Voor literatuurlijst klik hier.
De Naam van God
Handelingen 17:23 want toen ik door
uw stad liep en de
De Atheners waren zozeer
genegen om allerlei goden te dienen, dat zij niet alleen al de goden, die de andere
heidenen hadden, dienden, maar vrezende, dat er nog ergens een onbekende God zou mogen
zijn, die zij niet dienden, hebben zij voor die onbekende god ook een altaar opgericht. De
wereld is intussen in dat opzicht niet veranderd. Volkeren, kerken, sekten en individuen
aanbidden allerlei goden. God zegt in zijn Woord dat Hij
alleen God is en dat er geen andere goden bestaan. Door zijn naam te gebruiken betekent
niet dat men Hem kent en dient. Paulus zegt dat hij die onbekende God verkondigt, de
Schepper van hemel en aarde die aan allen het leven geeft. Heeft
die onbekende God een naam welke naam is dat en wat is de betekenis ervan? Hoe
belangrijk is een naam? Maakt het enig verschil wat voor naam men gebruikt om de Schepper
aan te duiden? Doet het ertoe in wiens naam men bidt? Gezag in een naam Een naam is belangrijk.
Als iemand optreedt in naam van iemand anders, treedt hij op in plaats van die ander. Op
diens gezag. De naam zegt ons wie de gezagsdrager is voor wie iemand optreedt. Bidden in
iemands naam is het gezag van die naam op zich nemen. De grootste vloek die over iemand
kan komen is dat zijn naam voor eeuwig wordt uitgewist! Het
maakt verschil uit welke naam voor de Schepper gebruikt wordt en in wiens naam men bidt. Handelingen 4:12 En de behoudenis is in niemand
anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij
moeten behouden worden. Welke
naam is dat? Zonder deze naam kan men niet behouden worden! De
Zoon kwam uit naam van zijn Vader. Wat is de naam van zijn Vader? Tenzij u de naam van uw
hemelse Vader draagt, bent u niet zijn kind en erfgenaam! Hedendaagse verwarring Sommigen beweren dat
Jehova de naam is van de Vader. Zij beweren dat wij het woord
Jehova behoren te gebruiken in plaats van Heer. Is
Jehova de naam van de Vader? Andere
sekten beweren dat als we spreken over de hemelse Vader of tot Hem bidden we uitsluitend
de Hebreeuwse namen mogen gebruiken. Dat houdt in dat het zonde is om de woorden
God, Heer, Jezus, Christus,
Woord en christen te bezigen. Ze zijn er stellig van overtuigd dat
we altijd de Hebreeuwse woorden moeten gebruiken met betrekking tot God. Ze beweren dat
het zonde is te bidden in de naam van Jezus. Het een zonde is om
christen genoemd te worden! Hoewel
deze sekten zeggen dat Jehova niet de naam is, kunnen zij het onderling er
niet over eens worden wat de Hebreeuwse naam dan wél moet zijn! Sommigen zeggen dat de
naam als Jahwah moet worden uitgesproken, anderen dat het Jahweh
moet zijn. Ze blijven hardnekkig volhouden, dat het zondig is de namen van God te
vertalen. Ze betogen dat de klank van de naam, niet de betekenis ervan
belangrijk is! Paulus
werd geïnspireerd het volgende te schrijven: 1
Corinthiërs 14:9 Evenzo, indien gij met uw tong geen verstaanbare volzin spreekt,
hoe zal men het gesprokene begrijpen? Gij zoudt immers in de lucht spreken? In
vers 19 vervolgt Paulus: Vers
19 maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook
anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong. Voor
de Grieken was Hebreeuws een onbekende taal (tong). Het gaat niet om de klank,
maar om de betekenis, de inhoud. Namen hebben betekenis In de
Bijbel hebben namen betekenis. Namen worden met een bedoeling gegeven. Het Hebreeuwse
woord adam betekent eenvoudig mens. In Genesis wordt adam vaak gebruikt in
combinatie met het verwante woord adamah, aarde of aardbodem. De
mens is uit de adamah genomen. Beide woorden zijn verwant aan het woord adom, dat
rood en rode aarde betekent. Daarom werd de eerste mens in het
Hebreeuws Adam genoemd. Abrams naam in het Hebreeuws werd gewijzigd in Abraham, omdat hij
een vader van een menigte volken zou worden (Gen.17:5). Abraham betekent
een vader van een menigte volken. Jakobs naam in het Hebreeuws werd gewijzigd
in Israël. Jakob betekent onderkruiper of bedrieger, maar Israël
betekent strijder met of tegen God. Jakob streed een hele nacht tot de
dageraad kwam met God en wist te overwinnen door Hem vast te houden en niet
los te laten voordat Hij hem gezegend had. De fysieke nakomelingen van Israël zullen veel
strijd voeren met of tegen God, maar uiteindelijk zullen ze met God overwinnen. Hetzelfde
wedervaart de geestelijk Israëliet. Ieder mens die door God wordt geroepen, zoals Jakob,
strijdt (verzet zich) tegen God. Door God niet los te laten en vast te houden tot de
dageraad is gekomen het eeuwige licht van het Koninkrijk zal hij overwinnen. Al deze bijbelse namen drukken een betekenis uit. Het is
opmerkelijk dat deze namen doorgaans in andere talen nauwelijks gewijzigd worden, omdat
hun betekenis al in de Bijbel is aangegeven. Ze behoeven niet vertaald te worden! Maar andere namen die in het Nieuwe Testament worden genoemd
worden vertaald naar het Grieks. Zie Handelingen 9:36. Handelingen 9:36 En er
was te Joppe een discipelin, genaamd Tabita, hetgeen, vertaald, betekent Dorkas. Deze was
overvloedig in goede werken en aalmoezen, die zij gaf. Ze heette Tabita volgens de Aramese taal, Zebéa volgens de
Hebreeuwse, hetgeen vertaald in de Griekse taal is: Dorkas, d.i. ree of gazelle. Vanzelfsprekend worden namen ook naar het Nederlands vertaald.
Daardoor begrijpen we de grootse betekenis van de namen van de Schepper.
