer gebracht hebt: zeven volle weken zullen het zijn; 16
tot de dag na de zevende sabbat zult gij tellen, vijftig dagen; dan zult gij een
nieuw spijsoffer de Here brengen. 17 Uit uw woonplaatsen zult gij twee beweegbroden
meebrengen; uit twee tienden efa fijn meel zullen zij bereid worden, gezuurd zullen zij
gebakken worden, eerstelingen voor de Here. Vers 20 En de priester zal ze bewegen,
bij het brood der eerstelingen, als beweegoffer voor het aangezicht des Heren bij de twee
schapen: zij zullen de Here heilig zijn, zij zijn voor de priester.
Dit feest was een heilige dag of sabbat van rust, waarop het volk samen diende te komen.
Vers 21 Op deze zelfde dag zult gij een oproep doen uitgaan, gij zult een heilige
samenkomst hebben, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten; het is een altoosdurende
inzetting, in al uw woonplaatsen, voor uw geslachten.
Moest dit door Gods mensen voor altijd jaarlijks gevierd worden? Ja "het is een
altoosdurende inzetting, in al uw woonplaatsen, voor uw geslachten."
Op dit punt gekomen moeten wij de symboliek van een ceremonie die verband houdt met het
Feest der Ongezuurde Broden trachten te begrijpen en nagaan wat het verband daarvan is met
het derde jaarlijkse feest. De betekenis van die ceremonie is belangrijk, ook al wordt zij
niet meer in acht genomen sinds de Romeinen in 70 n.C. de Tempel verwoestten.
Welk soort offer moest aan God gebracht worden voordat met de voorjaarsoogst kon worden
begonnen?
Leviticus 23:9 En de Here sprak tot Mozes: 10 Spreek tot de Israëlieten en
zeg tot hen: Wanneer gij komt in het land dat Ik u geef, en de oogst daarvan binnenhaalt,
dan zult gij de eerstelingsgarve van uw oogst naar de priester brengen, 11 en hij
zal de garve voor het aangezicht des Heren bewegen, opdat gij welgevallig zijt; daags na
de sabbat zal de priester die bewegen. Vers 14 Tot op die dag zult gij geen brood,
geen geroosterd of vers koren eten, totdat gij de offergave van uw God gebracht hebt: het
is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen.
Zoals in de inleiding van deze publicatie werd uitgelegd, heeft God Zijn jaarlijkse
feesten ingesteld in verband met de twee jaarlijkse landbouwoogsten in het land van
Israël. God heeft deze oogsten gebruikt als model voor de twee geestelijke 'oogsten' van
Zijn plan. Nog beter geformuleerd is: God voert een geestelijk plan met de mensheid uit
waarin twee geestelijke oogsten centraal staan. Daarom heeft Hij voor een beter begrip de
fysieke oogsten gegeven. We leren eerst op het fysieke niveau denken en handelen en daarna
op goddelijk (geestelijk) niveau.
De fysieke oogsten helpen ons begrijpen dat God op dit moment nog niet rechtstreeks bezig
is met de overgrote meerderheid van de mensen van vandaag. Voor Christus' terugkeer roept
God slechts weinig mensen. De voorjaarsfeesten illustreren dat christenen de
"eerstelingen" van het behoud zijn (Jak. 1:18), het relatief kleine begin van
Zijn geestelijke mensenoogst.
Jakobus 1:18 Naar zijn raadsbesluit heeft Hij ons voortgebracht door het woord
der waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen.
Het begin van de voorjaarsoogst verliep als volgt. Op de ochtend van de eerste dag van de
week (zondag) tijdens het Feest der Ongezuurde Broden werd de eerste schoof gerst, die de
avond tevoren was gemaaid, naar de priester gebracht, die haar in de lucht bewoog om haar
door God te laten aanvaarden. Deze ceremonie was bekend onder de naam beweegoffer en had
betrekking op de eerste van de eerstelingenoogst.
Zodra de schoof was geofferd, kon de oogst beginnen. Het hoogtepunt van de voorjaarsoogst
werd bereikt ten tijde van het Feest der Eerstelingen, dat viel op een zondag, op de 50e
dag van het oogstseizoen dat met het beweegoffer aanving. (Pinksteren, de
nieuwtestamentische naam voor dit feest, is afkomstig van het Griekse woord pentekoste,
dat letterlijk 'vijftigste [dag]' betekent.) Het volk kwam op deze jaarlijkse sabbat
bijeen om God te danken voor de eerstelingenoogst van dat jaar.
Kijken we vervolgens naar het verband tussen het beweegoffer en Jezus Christus.
Wie zou als eerste uit de doden worden opgewekt?
Handelingen 26:23 namelijk, dat de Christus zou lijden, en dat Hij als eerste uit
de opstanding der doden het licht zou aankondigen en aan het volk en aan de heidenen.
Hij was daardoor de eerste der eerstelingen van Gods geestelijke oogst.
1 Corinthe 15:20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van
hen, die ontslapen zijn. Vers 23 Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als
eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst.
Kolossensen 1:18 en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin,
de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.
Christenen zijn dan ook duidelijk de eerstelingen van Gods grote plan. Zie nogmaals
hierboven Jak. 1:18 en hieronder 2 Thessalonica 2:13 en Rom. 8:23.
2 Thessalonica 2:13 Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de
Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in
heiliging door de Geest en geloof in de waarheid.
Romeinen 8:23 En niet alleen zij, maar ook wij zelf, wij, die de Geest als eerste
gave ontvangen hebben [Statenvert. die de eerstelingen des Geestes hebben],
zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam.
Christus voer op naar Zijn Vader in de hemel, nadat Hij uit de doden was opgewekt.
Johannes 20:17 Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren
naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw
Vader, naar mijn God en uw God.
Raakten zijn discipelen Hem, later op diezelfde dag, aan, nadat Hij uit de hemel was
teruggekeerd?
Vergelijk Mattheus 28:9 met Johannes 20:19-20.
