|
Voor literatuurlijst klik
hier.
Waarom wij de
Heilige Geest nodig hebben
Wat is de Heilige geest?
Waarom hebben wij hem nodig
en hoe kunnen wij hem ontvangen? De bijbelse antwoorden
op deze vragen worden in deze publicatie behandeld.
Jezus Christus kwam om bekend te
maken hoe men Gods gift van eeuwig leven kan ontvangen. Hij kwam om het kostbare geschenk
van de heilige Geest ter beschikking te stellen aan degenen die God tot bekering roept.
Johannes 7:38 Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend
water zullen uit zijn binnenste vloeien. 39 Dit zeide Hij van de Geest, welke zij,
die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus
nog niet verheerlijkt was.
Jezus leerde dat wij het Koninkrijk van God slechts kunnen binnengaan als wij de Geest van
God hebben ontvangen.
Waarom?
Romeinen 6:4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk
Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid
des levens zouden wandelen.
Omdat wij uitsluitend door Gods Geest "in nieuwheid des levens kunnen wandelen",
en uiteindelijk bij de terugkeer van Christus kunnen worden opgewekt tot eeuwig leven.
2 Corinthe 5:2 Want hierom zuchten wij: wij haken ernaar met onze woonstede uit
de hemel overkleed te worden [de woonstede komt uit de hemel naar de aarde], 3
als wij maar bekleed, en niet naakt, zullen bevonden worden. 4 Want wij, die
nog in een tent wonen [ons fysieke leven is tijdelijk als in een tent], zuchten
bezwaard, omdat wij niet ontkleed, doch overkleed willen worden, opdat het sterfelijke
door het leven worde verslonden.
Het verlangen om eeuwig in het gezin van God te leven kan in vervulling gaan, want aan de
ware gelovigen biedt God Zijn Geest aan, een onsterfelijke substantie die dient als
onderpand tot eeuwig leven. Zij die bij de terugkomst van Christus Gods Geest in zich
hebben zullen veranderd worden in geest en dan zijn zoals Jezus en Zijn vader.
Vers 5 God is het, die ons juist daartoe bereid heeft en die ons de Geest tot
onderpand gegeven heeft. 6 Daarom zijn wij te allen tijde vol goede moed, ook al
weten wij, dat wij, zolang wij in het lichaam ons verblijf hebben, ver van de Here in den
vreemde zijn 7 (want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen) [Wie 'wandelt
in geloof' vertrouwt op het Woord van God. Hij hoeft God niet aan het werk te 'zien'.
Geloof is in bijbelse termen: absolute zekerheid, gebaseerd op vertrouwen op God] 8
maar wij zijn vol goede moed en wij begeren te meer ons verblijf in het lichaam te
verlaten en bij de Here onze intrek te nemen.
Jezus belooft
hulp
Na Zijn discipelen gedurende
drieëneenhalf jaar te hebben onderricht, bereidde Jezus zich voor op het geven van Zijn
leven als het definitieve offer voor de zonde. Hij zou gekruisigd worden en na een
verblijf van drie dagen en nachten in het graf worden opgewekt om te zitten aan de
rechterhand van Zijn Vader in de hemel. Zijn apostelen zouden daarna Zijn werk
voortzetten.
Zij zouden aan een vijandige wereld het evangelie moeten brengen. Zij zouden te maken
krijgen met jaren van vervolging en hoon en de meesten zouden zelfs als martelaar sterven.
De apostelen zouden kracht, bemoediging en wijsheid nodig hebben. Zij zouden liefde,
geduld en volharding nodig hebben om Christus' voorbeeld te volgen en Zijn opdracht uit te
voeren.
Zij zouden zich ook moeten herinneren wat hun door Christus was onderwezen. Om het
evangelie in vele landen en culturen bekend te maken zouden zij wijsheid nodig hebben. Zij
zouden geloof en moed nodig hebben tegenover de vijandschap van hen die zouden pogen de
Gemeente van God te vernietigen.
Daarom zei Jezus vlak voor Zijn verhoor en kruisiging:
Johannes 14:18 Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
Christus zou de apostelen blijven onderwijzen en steunen, maar niet in het vlees, d.w.z.
niet als mens. Zijn Vader in de hemel zou hen op wonderbaarlijke wijze sterken in hun
inspanningen het evangelie te verbreiden.
Christus vertelde Zijn apostelen dat de Vader hun de heilige Geest zou zenden.
Die "zal u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb" (Joh. 14:26). Hij zei dat
de heilige Geest hun de kracht zou geven die zij nodig hadden om in de wereld Zijn
getuigen te zijn (Hand. 1:8).
Uit de verslagen van het Nieuwe Testament blijkt dat dit ook inderdaad zo is gebeurd. De
apostelen hebben het evangelie van het Koninkrijk van God vrijmoedig aan de wereld
bekendgemaakt. Zij herinnerden zich wat Christus hun had geleerd. Zij begrepen die leer en
Gods Geest inspireerde hen tot het schrijven van de boeken van het Nieuwe Testament.
Hulp en
Trooster voor elke christen
"Bekeert u", zei de
apostel Petrus "en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot
vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen geestes ontvangen" (Hand.
2:38).
Wij kunnen de levenswijze volgen die leidt tot vrede en geluk en tot het eeuwige leven in
Gods Koninkrijk. Maar het vermogen om het te doen komt van boven, van God in de hemel,
niet uit onszelf of uit iets om ons heen.
Jakobus 1:17 Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van
boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.
God is bereid ons Zijn heilige Geest te schenken, indien wij ons houden aan de voorwaarden
die daarvoor in Zijn Woord, de Bijbel, zijn gesteld.
De heilige Geest vormt de sleutel tot Gods geestelijke zegeningen, niet alleen in dit
leven, maar tot in alle eeuwigheid.
Laten wij trachten een dieper inzicht te krijgen in wat de heilige Geest is en waarom wij
deze Geest in ons leven nodig hebben.
