|
Voor
literatuurlijst klik hier.
Wat bedoelt u precies met
Het Koninkrijk van God?
Is het de Kerk? Is het
iets 'in het hart van de mens'? Is het 'het goede in u'? Is het 'het Millennium'? Elk van
deze opvattingen wordt onderwezen. Toch is niet één ervan juist! De Gemeente van God
heeft tot taak u de opzienbarende waarheid duidelijk te maken!
Waarom kunnen de kerken het niet eens worden
over wat het evangelie is? Jezus Christus kwam om het Evangelie van het Koninkrijk
van God te prediken. Desondanks wordt tegenwoordig maar weinig over het Koninkrijk
van God gepredikt, want men heeft alle kennis van wat het is verloren!
Een prominente evangelist zei eens dat het Evangelie van het Koninkrijk van God niet voor
ons in deze tijd is bestemd. Sommige kerkgenootschappen verkondigen een 'evangelie van
genade'; andere verkondigen wat zij noemen een 'evangelie van behoud'; sommige prediken
een evangelie over Christus en andere een sociaal evangelie; sommige theologen
hebben het over de 'wetenschap van de geest' of 'godsdienstige wetenschap'.
Niet één er van is juist
Sommige kerken beweren dat hun eigen
denominatie, of dat het 'christendom' als geheel het Koninkrijk van God vormt. Niet één
ervan is juist! Kan er iets nog ongelooflijker lijken? Ja, voor het verstand dat door de
denkbeelden van deze wereld is gevormd, is er inderdaad één ding nog ongelooflijker!
En dat is de zuivere waarheid over wat het Koninkrijk van God werkelijk is!
De waarheid is niet alleen verrassend, ze is schokkend, ontstellend! Niettemin is het
waarlijk goed nieuws, het meest schitterende goede nieuws dat ooit tot het bewustzijn van
de mens kan doordringen!
Christus'
Evangelie
Wat is het ene en enige Evangelie van
Jezus Christus? De wereld weet het niet! Het is bijna 20 eeuwen lang door weinigen
verkondigd, hoe vreemd dat ook klinkt. Zoek het op in uw bijbel. Zie het allereerste begin
ervan!
"Begin van het Evangelie van Jezus Christus" leest u in
Markus 1:1 (NBG-vert.). "En nadat Johannes was overgeleverd, ging Jezus naar
Galilea om het evangelie Gods te prediken, en Hij zeide: De tijd is vervuld en het
Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie" (Markus
1:14-15).
Het is noodzakelijk dit Evangelie te geloven om behouden te worden! En hoe
kunt u het geloven tenzij u weet wat het is?
Jezus trok rond om het goede nieuws van het Koninkrijk van God te verkondigen. Door
gelijkenissen onderwees Hij over het Koninkrijk van God. Hij zond zeventig man uit om te
prediken en gebood hun het Koninkrijk van God te verkondigen (Lukas 10:9). Hij zond de
apostelen, op wie de gemeente van God werd gegrondvest, uit om uitsluitend het Koninkrijk
van God te prediken (Lukas 9:1-2).
Is het niet verwonderlijk dat de wereld de kennis van wat het Koninkrijk van God is, heeft
verloren?
De apostel Paulus verkondigde het Koninkrijk van God (Hand. 19:8; 20:25; 28:23, 31).
Eveneens in zijn tijd werd ook zelfs in Gods gemeente door sommigen een ander evangelie
verkondigd. "Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van
degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander
evangelie, en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen
en het evangelie van Christus willen verdraaien. Maar ook al zouden wij, of een engel uit
de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die
zij vervloekt! Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: indien
iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij
vervloekt!" (Galaten 1:6-9). De Almachtige God sprak door Paulus een dubbele vloek
uit over elke mens of engel die het aandurft enig ander evangelie te prediken!
Waarom durven dan zovelen zoveel andere evangelies te prediken? Het goede
nieuws van het Koninkrijk van God is iets wat u moet begrijpen en geloven, om
behouden te worden! Dit zei Jezus Christus! Het is dus goed als u ontdekt wat
het is!
Daniël
wist het!
Heeft u wel eens over het
Koninkrijk van God horen spreken in deze zin?: "De samenwerking van alle christenen
aan de totstandkoming van wereldvrede, tolerantie en broederlijke liefde, zal uiteindelijk
misschien het Koninkrijk Gods in de harten der mensen vestigen."
Omdat ze bijna 2000 jaar geleden het Evangelie van Christus verwierp, moest de
wereld er wel iets anders voor in de plaats zoeken. Men moest een vervalsing bedenken!
Daarom horen wij over het Koninkrijk van God spreken als over een gemeenplaats, een fijn
gevoel in het menselijk hart en het wordt aldus gereduceerd tot iets etherisch, tot een
onwerkelijk niets. Anderen stellen zich ten onrechte voor dat 'de kerk' het Koninkrijk is.