De betekenis van In het Oude Testament is
het woord God afgeleid van het Hebreeuwse woord elohim, dat de
machtigen betekent. Het is een meervoud, dat aantoont dat het Gezin van God bestaat
uit meer dan één lid. Soms wordt God afgeleid van het woord el. Dit
betekent in het Hebreeuws een machtige. Vaak wordt het woord el met
andere Hebreeuwse woorden samengevoegd om aan de Schepper nieuwe namen te geven. Zo
betekent el shaddaj God de Almachtige. Genesis
17:1 Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de HERE aan Abram en zeide
tot hem: Ik ben God [El], de Almachtige [Shaddaj]. In
Exodus 3:13-14 is nog een verrassende naam van de Almachtige te vinden. Exodus
3:13 Daarop zeide Mozes tot God: Maar wanneer ik tot de Israëlieten kom en hun zeg:
De God uwer vaderen heeft mij tot u gezonden, en zij mij vragen: hoe is zijn naam? wat
moet ik hun dan antwoorden? 14 Toen zeide God tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zeide: Aldus zult gij
tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij
tot u gezonden. Hier
is een van de vele namen van de Schepper: Ik ben, die Ik ben. Of Ik
ben. Deze naam heeft een wezenlijke betekenis! Het is een vertaling van het
Hebreeuwse woord hayah dat zijn, bestaan betekent. Het maakt
duidelijk dat God is. Hij is de oorsprong, was er en zal er altijd zijn. Deze naam
IK BEN betekent dat er niemand is onder de hemel die machtiger is, niemand die
heerschappij uitoefent over degene die aan Mozes verscheen. Degene die aan Mozes
verscheen, staat boven de gehele schepping en is Heer over alles! Dat is de betekenis van
zijn naam. Hij is degene die door Zichzelf bestaat. Hij is de
EEUWIGE In Exodus 6:1-2
openbaart de Schepper nog een andere naam. Exodus 6:1 Voorts sprak God tot Mozes en zeide
tot hem: Ik ben de HERE. 2 Ik ben aan Abraham, Isaäk en Jakob verschenen
als God de Almachtige, maar met mijn naam HERE
ben Ik hun niet bekend geweest. Het
Hebreeuwse woord dat hier als HEER wordt vertaald is JHWH, dat is
afgeleid van het Hebreeuwse stamwoord met de betekenis zijn of
bestaan. De naam JHWH betekent de Eeuwige, de Eeuwig
Levende en als de Schepper van alles en superieur aan en verheven boven alles,
beduidt deze naam dat Hij de eeuwige Heerser en HEER is! In vers 2 zien we dat God aan
Abraham, Isaäk en Jakob verscheen onder de naam God, de Almachtige (Hebr. El
Shaddaj). Hij openbaarde zichzelf niet met de naam JHWH. Eerst ten tijde van Mozes
openbaarde Hij deze naam. Gedurende de eerste 2500 lange jaren in de geschiedenis van de
mensheid gebruikte de Schepper niet uitdrukkelijk de naam JHWH. Toen Mozes het boek
Genesis samenstelde, gebruikte hij (als verslaggever) de naam voor het eerst
in hoofdstuk 2. Abraham gebruikte natuurlijk het woord JHWH met betrekking tot
de Schepper, aangezien hij wist dat de Schepper eeuwig-levend was, want dat is
de betekenis van JHWH. Maar de naam JHWH werd nooit uitdrukkelijk gebruikt
door de Almachtige, de Woordvoerder van het scheppende Gezin van God. God achtte het
bekendmaken van zijn grote beloften aan Abraham en zijn fysieke en geestelijke nageslacht
kennelijk belangrijker dan het openbaren van zelfs deze naam JHWH. Hoe staat het echter
met het woord Jehova, dat zoveel wordt gehoord? Jehova is
niet de naam Miljoenen mensen laat
men heden ten dage geloven, dat de naam van de Schepper Jehova is. Waar kwam de
naam Jehova vandaan? Wat zegt de Jewish Encyclopedia daarover:
Men neemt algemeen aan, dat Jehova een verzinsel is van Peter Galatin, biechtvader
van paus Leo X... in wiens voetstappen Fagius deze hybridische vorm gebruikte... Maar het
schijnt dat zelfs vóór Galatin de naam Jehova algemeen gebruikt werd... Deze wordt
aangetroffen in Pugio Fidei van Raymond Martin, dat in 1270 werd
geschreven (deel VII, blz. 88). Het woord Jehova is tot de moderne wereld gekomen
via de rooms-katholieke kerk! Zelfs de Jehovas Getuigen verklaren in het voorwoord
van hun bijbelvertaling: Hoewel wij geneigd zijn de uitspraak Jahweh als
de meer juiste te beschouwen, hebben wij de vorm Jehova aangehouden, omdat men
met dit begrip sinds de 14e eeuw vertrouwd is. Jehova is niet de naam! Het is een
verzonnen uitspraak. Als Jehova niet de juiste uitspraak is van het Hebreeuwse
woord JHWH, wat is dan wel de juiste uitspraak? Sommigen zeggen Jahvah,
anderen Jahweh, weer anderen geloven dat het Yehweh moet zijn,
enz. Vanwaar deze verwarring? Het antwoord is dat de juiste uitspraak van het woord JHWH
verloren is gegaan. De Hebreeuwse taal kent medeklinkers en half-medeklinkers, geen
klinkers. Mozes werd door God geïnspireerd deze naam voor de Schepper te schrijven met de
vier letters JHWH. Dit Hebreeuwse woord, waarvan de Israëlieten oorspronkelijk de
uitspraak kenden, is afgeleid van een ander Hebreeuws woord hwh, een oude vorm van
de stam hjh, dat zijn of worden betekent. In
de eeuwen sinds Jeremia werden de Joden allengs bijgelovig en maakten een idool (afgod)
van deze naam. Zij omgaven het met zon bijgelovige eerbied, dat zij besloten
de naam nooit uit te spreken. In plaats daarvan lazen zij, telkens wanneer zij
dit woord aantroffen, adonaj, hetgeen mijn Heer of mijn
Meester betekent. Daardoor is de juiste uitspraak verloren gegaan. De
Bijbel heeft zelfs geprofeteerd dat de uitspraak van deze naam voor ons vandaag verloren
zou gaan! Zie wat Jeremia schreef. Jeremia
23:25 Ik heb gehoord wat de profeten zeggen, die in mijn naam vals profeteren: Ik
heb gedroomd, ik heb gedroomd! 26 Tot hoelang? is er iets in het hart van de
profeten, die leugen profeteren en profeten zijn van de bedriegerij van hun hart; 27
die erop bedacht zijn mijn volk mijn naam te doen
vergeten door hun dromen, die zij elkander vertellen, evenals hun vaderen mijn naam
hebben vergeten door de Baäl? Dit
wordt meestal geïnterpreteerd als het vergeten van God en zijn weg. Dat is ook juist,
maar dit heeft ook letterlijk betrekking op Gods Naam en zijn ware betekenis. Dit betreft
niet alleen de tijd van Jeremia, maar ook onze tijd en de terugkomst van Christus (Jer.
23:1-8). Het is opmerkelijk dat de mensen die zich rekenen tot het christendom allerlei
namen bedacht hebben voor hun denominaties en kerken maar Gods naam niet gebruiken. Ook
zij zijn Gods naam vergeten door de Baäl (afgoderij). De
Joden in de dagen van Jeremia wisten hoe ze het woord JHWH moesten uitspreken. Maar
vanwege de dromen van hun valse leraren werden ze misleid om te geloven dat het woord JHWH
niet uitgesproken mocht worden dat zou een te heilig woord zijn om uit te spreken!