Sleutel tot
onsterfelijkheid
De mens is sterfelijk, onderworpen
aan de dood. Van nature bezitten wij geen eeuwig leven. Eeuwig leven is een geschenk van
God. Laten wij beseffen dat het ín ons blijven van de heilige Geest tot onze dood, of tot
Christus' wederkomst (als wij dan nog leven), de sleutel vormt tot het ontvangen van
onsterfelijkheid bij de opstanding.
Wat gebeurde er met Jezus Christus nadat Hij was gestorven en begraven?
1 Corinthe 15:3 Want voor alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf
ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, 4 en Hij
is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften.
Mattheus 12:39 Maar Hij antwoordde hun en zeide: Een boos en overspelig geslacht
verlangt een teken, maar het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jona, de profeet.
40 Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo
zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten.
Waren er getuigen van Christus' opstanding uit de dood?
1 Corinthe 15:4 en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de
Schriften, 5 en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven. 6
Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie het
merendeel thans nog in leven is, doch sommigen zijn ontslapen. 7 Vervolgens is Hij
verschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; 8 maar het allerlaatst is Hij
ook aan mij verschenen, als aan een ontijdig geborene.
Christus was de eerste van velen die tot eeuwig leven zullen worden opgewekt.
Handelingen 26:23 namelijk, dat de Christus zou lijden, en dat Hij als eerste uit
de opstanding der doden het licht zou aankondigen en aan het volk en aan de heidenen.
Kolossensen 1:18 en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin,
de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.
1 Corinthe 15:22 Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen
levend gemaakt worden. 23 Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als
eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst.
Romeinen 8:29 Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot
gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele
broederen.
De Vader belooft dat Hij ook door de Geest geleide christenen evenals Jezus tot
onsterfelijkheid zal opwekken.
1 Corinthe 6:14 God heeft niet alleen de Here opgewekt, maar zal ook ons opwekken
door zijn kracht.
1 Corinthe 15:49 En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo
zullen wij het beeld van de hemelse dragen. 50 Dit spreek ik evenwel uit, broeders:
vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de
onvergankelijkheid niet. 51 Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij
niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, 52 in een ondeelbaar
ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen
onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. 53 Want dit
vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid
aandoen. 54 En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit
sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat
geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning.
1 Thessalonica 4:15 Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden,
die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, 16
want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het
geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn,
zullen het eerst opstaan; 17 daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen
met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo
zullen wij altijd met de Here wezen.
Galaten 3:29 Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar
de belofte erfgenamen.
Galaten 4:7 Gij zijt dus niet meer slaaf, doch zoon; indien gij zoon zijt, dan zijt
gij ook erfgenaam door God.
Titus 3:7 opdat wij, gerechtvaardigd door zijn genade, erfgenamen zouden worden
overeenkomstig de hope des eeuwigen levens.
Lees ook heel 1 Corinthe 15.
Is het om bij de opstanding het eeuwige leven te krijgen absoluut noodzakelijk dat de
heilige Geest in ons woont?
Romeinen 8:9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans,
indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft,
die behoort Hem niet toe. 10 Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood
vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. 11 En indien de
Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die
Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door
zijn Geest, die in u woont. Vers 14 Want allen, die door de Geest Gods geleid
worden, zijn zonen Gods. 15 Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om
opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij
roepen: Abba, Vader. 16 Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods
zijn. 17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en
mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te
delen in zijn verheerlijking.
De Bijbel maakt duidelijk dat God aan alle mensen die bereid zijn zich door Zijn Geest te
laten leiden het eeuwige leven wil schenken. Deze mensen zijn "erfgenamen" die
onsterfelijk leven zullen beërven. Zij geven in hun leven blijk van de "vrucht"
(Gal. 5:22) van de heilige Geest.
Wanneer zal iemand die door de Geest wordt geleid worden veranderd in een onsterfelijk
wezen?
1 Thessalonica 4:13 Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft
hen, die ontslapen, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de andere [mensen], die geen hoop
hebben. 14 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook
zo hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem. 15 Want dit zeggen wij
u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen
in geen geval de ontslapenen voorgaan, 16 want de Here zelf zal op een teken, bij
het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de
hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; 17 daarna
zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk
weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here
wezen.
1 Corinthe 15:51 Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet
ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik,
bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk
opgewekt worden en wij zullen veranderd worden.
Wat voor verandering zal er bij de opstanding plaatsvinden?
Vers 44 Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam
opgewekt. Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam. 45
Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de
laatste Adam een levendmakende geest.
Hoe zullen degenen die bij de opstanding worden veranderd eruitzien?
Filippensen 3:20 Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij
ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, 21 die ons vernederd lichaam
veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de
kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.
Zij zullen eruitzien als Christus nu.
Kan iemand, wanneer hij eenmaal in geest is veranderd, ooit nog sterven?
Lukas 20:35 maar die waardig gekeurd zijn deel te verkrijgen aan die eeuw en aan
de opstanding uit de doden, huwen niet en worden niet ten huwelijk genomen. 36 Want
zij kunnen niet meer sterven; immers, zij zijn aan de engelen gelijk en zij zijn kinderen
Gods, omdat zij kinderen der opstanding zijn.
Daniël 12:2 Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen
tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. 3 En de verstandigen
zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben
gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos.
Jezus werd na Zijn opstanding verheerlijkt.
Johannes 17:5 En nu, verheerlijk Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid,
die Ik bij U had, eer de wereld was.
Hebreeën 2:9 maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen
gesteld was vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de
dood zou smaken, met heerlijkheid en eer gekroond. 10 Want het voegde Hem, om wie en
door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de
Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken.
God zal opgestane christenen eveneens verheerlijken.
Romeinen 8:17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van
God, en mede--erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om
ook te delen in zijn verheerlijking.
Kolossensen 3:4 Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem
verschijnen in heerlijkheid.
Geestelijke
groei
De Bijbel laat zien dat christenen
die van Gods Geest zijn vervuld goddelijke eigenschappen ontwikkelen. Paulus spoort hen in
Filippensen 2:5 aan: "Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus
was."
Christus leeft in Zijn waarachtige volgelingen.