Mattheus 28:9 En zie, Jezus kwam haar tegemoet en zeide: Weest gegroet. Zij
naderden Hem en grepen zijn voeten en zij aanbaden Hem.
Johannes 20:19 Toen het dan avond was op die eerste dag der week en ter plaatse,
waar de discipelen zich bevonden, de deuren gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam
Jezus en stond in hun midden en zeide tot hen: Vrede zij u! 20 En na dit gezegd te
hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De discipelen dan waren verblijd, toen
zij de Here zagen.
Het was op de eerste dag van de week (zondag) tijdens het Feest der Ongezuurde Broden,
precies op de ochtend dat de schoof die voor het beweegoffer bestemd was, werd geofferd,
dat Jezus Christus door Zijn Vader in de hemel als geestelijke 'beweegofferschoof' werd
aanvaard.
Christus bracht daarmee de symboliek van het oudtestamentische beweegoffer in vervulling.
Hij werd de "eerstgeborene uit de doden" (Kol. 1:18).
Christus beloofde vóór Zijn dood en opstanding geestelijke hulp aan Zijn discipelen.
Johannes 14:16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven
om tot in eeuwigheid bij u te zijn.
Wat is deze "Trooster"?
Vers 26 maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam,
die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.
Op welke dag ontvingen de discipelen Gods heilige Geest?
Handelingen 2:1 En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. 2
En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en
vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; 3 en er vertoonden zich aan hen
tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; 4 en
zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken,
zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
Daardoor werden zij leden van "het lichaam van Christus"?
1 Corinthe 12:12 Want gelijk het lichaam een is en vele leden heeft, en al de
leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam vormen, zo ook Christus; 13 want
door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken,
hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. 14 Want
het lichaam bestaat toch ook niet uit één lid, maar uit vele leden. Vers 27 Gij nu
zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden.
Op de Pinksterdag werd aan de discipelen de heilige Geest geschonken, precies zoals Jezus
had beloofd. Op die dag zond God Zijn Geest om Zijn Gemeente te stichten.
Het nieuwtestamentische Pinksterfeest is nu een herdenking geworden van de stichting van
de nieuwtestamentische Gemeente van God door het ontvangen van Gods heilige Geest.
Het
Bazuinenfeest
De eerstelingen ontvangen het
eeuwige leven pas wanneer Jezus Christus op aarde terugkeert. Dit brengt ons bij de vierde
fase van Gods plan.
Het Bazuinenfeest beeldt in Gods plan een centrale gebeurtenis uit. Het is niet alleen een
uitbeelding van de komst van Christus, die ten doel heeft de eerstelingen op te wekken en
te veranderen, maar ook van het ingrijpen van Jezus Christus om de mensheid van
vernietiging te redden en het Koninkrijk van God op aarde te vestigen.
Laten wij precies trachten te begrijpen welke plaats dit feest in Gods grote plan inneemt.
Wanneer moet het vierde jaarlijkse feest worden gevierd?
Leviticus 23:23 En de Here sprak tot Mozes: 24 Spreek tot de Israëlieten:
In de zevende maand, op de eerste der maand, zult gij een rustdag hebben, aangekondigd
door bazuingeschal, een heilige samenkomst. 25 Generlei slaafse arbeid zult gij
verrichten en gij zult de Here een vuuroffer brengen.
Het is opnieuw een sabbat waarop van het dagelijks werk moet worden gerust en krijgt Gods
volk de opdracht op deze heilige dag samen te komen.
Het getal zeven in Gods plan betekent voltooiing en volmaaktheid. De zevende maand
van Gods kalender bevat de laatste vier feesten, die de completering van Gods plan voor de
mensheid uitbeelden. Het feest dat op de eerste dag van deze maand valt geeft het begin
aan van de laatste gebeurtenissen van Gods plan.
Dit feest moest met bazuingeschal worden aangekondigd.
Het Bazuinenfeest ontleent aan deze ceremonie zijn naam. Het blazen op bazuinen heeft een
belangrijke symbolische betekenis, in het bijzonder met betrekking tot de tijd vlak vóór
Christus' wederkomst.
Er werd niet alleen op bazuinen geblazen om Gods feesten aan te kondigen, maar ook om Gods
mensen voor de samenkomst bijeen te roepen. Bovendien werden ze gebruikt om alarm te slaan
bij oorlogsdreiging of een vijandelijke aanval. Het geluid ervan had een schrikaanjagend
effect. Men wist daardoor dat er oorlog ophanden was. Het is de waarschuwing voor
oorlogsdreiging die het Bazuinenfeest van Gods andere feesten onderscheidt. Christus wees
erop dat Zijn terugkeer zal plaatsvinden in een tijd van wereldoorlog.
Jezus beloofde Zijn engelen te zullen uitzenden om met luid bazuingeschal Zijn
uitverkorenen te verzamelen.
Mattheus 24:31 En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij
zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der
hemelen tot het andere. 32 Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout
reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is.
Wanneer deze bazuin klinkt zal de opstanding van de doden in Christus plaatsvinden.
1 Thessalonica 4:16 want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een
aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in
Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; 17 daarna zullen wij, levenden,
die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here
tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen.
1 Corinthe 15:51 Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet
ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik,
bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk
opgewekt worden en wij zullen veranderd worden.
Openbaring 8:6 En de zeven engelen, die de zeven bazuinen hadden, maakten zich
gereed om te bazuinen.
Openbaring 11:15 En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de
hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn
Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden. 16 En de
vierentwintig oudsten, die voor God op hun tronen gezeten waren, wierpen zich op hun
aangezicht en aanbaden God, 17 zeggende: Wij danken U, Here God, Almachtige, die is
en die was, dat Gij uw grote macht hebt opgenomen en het koningschap hebt aanvaard; 18
en de volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen en de tijd voor de
doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de
heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven
wie de aarde verderven.
Deze zevende bazuin is de laatste van de zeven bazuinen die in Openbaring 8, 9 en 11
worden aangekondigd (1 Cor. 15:52).