En zo ging de juiste uitspraak verloren. Niemand weet tegenwoordig absoluut zeker hoe het
uitgesproken moet worden. En dat is ook een deel van de betekenis wat Jeremia profeteerde
2600 jaar geleden. Hier
volgt wat Rotherham in zijn Emphasised Bible op bladzijde 25 over deze naam
zegt: De juiste uitspraak schijnt Jahweh te zijn geweest... Het accent behoort
op de laatste lettergreep te vallen. De Jewish Encyclopedia zegt van deze
naam: ...de oorspronkelijke uitspraak moet zijn geweest Jahweh, of Jahaweh
(artikel Names of God, deel IX, blz.161). De
Samaritanen, die de thora (Gen.-Deut.) als Heilige Schrift hadden, spraken in
tegenstelling tot de Joden de naam wél uit; zij zeiden volgens Griekse geschriften: Jabè
of Javè. Dit komt dichter bij Jahweh of Jahwe. De
uitspraak van JHWH is dus zeker niet Jehova. Hoewel er tegenwoordig geen
nauwkeurige manier bestaat om precies vast te stellen hoe het moet worden uitgesproken, is
de betekenis van deze naam voor ons vandaag bewaard gebleven. Het betekent de
Eeuwige, de Eeuwig Levende, de Eeuwige Heer. De betekenis
van de naam van de Almachtige is veel belangrijker dan alleen maar de klank. Let
nu op het duidelijke bijbelse bewijs dat het juist is de namen van God te vertalen, zodat
wij kunnen begrijpen wat ze betekenen, ongeacht welke taal we spreken. Een deel van het OT niet in Sommige sekten menen dat
wij nimmer de Hebreeuwse namen voor de Godheid zouden mogen vertalen. Wat zegt de Bijbel
zelf hierover? In
het Oude Testament is ons Nederlandse woord God vaak een weergave van de
Hebreeuwse woorden el, eloah en elohim. Werden deze Hebreeuwse namen ooit in andere talen
in het oorspronkelijke, door God ingegeven Oude en Nieuwe Testament vertaald? Het antwoord
is een krachtig ja! Nadat
het koninkrijk Juda door Babylon veroverd was (604-585), raakte het Hebreeuws als
omgangstaal van de Joden geleidelijk aan in onbruik. Voor het Hebreeuws kwam het Aramees
in de plaats, dat in het gehele Babylonische rijk werd gesproken. Daniël schreef
gedeelten van zijn profetische boek in het Aramees: hoofdstuk 2:4b-7:28. Ezra schreef
bijna vier hoofdstukken (4:8-6:18 en 7:11 (12?)26) van zijn werk in het Aramees.
Bovendien zijn enkele woorden in Gen. 31:47 en Jer. 10:11 in het Aramees overgeleverd. Wanneer
Daniël en Ezra in deze hoofdstukken over de Schepper spraken, gebruikten zij dan de
oorspronkelijke Hebreeuwse woorden daarvoor, of de Aramese vertaling? Het verrassende
antwoord is dat Daniël en Ezra de Hebreeuwse woorden voor God met het Aramese woord elah vertaalden! Op achtenzeventig verschillende
plaatsen in deze hoofdstukken wordt het Aramese woord elah gebruikt als vertaling van het
Hebreeuwse woord voor God. Als de Almachtige bepaald had dat zijn naam alleen
in het Hebreeuws uitgesproken mocht worden, dan waren Daniël en Ezra valse profeten!
Daniël en Ezra waren echter geen valse profeten, zij waren door God geïnspireerde
mensen. Ze werden geïnspireerd om het Hebreeuwse woord voor God te vertalen met het
Aramese woord elah dat God betekent!
Elk woord, elke letter, door Daniël en Ezra onder Gods inspiratie geschreven, is voor ons
bewaard gebleven. Aangezien
de Schepper zijn profeten geïnspireerd heeft om het Hebreeuwse woord voor God te vertalen
met het Aramese elah, dat God
betekent in het Aramees, is het juist en recht dat het Hebreeuwse woord elohim met God wordt vertaald in de
Nederlandse vertalingen van het Oude Testament. Laat
er geen misverstand over bestaan, God is geen Hebreeër met een Hebreeuwse naam. Geen mens
kent de goddelijke taal die God in de hemel spreekt, geen mens heeft zijn naam in die
goddelijke taal ooit gehoord! Hij spreekt tegen Israël in het Hebreeuws of Aramees en
presenteert zijn naam in die taal, tegen de Grieken in het Grieks en presenteert zijn naam
in het Grieks. Tegen het moderne Israël in het Engels, of een Scandinavische taal of het
Nederlands, enz. Tegen de Duitsers en Spanjaarden in het Duits en Spaans, enz. Alle talen
van mensen zullen eens voorbijgaan. Ook het Hebreeuws en het Grieks. God is geen heidense
naam Sommige sekten beweren
dat het zonde is om het woord God te gebruiken. Hun redenatie is dat het woord
god door onze voorouders werd gebruikt voor hun afgoden en het daarom ongepast is om
datzelfde woord voor onze Schepper te gebruiken. Maar de Bijbel laat ons zien dat deze
redenatie onjuist is. Romeinen 1:20 Want hetgeen van Hem niet gezien
kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit
zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben. De
schepping zelf is het bewijs van het bestaan van de eeuwige God. Vers 21 Immers, hoewel zij [de heidenen] God kenden [sinds Adam, en later sinds Noach], hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of
gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in
hun onverstandig hart. 22 Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, 23
en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op
het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren.
Vers 25 Zij immers hadden de waarheid Gods vervangen door de leugen en het schepsel
vereerd en gediend boven de Schepper, die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen. Vers
28 En daar zij het verwerpelijk achtten God te erkennen, heeft God hen overgegeven
aan een verwerpelijk denken om te doen wat niet betaamt. Hoewel
ze het reine, de zuiverheid, van God in hun eigen leven hebben vervangen door zonde, zijn
ze wél dezelfde namen van God blijven gebruiken. Ze verbonden (en verbinden nog steeds)
de naam van hun Schepper aan hun afgoden. Het Oude testament bewijst dat. Het
Hebreeuwse woord elohim dat eigenlijk
betekent het Godkoninkrijk of de Godfamilie wordt in het
Oude Testament talloze malen gebruikt om ook heidense goden, afgoden, aan te duiden.
