|
Voor literatuurlijst klik hier.
OP KOMST
EEN NIEUW ROMEINS RIJK!
Momenteel is een economisch en politiek machtsblok in opkomst waarvan
geprofeteerd werd dat het deze wereld op haar grondvesten zou doen schudden en de loop der
gebeurtenissen in de toekomst ingrijpend beïnvloeden. Een nieuw 'Romeins Rijk' dat thans
bezig is vorm aan te nemen, zal in hoge mate invloed uitoefenen op uw leven!
Wie had het
voor mogelijk gehouden? Na de Tweede Wereldoorlog werd ermee gespot en zei men: "Dat
zal nooit meer gebeuren. Europa zal zich nooit meer herstellen. Europa wordt nooit een
eenheid. Kijk maar naar de met bloed doordrenkte Europese geschiedenis voor het
bewijs."
Maar thans zien we voor onze ogen hoe een verenigd Europa verrijst uit de verdeeldheid en
intrige van het verleden om zijn stem te laten horen in het koor der groten.
Reeds nu is de bevolking van de EU-landen groter dan die van de VS, terwijl er nog meer
landen staan te dringen om lid van de Europese Unie te worden. Economische eenheid in
Europa is echter pas de eerste stap op weg naar een hechter verenigd Europa. Een politieke
unie neemt steeds vastere vormen aan.
Het potentieel is enorm. Een verenigd Europa kan een ontzagwekkende kracht zijn ten gunste
van wereldvrede, economische stabiliteit en welvaart. Of, indien in verkeerde banen geleid
of teugelloos geworden, een ontzaglijke macht ten kwade.
Uit de as
herrezen
Het komt vele
waarnemers van het wereldgebeuren voor alsof er niets minder dan een wonder heeft
plaatsgevonden. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog was het grootste gedeelte van
Europa volslagen verwoest. Vele steden waren nog slechts puinhopen en gehele landen waren
een toonbeeld van verwoesting. Zestig miljoen vluchtelingen leefden op de rand van
verhongering.
Winston Churchill zag de noodzaak voor verzoening tussen de landen vooral tussen
Frankrijk en Duitsland en verklaarde op 19 september 1946 te Zürich: "We
moeten een soort van Verenigde Staten van Europa opbouwen". Hij voorzag het positieve
potentieel dat kon voortvloeien uit een Verenigde Staten van Europa dat wijs bestuurd zou
worden, politiek gezond zou zijn en zich militair veilig kon wanen.
De eerste werkelijke stap in de richting van Europese eenheid werd gezet in 1950 toen
Robert Schuman, destijds minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, een door Jean
Monnet opgesteld voorstel indiende, dat de samenbundeling beoogde van de productie van
kolen en staal in Frankrijk en Duitsland, alsmede van andere landen in Europa die daaraan
wilden deelnemen. Frankrijk, Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg gingen op
het voorstel in en in 1952 trad de EGKS in werking.
Die historische stap baande de weg voor de volgende stap de oprichting van de
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM) en de Europese Economische Gemeenschap
(EEG) door dezelfde zes landen op 1 januari 1958.
Sinds die tijd is het de landen van de Europese Unie wél gegaan. Onderling hebben zij
alle invoerrechten laten vallen. Er is een Europees parlement gevormd, samengesteld uit
vertegenwoordigers van de lidstaten. Sinds 1 januari 2002 is de euro wettig betaalmiddel
van 12 Europese landen. Daarmee hebben de landen van Europa belangrijke stappen voorwaarts
gedaan in hun streven naar eenheid.
Wat de
plannen zijn
Wat zal de
toekomst voor de landen van de EU brengen? Wat stellen haar oprichters en ontwerpers zich
voor?
Het uiteindelijke oogmerk is totale economische, politieke en militaire integratie, zodat
alle lidstaten eensgezind en als één man zullen handelen in het wereldgebeuren. Wanneer
dat een feit wordt, zal een 'Verenigde Staten van Europa' op gelijke voet staan met
Amerika of welk ander machtsblok ook dan nog zou kunnen opkomen in de wereld.
Realistische plannenmakers weten dat politieke unie een vereiste is voor economische
stabiliteit.
Europa heeft politieke spierkracht nodig zodat het in de toekomst op economisch gebied
geen pion in de handen van andere wereldmachten wordt.
Maar politieke eenheid zonder militaire macht zou nog steeds weinig indruk maken.
Militaire spierkracht zal volgens Europese leiders ook nodig zijn om de politieke kracht
van een verenigd Europa levensvatbaar te maken.
Of de tegenwoordige lidstaten al dan niet dezelfde landen zullen omvatten waaruit ten
slotte een politieke eenheid voortkomt, doet niets af van het feit dat de wereld getuige
is van een ogenschijnlijk 'wonder' dat zich op grote schaal voltrekt. Een geweldig, nieuw
en ontzagwekkend machtsblok neemt nu vorm aan!
Wat zal er
gebeuren?
Waar leidt de
huidige economische, politieke en militaire trend heen? Zal een totale Europese eenheid
ooit bereikt worden? En mocht er een nieuwe politieke en militaire macht in Europa
opkomen, wat voor uitwerking zal die dan uiteindelijk op het wereldgebeuren hebben?
Er bestaat geen twijfel dat zo'n kolos een geweldige invloed op heel de wereld zou
uitoefenen. Zo'n macht zou een enorme factor ten gunste van wereldvrede en stabiliteit
kunnen betekenen. De mens is echter behept met allerlei karakterfouten en zwakheden. En
daardoor bestaat ook de mogelijkheid dat er een ongewenst type leider opstaat die van deze
macht bezit zou nemen en de wereld naar een ongeëvenaarde catastrofe zou leiden!
Wat gaat er werkelijk gebeuren? Kunnen we dat weten?
Politici, nieuwsanalysten en leiders van naam houden meestal een slag om de arm als het
gaat over toekomstige ontwikkelingen in de wereld. Maar wij behoeven hierover niet in het
onzekere te verkeren.
De Bijbel openbaart onomwonden dat het streven naar Europese eenheid uiteindelijk zal
leiden tot de opkomst van een laatste herleving van het Romeinse Rijk! Er wordt in
Europa een nieuw rijk gevormd een nieuwe politieke macht die groot genoeg zal zijn
om de Verenigde Staten naar de kroon te steken!
De
West-Europese reus
Of de huidige
Unie zich tot een laatste herstel van het Romeinse Rijk zal ontwikkelen, of dat andere
gebeurtenissen eerst nog moeten plaatsvinden, vermeldt de Bijbel niet. Evenmin laten de
profetieën precies zien welke landen of landengroepen de uiteindelijke unie zullen vormen
die het herstelde Romeinse Rijk zal worden. Om dit te weten te komen wordt ons gezegd te
'waken' (Mattheus 24:42-43). De bijbelse profetieën geven echter wel te verstaan dat dit
rijk zal opkomen in ruwweg hetzelfde gebied waaruit het oorspronkelijke Romeinse Rijk
bestond en waarin alle eerdere herlevingen ervan hebben plaatsgevonden.
Op welke manier zal dit nieuwe Romeinse Rijk zijn macht doen voelen? Welke beslissingen
zal het nemen? In deze publicatie kunt u de antwoorden hierop die in de bijbelse
profetieën zijn geopenbaard, bestuderen. U zult gaan inzien en begrijpen wat er in Europa
voorbestemd is te gebeuren en hoe dit van invloed zal zijn op u en de uwen.
Zoals
Johannes het Romeinse Rijk zag
In Daniël 7
staat beschreven hoe Daniël in een droom vier dieren uit de zee tevoorschijn zag komen.
Zee is in profetische taal een symbool voor volken.
Laten we die profetie in het kort nog even bekijken.
Daniël 7:3 en vier grote dieren stegen uit de zee op, het ene verschillend van
het andere. 4 Het eerste geleek op een leeuw [Babylonische Rijk: 625-539 v.Chr.]
5 En zie, een ander dier, het tweede, geleek op een beer [Perzische
Rijk (Meden en Perzen): 539-330 v.Chr.]
6 Daarna zag ik, en zie, een ander
dier, gelijk een panter [SV: luipaard]; het had vier vogelvleugels op zijn
rug en vier koppen [Macedonische Rijk: 334-31 v.Chr.]
7 Daarna zag ik
in de nachtgezichten en zie, een vierde dier, vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk;
het had grote, ijzeren tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn
poten; en dit dier verschilde van alle vorige, en het had tien horens [31 v.Chr.
Caesar Augustus, de eerste alleenheerser van het Romeinse Rijk].
Zie voor gedetailleerde uitleg over de vier dieren, die vier opeenvolgende wereldrijken
vertegenwoordigen, de publicatie 'Het visioen van Daniël van de Vier Grote Dieren'.
Laten we nu vervolgen met het Romeinse Rijk zelf en ons verplaatsen naar de tijd van het
Nieuwe Testament. De apostel Johannes kreeg op latere leeftijd een reeks visioenen waarin
hij dit machtige rijk symbolisch voorgesteld zag de komende ondergang, herlevingen
en uiteindelijke vernietiging ervan. Zo belangrijk is het bekend zijn met dit rijk
voor Gods kinderen, dat de Bijbel er zeer uitvoerig over schrijft. Want dit profetische
'beest' zal in onze tijd herleven!
Hoe luidde de beschrijving van het samengestelde beest dat God aan Johannes in een
visioen toonde?
Openbaring 13:1 en hij bleef staan op het zand der zee. En ik zag uit de zee een
beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn
koppen namen van godslastering. 2 En het beest, dat ik zag, was een luipaard
[Gr.: panter of luipaard] gelijk, en zijn poten als van een beer en zijn
muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote
macht.
Hier wordt weer een mysterieus dier beschreven dat ook uit de zee opkwam. God liet
Johannes een symbolisch beest zien dat eruitzag alsof het samengesteld was uit drie
verschillende dieren: een leeuw, een beer en een luipaard. Het bezat de sterkste
lichaamsdelen van dezelfde dieren die God gebruikte om er de Chaldeeuwse, Perzische en
Macedonische rijken aan Daniël mee te beschrijven. Daarom vertegenwoordigde het beest dat
Johannes zag de kenmerken van al deze rijken tezamen!
Toen Daniël schreef (ca. 650 jaar vóór het visioen dat Johannes kreeg), waren drie van
de vier rijken uitgebeeld door de vier dieren, nog niet aan de macht gekomen. Maar ten
tijde van het visioen dat Johannes kreeg ca. 96 n.Chr. hadden al deze
wereldrijken, behalve één, bestaan en waren ondergegaan. Daarom was het beest dat
Johannes met name vertegenwoordigd zag dat toen bestaande vierde rijk
het Romeinse Rijk dat alle resten van de andere rijken had opgeslokt.
