Voor literatuurlijst klik hier.
Waar heeft God zijn naam gevestigd?
Wat betekent dat, de naam vestigen? Dat is een belangrijke vraag, want alleen daar waar God zijn naam heeft gevestigd, kan Hij worden aanbeden. Alleen daar is omgang met Hem mogelijk. Waar is dan de door God verkozen plaats om Hem te aanbidden? Als een
familie in een bepaalde plaats woont, heeft zij daar haar naam gevestigd. Als een bedrijf
in een andere plaats een filiaal opent, vestigt het daar zijn naam. Johannes 4:20 Onze vaderen hebben op deze berg aangebeden en gijlieden zegt, dat te Jeruzalem de plaats is, waar men moet aanbidden. De heidense
Samaritanen aanbaden op hoogten, ook op de berg waar Jezus en de Samaritaanse vrouw waren.
Maar, vraagt zij, wat is de juiste plaats om te aanbidden, hier op deze
berg of te Jeruzalem? Deuteronomium 12:1 Dit zijn de inzettingen en de verordeningen, die gij naarstig zult onderhouden in het land dat de HERE, de God uwer vaderen, u gegeven heeft om het te bezitten, zolang gij op de aardbodem leeft. Het land
Kanaän had God uitverkoren voor Israël, een vruchtbaar land dat God een land
vloeiende van melk en honig noemde. Hij vestigde daar zijn naam. Vers 2 Gij zult alle plaatsen volkomen vernietigen, waar de volken, wier gebied gij in bezit neemt, hun goden gediend hebben, op hoge bergen en op heuvels en onder elke groene boom. 3 Gij zult hun altaren afbreken, hun gewijde stenen verbrijzelen, hun gewijde palen met vuur verbranden, de gesneden beelden van hun goden omhouwen en hun naam van die plaats doen verdwijnen. Waarom moesten alle plaatsen volkomen vernietigd worden? Waarom hun altaren afbreken, hun gewijde stenen verbrijzelen, hun gewijde palen met vuur verbranden, de gesneden beelden van hun goden omhouwen? Waarom zelfs de namen van goden in die plaatsen uitwissen? Vers 4 Niet alzo zult gij de HERE, uw God, dienen. Om er zeker
van te zijn dat de ware God niet op die manier gediend zal worden. Alles moest uitgewist
worden. De eerste rigoureuze vernietiging vond plaats in Jericho. Niets mocht er
overblijven, niets was bruikbaar. 1 Corinthiërs 2:12 Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is. 13 Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken. 14 Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is. Het geestelijke Huis van God nú, wordt door Paulus vergeleken met het uitverkoren volk Israël. God dicteerde eenheid en geen verschillende stromingen en bloedgroepen zoals de huidige christelijke wereld misleidend predikt, omdat ze de realiteit van verdeeldheid een interessante status wil geven. Satan heeft voor elk wat wils. Maar wat zien we onder Gods volk? 1 Corinthiërs 10:3 allen hetzelfde geestelijke voedsel aten, 4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit één geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus. Eerst heeft God een fysieke gemeente gevestigd om daar zijn naam te vestigen (het oudtestamentisch Israël), als type van de huidige geestelijke gemeente waar Hij zijn naam gevestigd heeft. 1 Corinthiërs 15:46 Doch het geestelijke komt niet eerst,
maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke. Dit Huis is één in alle opzichten. Markus 3:25 En indien een huis tegen zichzelf verdeeld is, zal dat huis niet kunnen bestaan. In het leven van iemand die geroepen wordt in Gods Gemeente moet alles wat met valse religie en gebruiken van Satan te maken heeft, worden vernietigd. Deut. 12:1-4 is daarom in geestelijk opzicht geheel van toepassing op de Gemeente van God. Ook de volgende verzen zijn van toepassing op Gods Gemeente nú. Deuteronomium 12:6 Daarheen [in Gods Gemeente] zult gij brengen uw brandoffers en slachtoffers, uw tienden en uw wijgeschenken, uw gelofteoffers en uw vrijwillige offers, de eerstgeborenen van uw runderen en van uw kleinvee. Eten en verheugen in vers 7 duidt ook op de feesten. Vers 7 Daar [in de Gemeente van God] zult gij eten voor het aangezicht van de HERE, uw God,