Datzelfde zien we bij de andere namen van de ware God, zoals de Hebreeuwse woorden el en eloah,
die eveneens in het Oude Testament worden gebruikt voor de verscheidene afgoden. En Ezra
en Daniël werden geïnspireerd het Aramese woord elah
te gebruiken voor de afgoden van de Aramees sprekende mensen. Als
het een zonde is om met het Nederlandse woord God de Schepper aan te duiden
omdat heidenen dat woord ook gebruiken voor hun afgoden, dan zondigden ook de profeten van
God die in het Oude Testament de Hebreeuwse woorden elohim,
eloah, el of het Aramese elah gebruikten
voor zowel de almachtige Schepper als de afgoden. Met die opvatting zouden we van Gods
ware profeten valse profeten maken. Het
is voor ons recht en zuiver het Nederlandse woord God te gebruiken met
betrekking tot de Schepper! God is simpel het Nederlandse woord voor de
Eeuwige God. Maar wordt eveneens gebruikt voor de afgoden, zowel door de ware christenen
als door hen die valselijk beweren dat hun afgod God is. Laten
we nu eens kijken hoe God de apostelen inspireerde zijn naam te schrijven in het Grieks
van het Nieuwe Testament. De naam in het Nieuwe
Testament Hoe staan de namen van
God opgetekend in het Nieuwe Testament voor de Grieks sprekende gelovigen? Paulus
werd uitgezonden naar de heidenen, in het bijzonder naar hen die Grieks spraken. Zijn werk
strekte zich uit over de gehele Grieks sprekende wereld. Hoe legde Paulus aan Griekse
bekeerlingen uit wie de Vader was en wie de Zoon? Welke namen gebruikte hij met betrekking
tot de Schepper? Het antwoord is, dat hij de Griekse woorden gebruikte voor
God, Heer, Christus, het Woord en
Jezus. God inspireerde hem in het Nieuwe Testament het Hebreeuwse woord el, dat God betekent, te vertalen met
het Griekse woord Theos. God inspireerde Paulus in het Nieuwe Testament het Hebreeuwse
woord JHWH te vertalen met het Griekse woord Kyrios dat Heer betekent. Deze
twee Griekse woorden Theos en Kyrios worden honderden malen in de
evangeliën en de brieven van het Nieuwe Testament aangetroffen, o.a. in de woorden van
Jezus zelf! Er bestaat geen enkel nieuwtestamentisch manuscript dat de gedachte
ondersteunt dat de apostelen uitsluitend Hebreeuwse namen gebruikten voor God in hun
gesprekken met de Grieken. Het Nieuwe Testament Hoewel de verschillende
gebieden hun eigen taal hadden, was Grieks de algemene verkeers- en handelstaal, die zich
al sinds de 5e en 4e eeuw v. Chr. verbreid heeft over de landen rond
het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Grieks was de enige universele taal die in de
tijden van het Nieuwe Testament de volken in het Romeinse rijk samenbond. De Joodse
geschiedschrijver Josephus getuigde zelf, dat het Grieks de taal was die de Joden overal
verstonden. Niet alleen de Joden die in de Griekse wereld leefden spraken Grieks, maar
zelfs de Joden die in Palestina woonden, verklaarde hij, waren goed op de hoogte met die
taal. Grieks sprekende Joden waren in Palestina in zo groten getale aanwezig, dat er
speciaal voor hen synagogen moesten worden gebouwd (Hand. 6:9). De Joodse wetten voor
Palestina bepaalden, dat de heilige Schrift in een vreemde taal mocht worden gelezen
voor hen die een vreemde taal spreken (Megilla 2 § 1). Verder werd bepaald
dat de Boeken (van de Bijbel) in elke taal mochten worden geschreven, maar dat
de Boeken ten tijde van Christus alleen in het Grieks mochten worden
geschreven (Megilla 1 § 8) [uit The Mishnah door Herb. Danby, Oxford
Univ. Press]. Hoewel
de omgangstaal van de in Palestina geboren Joden ten tijde van de apostelen gewoonlijk
Aramees was, was toch Grieks voor hen de eerstvolgende belangrijke taal. Laten
we nu eens zien wat de geschiedenis zegt met betrekking tot de taal waarin de boeken van
het Nieuwe Testament door God werden ingegeven. In de Kerkgeschiedenis van
Eusebius, boek VI, hfst. 14 lezen wij: Hij [Clement van Alexandrië] zegt dat de
brief aan de Hebreeën van Paulus is, en dat deze hem in het Hebreeuws voor de Hebreeën
heeft geschreven, doch dat Lukas hem zorgvuldig heeft vertaald en aan de Grieken heeft
overgeleverd. Vandaar dat men in de vertaling van die brief dezelfde schrijfstijl aantreft
als in Handelingen. Paulus
schreef in 1 Cor. 9:20: Ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te
winnen. Hij sprak de Joden in het Hebreeuws toe (Hand. 21:40). Verder in Hand. 22:2:
Toen zij nu hoorden, dat hij hen in de Hebreeuwse taal toesprak, hielden zij zich te
meer stil. In de dagen van de apostelen was Hebreeuws niet meer zo gangbaar. Aramees
was de eerste taal, gevolgd door het Grieks en daarna pas het Hebreeuws. De
geschiedenis leert ons dat Paulus zijn brief aan de Hebreeën in de Hebreeuwse taal
schreef hetgeen religieus gevoelig ligt bij de Joden. Hij toonde zich een Jood voor de
Joden. Maar de brief aan de Hebreeën werd vertaald door Lukas in het Grieks, de toen
gangbare wereldtaal. Deze geïnspireerde vertaling besloot God voor ons te
bewaren. Zie
wat de kerkhistoricus Eusebius ons in hoofdstuk 25 van boek VI meedeelt over het eerste
evangelie: Van de vier evangeliën, de enige evangeliën in de Kerk van God onder de
hemel waarover we willen spreken, werd het eerste geschreven door Mattheüs, eens een
tollenaar, later apostel van Jezus Christus, en het was toebereid voor de bekeerlingen uit
het Judaïsme, en geschreven in het Hebreeuws. Jerome
vertelt ons in zijn Het leven van Illustere Mannen, hfdst. 3: Mattheüs,
ook wel Levi genoemd, apostel en voorheen tollenaar, schreef een evangelie van Christus
dat aanvankelijk in het Hebreeuws werd geschreven voor de besnedenen in Judea die tot
geloof waren gekomen, maar dit werd naderhand vertaald in het Grieks
Het
werd in het Grieks vertaald voor de hele Gemeente van God. Dit in het Grieks vertaalde
evangelie van Mattheüs heeft God bewaard. Deze
twee (Hebreeën en Mattheüs) zijn de enige boeken van het Nieuwe Testament waarvan ooit
werd beweerd dat ze in het Hebreeuws of Aramees waren geschreven. Van de Aramese versie
van de Bijbel, zoals die vandaag bestaat, geeft men toe dat het een vertaling uit het
Grieks is. De Aramese tekst Sla Markus 15:34 eens
op. De Nederlandse vertaling van dit vers luidt: Markus 15:34 En op het negende uur riep Jezus
met luider stem: Eloï, Eloï, lama sabachtani, hetgeen betekent: Mijn God, mijn God,
waarom hebt Gij mij verlaten? De laatste helft van
vers 34 bewijst dat Markus het evangelie, met inbegrip van deze laatste woorden van
Jezus, in een andere taal schreef dan waarin Jezus sprak! De eigen woorden van Jezus
worden uit het Aramees aangehaald, maar in het Grieks vertaald. Laten we nu de Aramese
Vertaling eens bezien. Als Aramees de oorspronkelijke taal van het Nieuwe Testament zou
zijn, dan zou er geen aanleiding zijn in de Aramese tekst de woorden hetgeen
betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? toe te voegen, omdat
iedere Aramees sprekende de woorden van Jezus zonder vertaling zou hebben begrepen. Maar
in de Aramese vertaling van het Nieuwe Testament wordt het Grieks origineel exact
woord-voor-woord herhaald! Dit bewijst dat Aramees niet de oorspronkelijke taal van het
N.T. is geweest, maar een vertaling uit het Grieks. Er
zijn ten minste een dozijn plaatsen in het Nieuwe Testament, waarin Aramese woorden worden
aangehaald en voor de Grieks sprekende mensen in het Grieks vertaald. In de meeste
gevallen is in het Aramese Nieuwe Testament het oorspronkelijke Grieks opnieuw
woord-voor-woord vertaald! Nog
een voorbeeld is Johannes 1:42: Johannes 1:42 deze [Andreas] vond eerst zijn broeder Simon en zeide tot hem: Wij
hebben gevonden de Messias, wat betekent: Christus. Het
woord messias is de Griekse weergave van het Hebreeuwse woord masjiach,
gezalfde, en betekent dus hetzelfde als het Griekse Christos. Maar bij de
Grieks sprekende mensen was de betekenis van het woord Messias niet algemeen bekend;
daarom vertaalde Johannes het voor hen in het Griekse woord Christos, dat de
Gezalfde betekent. Sommige
sekten menen dat we alleen het woord masjiach behoren te gebruiken en nooit
het woord Christus. Hun standpunt is dat het woord Christus van de
Hindoegod Krishna afkomstig is. Christus is niet afgeleid van de naam van de
Hindoegod Krishna! Christus is een algemeen Grieks woord dat zalven betekent.