Kolossensen 1:27 Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van
dit geheimenis is onder de heidenen: Christus onder u [andere vertalingen: in u,
woont in u], de hoop der heerlijkheid. 28 Hem verkondigen wij, wanneer wij
ieder mens terechtwijzen en ieder mens onderrichten in alle wijsheid, om ieder mens in
Christus volmaakt te doen zijn. 29 Hiervoor span ik mij ook in, onder zware strijd,
naar zijn werking, die in mij werkt met kracht.
Galaten 2:20 Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, [dat is], niet meer
mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu [nog] in het vlees leef, leef ik
door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft
overgegeven.
Hebreeën 13:20 De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote herder der
schapen door het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden, 21
bevestige u in alle goed, om zijn wil te doen, terwijl Hij aan ons doe, wat in zijn ogen
welbehagelijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid Amen.
Hoe leeft Christus in hen?
Romeinen 8:8 zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. 9 Gij
daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u
woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe. 10
Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de
geest is leven vanwege de gerechtigheid.
Jezus Christus is het levende Woord van God (Joh. 1:1). Als wij de gezindheid van Christus
hebben als Jezus Christus door de heilige Geest in ons leeft kunnen wij in
ons Gods eigenschappen laten ontwikkelen en ons door Zijn Geest laten leiden langs het pad
der gerechtigheid (Rom. 8:14).
Kan het menselijk verstand de geestelijke dingen van God eigenlijk wel begrijpen?
1 Corinthe 2:9 Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen
oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor
degenen, die Hem liefhebben. Vers 14 Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet
hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan,
omdat het slechts geestelijk te beoordelen is.
Wat moet eraan worden toegevoegd opdat de mens begrip van geestelijke zaken krijgt?
Vers 10 Want ons heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt
alle dingen, zelfs de diepten Gods. 11 Wie toch onder de mensen weet, wat in een
mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is,
dan de Geest Gods. 12 Wij [die Christus toebehoren] nu hebben niet de geest
der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in
genade geschonken is. 13 Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door
menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het
geestelijke vergelijken.
De Geest van God verleent het vermogen geestelijke zaken en principes te begrijpen.
In Johannes 6:63 zegt Christus dat Zijn woorden geestelijk van aard zijn: "De
woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest." God openbaart in Romeinen 7:14
eveneens dat ook Zijn wet geestelijk is. De Bijbel en de daarin vervatte wetten en
principes zijn geestelijk van aard. Geestelijke zaken kunnen niet worden begrepen door
mensen die de heilige Geest niet bezitten.
Dit wil niet zeggen dat delen van de Bijbel niet in academische zin zijn te begrijpen. God
inspireerde Paulus echter tot deze woorden om daarmee te zeggen dat geestelijke dingen het
begrip van het menselijk intellect op zich te boven gaan. Geestelijke dingen kunnen niet
worden waargenomen met de zintuigen van de mens. Het menselijk verstand, dat uitsluitend
kennis verkrijgt door middel van de fysieke zintuigen, kan geestelijke begrippen en
principes nooit werkelijk bevatten zonder de hulp van Gods heilige Geest.
Zonder de heilige Geest kan iemand de in de Bijbel geopenbaarde geestelijke kennis dus
niet begrijpen. "De gezindheid van het vlees is vijandschap tegen God" (Rom.
8:7). De onbekeerde mens is voor Gods levenswijze niet ontvankelijk.
Vóór hun bekering begrepen christenen de Bijbel en Gods levenswijze evenmin. God begon
hen echter door Zijn Geest tot Christus te trekken (Joh. 6:44). Zij werden geleid tot
begrip van de betekenis van bekering. Na de doop en de ontvangst van de heilige Geest
beginnen zij Gods levenswijze met steeds dieper begrip te volgen. Let op wat God David
hierover laat schrijven:
Psalmen 111:10 De vreze des Heren is het begin der wijsheid, een goed inzicht
hebben allen die ze [Gods geboden, vers 7] betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand.
Wat is de vrucht van iemand die door Gods Geest wordt gemotiveerd?
Romeinen 8:6 Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van
de Geest is leven en vrede.
Galaten 5:22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede,
lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
De heilige Geest stelt ons in staat God te gehoorzamen.
Hebreeën 13:20 De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote herder der
schapen door het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden, 21
bevestige u in alle goed, om zijn wil te doen, terwijl Hij aan ons doe, wat in zijn ogen
welbehagelijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid Amen.
God werkt in ons door de heilige Geest. Het is evenwel belangrijk te weten dat de heilige
Geest ons niet dwingt tegen onze wil in te handelen. De heilige Geest dwingt ons niet
rechtvaardig te leven. Hij helpt ons wel Gods wil te doen, doordat hij ons tot begrip van
Gods levenswijze leidt.
De
"vrucht van de Geest"
U herinnert zich dat de aanwezigheid
van Gods Geest in iemand bepaalt of de betreffende persoon een christen is (Rom. 8:9). Het
is dan ook belangrijk te begrijpen hoe men kan weten of iemand de heilige Geest bezit.
Jezus Christus geeft duidelijk aan dat de mens aan zijn 'vruchten' of daden gekend kan
worden.
Mattheus 7:20 Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen.
Hoe beschrijft Hij zichzelf, de Vader en de ware christenen?
Johannes 15:1 Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. 2 Elke
rank aan Mij, die geen vrucht draagt, neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit
Hij, opdat zij meer vrucht drage. 3 Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u
gesproken heb; 4 (15-3b) blijft in Mij, gelijk Ik in u. (15-4a) Evenals de rank geen
vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet,
indien gij in Mij niet blijft. 5 Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij
blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen. 6
Wie in Mij niet blijft, is buitengeworpen als de rank en is verdord, en men
verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrand. 7 Indien gij in Mij
blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. 8
Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn
discipelen zijn.
Hoeveel vrucht verwacht God van ware christenen? Vers 5, 8.
Een reden waarom God Christus' discipelen roept is: om veel vrucht te dragen.