Op het geluid van de zevende bazuin, die de terugkeer van Jezus Christus aankondigt,
zullen de eerstelingen van Gods plan tot eeuwig leven worden opgewekt. God zal op dat
moment de kleinste van de twee mensenoogsten binnenhalen. Degenen die het eeuwige leven
ontvangen zullen dan samen met Christus de aarde besturen.
Openbaring 20:4 En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd
hun gegeven; en [ik zag] de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus
en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die
het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder
levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. Vers 6 Zalig en
heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen
macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als
koningen heersen, die duizend jaren.
Zij zullen samen met Christus tijdens en na het Millennium de grootste van de twee
geestelijke oogsten binnenhalen. De laatste drie feesten geven bijzonderheden weer over
hoe dit zal geschieden.
Grote
Verzoendag
De vijfde fase van Gods plan, de
Grote Verzoendag, beeldt uit hoe Satan door Christus wordt verwijderd naar een plaats waar
hij de mensheid niet kan bereiken. Hij zal daar 1000 jaar worden gebonden en niet langer
in staat zijn de volken te misleiden en de mensheid tot zonde te bewegen.
Na Satans gevangenzetting zal de rest van de mensheid met God worden verzoend en verenigd.
Laten wij trachten de symboliek van dit vijfde feest van God te begrijpen.
Welke jaarlijkse sabbat volgt negen dagen na het Bazuinenfeest?
Leviticus 23:27 Maar op de tiende van die zevende maand is de Verzoendag; een
heilige samenkomst zult gij hebben en gij zult u verootmoedigen en de Here een vuuroffer
brengen.
Leviticus 16:29 Dit zal u tot een altoosdurende inzetting zijn: in de zevende maand
op de tiende der maand zult gij u verootmoedigen en generlei werk doen, zomin de geboren
Israëliet als de vreemdeling, die in uw midden vertoeft. 30 Want op deze dag zal
over u verzoening gedaan worden, om u te reinigen; van al uw zonden zult gij gereinigd
worden voor het aangezicht des Heren. 31 Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij
zult u verootmoedigen, het is een altoosdurende inzetting.
Gods mensen moeten op die dag voor God samenkomen (Lev. 23:27).
Hoe moeten wij de Verzoendag vieren?
Leviticus 23:32 Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen.
Op de negende van de maand, des avonds, van avond tot avond, zult gij uw sabbat vieren.
Hoe 'verootmoedigt' men zich?
Jesaja 58:3 Waarom vasten wij, als Gij er toch niet op let: verootmoedigen wij
ons, als Gij er toch geen acht op slaat? Zie, op uw vastendag doet gij zaken en drijft gij
al uw arbeiders aan.
Ezra 8:21 Toen riep ik daar, bij de rivier Ahawa, een vasten uit om ons te
verootmoedigen voor onze God, en van Hem een voorspoedige tocht af te smeken voor ons,
onze kinderen en al onze have.
De Verzoendag is in zekere zin de meest ongewone heilige dag, gezien hetgeen God van ons
verwacht. Het is de enige dag van het jaar waarop God ons gebiedt te vasten ons te
onthouden van voedsel en water.
Exodus 34:28 En hij was daar bij de Here veertig dagen en veertig nachten, brood
at hij niet en water dronk hij niet, en Hij schreef op de tafelen de woorden van het
verbond, de Tien Woorden.
Esther 4:16 Ga heen, vergader al de Joden die zich in Susan bevinden, en vast om
mijnentwil: eet noch drinkt drie dagen, zo min des nachts als des daags. Ook ik en mijn
dienaressen zullen op dezelfde wijze vasten en dan zal ik tot de koning gaan ondanks het
verbod; kom ik om, dan kom ik om.
Het vasten begint in de avond met zonsondergang van de negende dag van de zevende maand en
eindigt met zonsondergang in de avond van de tiende dag. Dat is de duur van de sabbat (zie
nogmaals Lev. 23:32).
De Bijbel maakt duidelijk dat vasten tot doel heeft ons te verootmoedigen om God en Zijn
rechtvaardige levenswijze te benaderen.
Jesaja 58:6 Is dit niet het vasten dat Ik verkies: de boeien der goddeloosheid
los te maken, de banden van het juk te ontbinden, verdrukten vrij te laten en elk juk te
verbreken? 7 Is het niet, dat gij voor de hongerige uw brood breekt en arme
zwervelingen in uw huis brengt, ja, als gij een naakte ziet, dat gij hem bekleedt en u
niet onttrekt aan uw eigen vlees en bloed? 8 Dan zal uw licht doorbreken als de
dageraad en uw wond zich spoedig sluiten uw heil zal voor u uit gaan, de heerlijkheid des
Heren zal uw achterhoede zijn. 9 Als gij dan roept, zal de Here antwoorden; als gij
om hulp roept, zal Hij zeggen: Hier ben Ik. Wanneer gij uit uw midden het juk wegdoet, het
wijzen met de vinger en het spreken van boosheid nalaat, 10 wanneer gij de hongerige
schenkt wat gij zelf begeert en de verdrukten verzadigt, dan zal in de duisternis uw licht
opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag. 11 En de Here zal u voortdurend
leiden, u in dorre streken verzadigen en uw gebeente krachtig maken; dan zult gij zijn als
een besproeide hof en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt.
Vasten op de Verzoendag is derhalve een levendige verwijzing naar de gezindheid van
Christus: de houding van nederigheid, goddelijk medeleven en naarstig zoeken naar God en
Zijn levenswijze.
Waarom moet deze dag zo plechtig worden gevierd?
Leviticus 23:28 Op die dag zult gij generlei arbeid verrichten, want het is de
Verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht van de Here, uw God.
Wat betekent het woord 'verzoening'? Volgens het woordenboek betekent verzoenen vrede
sluiten, het eens worden, tegenstellingen opheffen. De Verzoendag symboliseert inderdaad
het sluiten van vrede, het tot overeenstemming komen van God en mens. God en mens kunnen
echter pas volledig met elkaar worden verzoend, wanneer Satans macht aan banden is gelegd.