In het door God geïnspireerde Nieuwe Testament lezen we dat Jezus is de Christus. Zelfs de vijanden van
de vroege ware Gemeente van God noemden de discipelen christenen. Handelingen 11:26 En het geschiedde, dat zij [Barnabas
en Paulus] een vol jaar in de gemeente gastvrij
ontvangen werden en een brede schare leerden en dat de discipelen het eerst te Antiochië
Christenen genoemd werden. De
discipelen zouden geen christenen genoemd worden in de stad Antiochië als ze geen
volgelingen van Christus zouden zijn. Ze zouden dan bijv. de messianen genoemd worden. Ook
Petrus maakt het duidelijk. 1 Petrus 4:14 Indien gij door de naam van
Christus [Christos in het Grieks] smaad lijdt,
zijt gij zalig. De
Schrift gebruikt uitdrukkelijk de naam van Christus! En nu vers 16: Vers 16 Indien hij echter als Christen lijdt, dan
schame hij zich niet, maar verheerlijke God onder die naam. De
discipelen in de nieuwtestamentische Gemeente hadden niet kunnen lijden als
christenen tenzij zij de volgelingen waren van Christus! Laten
wij echter nogmaals degenen die over deze zaak wellicht verkeerd zijn ingelicht, duidelijk
maken dat de verering van Gods naam niet betekent dat men moet proberen Hebreeuws of
Grieks te spreken, of moet leren Gods naam in de oorspronkelijke bijbelse talen uit te
spreken! Valse kerken Lees nu eens de
opzienbarende voorspelling van Jezus in Mattheüs 24:4-5. Mattheüs 24:4 En Jezus antwoordde en zeide tot
hen: Ziet toe, dat niemand u verleide! 5 Want velen zullen komen onder mijn naam [met
gebruikmaking van zijn naam] en zeggen: Ik ben de
Christus, en zij zullen velen verleiden. Onder
wiens naam komen de velen? Komen zij onder enkele Hebreeuwse namen? Neen, zij
komen onder de naam van Christus onder de naam van Jezus. Jezus zei dat zij zijn
naam zouden gebruiken. Sla
nu Handelingen 4:10 op. Wat is de enige naam aan de mensen gegeven, waardoor wij
behouden moeten worden? Handelingen 4:10 dan moet aan u allen en het
ganse volk van Israël bekend zijn, dat door de naam van Jezus Christus, de Nazoreeër, die gij gekruisigd
hebt, maar die God heeft opgewekt uit de doden, dat door die naam deze hier gezond voor u
staat [de man die zojuist genezen was]. Vers 12 En de behoudenis is in niemand anders,
want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten
behouden worden. Volgens
het door God ingegeven Griekse Nieuwe Testament werd er geen andere naam gegeven waardoor
wij behouden kunnen worden dan de naam van Jezus Christus. Het Nederlandse
woord Jezus is een vernederlandste spelling van het Griekse woord
Iesous. Het Griekse woord voor Jezus (Iesous) is de Griekse omzetting van het
Hebreeuwse Jehosjua (Jozua) of Jeschua. De betekenis van het Hebreeuwse woord is: De
Eeuwige (JHWH) brengt redding. De naam Jezus is dus in werkelijkheid afgeleid
van JHWH! Op
vele honderden plaatsen in het Nieuwe Testament zijn de schrijvers door God geïnspireerd
om het Griekse woord Iesous te gebruiken als de persoonlijke naam van
Christus, de Messias! Of u aanvaardt de naam van Jezus als uw redder, of u gooit het
gehele Nieuwe Testament weg! Maar
zo redeneren de Hebreeuwse naam sekten is het Griekse woord
Iesous niet afgeleid van de heidense Griekse god Zeus? Dat is
volstrekt onjuist! In feite is zowel het Griekse woord Zeus als het Romeinse
woord Jupiter (Lat. Jovis) afgeleid van het
Hebreeuwse JHWH. Maar de Grieken en andere heidenen eigenden zich de namen van God toe en
verbonden ze aan hun afgoden! De oude Hebreeuws sprekende mensen deden hetzelfde door hun
afgoden el of elohim betekent God in het
Hebreeuws te noemen. De
naam Jezus is dus feitelijk afgeleid van JHWH! Jezus maakt duidelijk wat de
gevolgen zijn als iemand Hem zal verloochenen. Hij is de Jezus Christus, d.w.z. JHWH en de Messias. Mattheüs 10:33 maar al wie Mij verloochenen zal
voor de mensen, die zal ook Ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemelen is. Het christendom verkondigt een valse christus. Het Evangelie van
Jezus Christus is géén evangelie van mensen
over de persoon van Jezus Christus. Het evangelie van Christus is het Evangelie dat Christus
predikte, het Evangelie dat God middels Jezus ten behoeve van de mensheid zond! Hoe zijn
de miljarden mensen door de eeuwen heen misleid? Door simpel over de persoon
Christus te prediken een zalvende aanbidding en tegelijkertijd zijn
boodschap, zijn Evangelie van het Koninkrijk van God en zijn instructies aangaande Gods
geboden, te vervangen door heidens geloof terwijl over Christus wordt gepredikt. De
valse christelijke kerken maken gebruik van de naam van Christus maar weigeren te doen wat
Hij zegt. Ze misbruiken zijn naam. Het derde gebod zegt dat we Gods naam niet ijdel mogen
gebruiken! IJdel betekent: hol, inhoudloos, leeg, loos nietszeggend, hoogmoedig, vals. Gij zult de naam van de HERE, Mensen spreken graag
over godsdienst en over God, maar zij hebben geen ontzag voor zijn positie en zijn naam. Het
eerste en het tweede gebod van de Tien Geboden leren ons dat wij ons ervoor moeten hoeden
uit wat dan ook een god te maken, en die vervolgens in de plaats van de ware God te
stellen. En dat God ons gebiedt Hem rechtstreeks te aanbidden met Hem te
wandelen, met Hem te spreken, Hem werkelijk in geest en waarheid te kennen en te vereren
met vermijding van elke afbeelding, gelijkenis of fysiek voorwerp als
hulpmiddel bij de aanbidding of om ons aan de grote Schepper te
herinneren. Het
derde gebod betreft Gods naam, zijn ambt, zijn positie als de grote, soevereine Heerser
van het universum: Exodus
20:7 Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken, want de Here zal
niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt. Gods
naam onthult wie de God is die u aanbidt. Elke
naam of titel van God openbaart een kenmerk van het goddelijke karakter. Bij de
bestudering van Gods Woord leren wij met iedere nieuwe naam waarmee Hij zich openbaart,
nieuwe feiten aangaande Gods aard en karakter. Met andere woorden, God noemt zich naar wat
Hij is! Indien
men de naam van God gebruikt op een wijze die de ware betekenis en het karakter
van God loochent, dan overtreedt men het derde gebod. God zegt door Jesaja: Jesaja
48:1 Hoort dit, gij huis van Jakob, die u noemt met de naam Israël en die uit de
wateren van Juda voortgekomen zijt; die zweert bij de naam des Heren en die de God van
Israël belijdt, maar niet in waarheid en niet in gerechtigheid. De
mensen op wie deze profetie betrekking heeft, gebruiken de naam van God, maar geven geen
gehoor aan de openbaring van God die in zijn naam ligt opgesloten. En
hoe schokkend het ook mag klinken, veel godsdienstige mensen herhalen steeds opnieuw in