Het Romeinse Rijk was de grootste oorlogsmachine aller tijden, want het had het sterkste
lichaamsdeel van de 'leeuw' de kop en de kaken; het had al de massaliteit en
de kracht van het sterkste lichaamsdeel van de 'beer' de poten; en het bezat
de snelheid, de sluwheid en de wreedheid van
Alexanders leger, symbolisch voorgesteld door het lichaam van de 'luipaard'.
Voor verder bewijs van de identiteit van dit mysterieus uitziende beest vermeldt vers 1
dat het zeven koppen had en tien horens.
Het Romeinse Rijk, vertegenwoordigd door het beest dat Johannes zag in Openbaring 13, had
de drie rijken ervoor van Daniël 7 opgeslokt en deze maakten er dus deel van uit.
Zodoende verscheen dit beest met alle zes de koppen van de eerste drie dieren
(waaronder de vier koppen van het derde dier) plus zijn eigen kop. Dit beest van
Openbaring 13 had dus zeven koppen. Alleen het vierde dier dat Daniël zag, had
tien horens en het beest dat Johannes beschrijft, had ook tien horens.
Hieruit moeten we, als we de Bijbel zichzelf laten interpreteren, concluderen dat het
beest van Openbaring 13 inderdaad het Romeinse Rijk is!
Evenals Daniël geeft Johannes dit beest niet weer als een godsdienstige organisatie, maar
als een sterke wereldlijke macht.
Openbaring 13:4 en zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest de macht
gegeven had, en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest gelijk? en: Wie kan
er oorlog tegen voeren?
Dit is geen kerk, maar een wereldlijke macht met geweldige strijdkrachten.
Eén der koppen van dit machtige beest kreeg een dodelijke wonde.
Vers 3 En [ik zag] een van zijn koppen als ten dode gewond, en zijn dodelijke
wond genas; en de gehele aarde ging het beest met verbazing achterna.
Deze wond wás dodelijk. De kop die gewond werd, stierf. Maar genas weer.
Ter vereenvoudiging van het bestuur werd het Romeinse Rijk in tweeën gedeeld. Dit
gebeurde voor het eerst in 285 n.Chr. en later permanent tegen het einde van de 4e eeuw.
Er waren toen in feite twee 'Romeinse' rijken, het westelijke deel met Rome als
hoofdstad en het oostelijke deel met Constantinopel als hoofdstad. (Uitgebeeld door de in
Daniël 2 beschreven twee benen van Nebukadnezars grote beeld.)
Het Romeinse Rijk in het westen hield in de 5e eeuw op te bestaan als gevolg
van Germaanse invasies. Het werd echter in 554 door de Pragmatieke Sanctie van Justinianus
weer 'tot leven gebracht'. Vanaf die tijd bleef dat rijk, via opeenvolgende herlevingen,
onafgebroken bestaan tot de tijd van Napoleon!
Wie was de kwade inspirerende macht die dit vreemd uitziende 'beest' leidde en bezielde?
Laatste deel van vers 2
En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en
grote macht.
De draak is de duivel.
Openbaring 12:9 En de grote draak werd [op de aarde] geworpen, de oude slang, die
genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde
geworpen en zijn engelen met hem.
Het Romeinse Rijk was een der machtigste instrumenten op politiek gebied waarmee de god
van deze wereld, Satan (2 Corinthe 4:4), zijn werk van misleiding en overheersing van het
mensdom heeft kunnen volbrengen. Om die reden werd Satan aan Johannes voorgesteld met 7
koppen en 10 horens. En in de nabije toekomst zal Satan opnieuw de bewerker zijn van een laatste
herleving van ditzelfde politieke systeem dat teruggaat tot het 'Babel' van
Nimrod!
Het beest
vervolgt Gods volk
Hoelang zou
het beest voortleven nadat zijn 'dodelijke wonde' genezen was?
Openbaring 13:5 En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en
godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te
doen.
Met behulp van een principe dat God geopenbaard heeft in Ezechiël 4:4-6 en Numeri 14:34,
kan men de duur van deze symbolische periode bepalen.
Door weer het bijbels principe van een dag voor een jaar te gebruiken, zien we dat
tweeënveertig maanden gelijk staan met 1260 dagen (42 x 30) of 1260 jaar de
tijdsduur die God het 'genezen' beest liet bestaan. Zodoende bleef het beest bestaan vanaf
het herstel ervan in 554 tot aan de val van Napoleon in 1814.
Gedurende deze periode (de Middeleeuwen) had het 'beest' een grote 'mond' waarmee het God
en alles wat heilig was, lasterde.
Vers 5 En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen
spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen. 6 En het
beest opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tent en
hen, die in de hemel wonen.
Het vervolgde en voerde ook oorlog tegen de ware christenen en het doodde hen.
Vers 7 En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te
overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk. 8 En
allen, die op de aarde wonen, zullen het beest aanbidden, ieder, wiens naam niet
geschreven is in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is sedert de grondlegging
der wereld. 9 Indien iemand een oor heeft, hij hore. 10 Indien iemand in
gevangenschap voert, dan gaat hij in gevangenschap; indien iemand met het zwaard zal
doden, dan moet hij zelf met het zwaard gedood worden. Hier blijkt de volharding en het
geloof der heiligen.
Reeds vóór de dagen van het imperium hadden de oude Romeinen grote eerbied voor de
staat. Terwijl het wereldrijk zich ontwikkelde, kwam het idee van keizerverering naar Rome
uit het oostelijke Middellandse Zeegebied, waar de vergoddelijking van heersers reeds lang
een gewoonte geweest was. Ter ere van de keizer werden er dieroffers gebracht. Zijn woord
werd wet in religieuze zaken.
Betreffende deze keizerverering vermeldt Elseviers Wereldgeschiedenis, deel 1, blz.
117: "De keizerverering begon onder Augustus, toen bepaalde groepen van onderdanen
hem als een god eer gingen bewijzen. In de eeuw die daarop volgde, werd dat vrijwillige
eerbetoon langzamerhand een gedwongen ritueel ... De opzet van deze eredienst was
natuurlijk allereerst politiek van aard. De keizerverering was een vorm van patriottisme,
in wezen niet ongelijk aan onze moderne verering van de vlag en andere
staatssymbolen."
Het staatshoofd, de Romeinse keizer, werd vereerd "als een god"! En
zodoende vereerde de Romeinse wereld in feite Satan die de keizer inspireerde en de
macht aan het rijk verleende. Dat hebben we in de verzen 2 en 4 gelezen van Openbaring 13.
Laatste deel van vers 2
En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en
grote macht. Vers 4 en zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest de macht
gegeven had, en zij aanbaden het beest,
Maar het Romeinse Rijk kwam ten val. Toen het later herleefde, was het veranderd. Het was
een unie van kerk en staat geworden! Het 'beest' het rijk bleef gedurende de
middeleeuwen bestaan en voerde daadwerkelijk oorlog tegen Gods volk (vers 7). Zij werden
gedwongen hun godsdienstig leven te richten naar de voorschriften van de gevestigde
staatsgodsdienst.
Dit herleefde Romeinse Rijk werd voorgesteld als zijnde het 'Koninkrijk Gods op aarde'.
Zij die weigerden de nieuwe staatsgodsdienst aan te nemen, werden opgespoord, vervolgd en
gedood. Zodoende sprak de bek van het 'beest' dat in vers 2 wordt voorgesteld als de muil
van een leeuw, niet alleen godslasteringen (vers 5-6) door te beweren 'Gods Koninkrijk' te
zijn, maar verslond ook als een figuurlijke 'leeuw' die door Satan de duivel
werd gebruikt, degenen die God dienden. Vergelijk 1 Petrus 5:8.
1 Petrus 5:8 Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als
een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.
En hoe staat het met deze religie die zich met het 'beest' gelieerd had? Was
deze óók voorspeld?
Er
verschijnt nóg een beest
Ja, die
voorspelling vinden we in vers 11 van Openbaring 13. God toonde Johannes in een visioen
nog een ander 'beest'.
Vers 11 En ik zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee horens als
die van het Lam, en het sprak als de draak.
Dit beest moet niet verward worden met het eerste beest van Openbaring 13 dat het
wereldlijke Romeinse Rijk voorstelt.
Waarop lijkt dit tweede beest? Op het Lam staat in vers 11. Wie is het Lam?
Johannes 1:29 De volgende dag zag hij [Johannes de Doper] Jezus tot zich
komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.
Openbaring 17:14 Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam zal hen
overwinnen (want Hij is de Here der heren en de Koning der koningen) en zij, die met Hem
zijn, de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen.
Maar, zoals we hebben gelezen in Openbaring 13:11 en 12:9, is het ware karakter van
dit beest dat van de duivel.
Het is duidelijk dat dit beest een godsdienstige macht is die zich voordoet als een
lam en beweert Christus te vertegenwoordigen. Dit beest begon in de dagen van de apostelen
zijn kop al op te steken.
2 Corinthe 11:13 Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders,
die zich voordoen als apostelen van Christus. 14 Geen wonder ook! Immers, de satan
zelf doet zich voor als een engel des lichts. 15 Het is dus niets bijzonders, indien
ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn
naar hun werken.
Dit tweede beest, deze religieuze macht, zou alle macht van het eerste, voorgaande beest
gebruiken d.w.z. alle macht van het wereldlijke bestuur van het Romeinse Rijk.
Openbaring 13:12 En het oefent al de macht van het eerste beest voor diens ogen
uit. En het bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop wonen, het eerste beest zullen
aanbidden, welks dodelijke wond genezen was.
Het tweede beest zag er ook op toe dat de wereld het eerste beest bleef aanbidden.
Het tweede beest, een grote religieuze macht, kwam op ná het Romeinse Rijk en domineerde
het. Deze religieuze macht maakte dat de mensen dezelfde heidense gebruiken bleven
volgen als zij voordien gedaan hadden, maar nu onder het mom van 'christendom' (zie weer 2
Corinthe 11:13-15). De geschiedenis vermeldt dat de keizers zich aan de 'nieuwe' religie
onderwierpen. En men bleef het keizerrijk zelf beschouwen als het 'Koninkrijk Gods op
aarde'.
Maar laten we eens nader bezien hoe en wanneer dit tweede beest de macht van het eerste
beest begon uit te oefenen. In Openbaring 13:3 hebben we gelezen dat een van zijn koppen
als ten dode gewond was en ook weer genas. Tijdens de dagen van keizer Constantijn
(306-337), die eerst het befaamde edict van Milaan uitvaardigde dat in feite de
keizerlijke zegen aan het 'christendom' gaf, begon de kerk in gezag en macht toe te nemen.