Johannes 15:16 Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen, opdat
gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven, opdat de Vader u alles geve,
wat gij Hem bidt in mijn naam.
Welke geestelijke vruchten of resultaten brengt de gezindheid van Christus door de werking
van de heilige Geest in een christen voort? Laten wij dit goed trachten te begrijpen.
Christus is de "wijnstok", en wij vormen de "ranken". Christus bepaalt
welk soort vrucht wij als christenen moeten voortbrengen. Die vrucht is het resultaat van
de gezindheid van Christus die in ons werkt.
We hebben al gelezen in Gal. 5:22 hoe de door Christus geïnspireerde apostel Paulus de
vrucht beschrijft die de heilige Geest in een christen voortbrengt.
Wat is de allereerste vrucht die Paulus noemt?
Galaten 5:22 Maar de vrucht van de Geest is liefde
Lees ook Romeinen 5:5.
Romeinen 5:5 en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten
uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is.
Liefde is het hoofdkenmerk van Gods karakter.
1 Johannes 4:16 En wij hebben de liefde onderkend en geloofd, die God jegens ons
heeft. God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem.
Het is de belangrijkste eigenschap die God door middel van de heilige Geest op ons
overdraagt.
1 Corinthe 13:13 Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de
meeste van deze is de liefde.
Lees 1 Corinthe 13 in zijn geheel.
De heilige Geest schenkt christenen de gezindheid van Christus. De eerste en belangrijkste
vrucht van Gods Geest is liefde. Dit is geen menselijk soort liefde, maar liefde die
rechtstreeks van God afkomstig is. Het Griekse woord dat in Galaten 5:22 met 'liefde' is
vertaald, is agape. De betekenis daarvan is toewijding of onbaatzuchtige
zorgzaamheid, het intense verlangen God en mens te dienen. Dit is de liefde die ons in
staat stelt Gods wet te vervullen.
Romeinen 13:8 Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de
ander liefheeft, heeft de wet vervuld. 9 Want de geboden: gij zult niet echtbreken,
gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod
er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. 10
De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet.
Het niet nakomen van één van de geboden (Jak. 2 vers 10), niet alleen naar de letter,
maar ook naar de geest, duidt op een gemis aan goddelijke liefde, de eerste en
belangrijkste vrucht van Gods Geest. En als dit structureel is duidt het op het ontbreken
van de heilige Geest.
Er bestaan veel tegenstrijdige opvattingen over hoe Gods liefde in het leven van een
christen tot uitdrukking moet worden gebracht. God geeft echter duidelijk te kennen dat
zijn liefde tot uitdrukking komt door het naleven van Christus' leer. In antwoord op een
vraag van een wetgeleerde vatte Christus de Tien Geboden samen: gehoorzaamheid aan de
eerste vier geboden drukt onze liefde voor God uit; gehoorzaamheid aan de laatste zes onze
liefde voor onze medemensen (zie Matth. 22:37-40). Johannes zegt hierover:
1 Johannes 5:2 Hieraan onderkennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben,
wanneer wij God liefhebben en zijn geboden doen. 3 Want dit is de liefde Gods, dat
wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar.
Let op de twee vereiste elementen: 1) liefde voor God, en 2) liefde voor de kinderen van
God, de mensen. Het soort liefde dat door Gods Geest geschonken wordt doet niemand kwaad.
Datgene wat veel mensen onder liefde verstaan is dikwijls zelfgericht en kan veel schade
aanrichten. Gods liefde is oprechte zorgzaamheid en een intens verlangen anderen te dienen
en te bemoedigen.
Wanneer men de heilige Geest heeft ontvangen, is goddelijke liefde de eerste vrucht die
zichtbaar wordt. Men zal een vurig verlangen krijgen God te dienen en een ongeveinsde
zorgzaamheid voor de medemens aan de dag leggen.
Een belangrijke opmerking!
Sommigen denken dat bekering louter een kwestie is van Gods waarheid (of een deel ervan)
'zien' en zo 'goed' zijn die te aanvaarden. Dat is geen bekering. Dat is eigen
gerechtigheid zonde iets om zich van te bekeren.
Ook zijn er mensen die denken door Gods waarheid apart te zijn gezet en dus beter
zijn dan andere mensen. Dit is een zondige houding waarvan men zich dient te bekeren. God
zet inderdaad Zijn Gemeente apart, maar Hij heeft alle mensen lief. Iemand die leeft
volgens Gods waarheid doet slechts waartoe hij verplicht is.
De overige vruchten van de Geest, die door Paulus in Galaten 5:22 genoemd worden, vormen
een uitbreiding van deze hoofdeigenschap van de gezindheid van Christus.
Blijdschap is de tweede vrucht die Paulus in Galaten 5:22 noemt? Paulus wenste dat wij met
vreugde vervuld zouden zijn.
Romeinen 15:13 De God nu der hope vervulle u met louter vreugde en vrede in uw
geloof, om overvloedig te zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes.
Sommige mensen beschouwen blijdschap of vreugde als het gevolg van een soort voldoening
die men zichzelf geeft door bijvoorbeeld een nieuwe auto, een nieuw huis, of een nieuw
kind. De emotie die wij ervaren als alles naar wens verloopt, is inderdaad blijdschap,
maar slechts blijdschap in fysieke zin. Deze blijdschap is echter slechts tijdelijk. Geen
enkele fysieke zaak kan duurzame vreugde teweegbrengen.
De Bijbel geeft een diepe en verstrekkende betekenis aan deze uiterst belangrijke vrucht
van Gods Geest.
Lukas 15:7 Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over een
zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering
nodig hebben. Vers 10 Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over een
zondaar, die zich bekeert.
Wat veroorzaakt blijdschap onder de engelen? Iets wat zij persoonlijk ontvangen? Iets wat
op enigerlei wijze iets aan henzelf toevoegt of bijdraagt tot hun persoonlijke voldoening?