Leviticus 16 geeft in detail weer wat de Levitische priesters op de Verzoendag moesten
doen. Hoewel de betreffende rituelen niet meer worden uitgevoerd, onthullen ze toch veel
over de vijfde fase van Gods plan om Zijn bestuur op aarde te herstellen en iedereen de
kennis te brengen die tot behoud leidt.
De hogepriester uit het geslacht van Aäron moest eens per jaar een speciaal offer brengen
om alle zonden van Israël te verzoenen.
Leviticus 16:32 En de verzoening zal de priester doen, die men gezalfd heeft en
die men gewijd heeft, om in zijns vaders plaats het priesterambt te bekleden; hij zal de
linnen klederen, de heilige klederen, aantrekken; 33 het heilige der heiligen zal
hij verzoenen, ook de tent der samenkomst en het altaar zal hij verzoenen, en over de
priesters en het ganse volk der gemeente verzoening doen. 34 En dit zal u een
altoosdurende inzetting zijn, ten einde verzoening te doen over de Israëlieten om al hun
zonden, eenmaal in het jaar. En hij deed, zoals de Here Mozes bevolen had.
Dit vond op de Verzoendag plaats.
Vers 29 Dit zal u tot een altoosdurende inzetting zijn: in de zevende maand op de
tiende der maand zult gij u verootmoedigen en generlei werk doen, zomin de geboren
Israëliet als de vreemdeling, die in uw midden vertoeft. 30 Want op deze dag zal
over u verzoening gedaan worden, om u te reinigen; van al uw zonden zult gij gereinigd
worden voor het aangezicht des Heren.
De priester nam voordat hij de verzoening deed twee bokken en wierp vervolgens het lot om
uit te maken wie elk van beide moest voorstellen.
Vers 7 Hij zal de twee bokken nemen en ze voor het aangezicht des Heren stellen
bij de ingang van de tent der samenkomst, 8 en Aäron zal over de beide bokken het
lot werpen; een lot voor de Here, en een lot voor Azazel.
Een van beide moest "de Here" (Christus) voorstellen en de andere bok moest
Azazel voorstellen. Azazel moest weggezonden worden.
Vers 10 Maar de bok waarop het lot voor Azazel gevallen is, zal men levend voor
het aangezicht des Heren stellen, om daarmee verzoening te doen, door hem voor Azazel de
woestijn in te zenden.
Azazel is een oude naam om Satan de duivel aan te duiden.
De bok die Christus voorstelde werd geofferd als zondoffer voor alle mensen.
Vers 15 Dan zal hij de bok van het zondoffer, voor het volk bestemd, slachten en
zijn bloed naar binnen, achter het voorhangsel brengen, en met dat bloed doen, zoals hij
met het bloed van de stier gedaan heeft: hij zal het op het verzoendeksel en voor het
verzoendeksel sprenkelen. 16 Zo zal hij verzoening doen over het heiligdom om de
onreinheden der Israëlieten en om hun overtredingen in al hun zonden; aldus zal hij doen
met de tent der samenkomst, die bij hen verblijf houdt te midden van hun onreinheden.
De zonden van het volk werden op symbolische wijze gelegd op de kop van de andere bok, die
Satan voorstelde en die daarna naar de woestijn werd gebracht.
Vers 21 en Aäron zal zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en
over hem al de ongerechtigheden der Israëlieten en al hun overtredingen in al hun zonden,
belijden; hij zal die op de kop van de bok leggen en die door iemand, die daarvoor gereed
staat, naar de woestijn laten brengen. 22 Zo zal de bok al hun ongerechtigheden op
zich dragen naar een onvruchtbaar land, en hij zal die bok in de woestijn vrijlaten.
Jezus Christus heeft verzoening gedaan voor onze zonden door de straf ervoor (de dood
Rom. 6:23) te ondergaan en Zijn zondeloze leven voor ons te offeren. De feitelijke
oorzaak van onze zonden is echter Satan de duivel.
Johannes 8:42 Jezus zeide tot hen: Indien God uw Vader was, zoudt gij Mij
liefhebben, want Ik ben van God uitgegaan en gekomen; want Ik ben niet van Mijzelf
gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. 43 Waarom begrijpt gij niet wat Ik zeg? Omdat
gij mijn woord niet kunt horen. 44 Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten
van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid,
want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn
aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.
In dit ritueel op de Verzoendag werden alle door Satan ingegeven zonden van de mens op
symbolische en directe wijze teruggelegd op het hoofd van Satan, waar zij thuishoren.
Wanneer Christus terugkeert, zal de schuld van de zonden die de mensheid bedreven heeft,
rechtstreeks op Satan worden gelegd, die vervolgens uit de nabijheid van de mens zal
worden verwijderd. Let op de vervulling van dit onderdeel van Gods plan, zoals dat in het
boek Openbaring door Jezus Christus wordt geprofeteerd.
Wat zal er met Satan geschieden na de wederkomst van Jezus Christus?
Openbaring 20:1 En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des
afgronds en een grote keten in zijn hand; 2 en hij greep de draak, de oude slang,
dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, 3 en hij wierp hem in
de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou
verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moest hij voor een korte tijd
worden losgelaten.
Let ook op Openbaring 18:1-2.
Openbaring 18:1 Hierna zag ik een andere engel, die grote macht had, nederdalen
uit de hemel, en de aarde werd door zijn lichtglans verlicht. 2 En hij riep met
sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote stad Babylon en zij is geworden een
woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van
alle onrein en verfoeid gevogelte.
De "afgrond" (Gr. bodemloos) werd uitgebeeld door de woestijn waarheen de
bok die Azazel voorstelde, werd verbannen. Satan en zijn demonen zal het door Christus
definitief worden belet de mensheid tot zonde te verleiden.