Het concilie van Nicea (325) onderschraagde die pasverworven macht en miljoenen heidenen
begonnen de erkende kerk binnen te stromen.
Na de dood van Constantijn begon het keizerlijke gezag in het westelijke Romeinse Rijk,
met inbegrip van de stad Rome, te tanen. Maar terwijl dat gezag verzwakte, "begon de
bisschop van Rome geleidelijk aan het bestuursgezag in Rome aan zich te trekken. De paus
werd hoe langer hoe meer de belichaming van de bedreigde Romeinse orde" (id., deel
1, blz. 158).
Nadat het eerste beest de wereldlijke Romeinse heerschappij
een 'dodelijke wonde' had opgelopen toen de barbaren in de 5e eeuw het Romeinse
Rijk en de stad Rome onder de voet liepen, werd deze religieuze heerschappij in toenemende
mate de enige stabiele macht tot welke de bevolking van Italië kon opzien. Nadat de
'dodelijke wonde' werd 'genezen' door Justinianus die in 554 het Romeinse bestuur
herstelde, begon deze religieuze heerschappij geleidelijk aan het wereldlijke rijk te
domineren.
Vóór 554 had Justinianus, de keizer van het oostelijke deel van het Romeinse Rijk, een
brief aan de bisschop van Rome geschreven waarin hij de suprematie van deze bisschop over
de leiders van de kerk elders erkende. Hij schreef nl.: "Het is te allen tijde ons
hoogste verlangen geweest de eenheid van uw apostolische stoel en de constitutie van de
heilige kerken te bewaren ... Daarom hebben wij onverwijld alle priesters van het
gehele Oosten in onderdanigheid tot uwe heiligheid vergaderd ... Wij kunnen
niet toelaten dat maar iets met betrekking tot de kerkelijke staat, hoe manifest en
onbetwistbaar ook, veranderd zou worden zonder medeweten van uwe heiligheid die het
hoofd van alle heilige kerken zijt: want, zoals wij reeds verklaard hebben, ligt het
ons na aan het hart de eer en het gezag van uw apostolische stoel te doen
toenemen" (Codex Justinianus, lib. 1, tit. 1).
Ongeveer terzelfder tijd schreef Justinianus ook een brief aan Epiphanius, de bisschop van
Constantinopel, waarin hij aan de bisschop van Rome refereerde als het "hoofd van
alle bisschoppen, en de ware en doeltreffende terechtwijzer van ketters" (The
Apocalypse of St. John, George Croly, blz. 170).
Justinianus begon vervolgens zijn staatsgodsdienst in het oostelijk deel (nu het
Byzantijnse Rijk genoemd) suprème te maken en de barbaarse koninkrijken die het ketterse
organisme aanhingen en zich op voormalig Romeins grondgebied gevestigd hadden, 'uit te
rukken' en te verdrijven. Naar verluidt beschouwde Justinianus zichzelf als een
tweede Constantijn, door zo de macht van de Roomse Kerk te vergroten.
Hier zij opgemerkt dat de bisschop van Rome ook politiek gezag kreeg
hij werd 'koning' over een aanzienlijk gedeelte van midden-Italië, later bekend als de
Kerkelijke Staat. Dit politiek bewind werd gesymboliseerd door één van de 'twee horens'
van het tweede beest (Openbaring 13:11). Let nu op de betekenis van de tweede horen.
Kerkregering
naar het patroon van wereldlijk bestuur
Openbaring
13:14 En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven
zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat
zij een beeld moeten maken voor [andere vertalingen: van] het beest, dat de
wond van het zwaard had en [weer] levend geworden is.
Het tweede beest van Openbaring 13 liet een 'beeld' maken van het eerste beest. Wat is dit
'beeld' eigenlijk?
Volgens het woordenboek is een beeld een 'nabootsing'. Het is een 'gelijkenis'.
Hier maken godsdienstige leiders dus een beeld of model van het wereldlijke Romeinse
bestuur! Zij modelleerden hun kerkelijke regering naar het meest efficiënte
politieke bestuur dat zij kenden: het Romeinse staatsbestel.
De Encyclopaedia Britannica zegt: "De Roomse Kerk als geheel behoudt in de
geestelijke sfeer de geest en veel van de organisatie van het Romeinse Rijk, evenals het
bestuur van de Curie de traditie van het Romeinse bestuur voortzet" (11e
ed., art. 'Roman Catholic Church').
In het artikel 'Church History' (kerkgeschiedenis) spreekt de 11e editie van de
Encyclopaedia Britannica verder over "het metropolitaanse systeem of de
groepering der kerken van een provincie onder één hoofd die meestal de bisschop
van de hoofdstad ervan was ... De [Roomse] Kerk volgde zodoende in haar organisatie de
politieke indeling van het rijk ... Canon 12 van het concilie van Chalcedon [451
n.Chr.] ... verbiedt meer dan één zetel van een metropoliet per provincie; zo ook canon
17 van hetzelfde concilie: 'En indien er een stad gebouwd is of hierna op keizerlijk gezag
gebouwd zal worden, laat het instellen van kerkelijke parochies de politieke en
stedelijke patronen volgen'" (nadruk van ons).
In Ancient History van Philip van Ness Meyers staat op bladzijde 582: "... de
kerk vestigde binnen het staatsbestel van het Romeinse Rijk een kerkelijke staat die qua
inrichting en bestuur zichzelf naar het imperiale model richtte".
Zoals geprofeteerd was, verhaalt de geschiedenis dat er tijdens het Romeinse Rijk een
religieus systeem in kracht toenam, de overhand kreeg en een bestuursmodel, een religieuze
tegenhanger of 'beeld' van het wereldlijke Romeinse Rijk, oprichtte. Aldus heeft de tweede
'horen' van het tweede beest van Openbaring 13 betrekking op het kerkelijk bestuur
ervan.
Wat zou het tweede beest volgens de profetie laten doen met hen die het 'beeld' dat het
van het eerste beest had laten maken, niet wilden 'aanbidden', d.w.z. eer bewijzen?
Openbaring 13:15 En hem werd gegeven om aan het beeld van het beest een geest te
schenken, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken dat allen, die het beeld
van het beest niet aanbaden, gedood werden.
Dit werd uitgevoerd door godsdienstige tegenstanders te veroordelen voor 'ketterij', hen
dan aan te brengen bij het wereldlijke gezag (dat van de keizer) om bestraft te worden!
Daniëls
'kleine horen'
Volgens de
profetie zou er tussen de tien horens van het vierde beest iets opkomen. Wat is
dat?
Daniël 7:8 Terwijl ik op die horens lette, zie, daartussen verhief zich een
andere kleine horen, en drie van de vorige horens werden daarvoor uitgerukt; en zie, in
die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak. Vers 20 en van de
tien horens, welke op zijn kop waren, en van die andere, die zich verhief en waarvoor er
drie uitvielen, terwijl deze horen met ogen en een mond vol grootspraak, er groter uitzag
dan de andere.
Wat deed die 'kleine horen' met Gods heiligen echte christenen?
Vers 21 Ik zag, dat die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht.
Deze 'horen' was anders bestendiger dan de andere tien horens. Vers 20 zegt:
terwijl deze horen met ogen en een mond vol grootspraak, er groter uitzag dan de
andere.
Deze extra horen die geen deel uitmaakte van de tien horens, maar tussen hen
opkwam, vertegenwoordigt dezelfde religieuze macht of hetzelfde bestuur van het
'tweede beest' dat beschreven wordt in Openbaring 13. De tien horens vertegenwoordigden
opeenvolgende herlevingen van het wereldlijke Romeinse bestuur.
Deze 'kleine horen', die een grote mond tegen God opzette, eigent zich het gezag toe tijden
en wet te veranderen.
Vers 25 Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des
Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en
zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd.
Welke ene belangrijke 'tijd' en 'wet' is 'veranderd'? We kijken in Exodus 20:10. Let op
het woord 'zevende'.
Exodus 20:10 maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij
geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw
dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont.
Het
'merkteken' van het beest
Het tweede
beest van Openbaring 13 liet de mensen 'een merkteken' geven op hun rechterhand of op hun
voorhoofd.
Openbaring 13:16 En het maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken
en de armen, de vrijen en de slaven, een merkteken gegeven wordt op hun rechterhand of op
hun voorhoofd, 17 en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de
naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft.
Wat was dat voor een 'merkteken'?
Het oorspronkelijke Romeinse Rijk had op Constantijns gezag de viering van de zondag
de dag van de zon, de eerste dag van de week in het gehele keizerrijk
verplicht gesteld. Het was een bestuursmaatregel van het keizerrijk, het 'beest' en werd
daardoor een 'merkteken' van de mensen in het Romeinse Rijk.
Daar tegenover staat dat de sabbat óók een merkteken is, gegeven door God. De sabbat op
de zevende dag wordt het 'teken' van het ware volk van God genoemd.
Exodus 31:13 Gij dan, spreek tot de Israëlieten: maar mijn sabbatten moet gij
onderhouden, want dat is een teken tussen Mij en u, van geslacht tot geslacht,
zodat gij weet, dat Ik de Here ben, die u heilig. 14 Gij zult de sabbat onderhouden,
want deze is iets heiligs voor u; wie hem ontheiligt, zal zeker ter dood gebracht worden,
want ieder die daarop werk verricht, zal uitgeroeid worden uit het midden van zijn
volksgenoten. 15 Zes dagen mag men arbeiden, maar op de zevende dag zal er een
volledige sabbat zijn, de Here geheiligd: ieder die op de sabbatdag werk verricht, zal
zeker ter dood gebracht worden. 16 De Israëlieten zullen de sabbat onderhouden,
door de sabbat te vieren, zij en hun nageslacht, als een altoosdurend verbond. 17
Tussen Mij en de Israëlieten is deze een teken voor altoos, want in zes dagen
heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, en op de zevende dag heeft Hij gerust en adem
geschept.
Maar het religieuze bestuur het tweede beest van Openbaring 13 nam het
'merkteken' van het beest aan en bevorderde de viering van de dag van de zon.
Openbaring 13:16 En het maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken
en de armen, de vrijen en de slaven, een merkteken gegeven wordt op hun rechterhand of op
hun voorhoofd, 17 en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de
naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft.
Zodoende staat het 'merkteken' van het beest geïdentificeerd als de viering van de zondag
als de dag van rust en eredienst! Zondagsviering werd de Romeinse wereld opgelegd door de
keizer van het 'beest' en werd zodoende het 'merkteken' ervan. Alle inwoners van het rijk
werden gedwongen er zich naar te voegen, terwijl vroeger alleen de vereerders van Mithra,
wiens cultus vanuit het oosten in het Romeinse Rijk werd geïmporteerd en degenen die een
valse vorm van christendom aanhingen (2 Corinthe 11:13-15), waarbij zowel zaterdag als
zondag gevierd werd, de zondagsviering in acht genomen hadden.