Weer anderen verwarren het met een 'duizendjarig rijk'. In het begin van deze eeuw
beweerden nog weer anderen, dat het Britse wereldrijk het Koninkrijk van God was. Kan deze
wereld nog sterker misleid worden?
De profeet Daniël, die 600 jaar voor Christus leefde, wist dat het Koninkrijk van God een
werkelijk koninkrijk zou zijn: een letterlijke regering over mensen op
aarde.
Jezus Christus bracht er aanvullende kennis over die de profeet Daniël misschien niet
heeft geweten. Niettemin wist Daniël dat er een reëel, letterlijk Koninkrijk van God op
de aarde zou zijn.
Daniël was één van vier buitengewone, intelligente en briljante Joodse jongemannen
onder de ballingen uit Juda. Deze vier mannen waren in het paleis van Nebukadnezar, koning
van het Chaldeeuwse Rijk, geplaatst om te worden opgeleid voor speciale
verantwoordelijkheden in de Babylonische regering. Daniël was een profeet die een
bijzonder inzicht in visioenen en dromen had gekregen (Dan. 1:17).
Nebukadnezar was de eerste eigenlijke wereldheerser. Hij had een uitgestrekt rijk
veroverd, waaronder de natie Juda. Deze koning had een droom die zo indrukwekkend was dat
hij er niet van kon loskomen en er buitengewoon ongerust van werd. Hij verlangde van zijn
astrologen, waarzeggers en magiërs dat zij hem zouden zeggen zowel wat hij had
gedroomd als de betekenis van de droom. Dat konden zij niet. Zij waren
verbijsterd. Toen werd Daniël voor de koning gebracht.
Daniël ontkende dat hij in het uitleggen van dromen meer menselijke bekwaamheid had dan
de Chaldeeuwse magiërs. Maar, zei hij, "er is een God in de hemel, die
verborgenheden openbaart; Hij heeft de koning Nebukadnezar bekendgemaakt wat in de
toekomende dagen [in het laatste der dagen; Statenvert.] geschieden
zal" (Dan. 2:28).
In de eerste plaats was het Gods bedoeling deze menselijke wereldheerser te laten weten
dat er een God in de hemel is dat God de hoogste Machthebber is over alle volken,
regeringen en koningen, dat God het universum bestuurt! Deze Chaldeeuwse koning kende
alleen de vele heidense demongoden. Van de ware levende en almachtige God wist hij
niets. Evenals de volken en hun leiders van nu wist hij niet dat God de levende God is,
een reële, actieve persoon die daadwerkelijk niet alleen over wat op de aarde is, maar
over het gehele universum regeert!
De bedoeling van deze droom was Gods heerschappij te openbaren het feit dat
God regeert de waarheid van het Koninkrijk van God precies dat wat het ene
en enig ware Evangelie van Jezus Christus inhoudt! Ten tweede was het om te
openbaren en voor ons op schrift te laten stellen, wat er zal gebeuren "in het
laatste der dagen" in het begin van de eenentwintigste eeuw!
Voor ons, nu!
Dit is geen droog, saai en
verouderd geschrift, bedoeld voor mensen van 2500 jaar geleden. Dit is springlevend,
geweldig groot nieuws voor onze tijd! Het is aankondigend nieuws voor
ons, voor nu. Nieuws voordat het gebeurt, nieuws van de meest kolossale
gebeurtenis aller tijden.
Dit is het ware Evangelie, het Evangelie dat Christus verkondigde! Het is bestemd voor u
en mij nu en het is van levensbelang dat u het begrijpt!
Lees in uw eigen bijbel Daniël 2 vers 28 tot en met 35. In zijn droom had deze koning een
groot beeld gezien, groter dan welk door mensen opgericht beeld ook. Het was zo enorm
groot dat het ook in een droom angstaanjagend was. Het hoofd ervan was van zuiver goud, de
borst en armen waren van zilver, de buik en dijen van koper, de benen van massief ijzer,
en de voeten van een mengsel van ijzer en leem.
De tijd speelde ook een rol. Nebukadnezar had het beeld gadegeslagen totdat er uit
de hemel een bovennatuurlijke steen kwam die het beeld aan de voeten trof. Daarop
brak het gehele beeld in stukken en werd door de wind weggeblazen het verdween!
Vervolgens werd de steen op wonderbaarlijke wijze groter tot hij al spoedig een
grote berg was geworden die de gehele aarde vulde!
Wat betekende dat? Had het wel een betekenis? Ja, want dit was van God. In tegenstelling
tot gewone dromen werd deze droom door God veroorzaakt teneinde aan Nebukadnezar de
boodschap van Gods soevereiniteit over te brengen en daar het deel uitmaakt van het
geschreven Woord van God, aan ons, om belangrijke feiten van het ware Evangelie te
openbaren!
"Dit is de droom," zei Daniël (vers 36), "en de uitlegging daarvan zullen
wij de koning zeggen."