preken of gebeden de naam van God. Zij gebruiken Gods naam ijdel zonder enig
nut of doel! Het
oorspronkelijke gebod zegt: De Here zal niet onschuldig houden wie Zijn naam
ijdel gebruikt. Het Hebreeuwse woord dat hier met onschuldig wordt
weergegeven, kan ook worden vertaald met rein: De Here zal niet rein houden
wie Zijn naam ijdel gebruikt. Het criterium van geestelijke reinheid is iemands
houding jegens de naam van God! Men is rein of onrein naar gelang men de naam van God in
waarheid dan wel in ijdelheid gebruikt. Begrijpt u wat dit betekent? Het duidt er stellig
op dat iemand die op grond van oprechte religieuze twijfels de naam van God
uit zijn woordenboek heeft geschrapt, er beter aan toe is dan de belijdende christen die
voortdurend over God praat, maar Hem in zijn dagelijks leven loochent! In
het Onze Vader wordt ons opgedragen Gods naam te heiligen. En het derde gebod,
waarover wij het hier hebben, heeft direct te maken met het tonen van het juiste respect
voor de naam van God. Een van de tien hoofdpunten van Gods eeuwige, geestelijke wet is
hieraan gewijd! Weet
u werkelijk hoe God is? Hebt u respect voor zijn uiteenlopende functies en zijn naam zoals
u behoort te hebben? Sla
uw bijbel op en ga het eens na! Genesis
1:1 In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Doordat
God de Schepper is, is Hij tevens de Heerser over zijn schepping. Wij zien dat God,
onmiddellijk nadat Hij de eerste man en vrouw had geschapen, hun een zegen en een gebod
gaf: Genesis
1:28 En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk;
vervult de aarde en onderwerpt haar
Ja,
de ware God is Heerser en u dient Hem te gehoorzamen, omdat Hij u heeft geschapen
en u elke ademtocht geeft! In
zijn omgang met Abraham noemt God zich soms El Sjaddaj, hetgeen God, de
Almachtige betekent. God is de bron van alle macht! Zijn naam moet in ere
worden gehouden, want deze staat voor Hem die de bron is van alle kracht, alle macht en
alle gezag. God
heeft altijd bestaan en zal altijd bestaan om zijn zegeningen, zijn beloften en zijn
verbond met zijn volk te volbrengen! Onze God is de Eeuwige de Volkomen
Zelfstandige. In
zijn gehele Woord wordt Gods naam in verband gebracht met zijn kenmerkende eigenschappen:
zijn macht, zijn eeuwige bestaan, zijn barmhartigheid, zijn trouw, zijn wijsheid, zijn
liefde. Lees hoe de profeet David Gods naam met zijn scheppingsmacht in verband brengt: Psalmen
8:2 O Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde, Gij, die uw
majesteit toont aan de hemel. 3 Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij
sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen
verstommen. 4 Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren,
die Gij bereid hebt: 5 Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind,
dat Gij naar hem omziet? Hier
blijkt dat God zijn majesteit toont aan de hemel. Vervolgens laat David zien dat God de
hemel, de aarde en de mens heeft geschapen. Geen wonder dat Gods naam en ambt moeten
worden geëerbiedigd! In
ons dagelijkse spraakgebruik vervloeken velen van ons de naam van onze Schepper en onze
God! Wij gebruiken onze levensadem om de naam te vervloeken en te verwensen van juist
degene die ons het leven geeft en de ademtocht waarmee wij zijn naam vervloeken! In een
uitdrukking die verschrikkelijk veel wordt gebruikt, wordt God gevraagd iemand te
verdoemen. Arm en rijk gebruiken allen even vlot en gemakkelijk deze
verachtelijke vloek, en denken vaak hiermee hun mannelijkheid te bewijzen of
tegen iets opgewassen te zijn! Toch zal het moeilijk zijn ook maar één normaal mens te
vinden die dit verzoek in zijn volle, vreselijke betekenis uitgevoerd zou willen zien. Het
bezigen van deze uitdrukking is het lichtvaardig gebruiken van de naam van onze God
Hem vragen iets te doen wat Hij nooit van plan is geweest. God
heeft nooit iemand verdoemd zoals men dat schijnt te denken! Deze gedachte is
een afschuwelijke ketterij! Gods werk is het werk van behoud, en God zal geen mens het
eeuwige leven onthouden, tenzij die mens opzettelijk en uit eigen vrije wil Gods weg
afwijst. God
zegt: Op zulken sla Ik acht: op de ellendige, de verslagene van geest en wie voor
mijn woord beeft (Jes. 66:2). Hetzelfde kan worden gezegd over het diepe respect en
het goddelijke ontzag dat wij behoren te hebben voor Gods naam, die direct Gods karakter,
zijn Woord en zijn doeleinden vertegenwoordigt. Vloekwoorden
met Gods naam erin is een minachting voor de Eeuwige God en de mens. Maar is zweren een
vorm van respect voor God? Moet men zweren? De
mensen zijn tegenwoordig niet alleen gewend op profane wijze te vloeken en Gods naam aan
te roepen om hun verwensingen kracht bij te zetten, maar in een aantal landen bestaan er
ook veel juridische formaliteiten waarbij Gods naam wordt aangeroepen in de vorm van een
eed. Jezus
Christus zei: Mattheüs
5:34 Maar Ik zeg u, in het geheel niet te zweren: bij de hemel niet, omdat hij de
troon van God is; 35 bij de aarde niet, omdat zij de voetbank zijner voeten is; bij
Jeruzalem niet, omdat het de stad van de grote Koning is. Gods
naam is zo heilig, dat ons wordt geboden die niet aan te roepen om onze woorden of onze
eed kracht bij te zetten! Gelukkig kent ons land veel religieuze voorrechten, zoals
godsdienstvrijheid. Ofschoon diverse openbare instanties u bij gelegenheid zullen vragen
de rechterhand te heffen en te zweren, realiseert men zich algemeen dat
hiertegen bezwaren kunnen bestaan; daarom kunt u het woord beloven gebruiken
in plaats van te zweren. En
in feite is, zoals wij allen zouden moeten weten, de eenvoudige bevestiging of formele
verklaring van een godvrezend christen veel betrouwbaarder dan tienduizend eden uit de
mond van een leugenaar in de getuigenbank! De bespotting die sommige zakenlieden, politici
en zelfs hoogleraren hiervan maken door in de getuigenbank Gods naam ijdel te gebruiken,
levert overvloedig bewijs van deze bewering! Hoe
zit het met religieuze titels? Sprekend
over het gebruik van bepaalde uitdrukkingen als religieuze titel zei Christus: Mattheüs
23:9 En gij zult op aarde niemand uw vader noemen, want één is uw Vader, Hij, die
in de hemelen is. Ofschoon
in sommige grote godsdienstige organisaties dit gebod op flagrante en in het oog
springende wijze wordt genegeerd, is deze uitspraak van Gods Woord volkomen duidelijk voor
iedereen die wil gehoorzamen. Onze
enige geestelijke Vader is God! Elk gebruik van dit woord als religieuze titel voor een
mens is niet minder dan een directe godslastering van de Schepper, die alle mensen heeft
geschapen ook de zwakke, vergankelijke menselijke wezens die zich op schaamteloze
wijze een naam die een goddelijke titel is toe-eigenen. Natuurlijk