Aangezien wij zonder het merkteken niet kunnen kopen of verkopen en wij allen wensen te
kunnen kopen en verkopen, behoren wij dan alles te doen wat in ons vermogen ligt om dit
merkteken te ontvangen?
Openbaring 13:17 en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de
naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft.
Er is nóg een passage in de Bijbel over het 'merkteken van het beest', die ons een
duidelijk antwoord geeft.
Openbaring 15:1 En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven
engelen, die de zeven laatste plagen hadden, want daarmede is de gramschap Gods
voleindigd. Vers 6 en de zeven engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit de
tempel, bekleed met rein en blinkend linnen en de borst omgord met een gouden gordel.
Openbaring 16:1 En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tot de zeven
engelen: Gaat heen en giet de zeven schalen van de gramschap Gods uit op de aarde. 2
En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit op de aarde, en er kwam een boos en
kwaadaardig gezwel aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld
aanbaden.
Als men het 'merkteken van het beest' draagt, zal men de zeven laatste plagen van God
ontvangen en die plagen zullen onbeschrijflijk gruwelijk zijn.
Het
merkteken toen en nu
In Openbaring
17, waarin deze zelfde kerk wordt beschreven als de vrouw die op het beest zit, schrijft
Johannes:
Openbaring 17:6 En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het
bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing.
Openbaring 20:4 En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun
gegeven; en [ik zag] de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en
om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het
merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder
levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang.
Nu zien we waarom die ware gelovigen gemarteld werden, of zullen worden! Het was
omdat zij weigerden dit merkteken van het beest te ontvangen weigerden mee te doen
aan deze aanbidding van de kerk en de politieke macht die door het beest werd uitgebeeld!
Zij gehoorzaamden God en niet de mens! Hun leven werd door God bestuurd. Zij werden uit
deze wereld geroepen, maakten van deze wereld geen deel meer uit. Zij waren de kinderen,
de erfgenamen, de toekomstige burgers van Zijn Koninkrijk, niet van de koninkrijken
van mensen. Zij werden gemarteld, zij werden gedood! Maar wanneer Christus komt om over de
wereld te regeren als Koning der koningen, zullen zij allen onder Hem priesters en
koningen worden!
Ziet u wat dit duidelijk openbaart? Die martelaren werden, meer dan duizend jaar geleden,
gedood omdat zij de kerk niet wilden aanbidden met haar afgoderij en heidense
geloofsopvattingen en gebruiken, of het zogenaamde 'Heilige Roomse Rijk' niet wilden
aanbidden en omdat zij het merkteken van het beest weigerden
te ontvangen!
Dit betekent dat het merkteken van het beest iets is dat de mensen meer dan
duizend jaar geleden werd opgelegd, op straffe des doods! Het merkteken van het beest
was meer dan duizend jaar geleden volop aanwezig!
Maar aangezien degenen die het merkteken van het beest dragen de zeven laatste plagen
zullen ondergaan wanneer Christus komt, zal het merkteken nogmaals worden opgelegd! En
degenen die het weigeren zijn degenen die in de komende grote verdrukking de marteldood
zullen sterven!
Het 'getal' van het beest
Wat zou,
behalve het merkteken, de mensen in het rijk van het beest het Romeinse Rijk
in staat stellen te kunnen kopen of verkopen?
Openbaring 13:17 en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de
naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft.
Wat is dat voor een mysterieus getal?
Vers 18 Hier is de wijsheid: wie verstand heeft, berekene het getal van het
beest, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderd zesenzestig.
Men moest op de een of andere manier, of het 'merkteken', of de
'naam' of het 'getal' van het beest dragen om zaken te kunnen doen te
kunnen 'kopen of verkopen'.
Let erop dat dit mysterieuze getal, 666, het getal van de naam van het beest
is. Bovendien is het het getal van een mens. Er wordt ons gezegd dit getal te 'berekenen'
d.w.z. op te tellen. Dit kan als volgt gedaan worden:
Bijna iedereen is bekend met Romeinse cijfers. In plaats van ons huidige systeem van
Arabische cijfers, gebruikten de Romeinen in de oudheid letters voor cijfers. Maar velen
weten niet dat het Grieks waarin deze naam in cijferschrift in het boek Openbaring was
geschreven, ook letters van het alfabet voor getallen gebruikte dezelfde letters
die gebruikt werden voor het spellen van woorden en namen.
Als het beest het Romeinse Rijk is, dan is de naam, die ook de naam van een mens is,
'Romein' of 'Latijn'. Rome werd oorspronkelijk bevolkt door mensen die bekend stonden als Latijnen.
De Latijnen kregen hun naam van hun oorspronkelijke stamvader, stichter en koning,
Lateinos. Zijn naam, de naam van een mens, werd ook de naam van het Latijnse volk.
De Griekse waarden van de letters van het woord Lateinos zijn: L is 30, A is
1, T is 300, E is 5, I is 10, N is 50, O is 70 en S is 200. De optelsom van deze getallen
is precies 666! De uitdrukking 'Latijns koninkrijk' in het Grieks komt ook op hetzelfde
totaal uit. Aldus identificeert het 'getal' van het 'beest' van Openbaring het beest ook
weer als het Romeinse Rijk!
Sommigen zullen echter vragen of dit getal niet van toepassing is op de paus. Het getal is
volgens Openbaring 13 van toepassing op het beest dat zowel het koninkrijk, regering of
imperium voorstelt als van de koning die het opricht of bestuurt. En dus is het getal 666
het brandmerk van het Romeinse Rijk, van de stichter en eerste koning van de Latijnen, van
iedere Romein en ook van Mussolini. En van de laatste heerser.
Het merkteken, de naam en het getal bestonden al in het oude Romeinse Rijk, omdat het
zíjn merkteken, naam en getal is.
Het
Romeinse Rijk zou voortgezet worden
We hebben in
Daniël de vier grote wereldrijken beschreven gezien die heerschappij over de wereld
zouden voeren het Babylonische, Perzische, Macedonische en Romeinse Rijk. We zagen
dat het Romeinse Rijk alle markante sterke eigenschappen van de vorige rijken in zich
droeg. We zagen dat Johannes in Openbaring 13 dit rijk aanduidde als een 'beest'. We zagen
ook dat er na het eerste beest een 'ander beest' een religieus of kerkelijk 'rijk'
naar het model van het eerste beest opkwam dat zich uitgaf als christelijk, maar
dat er vele heidense gewoonten op na hield, omdat het in wezen slechts
heidendom gehuld in een christelijk gewaad was. We kwamen te weten dat het Romeinse Rijk
een 'dodelijke wonde' kreeg toen het rijk in het Westen door de barbaren onder de voet
gelopen werd, maar dat de 'dodelijke wonde' in 554 n.Chr. genezen werd toen het Romeinse
Rijk in het Westen officieel hersteld werd.
Laten we hier aangekomen het bijbelse verslag weer opnemen.
Welk van de koppen van het beest dat Johannes zag, werd dodelijk gewond?
Openbaring 13:1 en hij bleef staan op het zand der zee. En ik zag uit de zee een
beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn
koppen namen van godslastering. 2 En het beest, dat ik zag, was een luipaard gelijk,
en zijn poten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem
zijn kracht en zijn troon en grote macht. 3 En ik zag een van zijn koppen als ten
dode gewond, en zijn dodelijke wond genas; en de gehele aarde ging het beest met verbazing
achterna.
Herinnert u zich dat de eerste zes van de zeven koppen van het beest dat Johannes zag, het
Babylonische, het Perzische en het uit vier delen bestaande Macedonische Rijk
vertegenwoordigden? De enige kop die nog bestond in de tijd dat Johannes dit beest in een
visioen zag, was het Romeinse Rijk. Het Romeinse Rijk in het visioen is dus die ene
van zijn zeven koppen (vers 1) dat als ten dode toe gewond werd.
Tegen de 5e eeuw was Rome verzwakt door intern verval op moreel, sociaal,
economisch en politiek gebied, en gistte het in de rest van Europa. De Vandalen, Goten,
Bourgondiërs, Hunnen, Heruli en andere volken waren in opmars. Het rijk kon zich niet
langer tegen hen staande houden en op elk front werd Romeins gebied veroverd. De
'dodelijke wonde' was dus de wonde die aan het oorspronkelijke Romeinse Rijk in zijn
laatste stadium van verval werd toegebracht door de barbaren die het rijk onder de voet
liepen en Rome plunderden.
Toen de zevende kop van het beest (het Romeinse Rijk) de dodelijke wonde opliep, was dat
niet het einde, het zou weer nieuw leven worden ingeblazen.
Vers 3
zijn dodelijke wond genas.
Er staat niet in de tekst dat het gehele beest doodging. Alleen één van de
koppen ervan werd ten dode gewond. Later werd die 'dodelijke wonde' genezen,
m.a.w. diezelfde 'kop', de Romeinse kop, werd nieuw leven ingeblazen en bleef
bestaan.
De profetie vermeldt dat het Romeinse Rijk, tevens gesymboliseerd door de benen en voeten
van Nebukadnezars grote beeld (Daniël 2), aan het einde van dit tijdperk
zal bestaan, d.w.z. bij de wederkomst van Christus wanneer het Koninkrijk Gods wordt
opgericht.
Het gehele beeld van dit grote beeld wordt uitgelegd in de publicatie 'Het visioen van
Daniël van de Vier Grote Dieren'. Wij richten onze aandacht nu op de benen en voeten.
Daniël 2:33 zijn benen van ijzer, zijn voeten deels van ijzer deels van leem.
34 Terwijl gij bleeft toezien, raakte, zonder toedoen van mensenhanden, een steen
los, die het beeld trof aan de voeten van ijzer en leem en deze verbrijzelde; 35
toen werden tegelijkertijd het ijzer, het leem, het koper, het zilver en het goud
verbrijzeld, en zij werden gelijk kaf op een dorsvloer in de zomer en de wind voerde ze
mee, zodat er geen spoor meer van te vinden was; maar de steen die het beeld getroffen
had, werd tot een grote berg, die de gehele aarde vulde. Vers 41 En dat gij de
voeten en de tenen gezien hebt deels van pottenbakkersleem en deels van ijzer, betekent,
dat dit een verdeeld koninkrijk wezen zal: wel zal het iets van de hardheid van het ijzer
aan zich hebben, juist zoals gij gezien hebt ijzer gemengd met kleiachtig leem, 42
en de tenen der voeten deels van ijzer en deels van leem; ten dele zal dat koninkrijk hard
zijn, en ten dele zal het broos zijn. 43 Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met
kleiachtig leem, betekent: zij zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met
elkander geen samenhangend geheel vormen, zoals ijzer zich niet vermengt met leem.