Hier volgt dan Gods uitlegging. Het is beslist niet de interpretatie van een
mens. De mens behoort de Bijbel niet te interpreteren. De Bijbel geeft ons Gods
eigen interpretatie! Deze is:
"Gij, o koning, koning der koningen [hij was de eerste werkelijke wereldheerser over
een wereldrijk], aan wie de God des hemels het koningschap, macht, sterkte en eer
geschonken heeft
" God openbaarde Zich aan deze menselijke werelddictator als
de allerhoogste Heerser over alles.
Evenals deze Chaldeeuwse koning schijnen de mensen God niet als machthebber te
zien, als het Opperwezen dat regeert, als het regeringshoofd. De Eeuwige
openbaarde zich door Daniël aan Nebukadnezar en door de Bijbel aan u en ons
als een soeverein, almachtig en regerend God, die moet
worden gehoorzaamd!
"Gij," vervolgde Daniël tegen deze menselijke koning, "zijt dat gouden
hoofd. Doch na u zal een ander koninkrijk ontstaan, geringer dan het uwe; en, weer
een ander, een derde koninkrijk, van koper, dat heersen zal over de gehele
aarde" (vers 37-39).
Wat is een koninkrijk?
Het gaat hier dus over koninkrijken,
koninkrijken die het bewind voeren over de volken der aarde. Het gaat hier over
regeringen, niet over etherische gevoelens 'in het hart van de mens'. Het gaat niet over
kerken. Het gaat over regeringen die het bestuur en gezag uitoefenen over menselijke
naties hier op aarde. Dit is heel precies. Men kan hier niet verkeerd begrijpen wat er
met het woord 'koninkrijk' wordt bedoeld.
Ook de interpretatie kan niet verkeerd worden begrepen.
God geeft zijn eigen interpretatie door middel van de profeet Daniël. Het grote
beeld vertegenwoordigde nationale en supranationale regeringen reële,
letterlijke koninkrijken.
Het vertegenwoordigde een opeenvolging van wereldrijken. Eerst kwam het hoofd van
goud. Dat stelde Nebukadnezar en zijn koninkrijk voor, het Chaldeeuwse Rijk. Na hem
later in de tijd zou er een tweede koninkrijk komen, daarna een derde
"dat heersen zal over de gehele aarde": een wereldrijk.
Voorts vertegenwoordigden de benen van ijzer (vers 40) een vierde wereldrijk.
Het zou sterk zijn als ijzer, m.a.w. militair sterker dan zijn voorgangers. Maar,
al werden de metalen harder en sterker, de opeenvolgende rijken zouden moreel en
geestelijk achteruitgaan, evenals zilver van minder waarde is dan goud, koper dan zilver
en ijzer dan koper. De twee benen wijzen erop dat het vierde rijk verdeeld zou zijn.
Na het Chaldeeuwse Rijk kwam het nog grotere Perzische Rijk, daarna het Macedonische Rijk
en ten vierde het Romeinse Rijk, dat uit twee delen bestond, met Rome en Constantinopel
als hoofdsteden.
Lees nu vers 44 en zie met eigen ogen in uw eigen bijbel hoe God hier in duidelijke taal
uitlegt wat het Koninkrijk van God is:
"Maar in de dagen van die koningen ..." Het gaat hier over de tien tenen deels
van ijzer en deels van broos leem. Gekoppeld aan de profetieën van Daniël 7 en
Openbaring 13 en 17, verwijst dit naar de nieuwe Verenigde Staten van Europa die
zich voor uw ogen uit de EU-landen bezig zijn te vormen! Openbaring 17:12 preciseert dat
het een unie van tien koningen of koninkrijken zal zijn die (Openb. 17:8) een
herleving van het oude Romeinse Rijk zullen teweegbrengen.
Let dus nauwkeurig op de tijdsfactor: "In de dagen van die koningen"
in de dagen van deze tien landen of landengroepen die in onze tijd voor een
korte periode het Romeinse Rijk zullen doen herleven. Let op wat er dan zal gebeuren:
"... zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te
gronde gaan
het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken,
maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid."
In onze tijd!
Hier worden dus vier wereldrijken
beschreven de enige vier die ooit hebben bestaan. Openbaring 17 laat zien
dat er na de val van het oorspronkelijke Romeinse Rijk zeven herlevingen zouden
komen die zouden worden gedomineerd door een heidense kerk: de "dochter"
van het oude Babylon een kerk die beweert christelijk te zijn, maar die door
God "geheimenis: het grote Babylon" wordt genoemd of
duidelijker gezegd: de Babylonische mysteriënreligie!
Zes van deze herlevingen zijn gekomen en voorbijgegaan. De zevende is zich nu bezig te
vormen de laatste, kortstondige herleving van het Romeinse Rijk door tien
Europese landen of groepen van landen. Deze zijn de tien tenen van ijzer vermengd met
leem.
In hun dagen en deze zullen slechts van zeer korte duur zijn zal de God
des hemels een Koninkrijk oprichten.
Dit zal dan het Koninkrijk van God zijn!