Nee, hun vreugde spruit voort uit het zien dat een ander iets ontvangt wat goed voor hem
of haar is. In dit geval de wetenschap dat de mens door zich te bekeren de weg naar het
eeuwige leven is ingeslagen. De engelen verheugen zich erover als mensen de levenswijze
leren volgen die tot de blijvende zegeningen van Gods Koninkrijk leidt.
Ondanks het vreselijk lijden waar Hij doorheen moest en wilde, zag Jezus Christus uit naar
de toekomstige vreugde.
Hebreeën 12:2 Laat ons oog daarbij [alleen] gericht zijn op Jezus, de leidsman
en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich
genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods.
Christus was bereid voor ons te lijden. Hij keek uit naar de grote vreugde die Hij daarna
zou ondervinden door christenen het Koninkrijk van God te zien beërven. Dit was alleen
mogelijk als Hij Zijn leven zou offeren. Christus en de rechtvaardige engelen putten grote
vreugde uit het dienen van God en anderen. Deze vreugde is eeuwig van duur.
Wat is de derde vrucht die in het leven van een christen tot uitdrukking komt?
Galaten 5:22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede
Vrede of gemoedsrust is het resultaat van het houden van de Tien Geboden.
Psalmen 119:165 Zij, die uw wet liefhebben, hebben grote vrede, er is voor hen
geen struikelblok.
Iedere mens verlangt naar gemoedsrust, maar weinigen bezitten die werkelijk. Velen
trachten tevergeefs haar te vinden door te vluchten in alcohol, drugs en andere
verslavingen.
Wie God gehoorzaamt, heeft een rustig gemoed en weet, ook in moeilijke omstandigheden,
zijn emoties onder controle te houden. Zonder de geest van "kracht, van liefde en van
bezonnenheid" (2 Tim. 1:7) kunnen we niet die gemoedsrust vinden die door de heilige
Geest wordt voortgebracht.
Wie ernaar streeft Gods wil te doen leeft in vrede met Hem, met zichzelf en met zijn
naaste.
Hij kent "de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat" (Filipp. 4:7).
Wat is de vierde vrucht van de heilige Geest?
Galaten 5:22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede,
lankmoedigheid
Lankmoedigheid betekent geduld, verdraagzaamheid, mildheid, maar ook vergevensgezindheid.
Wie lichtgeraakt is en zich snel stoort aan de fouten en tekortkomingen van anderen,
vraagt om moeilijkheden. Zijn relaties met andere mensen zullen daar onvermijdelijk onder
lijden en ook zijn gezondheid kan er schade van ondervinden.
Geduld is de geestelijke standvastigheid waarin men wacht op een gewenst resultaat. Wie
geduldig is raakt niet gefrustreerd wanneer problemen niet onmiddellijk kunnen worden
opgelost. De goddelijke lankmoedigheid, het goddelijke geduld waarop Paulus doelt, komt
tot stand door de heilige Geest.
Vriendelijkheid is eveneens een belangrijke vrucht van de heilige Geest. Gal. 5:22.
Vriendelijkheid wil zeggen behulpzaamheid, welwillendheid en hoffelijkheid. In 1
Thessalonica 2:7 zegt Paulus: "Maar wij gedroegen ons in uw midden vriendelijk, zoals
een moeder haar eigen kinderen koestert." Hij gebruikt deze vergelijking om te
beschrijven hoe hij en andere dienaren met de leden van Gods Gemeente omgaan. Een moeder
moet zowel standvastig als liefdevol, zowel vriendelijk als betrouwbaar, zowel bekwaam als
meelevend zijn.
Een goed voorbeeld is ook dat van een verpleegkundige, een functie die niet alleen
bekwaamheid maar ook welwillendheid vereist, de bereidheid iets extra's te doen om in de
behoeften van anderen te voorzien. Helaas beperken economische overheidsmaatregelen de
verpleegkundigen en anderen in verzorgende beroepen al jaren om deze eigenschap naar
behoren in praktijk te brengen. Tekort aan financiële middelen zou geen argument mogen
zijn gezien de forse inkomsten (het woord beloning is hier niet op z'n plaats) van
managers en specialisten in de zorgsector. Deze situatie, dat de kerntaken onder druk
worden gezet ten behoeve van de voortdurend uitdijende bezoldigingen van managers en
beleidsmakers, bederft onze hele maatschappij, zowel in het bedrijfsleven als bij de
overheid. Er is vaak geen tijd (is geld) meer voor vriendelijkheid voor de patiënt,
bejaarde en andere hulpbehoevende. Vriendelijkheid wordt verdrukt door hebzucht.
Goedheid is de volgende vrucht van de heilige Geest. Gal. 5:22. Goedheid impliceert
deugdzaamheid, oprechtheid en karaktervastheid. Zoals de vrucht van de Geest in het
algemeen, gaat goedheid uit van een gevende houding.
Ook geloof is een van de belangrijkste vruchten van Gods Geest. Gal. 5:22. Het NBG heeft
dit vertaald met 'trouw'. In andere vertalingen, o.a. de Statenvertaling, staat 'geloof'.
Wat is Gods definitie van geloof?
Hebreeën 11:1 Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het
bewijs der dingen, die men niet ziet.
De rechtvaardige mannen en vrouwen uit het Oude Testament bezaten dit soort geloof. Lees
heel Hebreeën 11.
De schepping toont het bewijs van een Schepper.
Romeinen 1:20 Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en
goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand
doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.
De Schepper, die de enige eeuwige God is, openbaart zich in Zijn Woord de Bijbel. Gods
profetieën gingen en gaan in vervulling. Individuen en hele naties ontvangen
wonderbaarlijke en krachtige goddelijke leiding om bepaalde plannen te verwezenlijken.
Bewijsbaar wordt van 'bovenaf' de loop der dingen gestuurd om het doel van de schepping
van de mens te realiseren. Genezingen en verhoorde gebeden; Gods trouw en
rechtvaardigheid; Zijn uitgaande liefde; de heilzame uitwerking van Gods geboden op hen
die ze onderhouden; Gods bestuurlijke structuur; het offer van Christus voor de gehele
mensheid dit alles en nog veel meer heeft diegene die met een open hart, met open
oren en ogen en met verstand luistert en ziet, God leren kennen als de enig betrouwbare
vaste Rots. De daden, de aard en het karakter van God staan voor zekerheid en vertrouwen.