44 Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten,
dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk
meer zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken,
maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid, 45 juist zoals gij gezien hebt, dat zonder
toedoen van mensenhanden een steen van de berg losraakte en het ijzer, het koper, het
leem, het zilver en het goud verbrijzelde. De grote God heeft de koning bekendgemaakt wat
na dezen zal geschieden; de droom is waarachtig en zijn uitlegging betrouwbaar.
De steen stelt kennelijk Christus voor die ten slotte de laatste herleving van dat rijk
door Zijn heerschappij gaat vervangen.
Handelingen 4:10 dan moet aan u allen en het ganse volk van Israël bekend zijn,
dat door de naam van Jezus Christus, de Nazoreeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God
heeft opgewekt uit de doden, dat door die naam deze hier gezond voor u staat. 11 Dit
is de steen, door u, de bouwlieden, versmaad, die nochtans tot hoeksteen is geworden.
De steen was niet, zoals velen aannemen, de christelijke gemeente die in de
eerste eeuw van onze jaartelling opgericht werd. Waarom niet? Omdat de gemeente op geen
enkele wijze het Romeinse Rijk verpulverde.
Aangezien we gezien hebben dat het vierde dier in Daniël 7 en het beest in Openbaring
13:1-2 allebei het Romeinse Rijk vertegenwoordigen, weten we dat de tien horens van elk
beest kennelijk dezelfde zijn. Maar wat stellen deze 'horens' voor?
Daniël 7:24 En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan,
en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten
val brengen.
De Bijbel legt deze symbolen duidelijk voor ons uit. De horens zijn tien koningen of
koninkrijken (in de profetieën worden koning en koninkrijk door elkaar gebruikt.
Zie Daniël 2:38, 39).
We zullen zien dat deze tien koningen of koninkrijken de gehele tijd vanaf het
oorspronkelijke Romeinse rijk tot aan onze dagen toe overspannen!
De eerste
drie horens
Drie van de
tien horens van het vierde dier (het Romeinse Rijk) zouden worden uitgerukt. (Daniël
7:8). Let nu op welke drie koninkrijken deze eerste drie 'horens' uitmaken.
Sommige historici stellen 476 n.Chr. arbitrair vast als het jaar van de traditionele
'ondergang van Rome', maar in die tijd was er van een grote 'ondergang' niet veel te zien.
In dat jaar werd in feite de laatste officiële 'keizer van het Westen' zelf nog
een kind dat op ongeoorloofde wijze door zijn vader, een militaire leider, op de troon
geholpen was; een troon die allang van Rome naar Ravenna was verplaatst afgezet
door Odoaker, een Germaans legerhoofd van de Romeinse troepen in Italië die in die tijd
voor het grootste gedeelte uit Herulische huurtroepen bestonden.
De Vandalen en andere volken hadden echter al voor 476 gedeelten van het vroegere Romeinse
gebied tot het hunne gemaakt. De beroemde macht van het onweerstaanbare Romeinse Rijk was
al vóór dat jaar verdwenen als gevolg van interne morele en economische malaise. Zelfs
het overblijfsel van macht te Constantinopel in het Oosten was slechts een schaduw van
Romes vroegere glorie en macht.
De Vandalen hadden in 429 de bron van de Romeinse macht, de 'graanschuur' van Noord-Afrika
veroverd en daardoor het rijk danig verzwakt. In 455 plunderden zij Rome zelf en hielden
het voor korte tijd bezet.
Genserik, koning van de Vandalen, sloot een verdrag met de keizer te Constantinopel
waardoor zijn heerschappij over Romeins gebied 'gelegitimeerd' werd. Hierdoor werd zijn
rijk een deel en een vervolg van het Romeinse systeem.
Het rijk der Vandalen was de eerste horen van de drie 'horens'.
Ofschoon er steeds oorlogen waren, sloot de koning van de Vandalen kort voor zijn dood in
477 weer vrede met 'Rome' en gaf Sicilië terug aan de regering over Italië die nu onder
Odoaker stond. Het rijk der Vandalen bleef tot aan 533 in Noord-Afrika aan de macht.
In Italië werd Odoaker, ondersteund door zijn legermacht van Heruli, erkend door de
keizer van het Oosten en hij kreeg de titels 'patriciër' en 'koning' toegekend. Zijn rijk
bestendigde eveneens het Romeinse systeem, maar het genas de wonde niet, want de
eigenlijke macht bleef in handen van de 'barbaren'. Odoakers rijk vormde de tweede
horen (476-493).
Ten slotte was er het rijk der Oostgoten (493-554) de derde horen.
De keizer van het Oosten had de Oostgoten onder Theodorik officieus opgedragen de macht
van Odoaker in Italië te breken. In 497 erkende hij officieel hun heerschappij.
Desondanks zouden ook zij na korte tijd uit Italië verdreven worden en verdwijnen.
Deze drie koninkrijken ('horens') of heerschappijen, die ofschoon zij in wezen
onafhankelijk en barbaars waren (de Oostgoten, de Vandalen en Odoaker waren allen
'christenen' die het arianisme aanhingen), gaven alle drie voor een voortzetting van het
Romeinse Rijk te zijn. Zij vormden een overbruggingsperiode tussen de 'dodelijke wonde' en
de 'genezing' ervan.
Wie liet deze eerste drie horens uitrukken?
Daniël 7:8 Terwijl ik op die horens lette, zie, daartussen verhief zich een
andere kleine horen, en drie van de vorige horens werden daarvoor uitgerukt; en zie, in
die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak. Vers 20 en van de
tien horens, welke op zijn kop waren, en van die andere, die zich verhief en waarvoor er
drie uitvielen, terwijl deze horen met ogen en een mond vol grootspraak, er groter uitzag
dan de andere. Vers 24 En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen
opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie
koningen ten val brengen.
Waarom werden de drie horens uitgerukt?
De 'kleine horen' was verantwoordelijk voor het uitrukken van de eerste drie horens omdat
zij zich niet wilden onderwerpen aan de leer en het gezag van de Roomse Kerk. In naam
waren de meeste barbaren tot de ariaanse vorm van christendom bekeerd, maar de Roomse Kerk
zette de Italiaanse bevolking ertoe aan de ariaanse barbaren te haten en op de keizer in
Constantinopel werd invloed uitgeoefend om tegen hen als een ketterse sekte op te treden.
De meesten der Heruli van Odoaker werden overeenkomstig een strikt geheimgehouden
samenzwering op een bepaalde dag afgeslacht (voornamelijk door de Italiaanse bevolking).
Een kerkelijk schrijver noemde deze moordpartij een 'gewijde slachting' (aangehaald uit The
Invasion of Europe by the Barbarians door Bury, blz. 184 dit boek geeft een
duidelijk beeld van de gebeurtenissen en de achtergrond van deze periode).
We zullen nu zien hoe de 'horens' der Vandalen en Oostgoten eveneens werden uitgerukt en
vernietigd op instigatie van de 'kleine horen', ten tijde dat er een andere, vierde horen
opkwam.
De
'dodelijke wonde' genezen
Het was de
vierde horen (of heerschappij) die in feite de dodelijke wonde 'genas' en het Romeinse
Rijk weer tot leven bracht. Justinianus was toentertijd keizer van de oostelijke helft van
het Romeinse Rijk. Voornamelijk ter versterking van de macht van de bisschop van Rome
stuurde hij zijn legers naar het westen om de Vandalen en Oostgoten te verdrijven.
Zijn veldheer Belisarius versloeg de Vandalen in minder dan geen tijd en veroverde al
spoedig geheel Noord-Afrika. Daarna bracht hij zijn soldaten naar Italië, waar de
Italiaanse bevolking hen als bevrijders verwelkomde. In 554 trok het leger van Justinianus
(toen aangevoerd door Narses) in triomf Rome binnen.
Justinianus vaardigde zijn z.g. Pragmatieke Sanctie uit, waardoor orde werd geschapen in
Italië. Hij gaf aan de oorspronkelijke eigenaars hun landerijen terug die hun door de
Heruli en Oostgoten waren ontnomen en hij herstelde zoveel als in zijn vermogen lag de vorm
van Romeins bestuur. Teneinde de wetgeving te verduidelijken had hij reeds opdracht
gegeven opruiming te houden onder allerlei verouderde, in herhaling tredende of elkaar
tegensprekende wetsbepalingen om op die manier tot codificatie van het bestaande recht te
komen. Dit werd de bekende 'Codex Justinianus', de Romeinse wet waarmee het grootste deel
van West-Europa in de daaropvolgende eeuwen werd geregeerd.
Zo werd de 'kop' van het beest dat ten dode toe gewond was, 'genezen' en het herstelde
rijk vervulde de profetie van de vierde horen.
Zoals we al gezien hebben, zou het herstelde beest 1260 jaar lang blijven bestaan. Aan het
eind van die periode zou er weer een onderbreking in het bestaan ervan komen, maar het zou
toch nog niet definitief ten onder gaan.
Het beest
blijft tot in onze tijd toe bestaan!
Laten we nu
eens zien welke rijken vertegenwoordigd worden door de 'horens' die over het grondgebied
van het Romeinse Rijk regeerden na het herstel ervan door Justinianus.
De vijfde horen was het Frankische rijk van Karel de Grote en
zijn opvolgers. Italië zelf en het grootste deel van West-Europa was in
handen van de Franken gevallen in een tijd waarin de macht van Justinianus' opvolgers
danig aan het tanen was. Op het kerstfeest van het jaar 800 werd Karel de Grote door de
paus tot keizer gekroond; weer was er een Westromeins keizerrijk. Dit rijk werd in 817
naar Frankische gewoonte onder verscheidene troonopvolgers verdeeld waardoor het aan
kracht inboette.
Als gevolg hiervan begon het Saksische rijk de werkelijke macht in Europa uit te oefenen.
In 962 legitimeerde de paus deze heerschappij door de keizerkroning van Otto I (de Grote),
die tevens koning van Italië werd. Het gehele rijk kwam bekend te staan als
het 'Heilige Roomse Rijk'. Dit was de zesde horen.
Gedurende de 12e en 13e eeuw vond er een grote machtsstrijd plaats
tussen de pausen en de keizers van het Heilige Roomse Rijk. Deze strijd resulteerde ten
slotte in het Grote Interregnum een periode zonder een keizer, die duurde van 1254
tot 1273.