Vergelijk dit met Openbaring 17. Daar wordt een kerk beschreven, geen kleine kerk, een grote
kerk. Zij heerst over "vele wateren" (vers 1) die in vers 15 verschillende
volken met verschillende talen worden genoemd. Zij doet zich voor als de gemeente van God
waarvan de Bijbel zegt (Ef. 5:23; Openb. 19:7; Matth. 25:1-10, enz., enz.) dat
zij de verloofde "bruid" van Christus is, die bij Christus' wederkomst
een geestelijk huwelijk met Hem zal aangaan.
Deze kerk echter heeft ontucht gepleegd. Hoe? Door een directe politieke verbintenis
met menselijke regeringen van deze wereld te hebben! Zij "zat op"
(zie Openb. 17:3) alle zeven herlevingen van het Romeinse Rijk, het zogeheten 'Heilige
Roomse (of Romeinse) Rijk'. Zij heerste over de menselijke koninkrijken, zoals een
ongehuwde vrouw over haar minnaar heerst een volstrekt onnatuurlijke en
ongoddelijke verhouding.
Zij zal daarom ook "zitten op" deze laatste "kop van het Beest"
deze laatste heroprichting van het Romeinse Rijk. Dit zal een unie van kerk en
staat zijn. Ze zal slechts zeer korte tijd bestaan. Ze zal tegen Christus
strijden bij Zijn wederkomst! Dat zal haar einde betekenen.
Op het ogenblik zien wij het proces van deze herleving in volle gang. Daarom zijn wij dicht
bij de komst van Christus! Wij zijn nu zeer dicht bij het einde van deze
wereld! En dat is geen slecht nieuws.
Wanneer Christus komt, komt Hij als Koning der koningen op aarde regeren (Openb.
19:11-16); en Zijn Koninkrijk het Koninkrijk van God zal,
aldus Daniël, aan alle koninkrijken van deze wereld een einde maken.
Openbaring 11:15 geeft het als volgt weer: "Het koningschap over de wereld is
gekomen aan onze Here en aan Zijn Gezalfde, en Hij zal als Koning heersen
tot in alle eeuwigheden."
Dit is het Koninkrijk van God. Het betekent het einde voor de huidige
regeringen de regeringen van Rusland, China, Japan, Italië, Duitsland, ja, ook van
de Verenigde Staten en van de Britse naties. Ze zullen dan de koninkrijken, de regeringen,
van Jezus Christus worden, die dan Koning der koningen van de gehele
aarde is.
Dit maakt het volkomen duidelijk dat het Koninkrijk van God een letterlijke regering
is. Zoals het Chaldeeuwse Rijk een koninkrijk was en het Romeinse Rijk, zo is
het Koninkrijk van God ook een rijk, waarvan de regering het bestuur van de volken
van de wereld zal overnemen.
Jezus Christus werd geboren om Koning, om Machthebber, te zijn!
Toen Hij voor Pilatus terechtstond vroeg deze aan Hem: "Zijt Gij dus toch een koning?
Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in
de wereld gekomen." Jezus zei evenwel ook tot Pilatus: "Mijn Koninkrijk is niet
van deze wereld" (Joh. 18:37, 36). Zijn Koninkrijk is van de Wereld van Morgen!
Hebt u niet gelezen wat de engel vóór de geboorte van Jezus aan Maria, zijn moeder,
bekendmaakte? Jezus zei tot Pilatus dat Hij was geboren om koning te worden.
De engel van God zei tot Maria: "
gij zult zwanger worden en een zoon baren, en
gij zult Hem de naam Jezus geven. Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten
genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij
zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en Zijn
koningschap zal geen einde nemen" (Lukas 1:31-33).
Deze bijbelteksten zeggen u duidelijk dat God de opperste Heerser is. Ze
zeggen u in de duidelijkste taal dat Jezus werd geboren om Koning te zijn, dat Hij over
alle naties op aarde zal regeren en dat Zijn Koninkrijk eeuwig zal bestaan.
Dit alles is echter maar een deel van de fantastische, verbazingwekkende en in
feite ontstellende waarheid over het Koninkrijk van God.
Het Koninkrijk van God zal regeren over de mensen en volkeren van deze
aarde. Maar deze sterfelijke mensen en volkeren zullen niet het Koninkrijk zijn en
zelfs niet in het Koninkrijk van God zijn. Zij zijn degenen over wie zal worden
geregeerd.
Wij moeten nog te weten komen uit wat of wie het Koninkrijk van God is
samengesteld. Kunt u persoonlijk ooit deel uitmaken van dit Koninkrijk?
Men kan het binnengaan
In Jezus' dagen wisten de
godsdienstleiders dat Hij een leraar was die door God met Gods waarheid was
gezonden. Zij brandmerkten Hem als een valse profeet, een ketter en een oproerkraaier.
Toch wisten zij dat Hij de stem van God was!
Eén der Farizeeën, Nicodemus, die een gezaghebbende functie onder de Joden bekleedde,
kwam 's nachts heimelijk met Jezus spreken.