Wanneer de duivel door een engel van God (op symbolische wijze voorgesteld door de man
"die daarvoor gereed staat" in Leviticus 16:21) geketend is, zal de mensheid
voor het eerst in staat zijn het grote plan van God te begrijpen. De mensen zullen hun
verkeerde levenswijze inzien en zich willen bekeren om vergeving van zonden te ontvangen.
Pas dan zullen de mensen verzoend worden met God, zoals door de Grote Verzoendag wordt
uitgebeeld.
Het
Loofhuttenfeest
Welk door God geboden feest begint
vijf dagen na de Verzoendag?
Leviticus 23:34 Spreek tot de Israëlieten: Op de vijftiende dag van deze zevende
maand begint het Loofhuttenfeest voor de Here, zeven dagen lang.
Deuteronomium 16:13 Het loofhuttenfeest zult gij zeven dagen vieren, wanneer gij de
opbrengst hebt ingezameld van uw dorsvloer en van uw perskuip. 14 Gij zult u
verheugen op uw feest, gij met uw zoon en uw dochter, uw dienstknecht en uw dienstmaagd,
met de Leviet, de vreemdeling, de wees en de weduwe, die binnen uw poorten wonen. 15
Zeven dagen zult gij feest vieren ter ere van de Here, uw God, op de plaats die de
Here verkiezen zal; want de Here, uw God, zal u zegenen in heel uw oogst en in al het werk
uwer handen, zodat gij waarlijk vrolijk kunt zijn.
Dit zeven dagen durende feest begint met een heilige dag waarop al het dagelijkse werk
verboden is en waarop men voor God moet samenkomen.
Leviticus 23:35 Op de eerste dag zal er een heilige samenkomst zijn; generlei
slaafse arbeid zult gij verrichten.
Is het vieren van dit feest door God voor altijd geboden?
Vers 41 Gij zult het als een feest des Heren vieren zeven dagen in het jaar, een
altoosdurende inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren.
Bedenk wel dat de zeven feesten feesten "des Heren" zijn en geen door mensen
bedachte 'christelijke' feesten.
Het Loofhuttenfeest werd ook wel het Feest der Inzameling genoemd.
Exodus 23:16 Ook het feest van de oogst, der eerstelingen van uw vruchten, die
gij op de akker zaaien zult; en het feest der inzameling aan het einde des jaars, wanneer
gij uw vruchten van de akker ingezameld hebt.
Exodus 34:22 Het feest der weken, der eerstelingen van de tarweoogst, zult gij
vieren, en het feest der inzameling bij de wisseling des jaars.
Het Loofhuttenfeest werd en wordt na de oogst aan het eind van de zomer en het begin van
de herfst gevierd.
Leviticus 23:39 Doch op de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer gij de
opbrengst van uw land inzamelt, zult gij zeven dagen het feest des Heren vieren; op de
eerste dag zal er rust zijn en op de achtste dag zal er rust zijn.
Wat is het door God vastgestelde thema van de jaarlijkse viering van het Loofhuttenfeest?
Deuteronomium 16:14 Gij zult u verheugen op uw feest
15 Zeven dagen
zult gij feest vieren ter ere van de Here, uw God, op de plaats die de Here verkiezen zal;
want de Here, uw God, zal u zegenen in heel uw oogst en in al het werk uwer handen, zodat
gij waarlijk vrolijk kunt zijn.
God zegt dat men lekker moet eten teneinde de vreugde tijdens het feest te vergroten.
Deuteronomium 14:26 en gij zult dat geld besteden voor alles waarin gij lust
hebt, voor runderen of kleinvee, voor wijn of bedwelmende drank, of wat gij ook wenst, en
gij zult daar voor het aangezicht van de Here, uw God, eten en u verheugen, gij met uw
huisgezin.
Het Loofhuttenfeest, dat de zesde fase van het plan van God uitbeeldt, is een periode van
grote vreugde. Voor het oude Israël was het een periode van vreugde, omdat vlak voor het
Feest de rijke wintervoorraad was geoogst.
Het Feest heeft evenwel voor christenen van deze tijd nog meer betekenis. Het geeft een
beeld, voorproef, van de voorspoed, het geluk, de vreugde en de universele vrede die
overal ter wereld zullen heersen onder het rechtvaardige bestuur van Jezus Christus en de
onsterfelijke heiligen.
Openbaring 20:4 En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd
hun gegeven; en [ik zag] de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus
en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die
het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder
levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. Vers 6 Zalig en
heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen
macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als
koningen heersen, die duizend jaren.
Algemene gehoorzaamheid aan Gods wetten en de door God geopenbaarde levenswijze zullen de
wereld van morgen tot een buitengewoon gelukkig oord maken.
God gebiedt Zijn mensen in de loop van het jaar een tiende deel van hun inkomsten op te
sparen om dat te besteden aan de reis naar en het bijwonen van het Feest.
Deuteronomium 14:22 Gij zult de gehele opbrengst van het zaad dat uit uw akker
voortkomt, stipt vertienen, jaar op jaar. 23 Gij zult voor het aangezicht van de
Here, uw God, in de plaats die Hij verkiezen zal om zijn naam daar te doen wonen, eten de
tiende van uw koren, uw most en uw olie, en de eerstelingen van uw runderen en van uw
kleinvee, opdat gij de Here, uw God, uw leven lang leert vrezen. 24 Wanneer de
weg voor u te lang zou zijn, zodat gij ze niet zoudt kunnen vervoeren, omdat de plaats die
de Here, uw God, verkiezen zal om daar zijn naam te vestigen, te ver van u verwijderd is,
wanneer de Here, uw God, u gezegend heeft, 25 dan zult gij ze te gelde maken en dat
geld bij u steken en naar de plaats gaan, die de Here, uw God, verkiezen zal, 26 en
gij zult dat geld besteden voor alles waarin gij lust hebt, voor runderen of kleinvee,
voor wijn of bedwelmende drank, of wat gij ook wenst, en gij zult daar voor het aangezicht
van de Here, uw God, eten en u verheugen, gij met uw huisgezin.