en u verheugen, gij en uw huisgezinnen, over alles wat gij ondernomen hebt, waarin de
HERE, uw God, u gezegend heeft. Het
beloofde land was apart gezet en speciaal bestemd voor de Israëlieten. Het is niet alleen
een type van het komende Millennium, maar ook van de Gemeente van God nú. Deze
organisatie heeft God afgezonderd voor de geestelijk Israëlieten. Het land kreeg als
hoofdstad Jeruzalem waar de leiding namens God was gevestigd. In geestelijk opzicht heeft
de Gemeente dezelfde structuur. Het oude Israël ging voor de feesten naar Jeruzalem waar
God zijn naam had gevestigd. Die feesten worden nu ín de Gemeente gevierd, daar heeft God
zijn naam gevestigd. Vers 10 Maar wanneer gij de Jordaan zult zijn overgetrokken en woont in het land dat de HERE, uw God, u zal doen beërven, en Hij u rust geeft van al uw vijanden aan alle kanten, en gij veilig woont; 11 dan zult gij naar de plaats, die de HERE, uw God, verkiezen zal om daar zijn naam te doen wonen, alles brengen, wat ik u gebied: uw brandoffers en slachtoffers, uw tienden en wijgeschenken en de gehele keur der geloften, die gij de HERE doen zult. Binnen de Gemeente heeft God dezelfde organisatie gegeven. Vers 13 Neem u ervoor in acht, dat gij uw brandoffers niet brengt op elke willekeurige plaats; 14 maar op de plaats die de HERE in het gebied van één uwer stammen verkiezen zal, daar zult gij uw brandoffers brengen, en daar zult gij doen alles wat ik u gebied. Ook vers 18 leert ons dat we Gods feesten in de Gemeente vieren. Vers 18 Maar voor het aangezicht van de HERE, uw God [God is ín de Gemeente], zult gij ze eten, op de plaats die de HERE, uw God, verkiezen zal, gij en uw zoon en uw dochter, uw dienstknecht en uw dienstmaagd, en de Leviet, die binnen uw poorten woont, en gij zult u verheugen voor het aangezicht van de HERE, uw God, over alles wat gij ondernomen hebt. Israël
vierde de feesten in Jeruzalem. De Gemeente van God heeft in de loop der jaren in
verschillende plaatsen de feesten gevierd. Maar dat zijn fysieke plaatsen. De Gemeente van
God aanbidt echter in geest. De Gemeente is het geestelijk Jeruzalem. De gelovigen
verblijven als bijwoners in verschillende landen. Ze hebben nog geen eigen
land zoals fysiek Israël destijds. Zij wonen hier in een tijdelijke woning en daar
herinnert het Loofhuttenfeest ons jaarlijks aan en geeft tevens uitzicht op een vaste
woning bij God in de Wereld van Morgen. Handelingen 7:6 En God sprak aldus, dat zijn nakomelingen [van Abraham; de gelovigen zijn de geestelijke nakomelingen] bijwoners zouden zijn in een vreemd land [Egypte, een type van de zondige wereld] en dat zij hen knechten en mishandelen zouden vierhonderd jaren; 7 maar het volk, dat zij dienen zullen, zal Ik oordelen, sprak God, en daarna zullen zij uittrekken en Mij vereren aan deze plaats. De mensen die nu door God zijn afgezonderd, zijn nu bijwoners in deze wereld. Galaten 1:15 Maar toen het Hem, die mij van de schoot mijner moeder aan afgezonderd en door zijn genade geroepen heeft, behaagd had De wereld heeft Gods volk vaak en ernstig vervolgd. Maar God zal ook deze wereld oordelen en dan zullen de geroepenen daar uittrekken. En Israël zou na de uittocht wanneer ze eenmaal in het beloofde land zouden wonen, God vereren in de plaats waar de Joden in Handelingen luisterden naar de toespraak van Stefanus en dat was Jeruzalem. En daar vereerde Israël hun God en de nieuwtestamentische gelovigen vereren dezelfde God in het geestelijke Jeruzalem. En daar zijn zij géén bijwoners. Daar heeft God zijn naam gevestigd. Efeziërs 2:19 Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. 21 In Hem wast elk [Gr.: het gehele] bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, 22 in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest. Het Huis van God is zijn geestelijke Tempel, zijn Gemeente. 1 Corinthiërs 3:16 Weet gij niet, dat gij Gods
tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? 17
Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat
zijt gij, is heilig! Hebreeën 11 noemt een aantal gelovige mensen Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Isaäk, Jakob, Jozef, Mozes, Rachab, Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten die beseften dat ze bijwoners waren op aarde met een belofte. Hebreeën 11:13 In [dat] geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Vers 16 maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid. Ook de offeranden van de drie seizoenen worden gebracht bij de leiding van de Gemeente. Terug naar Deuteronomium 12. Deuteronomium 12:26 Doch wat gij aan heilige gaven hebt en uw gelofteoffers, die zult gij met u meenemen naar de plaats die de HERE verkiezen zal. Nog een Schriftgedeelte dat leert dat God bepaalt waar de juiste plaats is voor de feesten. En de feesten zijn alleen voor Gods volk. Deuteronomium 15:20 Voor het aangezicht van de HERE, uw God, zult gij ze jaar op jaar eten op de plaats die de HERE verkiezen zal, gij met uw huisgezin. God heeft
op aarde een wettelijk orgaan waar Hij woont, waar zijn wetten worden onderhouden en zijn
feesten worden gevierd. Deuteronomium 16:5 Gij zult het Pascha niet mogen slachten in één der steden, die de HERE, uw God, u geven zal. 6 Maar op de plaats die de HERE, uw God, verkiezen zal om zijn naam daar te doen wonen, zult gij het Pascha slachten, tegen de avond, als de zon ondergaat, op het tijdstip van uw uittocht uit Egypte. De plaats waar het Feest der Weken (Feest van de Eerstelingen) moet worden gevierd is de Gemeente van God. Dat is de wettelijke plaats. Vers 10 Dan zult gij het feest der weken vieren ter ere van de HERE, uw God, naar de mate van de gaven, die gij vrijwillig geven zult, naar dat de HERE, uw God, u gezegend heeft; 11 gij zult u verheugen voor het aangezicht van de HERE, uw God, gij met uw zoon en uw dochter, uw dienstknecht en uw dienstmaagd, met de Leviet, die binnen uw poorten woont, en met de vreemdeling, de wees en de weduwe, die in uw midden zijn, op de plaats die de HERE, uw God, verkiezen zal om zijn naam daar te doen wonen. De naam van God woont in zijn Gemeente. De Gemeente is de wettelijke plaats. Daarom wordt ook het Loofhuttenfeest daar gevierd. Vers 13 Het loofhuttenfeest zult gij zeven dagen vieren, wanneer gij de opbrengst hebt ingezameld van uw dorsvloer en van uw perskuip. 14 Gij zult u verheugen op uw feest, gij met uw zoon en uw dochter, uw dienstknecht en uw dienstmaagd, met de Leviet, de vreemdeling, de wees en de weduwe, die binnen uw poorten wonen. 15 Zeven dagen zult gij feest vieren ter ere van de HERE, uw God, op de plaats die de HERE verkiezen zal; want de HERE, uw God, zal u zegenen in heel uw oogst en in al het werk uwer handen, zodat gij waarlijk vrolijk kunt zijn. God had Jeruzalem uitgekozen als regeringszetel van Israël. Daar stond het koninklijk paleis en de tempel, de symbolische woning van God. In het Nieuwe Testament wordt Gods Gemeente de tempel van God genoemd. 1 Koningen 11:36 Aan zijn zoon zal Ik echter een stam geven, opdat mijn knecht David altijd een lamp voor mijn aangezicht hebbe in Jeruzalem, de stad die Ik Mij verkoren heb om mijn naam daar te vestigen. Jeruzalem is de plaats waar God zijn naam had gevestigd en dat zal weer zo zijn in het komende Millennium. Zacharia 14:9 En de HERE zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de HERE de enige zijn, en zijn naam de enige. Vers 16 Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de HERE der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren. Jeruzalem
zal de plaats zijn om zich voor God neer te buigen en het Loofhuttenfeest te vieren, want
in Jeruzalem zal God zijn. Psalmen 135:21 Geprezen zij de HERE uit Sion, Hij, die te
Jeruzalem woont. Halleluja. Voor onze
tijd betekent dat dat de Gemeente van God de wettelijke plaats is waar Gods wet bekend
gemaakt en onderwezen wordt en geleefd wordt naar die wet en de wettelijke plaats is, waar