Het keizerrijk bestond echter nog steeds. In 1273 werd Rudolf I van het Habsburgse huis
Rooms-Koning. Dit was de zevende horen, die aan de macht bleef tot aan de
tijd van Napoleon. Onder Karel V (keizer van 1519 tot 1556) nam het Habsburgse
imperialisme universele afmetingen aan.
Napoleon veroverde bijna geheel Europa en maakte gewapenderhand een einde aan het Heilige
Roomse Rijk. Zijn rijk werd toen de kortstondige achtste horen. Napoleon
kroonde zichzelf in 1804 tot keizer. Hij nam de kroon uit de handen van de paus, die
helemaal naar Parijs gekomen was om hem te kronen, en plaatste deze zelf op zijn hoofd.
Daarmee werd hij keizer der Fransen. Het jaar daarop eigende hij zich ook de titel koning
van Italië toe.
Toen Napoleon evenwel in 1814 voor zich en zijn familieleden afstand deed van de tronen
van Frankrijk en Italië, werd het voortbestaan van het herstelde beest opgeschort.
De duur van het herstelde, door de kerk beheerste beest van 554-1814 omvatte precies
1260 jaar juist zoals voorspeld! (Openbaring 13:5.) "Zo eindigde een
heerschappij die dateerde vanaf Caesar Augustus", blz. 377, Modern History, door
West.
Het beest
in Openbaring 17
Laten we nu
het 'beest' dat in Openbaring 17 beschreven wordt eens bezien. Het stelt hetzelfde door
beesten symbolisch weergegeven systeem voor en verschaft ons nog verdere profetische
bijzonderheden over de periode na Napoleon tot onze tijd toe.
Openbaring 17:1 En een van de zeven engelen, die de zeven schalen hadden, kwam
en sprak met mij, zeggende: Kom hier, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer, die
zit aan vele wateren, 2 met wie de koningen der aarde gehoereerd hebben, en zij,
die op de aarde wonen, zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij. 3 En hij
voerde mij in de geest weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een
scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en
tien horens. 4 En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met
goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en
de onreinheden van haar hoererij.
Het beest in Openbaring 17 heeft, evenals het beest in Openbaring 13, zeven koppen en tien
horens. Maar let nu op een belangrijk verschil. Wie of wat zit op, of heerst over alle
zeven koppen van dit beest?
In bijbelse terminologie stelt een 'vrouw' een kerk voor (2 Corinthe 11:2; Efeze 5:23-25;
Openbaring 12:17). Bijgevolg is de 'hoer' in Openbaring 17:1, 4 een grote 'gevallen' kerk
een vals kerksysteem! Aangezien de vrouw het 'beest' berijdt, ligt het voor
de hand dat deze kerk zich met politiek inlaat.
Men lette er vooral goed op dat de 'zeven koppen' van dit beest waarop de hoer zit,
dezelfde politieke machten vertegenwoordigen als die van de laatste zeven 'horens'
van het beest van Openbaring 13:1-2. M.a.w. de koppen van het ene beest zijn
gelijk aan de laatste zeven horens van het andere. Dit blijkt uit het feit
dat de grote valse kerk op politiek gebied zou domineren over de laatste zeven herlevingen
van het Romeinse Rijk, die in Openbaring 13 gesymboliseerd worden met 'horens' en in
Openbaring 17 met 'koppen'.
Openbaring 17:8, 10 laat zien dat het beest, als een heerschappij, zou ophouden te bestaan
hoewel slechts tijdelijk na vijf herlevingen.
Openbaring 17:8 Het beest, dat gij zaagt, was en is niet, en het zal opkomen uit
de afgrond en het vaart ten verderve; en zij, die op de aarde wonen, wier naam niet
geschreven is in het boek des levens van de grondlegging der wereld af, zullen zich
verbazen, als zij zien, dat het beest was en niet is en er toch zal zijn. Vers 10
Ook zijn het zeven koningen: vijf ervan zijn gevallen, een is er nog en de andere is nog
niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij korte tijd blijven.
Na de val van Napoleon viel het door de Franse 'kop' overheerste gebied uiteen: het
Koninkrijk der Nederlanden ontstond, de Duitse vorstendommen werden weer onafhankelijk en
Italië werd versnipperd in twaalf staatjes. Op dat tijdstip waren acht van de
oorspronkelijke tien 'horens' genoemd in Openbaring 13 vijf van de zeven 'koppen'
genoemd in Openbaring 17 opgekomen en ondergegaan. Het beest verviel toen in een
tijdelijke non-existentie, een soort schijndood, gesymboliseerd door de 'afgrond'.
Wat zegt de Bijbel met betrekking tot de zesde kop van het beest genoemd in Openbaring 17,
dat dezelfde is als de negende horen van het beest genoemd in Openbaring 13?
Vers 10 Ook zijn het zeven koningen: vijf ervan zijn gevallen, een is er nog en
de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij korte tijd blijven.
De zesde kop "een is er nog" voorgesteld als zijnde op het toneel
in de eindtijd, wanneer men deze profetie begint te begrijpen, was de kop
die begon met Garibaldi in Italië en Bismarck in Duitsland en die z'n hoogtepunt bereikte
in het bewind van Mussolini en Hitler (1870-1945).
In de jaren 1870-71 nam Garibaldi Rome in en slaagde erin alle Italiaanse staten te
verenigen tot één natie, Italië. Daarop stortte Italië zich in de wedloop om koloniën
te vergaren en wist Libië, Eritrea en Somaliland te bemachtigen.
In hetzelfde jaar 1870 verenigde Bismarck geheel Duitsland en versloeg de Fransen in de
Frans-Duitse oorlog. In 1871 werd in Versailles het tweede Duitse keizerrijk uitgeroepen.
In 1929 sloot Mussolini een concordaat met de paus, precies zoals Napoleon gedaan had, dat
de officiële betrekkingen tussen Italië en het Vaticaan regelde. (Een concordaat is
een overeenkomst tussen de Heilige Stoel en een wereldse macht, waarbij de staat aan de
kerk de vrije uitoefening van haar geestelijke macht en van de eredienst garandeert.)
In 1935 viel Mussolini Abessinië (nu Ethiopië) binnen en veroverde het in 1936, in welk
jaar dit vergrote Italiaanse rijk werd uitgeroepen als een herleving van het Romeinse
Rijk! Vervolgens sloot hij een verbond met Nazi-Duitsland onder Adolf Hitler.
Het getal 666 heeft eveneens betrekking op de persoon die over de
onbetekenende zesde kop van het symbolische beest heerste. Mussolini noemde zich 'il
Duce'. De Italianen riepen:
"Viva il Duce!", hetgeen betekent 'lang leve de leider'. Overal in Italië vond
men het teken 'vv il duce' afgedrukt. De letters 'vv' zijn de afkorting voor 'viva'. Een
'V' wordt gebruikt in plaats van de 'U', wat heel gebruikelijk is. Ofschoon het een groet
is, of een titel, gebruikte Mussolini 'il Duce' in feite als naam. Hij is gesteld in het
uit het Latijn ontwikkelde Italiaans. Bereken 'vv il Duce'. V is 5, V is 5, I is 1, L is
50, D is 500, V is 5, C is 100, E heeft geen getal. Tel deze getallen nu eens op en u hebt
precies 666!
Zo is dit getal 666 tevens verbonden met het Romeinse Rijk van de vorige eeuw!
Dit was de onaanzienlijke, zwakke en kortstondige negende horen van het
beest genoemd in Openbaring 13 de zesde kop van het beest genoemd in
Openbaring 17 de zesde herleving van het rijk sinds in 554 de
'dodelijke wonde' genezen werd. Deze herleving wordt in vers 8 van Openbaring 17
beschreven als "het beest was en niet is en er toch zal zijn". Italië was op
internationaal gebied zó onbelangrijk dat het als een machtig Romeins Rijk eigenlijk
'niet was'.
In de Tweede Wereldoorlog werd deze zwakke, nagenoeg onbeduidende negende horen,
of die zesde kop, verslagen en vernietigd. Het beest verdween andermaal in de
'afgrond'.
Nog één
herleving op komst!
Het door de
kerk beheerste Romeinse Rijk bestond 1260 jaar zoals God voorspeld had. Daarna kwam er een
eind aan met de val van Napoleon in 1814. In 1870 begon het weer op te leven, maar in 1945
werd het voor de tweede keer totaal verpletterd.
Maar "het zijn zeven koningen" staat er in de profetie en een
"is nog niet gekomen" (Openbaring 17:10). Eén moet er dus nog komen! Dit
religieuspolitieke systeem moet nog één keer herleven en uit de
symbolische 'afgrond' oprijzen om de zevende kop van Openbaring 17 ofwel de tiende
en laatste horen van Openbaring 13:1-2 en Daniël 7 te vervullen!
Hoe worden de 'zeven koppen' van het beest in Openbaring 17:9 genoemd?
Openbaring 17:9 Hier is het verstand, dat wijsheid heeft: De zeven koppen zijn
zeven bergen waarop de vrouw gezeten is.
Rome is op zeven letterlijke bergen of heuvels gebouwd. Deze symboliseren de zeven rijken
of herlevingen van het Romeinse Rijk waarover de Roomse Kerk de scepter zou zwaaien.
Het was op 9 mei 1936 dat Mussolini "de herleving na vijftien eeuwen van het imperium
op de voorbestemde heuvels van Rome" uitriep (Prelude to World War
II, door G. Salvemini, blz. 446; Victor Gollancz Ltd., Londen, 1953).
'Berg' is een bijbels symbool dat een land of koninkrijk voorstelt.
Zie bijvoorbeeld in de volgende schriftgedeelten.
Jesaja 2:2 En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van
het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de
heuvelen. En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen 3 en vele natiën zullen
optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de
God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen.
Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem.
Daniël 2:35 toen werden tegelijkertijd het ijzer, het leem, het koper, het zilver
en het goud verbrijzeld, en zij werden gelijk kaf op een dorsvloer in de zomer en de wind
voerde ze mee, zodat er geen spoor meer van te vinden was; maar de steen die het beeld
getroffen had, werd tot een grote berg, die de gehele aarde vulde.
In Openbaring 17:10 vertegenwoordigen deze zeven bergen volgens de onmiskenbare
omschrijving zeven koningen en het woord 'koning' slaat ook op het koninkrijk waarover hij
regeert.
Openbaring 17:10 Ook zijn het zeven koningen: vijf ervan zijn gevallen, een is er
nog en de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij korte tijd blijven.
Let op de woorden "een is er nog en de andere is nog niet gekomen". Dit vers
bewijst dat deze herlevingen opeenvolgende koninkrijken zouden zijn die na
het herstel van het Romeinse Rijk in 554 dit rijk voortzetten.