Het Loofhuttenfeest geeft Gods mensen de gelegenheid een week lang in vreugde en overvloed
te leven om een voorproef te krijgen van de rijkdom die de hele wereld ten deel zal
vallen.
God gebood de Israëlieten tijdens het Feest in hutten te wonen.
Leviticus 23:42 In loofhutten zult gij wonen zeven dagen; allen die in Israël
geboren zijn, zullen in loofhutten wonen.
Een loofhut is een tijdelijke woning. God gebood de oude Israëlieten tijdens de viering
van het Loofhuttenfeest te wonen in provisorische hutten, gemaakt van takken van
loofbomen.
Vers 40 Op de eerste dag zult gij vruchten van sierlijke bomen nemen, takken van
palmen en twijgen van loofbomen en van beekwilgen, en gij zult vrolijk zijn voor het
aangezicht van de Here, uw God, zeven dagen lang.
God heeft het Loofhuttenfeest bedoeld om Zijn mensen van de wereld af te zonderen en te
bevrijden. Door een week lang in een tijdelijke verblijfplaats te wonen, los van hun
gebruikelijke omgeving en bezigheden, genieten Gods mensen een voorproef van de universele
vrijheid, vreugde en vrede die tijdens het Millennium zullen heersen, wanneer Satan is
verbannen en alle mensen door Gods Geest worden geleid.
Joël 2:26 Gij zult volop en tot verzadiging eten, en gij zult loven de naam van
de Here, uw God, die wonderbaar met u gehandeld heeft; mijn volk zal nimmermeer te schande
worden. Vers 32 En het zal geschieden, dat ieder die de naam des Heren aanroept,
behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de
Here gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die de Here zal roepen.
De dagen van het Loofhuttenfeest zijn dagen van ononderbroken, oprecht gemeend,
christelijk samenzijn. Overal ter wereld komen dan mensen die God toebehoren met hun gezin
bijeen op plaatsen waar het Feest wordt gevierd. Door de harmonieuze wijze waarop zij
tijdens het Feest met elkaar leven laten zij zien hoe de zondige en ongelukkige wereld van
vandaag er na de terugkeer van Christus uit zal zien.
Maar het Loofhuttenfeest is ook een geestelijk feest. Leden van de Gemeente van God
ontvangen door inspirerende preken onderricht van Gods dienaren.
Na de onderwerping van de oorlogvoerende volken en de instelling van het Koninkrijk van
God door Jezus Christus, zullen de volken naar Hem toekomen om in Gods levenswijze te
worden onderwezen.
Jesaja 2:1 Het woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, aanschouwd heeft over Juda en
Jeruzalem. 2 En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het
huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de
heuvelen. En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen 3 en vele natiën zullen
optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de
God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen.
Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem. 4 En Hij zal
richten tussen volk en volk en rechtspreken over machtige natiën. Dan zullen zij hun
zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een
ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren.
Micha 4:1 En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het
huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de
heuvelen. En volkeren zullen derwaarts heenstromen, 2 en vele natiën zullen
optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de
God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen.
Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem. 3 En Hij zal
richten tussen vele volkeren en rechtspreken over machtige natiën tot in verre landen.
Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen
volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer
leren.
Zal de hele wereld uiteindelijk Gods weg naar vrede, geluk, overvloedig leven en behoud
begrijpen?
Jesaja 11:9 Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige
berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des Heren, zoals de wateren de bodem der zee
bedekken.
Jeremia 31:34 Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn
broeder leren: Kent de Here: want zij allen zullen Mij kennen, van de kleinste tot de
grootste onder hen, luidt het woord des Heren, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en
hun zonde niet meer gedenken.
Wanneer Satan eenmaal gebonden is en het Koninkrijk van God is ingesteld, zal een duizend
jaar durende gouden tijdperk van wereldomvattende vrede en voorspoed aanvangen. De
liefdevolle heerschappij van Jezus Christus zal een nieuwe beschaving voortbrengen,
gebaseerd op Gods levenswijze, op Zijn wet van liefde, en resulterend in grote materiële
en geestelijke zegeningen.
Er zal geen eind komen aan de groei van Gods heerschappij.
Jesaja 9:6 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van
David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en
gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit
doen.
De wereldbevolking zal tijdens het Millennium snel toenemen. Miljarden mensen zullen
uiteindelijk worden bekeerd. De grote 'najaarsoogst' van mensen zal in het Koninkrijk van
God worden geoogst.
De Laatste
Grote Dag
Wat zal er gebeuren met al de mensen
die geleefd hebben en gestorven zijn zonder ooit door God te zijn geroepen, mensen die
nooit de gelegenheid hebben gehad om het plan en het doel dat God met de mensheid beoogt
werkelijk te leren kennen en begrijpen? En de mensen die vanwege hun onwil of misleiding
zich niet hebben bekeerd of menen christen te zijn, maar Gods Geest niet hebben ontvangen?
Zijn zij voor eeuwig verloren?
Het antwoord is af te leiden uit de betekenis van de Laatste Grote Dag, het zevende en
laatste van Gods jaarlijkse feesten, het feest dat de zevende en laatste fase van Gods
plan uitbeeldt.
Het is Gods wil dat alle mensen tot de kennis van Zijn plan van behoud komen.
2 Petrus 3:9 De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen
denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan,
doch dat allen tot bekering komen.
1 Timotheus 2:3 Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, 4 die wil,
dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen.
God heeft in Zijn liefdevolle zorgzaamheid voorzien in een mogelijkheid van behoud voor
alle mensen die ooit hebben geleefd.
Zoals de week niet volledig is zonder de zevendedagssabbat, zo is het plan van God niet
compleet zonder dit zevende en laatste jaarlijkse feest.
Het getal zeven in de Bijbel betekent voltooiing en volmaaktheid. Dit zevende feest
van God beeldt de voltooiing van Gods plan uit. Er blijkt uit dat Gods liefde en
barmhartigheid jegens de mens verder strekken dan het Millennium.