"Rabbi," zei deze Farizeeër, "wij weten, dat Gij van God gekomen zijt als
leraar" (Joh. 3:2). Ja, wij Farizeeën, zei hij, weten dat. Hij zei
niet: "Ik weet het." Hij zei: " Wij weten het" wij Farizeeën.
Zij wisten dat Hij de waarheid sprak; toch verwierpen zij niet alleen die
waarheid, zij kruisigden Jezus!
Jezus kwam meteen ter zake. Hij sprak tot Nicodemus over het Koninkrijk van God.
Hij zei hem enige dingen die ook u dient te begrijpen.
"Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand
wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien" (Joh. 3:3). Het
Koninkrijk van God is dus iets wat kan worden gezien, maar alleen door degenen die
zijn "wedergeboren". Anderen kunnen het niet zien!
Hoe staat het echter met de gemeente van God? Kan een zinnelijke mens die er geen
aanspraak op maakt "wedergeboren" te zijn, een gemeente zien? Natuurlijk.
Het Koninkrijk van God kan hij echter niet zien. Dat heeft Jezus gezegd! Als
u dus Jezus gelooft, kan Zijn gemeente het Koninkrijk van God niet zijn.
Zie verder: "Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren
wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan" (vers 5). Het
Koninkrijk van God is iets wat men kan binnengaan. Maar alleen degene die
"geboren wordt uit water en Geest" kan dat!
In het opstandingshoofdstuk van de Bijbel lezen wij: "Dit spreek ik evenwel uit,
broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke
beërft de onvergankelijkheid niet" (1 Cor. 15:50). Het Koninkrijk van God is iets
wat geen mens, bestaande uit vlees en bloed, kan binnengaan of beërven!
Gaan mensen van vlees en bloed de kerk of gemeente binnen? Zo ja, dan kan de kerk
of gemeente niet het Koninkrijk van God zijn, want het Koninkrijk van God is iets
wat mensen van vlees en bloed niet kunnen binnengaan!
Wat is volgens u de 'Kerk'? Is het een gebouw? Mensen van vlees en bloed kunnen gebouwen
en kathedralen, die 'kerken' worden genoemd, binnengaan en doen dat ook. Zijn het de
bekeerde mensen? Mensen van vlees en bloed kunnen als lid toetreden tot een groep mensen
die zich misschien de Kerk noemt. Vlees en bloed kunnen echter het Koninkrijk
van God niet binnengaan - dus een kerk of de gemeente van God is
het Koninkrijk van God niet!
In het hart van de mens?
Sommigen menen dat het
Koninkrijk van God iets etherisch is, een sentimenteel gevoel in het hart van een mens.
Indien dat zo is, dan zou het Koninkrijk van God een sterfelijke mens binnengaan. De
Bijbel zegt echter duidelijk dat alleen mensen die niet meer van vlees en bloed zijn, maar
die zijn opgewekt in een uit geest samengesteld lichaam, het Koninkrijk van God kunnen
binnengaan. Het komt niet de mens binnen. De mens gaat het Koninkrijk binnen nadat
hij in heerlijkheid is opgewekt als hij geen "vlees en bloed" meer
is.
Is het de 'god in u'? Absoluut niet. Het is niet iets waarmee een mens wordt geboren of
wat ooit in een mens komt. Het is iets wat de mens kan binnengaan nadat hij is
"wedergeboren".
Wereldregering
Jezus sprak met de Farizeeën
over Zijn heerschappij als de Messias! Zij wisten niets van een nieuwtestamentische
gemeente die spoedig zou beginnen. Zij vroegen niet naar een prettig gevoel. Uit de
profetieën van Daniël, Jesaja, Jeremia en anderen wisten zij dat hun Messias zou komen.
Zij hadden echter de profetieën over zijn eerste verschijnen volkomen over het hoofd
gezien: dat Hij als kind zou worden geboren, zou opgroeien en door hen zou worden
verworpen en veracht, om als het "Lam Gods" voor de zonden van de mensheid te
worden geslacht, zoals staat opgetekend in Jesaja 53. Zij hadden slechts oog voor de
profetieën van zijn tweede komst als de allesoverwinnende en regerende Koning.
Maar ook deze profetieën hadden zij misvormd in hun gedachten. Zij verwachtten dat Hij
als een zuiver Joodse Messias zou komen, om hen van de Romeinen te bevrijden en de
situatie zou omkeren zodat de Joden de meesters van de Romeinen zouden zijn. Zij
verwachtten een begrensd Joods Koninkrijk, in slechts een klein deel van de wereld,
met de Messias aan de macht en waarbij Hij hen over de Romeinen de baas zou laten spelen.
Zo zagen de Farizeeën uit naar het Koninkrijk van God. Zij hadden een verkeerd idee van
het Koninkrijk van God, maar zij wisten tenminste wel dat het een bewind, een regering
zou zijn.