De Koninkrijken zijn onmiskenbaar opeenvolgende herlevingen van het ene
imperium. Zoals de profetie vermeldde 'bereed', vanaf Justinianus tot Mussolini, een grote
religieuze autoriteit elk van deze herlevingen. Het ligt dus voor de hand dat dezelfde
godsdienstige macht ook de zevende en laatste herleving van het Romeinse Rijk die nog
komen moet, zal domineren.
Wat wordt ons nog meer verteld over het beest in Openbaring 17?
Openbaring 17:11 En het beest, dat was en niet is, is zelf ook de achtste, maar
het is uit de zeven en het vaart ten verderve.
Hier wordt dit door de kerk gedomineerde rijk de 'achtste koning' genoemd, maar is toch uit
de 'zeven'. Hoe kan dat nu? Welke zijn de 'zeven' waar dit vers naar verwijst?
Laten we eens zien: het Chaldeeuwse Rijk, Perzië, de vier delen van het Macedonische Rijk
en het oorspronkelijke Romeinse Rijk zijn zeven in totaal, zoals
gesymboliseerd wordt door de koppen van het beest in Openbaring 13. Deze zeven koppen
werden niet door religie gedomineerd. Het heidense Rome was de zevende kop en dat werd ten
dode toe gewond. Maar later kwam Rome weer op als een hersteld 'genezen'
beest. Het regeringsbestel ervan wordt in Openbaring 17:11 het "achtste" genoemd,
omdat het anders is dan de zeven voorgaande, m.a.w. het werd steeds bereden door
een gevallen 'vrouw', het symbool voor een grote afvallige kerk een verbond tussen kerk
en staat voorstellend en toch behorend tot de oorspronkelijke zevende
kop en vandaar dus 'uit de zeven'.
Een
machtige statenbond
Wat de tien
horens van het beest in Openbaring 17 voorstellen vers 3 "het had zeven koppen
en tien horens" lezen we nu in Openbaring 17:12.
Vers 12 En de tien horens, die gij zaagt, zijn tien koningen, die nog geen
koningschap hebben ontvangen, maar een uur ontvangen zij macht als koningen met het beest.
13 Dezen zijn een van zin en geven hun kracht en macht aan het beest.
Deze horens vertegenwoordigen 'tien koningen' of landen (of coalities van landen) die de
zevende of laatste herleving van het Romeinse Rijk zullen vormen.
De staatshoofden van elk van deze landen zullen 'één uur' een korte tijd
macht ontvangen met het beest gedurende de laatste herleving ervan en zij zullen
tezamen het beest versterken en steunen. Hieruit volgt dat déze tien 'horens'
noodzakelijkerwijs alle gelijktijdig bestaan.
Dit vers bepaalt, in overeenstemming met alle andere profetieën betreffende de laatste
herleving van het beest, het tijdstip van dit voorspelde 'ene uur' (vers 12).
Deze zevende herleving van het rijk ligt vlak vóór de wederkomst van Christus.
Vers 14 Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen
(want Hij is de Here der heren en de Koning der koningen) en zij, die met Hem zijn, de
geroepenen en uitverkorenen en gelovigen.
Deze zelfde tien koninkrijken worden nog op een andere wijze in de Bijbel voorgesteld.
Daniël 2:41 En dat gij de voeten en de tenen gezien hebt deels van
pottenbakkersleem en deels van ijzer, betekent, dat dit een verdeeld koninkrijk wezen zal:
wel zal het iets van de hardheid van het ijzer aan zich hebben, juist zoals gij gezien
hebt ijzer gemengd met kleiachtig leem, 42 en de tenen der voeten deels van ijzer en
deels van leem; ten dele zal dat koninkrijk hard zijn, en ten dele zal het broos zijn.
In vers 28 lezen we hoe het tijdstip wordt bepaald en onthuld.
Vers 28 Maar er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart; Hij heeft
de koning Nebukadnessar bekendgemaakt wat in de toekomende dagen geschieden zal.
Wat zal Christus bij Zijn wederkomst met deze statenbond doen?
Vers 34 Terwijl gij bleeft toezien, raakte, zonder toedoen van mensenhanden, een
steen los, die het beeld trof aan de voeten van ijzer en leem en deze verbrijzelde. Vers
44 Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten,
dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk
meer zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken,
maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid.
Precies gedurende de korte tijd van dit 'uur' wanneer deze landen verenigd zijn, zal
Christus op aarde terugkeren om die koninkrijken te verbrijzelen.
Door het vermengen van de nationaliteiten zullen de tien pogen hun unie van permanente
aard te maken.
Vers 43 Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met kleiachtig leem, betekent: zij
zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met elkander geen samenhangend
geheel vormen, zoals ijzer zich niet vermengt met leem.
De tien 'tenen' (landen of coalities van landen) kunnen maar voor een korte periode
verenigd blijven, evenals ijzer en leem zich niet blijvend aaneen kunnen hechten.
Evenals ijzer en leem verschillend van aard zijn, zo zijn de volken van Europa dat ook.
Sommige landen bezitten de kracht en cohesie van ijzer, terwijl andere landen meer als
leem zijn dat zacht wordt wanneer het vochtig is en broos wanneer het droog is.
Ook Openbaring 17:10 laat zien dat deze landen slechts voor korte tijd verenigd blijven:
"en wanneer hij komt, moet hij korte tijd blijven."
Grote
welvaart van het komende machtsblok
De laatste
herleving van het Romeinse Rijk voorbestemd in deze 21e eeuw plaats te
vinden zal een enorme macht op het gebied van handel en industrie zijn. Gedurende
korte tijd zal zij van een waarlijk fantastische welvaart genieten!
Openbaring 18:1 Hierna zag ik een andere engel, die grote macht had, nederdalen
uit de hemel, en de aarde werd door zijn lichtglans verlicht. 2 En hij riep met
sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote stad Babylon en zij is geworden een
woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van
alle onrein en verfoeid gevogelte, 3 omdat van de wijn van de hartstocht harer
hoererij al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben
en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid.
Hier wordt gesproken over handel met een hedendaags 'Babylon'. De kooplieden
der aarde zijn rijk geworden door "uit de macht harer weelderigheid" of in
eigentijdse taal "de kracht van haar consumptiemaatschappij".
Vers 12 lading van goud, zilver, edelgesteente en paarlen, van fijn linnen,
purper, zijde en scharlaken; allerlei welriekend hout, allerlei snijwerk van ivoor en
allerlei voorwerpen van het kostbaarste hout, van koper, ijzer en marmer, 13 kaneel,
specerij, reukwerk, mirre, wierook, wijn, olie, bloem en tarwe, lastdieren, schapen;
lading van paarden en wagens
Vergeet niet dat het Babylon uit de oudheid allang geschiedenis was toen de apostel
Johannes deze visioenen van een hedendaags 'Babylon' kreeg en in het boek
Openbaring schreef. Dit welvarende hedendaagse 'Babylon' wordt in Openbaring
17:5 'het grote Babylon' genoemd, dat een regeringsbestel zal zijn waarin kerk en staat
verenigd zijn.
De valse
profeet met grote macht
Eenheid onder
de volken, vredelievende samenwerking en economische stabiliteit zijn goed voor
zover de macht van die eenheid op verstandige wijze in gezonde, constructieve en
vredelievende banen wordt geleid. De Bijbel laat echter zien dat de Europese eenheid
uiteindelijk misbruikt zal worden! De militaire macht van een combinatie van tien landen
of coalities van landen zal aangewend worden in een poging Christus te weerstaan bij Zijn
terugkeer op aarde! (Openbaring 17:14.)
Kunt u zich dat voorstellen? Hoe, zo vraagt u zich af, kunnen mensen ertoe misleid worden
Jezus Christus te bevechten? Het antwoord hierop is eenvoudig. Zij zullen ertoe gebracht
worden in de naam van religie!
We zien tegenwoordig in de wereld een toenemende belangstelling voor astrologie,
occultisme, waarzeggerij en hekserij iedere vermeende manifestatie van het
bovennatuurlijke. Volgens de profetieën van uw Bijbel zal er een 'valse profeet' met
grote macht opstaan die wonderen zal doen waardoor miljoenen mensen in één
groots, eeuwenoud godsdienstig systeem zullen worden opgenomen!
Heeft Jezus niet geprofeteerd dat er in de 'laatste dagen' valse christussen en valse
profeten zouden opstaan die grote tekenen en wonderen zouden doen en daardoor velen
misleiden?
Mattheus 24:4 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Ziet toe, dat niemand u
verleide! 5 Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus,
en zij zullen velen verleiden. Vers 24 Want er zullen valse christussen en valse
profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het
mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden.
De Bijbel zegt dat een bepaalde "mens der wetteloosheid" (Statenvertaling: mens
der zonde) vlak voor de wederkomst van Christus grote tekenen en bedrieglijke
wonderen zal verrichten.
2 Thessalonica 2:3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet
de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, 4
de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat
hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. 9
Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en
bedrieglijke wonderen.
Door wiens macht zal hij deze krachtige en bedrieglijke wondertekenen doen? "Naar de
werking des satans" (vers 9). Wáárom zal hij ze verrichten? Als een weloverwogen
poging de mensen te misleiden.
Vers 10 en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan,
omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen
behouden worden.
Satan, die altijd al God heeft willen zijn en over alles heeft willen heersen, zal zich
voor korte tijd voor God laten uitgeven. Hij zal dit bereiken door zijn menselijk
instrument hier op aarde in een allerhoogste kerkelijke functie te plaatsen.
Deze man zal een wonderdoener zijn, wat verondersteld wordt zijn godheid te bewijzen.
Miljoenen zullen door zijn machtige tekenen 'bedrieglijke wonderen",
"verlokkende ongerechtigheid" misleid worden. Hij zal geëerd worden
"als God" en zich de titels van God aanmatigen.
De uitdrukking 'bedrieglijke wonderen' hoeft nog niet te betekenen dat het wonder zelf een
leugen is. Het wonder kan wel degelijk echt zijn, maar de wonderen zullen degenen die ze
zien in een leugen laten geloven m.a.w. hen laten geloven dat de
vertegenwoordiger van Satan de duivel feitelijk God is! U vindt een dergelijk voorbeeld in
Job 1:12, 16, waar men het door Satan veroorzaakte vuur van de hemel ten onrechte aanzag
voor 'het vuur Gods'.
Wie zal door de wonderen van deze 'valse profeet' misleid worden? Die mensen die het
'merkteken van het beest' hebben en die het 'beeld' van het beest aanbidden?
Openbaring 19:20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de
tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het
beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de
poel des vuurs, die van zwavel brandt.
De valse profeet zal samenwerken met het beest en een draak wanneer Christus komt.