behoren wij onze menselijke vader vader te noemen, zoals God dit zelf in het
vijfde gebod doet. Op
grote schaal misbruiken zogenaamde christenen Gods naam, terwijl ze weigeren Hem te
gehoorzamen. Dat is de meest algemene zonde. Toen
Hij zijn discipelen, en ons als christenen, leerde bidden, zette Jezus Christus de juiste
wijze uiteen waarop wij de Almachtige God moeten benaderen en de houding van eerbied die
wij voor zijn ambt en zijn naam dienen te hebben. In de eerste regels van wat doorgaans
het Onze Vader wordt genoemd, zijn in sommige bijbelvertalingen
hoogstwaarschijnlijk verkeerde leestekens geplaatst. Na de aanroep Onze Vader die in
de hemelen zijt waarmee de mens zich tot God richt volgen er drie met
elkaar samenhangende verzoeken, waarna een zinsdeel volgt dat op alle drie verzoeken slaat
en niet uitsluitend op het laatste. De correcte weergave is als volgt: Onze Vader
die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd, uw Koninkrijk kome, uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Het zinsdeel gelijk in de hemel alzo
ook op de aarde heeft niet uitsluitend betrekking op uw wil geschiede,
maar eveneens op uw Koninkrijk kome en uw naam worde geheiligd. Deze
gedachten, vervat in wat het Onze Vader wordt genoemd het heiligen van Gods naam, de komst
van zijn Koninkrijk en het geschieden van zijn wil zijn eenvoudig verschillende fasen van
dezelfde zaak. Iemand heiligt immers Gods naam door zich aan zijn Koninkrijk en regering
te onderwerpen, zijn wil te doen en zijn wetten te gehoorzamen. Jezus
vroeg: Lukas
6:46 Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg? Bidden
zonder gehoorzaamheid is een subtiele vorm van godslastering! De
zogenaamd religieus ingestelde mensen die wel over godsdienst en God spreken, maar
weigeren zijn Woord en zijn wet te gehoorzamen, zijn schuldig aan een grotere zonde dan
degene die toegeeft volgens een vleselijke levenswijze te leven, maar die zich niet anders
voordoet dan hij is. De hypocrisie van religieuze groeperingen en godsdienstige mensen is
oneindig veel erger dan de goddeloosheid van de straat. God prijzen en dit vervolgens
tegengaan door zich te verzetten tegen zijn wegen en wetten is zeer beslist godslasterlijk
het is het ijdel gebruiken van Gods naam! Een
geestelijke of iemand anders die welsprekend en met vrome houding predikt en bidt, maar
vervolgens het kleinste van Gods geboden overtreedt (Matth. 5:19), die lastert God terwijl
hij bidt! Maar zelfs al weet hij de wereld te bedriegen, God zal hij nooit kunnen
bedriegen! Sprekend
over de godsdienstijveraars van zijn tijd, die weigerden zich volledig aan de
wil en de wet van God te onderwerpen, verklaarde Jezus: Markus
7:6 Maar Hij zeide tot hen: Terecht heeft Jesaja van u, huichelaars, geprofeteerd,
zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van
Mij. 7 Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van
mensen zijn. Op
gelijke wijze belijden ook vandaag velen met de mond geloof in God, maar hun aanbidding is
ijdel! Mattheüs
7:21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen
binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. God
geve u de bereidheid zijn wil en wet te gehoorzamen! God moge u leren Hem in geest en in
waarheid te aanbidden en zijn grote naam te eerbiedigen want deze vertegenwoordigt
zijn scheppingskracht, zijn wijsheid, zijn trouw, zijn liefde en goedheid, zijn geduld en
grenzeloze barmhartigheid. Deze naam vertegenwoordigt het karakter en de positie en de
waardigheid van de grote God, die de leiding heeft over het universum! Wat is de geslachtsnaam Sla nu Psalm 83:19 op. Psalmen 83:19 opdat zij weten, dat alleen uw naam
is: HERE [JHWH], de allerhoogste over de ganse
aarde. In
dit vers staat niet, zoals sommigen beweren, dat de Schepper slechts één naam heeft; het
verklaart duidelijk dat onder alle (zelf gemaakte) goden alleen het scheppende Gezin van
God JHWH of de Eeuwige is. Maar
wist u dat de Vader in de hemelen ook een familie- of geslachtsnaam heeft? In Efeze
3:14-15 lezen we: Efeziërs 3:14 Om die reden buig ik mijn knieën
voor de Vader, 15 naar wie alle geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt. Het
woord geslacht is een vertaling van het Griekse woord patria, hetgeen betekent: geslacht dat teruggaat op
een voorouder, afkomst. Jezus Christus is de Zoon van de Vader. Een zoon draagt de
achternaam of familienaam van zijn vader. Jezus
zei in Johannes 5:43: Johannes 5:43 Ik ben gekomen in de naam mijns Vaders en gij neemt Mij niet
aan
Wat
was de familienaam van Jezus? Let op het verrassende antwoord in Johannes 10:36: Johannes 10:36 zegt gij dan tot Hem, die de Vader
geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert, omdat Ik heb gezegd: Ik ben Gods Zoon? Jezus
beweerde Gods Zoon te zijn. Ook wij mogen kinderen Gods genoemd worden. 1 Johannes 3:1 Ziet, welk een liefde ons de Vader
heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het [ook]. Daarom kent de
wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. Het
allerhoogste, goddelijke, alles overheersende geslacht is het Geslacht Gods! Het Gezin van
God! Het is het Geslacht of het Koninkrijk van God. Jezus evangelie zijn
gehele boodschap handelde over het Koninkrijk of het Gezin van God en hoe u daarin
geboren kunt worden. Zijn hele Boodschap gaat over de goddelijke naam GOD. Voordat
Jezus werd gekruisigd, bad Hij dat zijn volgelingen in de Naam van de Vader zouden worden
bewaard. Zie ook Johannes 17:11-12: Johannes 17:11 En Ik ben niet meer in de wereld,
maar zij zijn in de wereld en Ik kom tot U. Heilige Vader, bewaar hen in uw naam, welke Gij Mij gegeven hebt,
dat zij één zijn zoals Wij. 12 Zolang Ik bij hen was, bewaarde Ik hen in uw naam, welke Gij Mij gegeven hebt. Wat
is de naam van de Vader waarin de nieuwtestamentische gemeente moet worden bewaard? De
naam GOD. In twaalf passages in het Nieuwe Testament wordt de naam van de
Gemeente genoemd de gemeente Gods. Paulus schreef: 1 Corinthiërs 1:2 aan de gemeente Gods te
Korinte. Paulus
schreef aan de bekeerde heidenen te Thessalonica: 1 Thessalonicen 2:14 Want gij, broeders, zijt
navolgers geworden van de gemeenten Gods in Christus Jezus, die in Judea zijn. Óf
het gehele Nieuwe Testament is bedrog en moet verworpen worden, óf de juiste naam van de
Gemeente is de gemeente Gods of Gemeente van God! GOD is de
geslachts- of familienaam van het goddelijke Koninkrijk. De
Hebreeuwse naam JHWH het Griekse Kyrios de Eeuwige of
HEER in het Nederlands is maar één van de vele aan God de Vader gegeven
persoonsnamen. Het is ook een van de persoonsnamen van de Zoon, omdat beiden eeuwig zijn.