Er was en is een achtste dag van samenkomst vlak na de zeven dagen van het
Loofhuttenfeest.
Leviticus 23:36 Zeven dagen zult gij de Here een vuuroffer brengen; op de achtste
dag zult gij een heilige samenkomst hebben en de Here een vuuroffer brengen; het is een
feest, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten. Vers 39 Doch op de vijftiende
dag van de zevende maand, wanneer gij de opbrengst van uw land inzamelt, zult gij zeven
dagen het feest des Heren vieren; op de eerste dag zal er rust zijn en op de achtste dag
zal er rust zijn.
De laatste jaarlijkse sabbat of heilige dag wordt direct na het Loofhuttenfeest gevierd.
Doordat deze direct na het zeven dagen durende Loofhuttenfeest valt, werd hij daarmee
geassocieerd en de "achtste dag" genoemd. Dit feest werd onder christenen bekend
als de Laatste Grote Dag. Het is duidelijk een afzonderlijk feest en een heilige dag.
De Laatste Grote Dag verbeeldt de periode van het Oordeel van de Grote Witte Troon, de
laatste fase van Gods plan. Uit Openbaring 20:5 (eerste zin) blijkt dat er na het
Millennium een tweede opstanding zal plaatshebben en uit vers 11-12 dat dan aan iedereen
die is gestorven zonder ooit door God geroepen te zijn de gelegenheid wordt geboden God en
Zijn levenswijze te leren kennen.
Openbaring 20:5 De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend
jaren voleindigd waren. Vers 11 En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop
gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd
voor hen gevonden. 12 En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de
troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des
levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond,
naar hun werken.
Al deze mensen zullen, evenals de christenen die daarvoor in deze tijd de gelegenheid
krijgen, dan voldoende tijd krijgen om God te leren gehoorzamen. De mensen die Gods
levenswijze blijven volgen zullen aan het eind van deze periode worden veranderd in
onsterfelijke wezens.
Deze tweede opstanding wordt ook beschreven in Ezech. 37:1-14.
Ezechiël 37:1 De hand des Heren kwam op mij, en de Here voerde mij in de geest
naar buiten en zette mij neer in een dal; dat was vol beenderen. 2 Hij deed mij daar
aan alle kanten omheen lopen en zie, zij lagen in grote menigte door het dal verspreid, en
zie, zij waren zeer dor. 3 En Hij zeide tot mij: Mensenkind, kunnen deze beenderen
herleven? En ik zeide: Here Here, Gij weet het. 4 Toen zeide Hij tot mij: Profeteer
over deze beenderen en zeg tot hen: gij dorre beenderen, hoort het woord des Heren. 5
Zo spreekt de Here Here tot deze beenderen: Zie, Ik breng geest in u, en gij zult
herleven; 6 Ik zal spieren op u leggen, vlees op u doen komen, u met een huid
overtrekken en geest in u brengen, zodat gij herleeft; en gij zult weten, dat Ik de Here
ben. 7 Ik nu profeteerde zoals mij bevolen was, en zodra ik profeteerde, ontstond er
een geruis, en zie, een beweging, en de beenderen voegden zich aaneen zoals zij bij
elkander behoorden; 8 ik zag toe, en zie, er kwamen spieren op, en vlees, en er trok
een huid overheen; maar geest was er nog niet in hen. 9 Daarop zeide Hij tot mij:
Profeteer tot de geest, profeteer, mensenkind, en zeg tot de geest: zo zegt de Here Here:
kom van de vier windstreken, o geest, en blaas in deze gedoden, zodat zij herleven. 10
Toen profeteerde ik, zoals Hij mij bevolen had; en de geest kwam in hen en zij
herleefden en gingen op hun voeten staan, een geweldig groot leger. 11 Voorts zeide
Hij tot mij: Mensenkind, deze beenderen zijn het gehele huis Israëls. Zie, zij zeggen:
Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vervlogen; het is met ons gedaan. 12
Daarom profeteer en zeg tot hen: Zo zegt de Here Here: zie, Ik open uw graven en zal u uit
uw graven doen opkomen, o mijn volk, en u brengen naar het land Israëls. 13 En gij
zult weten, dat Ik de Here ben, wanneer Ik uw graven open en u uit uw graven doe opkomen,
o mijn volk. 14 Ik zal mijn Geest in u geven, zodat gij herleeft en Ik zal u doen
wonen in uw land; en gij zult weten, dat Ik, de Here, het gesproken en gedaan heb, luidt
het woord des Heren.
Deze doden worden duidelijk tot een fysiek leven opgewekt (vers 5-9). God zal hun Zijn
heilige Geest schenken (vers 13-14).
Hoe noemde Jezus deze speciale 'dag' of periode voor alle mensen die de boodschap van
behoud nog moeten horen?
Mattheus 11:20 Toen begon Hij de steden, waarin de meeste krachten door Hem
verricht waren te verwijten, dat zij zich niet bekeerd hadden: 21 Wee u, Chorazin,
wee u, Betsaïda! Want indien in Tyrus en Sidon die krachten waren geschied, welke in u
geschied zijn, reeds lang zouden zij zich in zak en as bekeerd hebben. 22 Doch Ik
zeg u, het zal voor Tyrus en Sidon draaglijker zijn in de dag des oordeels dan voor u. 23
En gij, Kafarnaum, zult gij tot de hemel verheven worden? Tot het dodenrijk zult
gij nederdalen; want indien in Sodom de krachten waren geschied, die in u geschied zijn,
het zou gebleven zijn tot de dag van heden. 24 Maar Ik zeg u, het zal voor het land
van Sodom draaglijker zijn in de dag des oordeels dan voor u.