Jezus corrigeerde hen. Hij legde uit dat het geen plaatselijk of begrensd Koninkrijk voor
uitsluitend de Joden zou zijn. Het zou niet slechts een van de vele menselijke en
zichtbare koninkrijken zijn die men kan aanwijzen en zeggen: "Kijk, hier is
het", of "dat daar is het Koninkrijk". Hijzelf werd evenwel geboren
om de Koning van dat Koninkrijk te zijn, zoals Hij Pilatus duidelijk te kennen gaf
(Joh. 18:36-37). In de Bijbel worden de woorden 'koning' en 'koninkrijk' als synoniemen
gebruikt (zie Daniël 7:17-18, 23). De Koning van het toekomstige Koninkrijk stond
op dat ogenblik in hun midden.
Jezus zei uitdrukkelijk dat die Farizeeën niet in het Koninkrijk van God zouden
zijn. Hij zei tot hen: "Daar zal het geween zijn en het tandengeknars, wanneer gij
[Farizeeën] Abraham en Isaak en Jakob zult zien en al de profeten in het Koninkrijk
Gods, maar uzelf buitengeworpen. En zij zullen komen van oost en west en van noord en
zuid en zullen aanliggen in het Koninkrijk Gods" (Lukas 13:28-29).
Het Koninkrijk van God is iets wat mensen zullen binnengaan ten tijde van de
opstanding der rechtvaardigen! Toch is Abraham daar nog niet (zie Hebr. 11:13,
39-40).
Het is nog niet gekomen
Maar, vraagt iemand
misschien, heeft Jezus Christus niet gezegd dat het Koninkrijk van God "nabij"
is? Ja, dat hebben we kunnen lezen in Markus 1:15. Dit heeft geleid tot een verkeerd
begrip van wat Hij zei en van wat Hij bedoelde en tot de veronderstelling dat het
Koninkrijk van God nog tijdens Jezus' leven op aarde zou worden opgericht en gevestigd.
Vandaar dat sommigen meenden dat het Zijn gemeente was.
Jezus zei echter niet dat het Koninkrijk van God was opgericht, maar dat het nu werd verkondigd
(Lukas 16:16). Hij zei niet dat het er al was. Jezus zelf corrigeerde deze misvatting.
Als u het in uw eigen bijbel leest, gelooft u Jezus Christus dan? Of noemt u Hem
een leugenaar en gelooft u de zogenaamd 'christelijke' tradities van de mensen? Gelooft u de
Bijbel?
Lees het dus in uw eigen bijbel. Jezus sprak "nog een gelijkenis uit, omdat
zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond openbaar zou worden" (Lukas 19:11). Waarom
vertelde Jezus deze gelijkenis? Omdat sommigen, toen al, abusievelijk dachten dat het
Koninkrijk onmiddellijk zou komen, en omdat sommigen dachten dat het Zijn
gemeente zou zijn!
Vervolgens vers 12: "Hij zeide dan: Een man van hoge geboorte trok naar een ver land
om voor zich de koninklijke waardigheid in ontvangst te nemen en daarna terug te
keren." Christus is die "man van hoge geboorte". Hij spreekt hier over Zijn
hemelvaart naar de troon van God, Zijn Vader, in de hemel. Let erop dat Hij daarheen ging
om (de leiding van) het Koninkrijk te ontvangen. Let er tevens op dat Hij zal
terugkeren wanneer Hij het ontvangen heeft. Hij is nog niet teruggekeerd! Andere
schriftgedeelten verklaren dit. Wij zullen ze later bekijken.
Verder: "En hij riep tien van zijn slaven en gaf hun tien ponden en zeide tot hen:
Drijft handel, totdat ik terugkom. Doch zijn burgers haatten hem en zonden hem een
gezantschap achterna met de boodschap: Wij willen niet, dat deze koning over ons
wordt."
Geen kerkelijke taal
De burgers van de man van
hoge geboorte die hem verwierpen waren de Joden in Jeruzalem en in Palestina. En merk op
dat Jezus hier spreekt over een koninkrijk dat een letterlijke regering is.
Zijn burgers wilden Hem niet als Koning accepteren, zij weigerden Hem over hen te
laten regeren. Hier wordt niet over kerkelijke zaken gesproken, hier wordt
gesproken over zaken als de civiele overheid!
Vervolgen we met de gelijkenis, die werd verteld omdat sommigen dachten dat het Koninkrijk
van God meteen, toen, in de eerste eeuw, zou komen: "En het geschiedde, toen hij
terugkwam, nadat hij de koninklijke waardigheid verkregen had, dat hij die slaven, aan
welke hij het geld gegeven had, bij zich liet roepen om te weten, wat ieder met zijn
handel bereikt had" (vers 15). Wanneer Christus terugkeert, zullen wij allen voor de
rechterstoel van Christus worden geroepen om verantwoording af te leggen!
Let nu op wat in vers 17 staat: degene die tien ponden verdiend had kreeg gezag over
steden: "Heb gezag over tien steden"! Tot degene die vijf ponden had
verworven, zei hij: "En gij, wees heer over vijf steden."