De gehele boodschap van Jezus Christus, het Evangelie, was de boodschap over het Gezin van
God met de naam van God. Jezus
Christus kwam in de naam van God, zijn Vader. Hij noemde zichzelf herhaalde malen de
Zoon van God. Johannes 11:4 Toen Jezus het hoorde, zeide Hij:
Deze ziekte is niet ten dode, maar ter ere Gods, opdat de Zoon van God erdoor verheerlijkt
worde. Johannes 9:35 (Statenvert.) Jezus hoorde, dat zij hem uitgeworpen hadden,
en hem vindende, zeide Hij tot hem: Gelooft gij in den Zoon van God? Mattheüs 16:16 Simon Petrus antwoordde en zeide:
Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God! 17 Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij,
Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in
de hemelen is. Markus 1:1 (Statenvert.) Het begin des Evangelies van JEZUS CHRISTUS, den
Zoon van God. Jezus
kwam om de naam van zijn Vader te dragen Gods Zoon, de Zoon van God. De
gehele boodschap van Jezus, die Hij uitsprak in de Naam des HEREN of op
zijn gezag was om uit te leggen dat de naam God het Hebreeuwse
elohim een familienaam is. Zijn evangelie of blijde boodschap is de boodschap, dat
ook wij die naam God mogen dragen, dat wij kinderen Gods genoemd mogen worden
en opnieuw geboren mogen worden. Let erop, dat ook de Gemeente vandaag de dag
de Naam van de Vader draagt. Van deze Gemeente, voor wie Jezus Christus deuren heeft
geopend ter verkondiging van zijn evangelie, zijn Boodschap, aan de gehele wereld, zei
Hij: Openbaring 3:8
gij hebt mijn woord bewaard
en mijn naam niet verloochend. Gods
Gemeente wordt daarom de Gemeente van God genoemd. En
zij die Gods naam niet willen uitspreken of schrijven ze schrijven bijv. G'd
verloochenen zijn naam. Op vele plaatsen in de Bijbel zegt God dat we zijn naam moeten
aanroepen en eren. Maar niet IJdel! God kan niet bedoelen dat we zijn naam niet mogen
uitspreken, maar toch moeten aanroepen. Joël 2:32 En het zal geschieden, dat ieder die
de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal
ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die
de HERE zal roepen. Ieder
die de naam des Heren aanroept zal behouden worden. Wie meent dat het uitspreken van die
Naam verboden is, is verloren! God is een gezin Het is nu duidelijk: God
is een gezin. De naam van dat gezin is God. God is de familienaam: het gezin
God. Het plan van God behelst een ontzagwekkende uitbreiding tot het grootste en
volmaaktste gezin. Daarom is de mens gemaakt naar Gods evenbeeld en gelijkenis, want ieder
mens wordt de mogelijkheid geboden om deel uit te gaan maken van dat Gezin. God de Vader
is de hoogste autoriteit van het Gezin en Jezus Christus is de oudste broer van de
gemeenteleden. Waneer de kinderen van God veranderen in geest bij de komst van Christus,
vormen ze het Koninkrijk van God, de geestelijke familie van God. De Gemeente is eveneens
de toekomstige Bruid van Christus. De Bruid krijgt de naam van haar man, dezelfde naam die
Hij van zijn Vader heeft gekregen: God. Johannes 1:12 Doch allen, die Hem aangenomen
hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; 13 die niet uit
bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn. In
oorsprong bestond God (elohim, mv.) uit twee
wezens. Liefde manifesteert zich tussen twee of meer wezens of personen. God is liefde.
Zijn geboden zijn een uiting van liefde. Het Woord, dat later Jezus Christus werd, was de
woordvoerder die zich manifesteerde als de God in het Oude Testament en door wie alles tot
stand gekomen is. Hij deed en doet de wil van de Vader die nog niemand heeft gezien dan
alleen Jezus. Johannes 6:46 Niet, dat iemand de Vader gezien
heeft; alleen die van God komt [Jezus], die
heeft de Vader gezien. Het
goddelijke wezen dat Mozes van achteren mocht zien was niet de Vader, maar het lid van het
Gezin dat later Jezus werd. Exodus 33:18 Maar hij [Mozes] zeide [tegen God]: Doe mij toch uw heerlijkheid zien. 19 Hij nu zeide: Ik zal mijn luister aan u doen
voorbijgaan en de naam des HEREN voor u uitroepen... 20 Hij zeide: Gij zult mijn
aangezicht niet kunnen zien, want geen mens zal Mij zien en leven. 21 De HERE zeide:
Zie, bij Mij is een plaats, waar gij op de rots kunt staan; 22 wanneer mijn
heerlijkheid voorbijgaat, zal Ik u in de rotsholte zetten en u met mijn hand bedekken,
totdat Ik ben voorbijgegaan. 23 Dan zal Ik mijn hand wegnemen en gij zult Mij van
achteren zien, maar mijn aangezicht zal niet gezien worden. Exodus 34:5 En de HERE [JHWH] daalde neder in een wolk, stelde Zich daar bij hem en
riep de naam des HEREN [JHWH] uit. 6 De HERE [JHWH] ging aan hem voorbij en riep: HERE [JHWH], HERE [JHWH], God
Deze
HERE was niet God de Vader, want geen mens heeft Hem ooit gezien, maar de God die later
Jezus Christus werd, de geestelijke Rots die Israël door de woestijn leidde. 1 Corinthiërs 10:4 en allen dezelfde geestelijke
drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die
rots was de Christus. Christus
was de woordvoeder, het Woord. En het Woord was God. Johannes 1:1 In den beginne was het Woord en het
Woord was bij God en het Woord was God. Vers 3 Alle dingen zijn door het Woord
geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. Vers 14 Het Woord is
vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd,
een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid. Aan
de Gemeente wordt beloofd om voor altijd Gods naam te dragen, zoals een zoon de naam van
de Vader houdt. Openbaring 3:12 Wie overwint, hem zal Ik maken tot een
zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de
naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn
God, en mijn nieuwe naam. Ja,
God is de familienaam van het Gezin van de Vader en alleen door zijn Zoon
Jezus kunnen we geboren worden in dat Gezin, het gezin God. Het
wordt tijd, dat wij de Bijbel geloven en dat de Eeuwige God niet meer de onbekende God is
en dat we erkennen dat God GOD is! |