Dit is de basis voor geloof. Vergelijk het 'geloof' van een baby. Omdat zijn moeder de
baby vanaf de eerste dag met regelmaat voedt, wéét het kind dat het gevoed wordt. Een
huilende baby die honger heeft maakt zich geen zorgen óf hij wel te eten krijgt, eerder
wannéér dat zal gebeuren. Dat 'geloof' is ontstaan na aangetoonde zorg van de moeder.
Geloof is de 'vaste grond' van, of preciezer nog, de zekerheid van of het vertrouwen in,
de "dingen, die men hoopt". Voordat wij datgene ontvangen waarop wij hopen,
bezitten wij het reeds als 'vaste grond', de zekerheid of het vertrouwen dat wij het
zullen bezitten. Dit is wat geloof is. Geloof is ons bewijs dat wij zullen krijgen wat wij
nog niet zien. Dit geloof is geloof dat berust op de vaste beloften van God, die in de
Bijbel staan opgetekend.
Het is zonder werkelijk geloof niet mogelijk God te behagen.
Hebreeën 11:6 maar zonder geloof is het onmogelijk [Hem] welgevallig te zijn.
Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem
ernstig zoeken.
Ons geloof moet gepaard gaan met gehoorzaamheid aan God om het levend en voor God
aanvaardbaar te maken.
Romeinen 3:31 Stellen wij dan door het geloof de wet buiten werking? Volstrekt
niet; veeleer bevestigen wij de wet.
Lees ook Jakobus 2:14-26. Let daarbij speciaal op vers 17, 20 en 26.
Jakobus 2:14 Wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben,
als hij geen werken heeft? Kan dat geloof hem behouden? 15 Stel, dat een broeder of
zuster gebrek heeft aan kleding en aan dagelijks voedsel, 16 en iemand uwer zegt tot
hen: Gaat heen in vrede, houdt u warm en eet goed, zonder hen echter van het nodige voor
het lichaam te voorzien, wat baat dit? 17 Zo is het ook met het geloof: indien het
niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. 18 Maar, zal iemand
zeggen: Gij hebt geloof en ik heb werken. Toon mij dan uw geloof zonder de werken, en ik
zal u mijn geloof tonen uit mijn werken. 19 Gij gelooft, dat God één is? Daaraan
doet gij wel, maar dat geloven de boze geesten ook en zij sidderen. 20 Wilt gij
weten, gij dwaze mens, dat het geloof zonder de werken niets uitwerkt? 21 Is onze
vader Abraham niet uit werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Isaäk op het altaar
legde? 22 Daaruit kunt gij zien, dat zijn geloof samenwerkte met zijn werken, en dat
dit geloof pas volkomen werd uit de werken; 23 en het schriftwoord werd vervuld, dat
zegt: Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een
vriend van God genoemd. 24 Gij ziet, dat een mens gerechtvaardigd wordt uit werken
en niet slechts uit geloof. 25 En is niet evenzo Rachab, de hoer, uit werken
gerechtvaardigd, toen zij de boodschappers in huis nam en langs een andere weg liet
heengaan? 26 Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof
zonder werken dood.
Zoals in Hebreeën 11:6 wordt uitgelegd, is geloof in God onze absolute erkenning dat Hij
bestaat en ons besef dat Hij ons naar Zijn beloften zal zegenen zolang wij er oprecht naar
streven Hem te gehoorzamen. Dit geloof wordt ons door God gegeven.
Paulus verklaarde duidelijk dat Christus in hem leefde.
Galaten 2:20 Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, [dat is], niet meer
mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu [nog] in het vlees leef, leef ik
door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft
overgegeven.
Hoe leefde Christus in hem?
Filippensen 2:5 Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was.
Romeinen 8:9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans,
indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft,
die behoort Hem niet toe. 10 Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood
vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.
Jezus Christus woonde in Paulus door middel van de heilige Geest. Gods Geest plantte
hetzelfde geloof in Paulus dat ook in ons kan zijn. Dat geloof stelt ons, evenzeer als
Paulus en alle rechtvaardigen van God, in staat Gods manier van leven te beoefenen.
Zachtmoedigheid is ook één van de kenmerken van iemand die door Gods Geest wordt geleid.
Gal. 5:22. Mozes heeft in dit opzicht een uitstekend voorbeeld gegeven?
Numeri 12:3 Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de
aardbodem.
Dit soort zachtmoedigheid is geen zwakheid. Zijn krachtig leiderschap heeft aangetoond dat
hij zeer zeker geen 'watje' was. Mozes was na zijn bekering zozeer aan God toegewijd en
zozeer vervuld van de heilige Geest, dat hij door God als de zachtmoedigste mens op aarde
werd bestempeld. Hij trachtte niet zichzelf te verheffen, maar bleef bescheiden en nederig
van gemoed. Een eigenschap die vereist is voor een dienaar van God.
2 Timotheus 2:24 en een dienstknecht des Heren moet niet twisten, maar
vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te onderwijzen, geduldig, 25 met
zachtmoedigheid de dwarsdrijvers bestraffende.
Mozes was zwak noch bedeesd. Toen God op het punt stond de Israëlieten te onterven en
zelfs te vernietigen wegens hun voortdurende opstandigheid, smeekte Mozes God in alle
vrijmoedigheid, en in weerwil van de valse aantijgingen jegens hem, hen te sparen.