Dit gaat over de wederkomst van Christus en over het delegeren van gezag aan
heiligen die in dit christelijke tijdperk, tussen de eerste en tweede verschijning van
Christus op aarde, zijn bekeerd.
Deze gelijkenis werd dus verteld om ons duidelijk te maken dat het Koninkrijk van God een
letterlijke regering is, die bij de wederkomst van Christus zal worden
opgericht en niet eerder! Zijn gemeente kan dus onmogelijk het
Koninkrijk van God zijn. Wel zal de ware gemeente van God, door een opstanding en
ogenblikkelijke verandering van sterfelijkheid in onsterfelijkheid, tot het Koninkrijk van
God worden getransformeerd. De gemeente zal, wanneer al haar leden onsterfelijk
zijn gemaakt, het Koninkrijk van God vormen. Nu is zij het Koninkrijk nog niet!
Heiligen zullen regeren
Lees nu de beschrijving van
hoe Christus daadwerkelijk het gezag voor de leiding van het Koninkrijk ontvangt.
Hij is de man van hoge geboorte die naar de hemel ging om dit koningschap te
aanvaarden en terug te keren.
Wij hebben reeds gezien hoe de profeet Daniël de oprichting beschreef van het Koninkrijk
van God dat, bij de wederkomst van Christus, alle dan bestaande nationale
regeringen op aarde zal verteren en een wereldregerend Koninkrijk zal worden. Dit staat in
het tweede hoofdstuk. Lees nu hoofdstuk zeven:
"Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand
gelijk een mensenzoon [Christus]; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem
voor deze" (vers 13). Jezus noemde zich in Mattheus, Markus, Lukas en Johannes steeds
"de Zoon des mensen". Christus voer op de wolken ten hemel (Hand. 1:9). Hij voer
op naar de troon van God in de hemel (Markus 16:19).
"En hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken,
natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal
vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is" (Dan. 7:14).
Dat is duidelijk! Christus is opgevaren naar de troon van God in de hemel. God is Heerser
over het gehele universum. Dit visioen toont de Almachtige God, Vader van de opgestane,
levende Christus, die heerschappij aan Christus verleent. Heerschappij betekent
soevereiniteit of oppergezag. Bovendien werd Hem een 'Koninkrijk' gegeven. Waar zal dat
Koninkrijk zijn? Er staat: "koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen
dienden hem." De volken en naties die verschillende talen spreken, bevinden zich hier
op aarde. Hij ontvangt gezag over alle volken over de hele wereld!
Het belangrijke woordje 'tot'
Lees nu Handelingen 3:21.
Daar staat dat de hemel Jezus Christus moet ontvangen tot dus niet
permanent, maar tot een bepaald tijdstip. Tot wanneer? Tot de tijden van de wederoprichting
aller dingen. Wederoprichten betekent herstellen in een voormalige staat of toestand. Dit
gaat over het herstellen van Gods wetten, van Gods regering het herstellen van
geluk en universele vrede.
In het zevende hoofdstuk van Daniël had de profeet een droom en visioenen. Hij zag vier
wilde dieren. Zie vers 16; de interpretatie, Gods geïnspireerde
interpretatie, niet van een mens, begint met vers 17: "Die grote dieren, die vier,
zijn vier koningen die uit de aarde zullen opkomen; daarna zullen de heiligen des
Allerhoogsten het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap bezitten tot
in eeuwigheid, ja, tot in eeuwigheid der eeuwigheden" (Dan. 7:17-18).
Dus niet alleen Christus zal regeren, maar ook de heiligen: bekeerde ware christenen, zij
die als kinderen van God zijn verwekt. Zij zullen het Koninkrijk ontvangen en bezitten!
Zij zullen onder en met Christus regeren! In het Nieuwe Testament staat dat
bekeerde heiligen mede-erfgenamen van Christus zijn!
In ditzelfde zevende hoofdstuk geeft Daniël uitleg over nog een andere macht. Het vierde
dier in zijn droom het vierde rijk (het Romeinse Rijk) werd uitgebeeld als
een dier met tien horens, die hier en in Openbaring 13 en 17 worden uitgelegd als tien
herlevingen van het Romeinse Rijk na de oorspronkelijke val ervan in 476 n. Chr. Onder
deze tien horens kwam na 476 nog een kleine horen op: een godsdienstig
koninkrijk, dat in feite de laatste zeven van de tien "horens" of herlevingen
van het Romeinse Rijk overheerst (vers 20).
Lees nu over deze "kleine horen", het religieuze koninkrijk, in vers 21:
"Ik zag, dat die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht, totdat
(weer een 'tot') de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des
Allerhoogsten en de tijd naderde, dat de heiligen het koningschap in bezit kregen."
De heiligen die dan niet meer mensen van vlees en bloed, maar onsterfelijke wezens
zijn zullen bij de wederkomst van Christus het Koninkrijk ontvangen!