Mattheus 12:41 De mannen van Ninevé zullen in het oordeel opstaan met dit geslacht
en het veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona en zie, meer dan
Jona is hier. 42 De koningin van het Zuiden zal in het oordeel optreden met dit
geslacht en het veroordelen, want zij is gekomen van de einden der aarde om de wijsheid
van Salomo te horen, en zie, meer dan Salomo is hier.
Christus noemt met name de bevolking van Tyrus en Sidon, Sodom en Ninevé en als laatste
de "koningin van het zuiden". Deze mensen, die in verschillende generaties
hebben geleefd, worden alle vergeleken met de mensen van Jezus' tijd, van wie de overgrote
meerderheid Zijn boodschap niet begreep of geloofde. Jezus zei dat zij allen zullen worden
opgewekt samen met de generatie van Zijn eigen tijd.
Jezus heeft genoeg voorbeelden gegeven van mensen die in zeer uiteenlopende tijden hebben
geleefd om te bewijzen dat het merendeel van de mensheid op hetzelfde tijdstip op deze
aarde in leven zal zijn: mensen uit de tijd vóór de Zondvloed, uit de Middeleeuwen en
het grootste deel van de mensen die nu leven; zelfs baby's en kinderen die voortijdig
gestorven zijn, zullen dan worden opgewekt. Zij zullen allen opstaan in de tweede
opstanding, omdat zij tijdens hun eerste leven niet door God werden geroepen.
De oude volken die in Mattheus 11 en 12 door Jezus genoemd worden zouden zich hebben
bekeerd als Hij in hun tijd persoonlijk naar hen toe was gekomen. Zij zullen zich dan ook
zeker bekeren wanneer zij na het Millennium worden opgewekt en toegang krijgen tot de
heilige Geest.
Vanzelfsprekend vierde Jezus het Loofhuttenfeest en de Laatste Grote dag.
Johannes 7:2 Nu was het feest der Joden, Loofhutten, nabij. Vers 8 Gaat gij
op naar het feest; Ik ga niet op naar dit feest, omdat mijn tijd nog niet vervuld is. 9
En nadat Hij dit tot hen gezegd had, bleef hij in Galilea. 10 Maar toen zijn
broeders opgegaan waren naar het feest, toen ging Hij zelf ook op, niet openlijk, maar als
in het verborgen [de Joden trachtten Hem te doden, vers 1]. Vers 14 Doch toen
het feest reeds op de helft was, ging Jezus op naar de tempel en leerde.
Jezus hechtte speciale betekenis aan de viering en betekenis van de achtste dag van het
Feest. Wat zei Hij over deze laatste heilige dag?
Vers 37 En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep,
zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! 38 Wie in Mij
gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste
vloeien. 39 Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen,
ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.
Jezus sprak deze woorden op de Laatste Grote Dag. Hij had het uiteraard niet over fysieke
dorst, maar maakte bekend dat wie geestelijke dorst heeft en in Hem gelooft, tot Hem kan
komen om van de heilige Geest te drinken.
De weinigen die God in deze tijd, de tijd vóór Christus' wederkomst, roept hebben nu
reeds toegang tot Gods Geest. Maar voor de overgrote meerderheid der mensen moet de
vervulling van Jezus' woorden nog wachten tot de Laatste Grote Dag.
Christus, het
middelpunt van Gods heilige dagen
Gods dagen openbaren het doel van
God met de mensheid en beelden uit hoe Hij bezig is dit doel te verwezenlijken. In deze
publicatie hebben wij geleerd dat Gods jaarlijkse feesten bovendien rechtstreeks wijzen op
onze Verlosser, Jezus Christus. Hij is "ons [pascha]lam" (1 Cor. 5:7). Door
Christus 'aan te doen' blijven wij geestelijk ongezuurd (Rom. 13:13-14; Ef. 4:22-24),
zoals wordt uitgebeeld door het Feest der Ongezuurde Broden.
Romeinen 13:13 Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in
brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, niet in twist en nijd! 14
Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat
begeerten worden opgewekt.
Efeze 4:22 dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten
verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, 23 dat gij verjongd wordt door de
geest van uw denken, 24 en de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen
is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
Christus is de eerste van de 'eerstelingen' en vijftig dagen na Zijn opstanding, op de
Pinksterdag, zond Hij de heilige Geest uit. Op die dag begon de nieuwtestamentische
Gemeente.
Jezus Christus zal op aarde terugkeren om in te grijpen in het wereldgebeuren (zoals wordt
uitgebeeld door het Bazuinenfeest), Zijn eerstelingen op te wekken en als Koning der
koningen en Heer der heren te regeren na de omverwerping van de despotische heerschappij
van Satan, zoals wordt uitgebeeld door de Grote Verzoendag. Wanneer de invloed van de
duivel en zijn demonen is uitgeschakeld, zullen alle mensen de gelegenheid krijgen om door
bekering, doop en de ontvangst van de heilige Geest met God te worden verzoend. Allen
zullen de kans krijgen opnieuw geboren te worden (Joh. 3:3, 5) en "in nieuwheid des
levens [te] wandelen" (Rom. 6:4).
Johannes 3:3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u,
tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien. Vers 5
Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en
Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan.
Romeinen 6:4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk
Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid
des levens zouden wandelen.
Onder de liefdevolle heerschappij van Jezus Christus zal de wereld algemene vrede,
voorspoed en vreugde ondervinden, zoals wordt uitgebeeld door het Loofhuttenfeest.
Miljarden mensen zullen tijdens het Millennium bekeerd en behouden worden en het eeuwige
leven ontvangen.
Jezus Christus zal in de laatste belangrijke fase van Gods plan, de Laatste Grote Dag, die
de periode van het laatste oordeel uitbeeldt, het behoud uiteindelijk mogelijk maken voor
iedereen die ooit heeft geleefd, maar de waarheid nooit gehoord of begrepen heeft.
De Gemeente van God onderwijst de kostbare waarheid aangaande Gods doel en plan met
betrekking tot de mens. Overal ter wereld vieren ware christenen trouw Gods wekelijkse
sabbat en Gods jaarlijkse heilige dagen. |
|