Numeri 14:11 En de Here zeide tot Mozes: Hoelang zal dit volk Mij versmaden, en
hoelang zullen zij niet op Mij vertrouwen bij al de tekenen die Ik in zijn midden gedaan
heb? 12 Ik zal het met de pest slaan en het uitroeien, en u tot een volk maken,
groter en machtiger dan dit. 13 Maar Mozes zeide tot de Here: Hoort Egypte het (Gij
hebt immers dit volk door uw kracht uit zijn midden doen optrekken) 14 dan zullen
zij zeggen tot de inwoners van dit land, die gehoord hebben, dat Gij, Here, in het midden
van dit volk zijt, dat Gij, Here, oog in oog U hebt laten zien, terwijl uw wolk boven hen
staat en Gij in de wolkkolom voor hen henen gaat des daags en in de vuurkolom des nachts,
15 zult Gij nu dit volk tot op de laatste man doden, dan zullen de volken die van U
bij geruchte hoorden, zeggen: 16 Omdat de Here dit volk niet kon brengen naar het
land dat Hij hun onder ede beloofd had, daarom heeft Hij hen in de woestijn omgebracht. 17
Nu dan, laat toch de kracht des Heren zich groot betonen, zoals Gij gesproken hebt:
18 De Here is lankmoedig en groot van goedertierenheid, vergevende ongerechtigheid
en overtreding, hoewel Hij zeker niet ongestraft laat, maar de ongerechtigheid der vaderen
bezoekt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht. 19 Vergeef toch de
ongerechtigheid van dit volk naar de grootheid uwer goedertierenheid, gelijk Gij dit volk
vergiffenis geschonken hebt van Egypte af tot hier toe. 20 En de Here zeide:
Op uw bede schenk Ik vergeving.
De laatste vrucht van de heilige Geest die door Paulus wordt genoemd is zelfbeheersing.
Gal. 5:22.
Zelfbeheersing betekent controle over het eigen ik, het vermogen zichzelf en het eigen
temperament af te remmen. De spreuken van Salomo staan vol aansporingen tot
zelfbeheersing.
Treden deze kostbare vruchten van de heilige Geest van het ene moment op het andere
en vrijwel alle tegelijk aan de dag, zodra men de Geest van God ontvangt?
2 Petrus 3:18 maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland,
Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid.
Vruchten verschijnen niet van de ene dag op de andere aan een boom. Ze moeten groeien en
daarvoor zijn tijd, water, voedsel en zonlicht nodig. Zo kost het ook tijd zich geestelijk
te ontwikkelen en blijk te geven van de "vrucht van de Geest", nadat men de
heilige Geest heeft ontvangen.
De Geest
geschonken op het Pinksterfeest
Jezus beloofde Zijn discipelen dat
na Zijn dood en opstanding de heilige Geest in hen zou wonen.
Johannes 14:16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven
om tot in eeuwigheid bij u te zijn, 17 de Geest der waarheid, die de wereld niet kan
ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij
u en zal in u zijn.
De weg naar behoud is opengesteld en de heilige Geest is beschikbaar voor al degenen die
door God worden geroepen.
Handelingen 2:38 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich
dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des
Heiligen Geestes ontvangen. 39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor
allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.
Wat beloofde Jezus Zijn discipelen inzake de ontvangst van de kracht uit de hemel?
Lukas 24:49 En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in
de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge.
Handelingen 1:4 En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te
verlaten, maar te blijven wachten op de belofte van de Vader, die gij [zeide Hij] van Mij
gehoord hebt. 5 Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest
gedoopt worden, niet vele dagen na deze. Vers 8 maar gij zult kracht ontvangen,
wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in
geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
De heilige Geest spreidde een wonderbaarlijke kracht in Jeruzalem tentoon. De naam van de
dag waarop deze grootse manifestatie van de heilige Geest plaatsvond was Pinksterdag.
Het woord 'pinksteren' is een vertaling van het Griekse woord pentekoste, dat
"vijftigste [dag]" betekent. De heilige Geest kwam op de dag van het
Pinksterfeest, vijftig dagen na Jezus' opstanding. Het wordt ook het Feest der
Eerstelingen genoemd omdat het het feest van de eerste oogst of eerstelingen uitbeeldt.
Handelingen 2:1 En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. 2
En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en
vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; 3 en er vertoonden zich aan hen
tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; 4 en
zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken,
zoals de Geest het hun gaf uit te spreken. 5 Nu waren er Joden te Jeruzalem
woonachtig, vrome mannen uit alle volken onder de hemel; 6 en toen dit geluid
gekomen was, liep de menigte te hoop en verbaasde zich, want een ieder hoorde hen in zijn
eigen taal spreken. 7 En buiten zichzelf van verwondering zeiden zij: Zie, zijn niet
al dezen, die daar spreken, Galileeërs? 8 En hoe horen wij hen dan een ieder in
onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? 9 Parten, Meden, Elamieten, inwoners van
Mesopotamië, Judea en Kapadocië, Pontus en Asia, 10 Frygië en Pamfylië, Egypte
en de streken van Libië bij Cyrene, en hier verblijvende Romeinen, zowel Joden als
Jodengenoten, 11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal van de
grote daden Gods spreken. 12 En zij waren allen buiten zichzelf en geheel met de
zaak verlegen, en zij zeiden de een tot de ander: Wat wil dit toch zeggen?
De plotselinge, spectaculaire en ontzagwekkende manifestatie van goddelijke kracht die op
die Pinksterdag in Christus' discipelen plaatsvond, luidde het begin in van het tijdperk
waarin mensen die door God geroepen worden de heilige Geest kunnen ontvangen.
Deze machtige manifestatie markeerde de komst van de heilige Geest die Gods wet in het
hart grift van degenen die Hij roept en die zich aan Hem willen onderwerpen. Daarom maakte
God dit op die historische eerste dag van de nieuwtestamentische Gemeente tot zo'n
spectaculaire en gewichtige gebeurtenis.
Hoe men de
heilige Geest ontvangt
De heilige Geest is een geschenk van
God.
Handelingen 10:45 En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren
medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was
uitgestort.
2 Timotheus 1:6 Om die reden herinner ik u eraan, de gave Gods aan te wakkeren, die
door mijn handoplegging in u is.
Hoezeer is God bereid ons Zijn Geest te geven, indien wij erom vragen?