des HEREN woord, het evangelie van
het Koninkrijk van God, wordt verkondigd. Joël 2:32 En het zal geschieden, dat ieder die de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die de HERE zal roepen. De bedoeling van God en het oude Israël was dat Israël in Kanaän bleef wonen zolang ze op de aardbodem leefden. Dat hebben we gelezen in Deut. 12:1. Deuteronomium 12:1 Dit zijn de inzettingen en de verordeningen, die gij naarstig zult onderhouden in het land dat de HERE, de God uwer vaderen, u gegeven heeft om het te bezitten, zolang gij op de aardbodem leeft. God zou hen
zegenen met rijke oogsten, beschermen tegen aanvallen van andere volken. Ze zouden in
vrede wonen. Maar er was een voorwaarde. Ze moesten God trouw blijven. In alles. Trouw zou
beloond worden met voorspoed, economische welvaart, geluk en vrede, maar ontrouw zou
bestraft worden. God is geduldig, maar toen het volk in de zonde bleef en afgoden naliep,
liet God het toe dat de twaalf stammen door vijandige volken werden gevangen genomen en
uit hun door God gegeven land werden verwijderd. 1 Corinthiërs 10:11 Dit is hun overkomen tot een voorbeeld [voor ons] en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is. Als iemand verwijderd wordt uit de Gemeente, wordt hij afgesneden van God, want God woont in zijn Gemeente, in zijn tempel. Velen hebben zichzelf verwijderd van de Gemeente en dus van God, zonder dat zij dat besef hebben. Zonde maakt blind. Door de eeuwen heen heeft God zijn Gemeente los moeten maken van mensen die afgoden zijn gaan dienen. Ook in onze tijd. Hoewel deze ontrouwe mensen nog steeds roepen dat ze de Heer, Jezus Christus, dienen. Anderen die slechts uiterlijk Gods geboden houden, hebben zich ook van Gods ware heiligen afgekeerd. Zij gaan door met hun papieren waarheid over Jezus Christus. Zij hebben zich laten leiden door Satan. Ze zijn in de fase van de Filadelfia gemeente binnengedrongen en beweerden dat ze Joden zijn, d.w.z. uitverkorenen, die beweren de wet goed te kennen en dus zichzelf rechtvaardig achten. Openbaring 3:9 Zie, Ik geef sommigen uit de
synagoge des satans, van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar
liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen en zich nederwerpen voor uw voeten, en
erkennen, dat Ik u heb liefgehad. Wat is de conclusie? Romeinen 8:9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe. Vers 14 Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods. Nog eens terug naar het gesprek tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw. Johannes 4:20 Onze vaderen [de Samaritanen die een mengeling van Gods wetten en heidense wetten hadden gemaakt, zoals het christendom] hebben op deze berg aangebeden [de heidense Samaritanen aanbaden op hoogten, ook op de berg waar Jezus en de Samaritaanse vrouw stonden. Maar, vraagt zij, wat is de juiste plaats om te aanbidden, hier op deze berg of te Jeruzalem?] en gijlieden zegt, dat te Jeruzalem de plaats is, waar men moet aanbidden. Maakt het iets uit? Zijn niet in allerlei zich christelijk noemende kerken en denominaties ware gelovigen? Wie die mening is toegedaan raden we aan het voorgaande aan de hand van de Bijbel nog eens zorgvuldig te lezen. Vers 21 Jezus zeide tot haar: Geloof Mij, vrouw, de ure komt, dat gij noch op deze berg, noch te Jeruzalem de Vader zult aanbidden [het is niet een fysieke plaats]. 22 Gij aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat wij weten, want het heil is uit de Joden [in nieuwtestamentische zin: het heil is uit de uitverkorenen en die vormen Gods Gemeente en natuurlijk is Jezus, ons heil, fysiek als Jood geboren]; 23 maar de ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders; 24 God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid. Gods
gemeente is een geestelijke plaats van aanbidding zei Jezus en daar heeft God zijn naam
gevestigd en daarom draagt zij Gods naam: Gemeente van
God! |