Jezus Christus maakt dit duidelijk, want het is Christus die spreekt in Openbaring 3:21:
"Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb
overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon." De troon van de Vader is in
de hemel, waar Jezus Christus nu is; maar Christus' troon, waarop de heiligen met
Hem zullen zitten, is de troon van David, in Jeruzalem (Lukas 1:32). En verder in
Openbaring: 2:26-27: "En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem
zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf..."
Het tijdstip niet bekend
Na Zijn opstanding en vlak
voor Zijn hemelvaart legde Jezus aan Zijn discipelen op de Olijfberg uit hoe zij op de
naderende Pinksterdag de inspirerende, tot God verwekkende kracht van de heilige
Geest zouden ontvangen.
Zijn discipelen wilden weten of het Koninkrijk van God in die tijd zou worden
opgericht. Gods gemeente zou op die Pinksterdag worden opgericht. Was die gemeente
dan de oprichting van het Koninkrijk?
"Here," vroegen zij, "herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor
Israël?"
Opnieuw maakte Jezus duidelijk dat de gemeente niet het Koninkrijk is.
"Hij zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover
de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft, maar gij zult kracht ontvangen, wanneer
de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel
Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij
opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen" (Hand.
1:7-9).
De opdracht die Hij aan Zijn gemeente gegeven had was aan de gehele wereld zijn
Evangelie te verkondigen. Zij zouden de heilige Geest ontvangen die hen als heiligen
als christenen zou verwekken en in Gods gemeente zou plaatsen.
Dit zou hen bezielen met de kracht om de opdracht van de gemeente uit te voeren. Dit was
echter niet de oprichting van het Koninkrijk van God. Daarvan zouden zij het
tijdstip niet weten.
Wat bedoelde Jezus precies met: "Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te
weten"? Hij had dit al een andere keer uitgelegd. In Mattheus 24:36 sprak Hij over
het einde van deze wereld en over Zijn wederkomst:
"Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook
de Zoon niet, maar de Vader alleen." Hij zei dus dat van Zijn wederkomst en de
oprichting van het Koninkrijk niemand het tijdstip weet dan alleen de Vader.
Hoewel wij ook nu de dag of het uur niet weten, weten wij wel, uit Gods
profetieën, dat het vandaag zeer nabij is! Zie wat er in Lukas 21:25-32 staat: Hij
had de wereldgebeurtenissen voorspeld die zich op het ogenblik beginnen af te
spelen en die zullen leiden tot "radeloze angst onder de volken" en tot
wereldoorlogen, waarin "de mensen bezwijmen van vrees en angst voor de dingen, die
over de wereld komen" wereldproblemen die nooit eerder zijn voorgekomen.
"Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods
nabij is. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat alles
geschiedt."
De twee mogelijkheden
Deze wereldproblemen begonnen
in 1914 met de Eerste Wereldoorlog. Toen kwam er een pauze van 1918 tot 1939. Wij bevinden
ons nu in een tweede pauze, al was er de zogeheten 'koude oorlog'. Maar nu hebben wij
tenslotte nucleaire energie. Wij hebben waterstofbommen in voorraad van zo'n kracht en
volume dat ze al het menselijk leven verscheidene keren van deze planeet kunnen wegvagen.
Er bestaan bovendien nog andere destructieve wapens die elk voor zich de mensheid van de
aardbodem kunnen verdelgen.
Tegenwoordig zeggen wereldbekende geleerden dat alleen een superwereldregering kan
voorkomen dat de wereld universele zelfmoord pleegt. Toch kan en wil de mens niet
samenwerken om een dergelijke wereldregering te vormen.
Het is tijd dat wij het harde, koude en realistische feit onder ogen zien: voor de
mensheid zijn er twee mogelijkheden: ofwel er bestaat een Almachtige God die
op het punt staat in te grijpen en het Koninkrijk van God op te richten om met
bovennatuurlijke en supranationale macht heerschappij te voeren over alle volken
teneinde ons vrede te brengen; ofwel al het menselijk leven wordt uitgeroeid
(Matth. 24:22).
Als de misleide godsdienstijveraars, die denken dat de kerk het Koninkrijk van God
is, gelijk hadden en er komt geen bovennatuurlijke en almachtige wereldregering die
het Koninkrijk van God is, dan is de mensheid absoluut zonder hoop. Al het
menselijk leven loopt gevaar te worden vernietigd.
Maar let op wat Jezus Christus zei!
Kunt u Jezus Christus geloven?
Waar ligt uw vertrouwen: in het Woord van God, of in heidense, loze, misleidende
leerstellingen die ten onrechte als 'christelijk' worden bestempeld en die zijn
overgeërfd als 'christelijke traditie' en volgens welke de kerk het Koninkrijk van
God is, of het Koninkrijk slechts een nietszeggend, oppervlakkig, ongrijpbaar gevoel 'in
ons hart' is? Het is tijd dat u te weten komt wie de valse profeten zijn, en wie
het ware Woord van God getrouw uitdraagt!
<><><> |
|