Lukas 11:10 Want een ieder, die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt,
hem zal opengedaan worden. 11 Is er soms een vader onder u, die, als zijn zoon hem
om een vis vraagt, hem voor een vis een slang zal geven? 12 Of als hij om een ei
vraagt, hem een schorpioen zal geven? 13 Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt,
goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de
Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?
Bekering, geloof en doop zijn de eerste stappen van onze gehoorzaamheid aan God, waarna
God ons Zijn Geest schenkt.
Markus 1:14 En nadat Johannes was overgeleverd, ging Jezus naar Galilea om het
evangelie Gods te prediken, 15 en Hij zeide: De tijd is vervuld en het Koninkrijk
Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie.
Handelingen 2:38 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich
dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des
Heiligen Geestes ontvangen.
Handelingen 5:32 En wij zijn getuigen van deze dingen en ook de Heilige Geest, die
God hun gegeven heeft, die Hem gehoorzaam zijn.
Let erop dat God de heilige Geest geeft aan wie blijk geeft van ware bekering en van de
bereidheid Hem te gehoorzamen.
De onderwerpen bekering en doop worden uitvoerig behandeld in onze publicaties Wat is
ware BEKERING en De betekenis van de WATERDOOP. Bekering betekent een volledige
ommekeer, een opgeven van alles wat strijdig is met Gods wil, en het gaan volgen van Gods
levenswijze, d.w.z. de weg van gehoorzaamheid aan Zijn wet. Het 'evangelie geloven'
betekent de boodschap geloven die Jezus heeft verkondigd: het goede nieuws van het komende
Koninkrijk van God op aarde. Dit impliceert vertrouwen op en aanvaarding van Jezus
Christus als onze persoonlijke Verlosser.
Het bekeringsproces houdt niet op na onze doop. God maakt heel duidelijk dat niemand die
een zondige levenswijze blijft volgen ooit Zijn Koninkrijk zal beërven.
Galaten 5:19 Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij,
onreinheid, losbandigheid, 20 afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst,
uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, 21 nijd,
dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd
heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.
Na geloof en oprechte bekering is de volgende stap naar het christen worden de waterdoop.
De doop is het symbool van onze bekering, van het volledig opgeven van ons oude, zondige
leven van ongehoorzaamheid, en van onze bereidheid God in elk opzicht te volgen.
Hebt u deze stappen eenmaal gezet, dan wordt u de heilige Geest beloofd na gebed en
handoplegging door een dienaar van God.
"Gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen", zegt God. Dit is een vaste
belofte aan degenen die Hij roept. Wij kunnen Hem daarna vragen ons te leiden en ons door
de heilige Geest de kracht te geven een nieuw leven te leiden in overeenstemming met Zijn
geopenbaarde Woord, de Bijbel. Het ware proces van bekering is eigenlijk dan pas begonnen.
De Geest en
Gods Gemeente
Worden wij, als wij ons werkelijk
hebben bekeerd en ons hebben laten dopen en de heilige Geest hebben ontvangen, automatisch
deel van een 'lichaam'?
1 Corinthe 12:13 want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt,
hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één
Geest gedrenkt.
Over welk lichaam spreekt Paulus?
1 Corinthe 12:27 Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel
leden.
Efeze 1:22 En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al
wat is, gegeven aan de gemeente, 23 die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles
in allen volmaakt.
Kolossensen 1:18 en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin,
de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.
In 1 Corinthe 12 vergelijkt de apostel Paulus het menselijk lichaam met Gods Gemeente. Hij
spreekt in vers 13 over de doop als een plaatsing, door Gods Geest, in het geestelijke
'lichaam' van Christus. 'Aansluiting' bij een kerk maakt iemand niet automatisch tot lid
van de door Jezus gestichte Gemeente. Wij kunnen geen deel worden van het lichaam van
Christus door eenvoudig te besluiten kerkdiensten bij te wonen. Ook niet door alleen maar
op zaterdag een rustdag te houden.
Wie Gods Geest niet heeft ontvangen, maakt geen deel uit van het ware lichaam van Christus
(Rom. 8:9). God belooft de heilige Geest te geven aan degenen die zich van de zonde
afkeren en zich laten dopen (Hand. 2:38; 5:32).
Dan volgt de vraag wat er gebeurt, nadat wij zijn gedoopt en Gods Geest ontvangen.
Christus draagt Zijn dienaren op degenen die Hij in Zijn Gemeente heeft gebracht te
begeleiden, zoals schapen worden gehoed en geweid.
Mattheus 28:19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt
hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al
wat Ik u bevolen heb.
Johannes 21:15 Toen zij dan de maaltijd gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon
Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief, meer dan dezen? Hij zeide
tot Hem: Ja Here, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid mijn lammeren. 16
Hij zeide ten tweeden male weder tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij
waarlijk lief? En hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet het, dat ik U liefheb. Hij zeide
tot hem: Hoed mijn schapen. 17 Hij zeide ten derden male tot hem: Simon, zoon van
Johannes, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem
zeide: Hebt gij Mij lief? En hij zeide tot Hem: Here, Gij weet alles, Gij weet, dat ik U
liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid mijn schapen.
1 Petrus 5:1 De oudsten onder u vermaan ik dan als medeoudste en getuige van het
lijden van Christus, die ook een deelgenoot ben van de heerlijkheid, welke zal geopenbaard
worden: 2 hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije
beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid,
3 niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als
voorbeelden der kudde.
Met welk doel moeten Gods dienaren de 'schapen' van Christus 'weiden'?
Efeze 4:11 En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten
als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw
van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen de eenheid des geloofs en der
volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de
wasdom der volheid van Christus. 14 Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder,
heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der
mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, 15 maar dan groeien wij, ons aan
de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.
Gods dienaren moeten Christus' volgelingen van geestelijk voedsel voorzien, opdat zij
geestelijk kunnen groeien.
Door middel van dit proces van geestelijke voeding, ondersteund door persoonlijke
bijbelstudie en gebed, ontvangt iedere christen wat voor zijn geestelijke ontwikkeling
nodig is. |
|