Openbaring 16:13 En ik zag uit de bek van de draak en uit de bek van het beest en
uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen; 14 want
het zijn geesten van duivelen, die tekenen doen, welke uitgaan naar de koningen der gehele
wereld, om hen te verzamelen tot de oorlog op de grote dag van de almachtige God.
Wie of wat is de 'draak'?
Openbaring 12:9 En de grote draak werd [op de aarde] geworpen, de oude slang, die
genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde
geworpen en zijn engelen met hem.
Er bestaat grote overeenkomst tussen de werken van de 'valse profeet' of de 'mens der
wetteloosheid' in de eindtijd en die van het godsdienstige systeem in Openbaring 13:11-17.
Openbaring 13:11 En ik zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee
horens als die van het Lam, en het sprak als de draak. 12 En het oefent al de macht
van het eerste beest voor diens ogen uit. En het bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop
wonen, het eerste beest zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was. 13 En
het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel doet nederdalen op de aarde ten
aanschouwen van de mensen. 14 En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de
tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tot hen, die
op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest, dat de wond van het
zwaard had en weer levend geworden is. 15 En hem werd gegeven om aan het beeld van
het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken
dat allen, die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood werden. 16 En het
maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de armen, de vrijen en de
slaven, een merkteken gegeven wordt op hun rechterhand of op hun voorhoofd, 17 en
dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de naam van het beest, of het
getal van zijn naam heeft.
De val van
'het grote Babylon'
Om welke reden
zal God over het religieuspolitieke systeem van het komende Romeinse Rijk rechtspreken en
het veroordelen? Openbaring 14:8; 17:5-6; 18:1-5.
Openbaring 14:8 En een andere, een tweede engel, volgde, zeggende: Gevallen,
gevallen is het grote Babylon, dat van de wijn van de hartstocht zijner hoererij al de
volkeren heeft doen drinken.
Openbaring 17:5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het
grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde. 6 En ik zag de
vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik
verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing.
Openbaring 18:1 Hierna zag ik een andere engel, die grote macht had, nederdalen uit
de hemel, en de aarde werd door zijn lichtglans verlicht. 2 En hij riep met sterke
stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote stad Babylon en zij is geworden een
woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van
alle onrein en verfoeid gevogelte, 3 omdat van de wijn van de hartstocht harer
hoererij al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben
en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid. 4 En
ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij
geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen. 5 Want haar
zonden hebben zich opgehoopt tot aan de hemel en God heeft aan haar ongerechtigheid
gedacht.
Wat zei Daniël over de tijd wanneer het laatste beest en de ecclesiastische 'kleine
horen' erop vernietigd zal worden?
Daniël 7:11 Toen keek ik toe vanwege het geluid der grote woorden welke de horen
sprak; terwijl ik bleef toekijken, werd het dier gedood, zijn lichaam werd vernietigd en
prijsgegeven aan de brand van het vuur.
Deze tekst laat zien dat het gehele systeem volledig zal ophouden.
Zowel de politieke als de godsdienstige aspecten van het moderne Romeinse Rijk zullen
volledig weggevaagd worden. Ook in Jesaja wordt dit bevestigd.
Jesaja 13 heeft behalve op de stad Babel (of Babylon) aan de Eufraat uit de oudheid ook
voornamelijk betrekking op een Babylon tijdens de 'dag des Heren' de tijd wanneer
God ingrijpt in het wereldgebeuren.
Jesaja 13:1 De Godsspraak over Babel, die Jesaja, de zoon van Amoz, aanschouwd
heeft. Vers 9 Zie, de dag des Heren komt, meedogenloos, met verbolgenheid en
brandende toorn, om de aarde tot een woestenij te maken en haar zondaars van haar te
verdelgen. 10 Want de sterren en de sterrenbeelden des hemels doen hun licht niet
stralen, de zon is bij haar opgang verduisterd en de maan laat haar licht niet schijnen.
11 Dan zal ik aan de wereld het kwaad bezoeken en aan de goddelozen hun
ongerechtigheid, en Ik zal de trots der overmoedigen doen ophouden en de hoogmoed der
geweldenaars vernederen. 12 Ik zal de stervelingen zeldzamer maken dan gelouterd
goud en de mensen dan fijn goud van Ofir. 13 Daarom zal Ik de hemel doen wankelen
en de aarde zal bevend van haar plaats wijken door de verbolgenheid van de Here der
heerscharen, ten dage van zijn brandende toorn.
In dit hoofdstuk wordt herhaald dat de ondergang van deze 'stad' (of dit koninkrijk) totaal
en permanent zal zijn.
Vers 19 En Babel, het sieraad der koninkrijken, de trotse luister der Chaldeeën,
zal worden als Sodom en Gomorra, toen God ze onderstboven keerde.
Het is geenszins bij toeval dat onmiddellijk na dit bijbelgedeelte dat ononderbroken dit
thema voortzet tot aan Jesaja 14:11, vers 12 ons dan terugvoert naar de oorspronkelijke
val van de Morgenster, d.i. Lucifer. Want de val van het hedendaagse Babylon kenmerkt het
einde van alles waarvoor Lucifer, nu Satan geheten, zich duizenden jaren lang op aarde
heeft ingespannen. Hij wordt voorgesteld als de eigenlijke 'koning' (vers 4) van het
gehele Babylonische systeem, omdat hij de menselijke koning beschreven in Jesaja 14:16-20
en in Openbaring 19:20, volkomen beheerst.
Openbaring 19:20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de
tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het
beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de
poel des vuurs, die van zwavel brandt.
Jesaja 14:4 dat gij dit spotlied op de koning van Babel zult aanheffen: Hoe heeft de
drijver opgehouden, opgehouden is de verdrukking! Vers 16 Wie u zien, beschouwen u,
letten op u: Is dit de man, die de aarde deed sidderen, die koninkrijken deed beven;
17 die de wereld tot een woestijn maakte en haar steden afbrak; die zijn gevangenen
niet naar huis liet keren? 18 De koningen der volken liggen allen met ere, ieder in
zijn woning, 19 maar gij zijt weggeworpen, ver van uw graf, als een verafschuwde
scheut, overdekt met verslagenen die door het zwaard doorboord zijn, die neerdalen naar de
stenen der groeve als een weggetrapt aas. 20 Gij wordt met hen niet in een graf
verenigd, omdat gij uw land te gronde hebt gericht, uw volk gedood. Nimmer wordt het
nageslacht der boosdoeners genoemd.
De komende ondergang van dit Babylon is zo volkomen, dat de boosdoeners nooit meer zullen
"opstaan en de aarde in bezit nemen en het oppervlak der wereld vullen met
steden."
Vers 21 Maakt voor zijn zonen een slachtbank gereed om de ongerechtigheid van hun
vaderen; opdat zij niet opstaan en de aarde in bezit nemen en het oppervlak der wereld
vullen met steden. 22 Zo sta Ik tegen hen op, luidt het woord van de Here der
heerscharen, en Ik roei van Babel uit naam en rest, telg en spruit, luidt het woord des
Heren.
De hedendaagse Meden zal door God als Zijn instrument gebruikt worden om het hedendaagse
Babylon te bestrijden
Jesaja 13:17 Zie, Ik wek tegen hen de Meden op, die zilver niet achten, noch in
goud behagen hebben.
Jesaja 21:2 Een dreigend gezicht is mij geopenbaard: een verrader, die verraderlijk
handelt en een verwoester, die verwoest. Trek op, Elam! Sla het beleg, Medië! Alle
zuchten doe Ik ophouden. Vers 9 zie, daar komt een troep mannen, een stoet ruiters,
twee aan twee. Toen hief hij aan en zeide: Gevallen, gevallen is Babel, en alle gesneden
beelden van zijn goden heeft Hij ter aarde verbrijzeld.
Jeremia 51:11 Scherpt de pijlen, vat de schilden! De Here heeft de geest der
koningen van Medië opgewekt, want tegen Babel is zijn plan om het te verdelgen; want dit
is de wraak des Heren, de wraak voor zijn tempel.
De hedendaagse Meden zullen uit Rusland komen waar hun voorzaten zich gevestigd hebben
nadat zij het Medië van de oudheid hadden verlaten.
We zullen ook zien dat de verenigde landen van het Romeinse Rijk een aandeel zullen hebben
in het vernietigen van het godsdienstige systeem dat ze steeds in zijn greep heeft gehad.
Bovendien zal Christus zelf deelnemen aan de totale destructie ervan!
'Dochter
van Babel' volkomen verwoest!
Lees het 47e
hoofdstuk van Jesaja eens. God spreekt onomwonden over een jonkvrouw,
een dochter van Babel [uit de oudheid].
Jesaja 47:1 Daal af, en zet u neer in het stof, jonkvrouw, dochter van Babel. Zet
u neer ter aarde, zonder zetel, dochter der Chaldeeën, want men zal u niet langer
verwekelijkt en verwend noemen.
Zij is de gebiedster der [heersend over] koninkrijken.
Vers 5 Zet u zwijgend neer en ga in de duisternis, gij dochter der Chaldeeën, want
men zal u niet langer gebiedster der koninkrijken noemen.
Zij heeft Gods volk vervolgd.
Vers 6 Ik ben tegen mijn volk toornig geweest, Ik heb mijn erfdeel ontwijd en het
in uw macht gegeven; gij hebt het geen barmhartigheid bewezen; op de grijsaard hebt gij
ook uw juk zwaar doen drukken.
Ze is gewoon in luxe te leven.
Vers 7 En gij zeidet: Ik blijf eeuwig gebiedster. Statenvertaling: Ik zal
koningin zijn in eeuwigheid.
Zie ook vers 1.
Openbaring 18:7 geeft haar zoveel pijniging en rouw, als zij heerlijkheid en
weelde genoten heeft. Want zij zegt in haar hart: Ik troon als koningin, ik ben geen
weduwe en geen rouw zal ik zien.
Ze doet zich voor als een 'jonkvrouw', terwijl ze in feite een hoer is, geestelijk
gesproken.
Openbaring 17:1 En een van de zeven engelen, die de zeven schalen hadden, kwam en
sprak met mij, zeggende: Kom hier, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer, die zit
aan vele wateren, 2 met wie de koningen der aarde gehoereerd hebben, en zij, die op
de aarde wonen, zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij.
Openbaring 18:9 En de koningen der aarde, die met haar gehoereerd hebben en
weelderig geweest zijn, zullen over haar wenen en weeklagen, wanneer zij de rook van haar
verbranding zien.
Zij heeft geestelijke hoeren-'kinderen' die op haar lijken.
Openbaring 17:5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het
grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.
Jesaja 47:8 Nu dan, hoor dit, gij weelderige! die zo zeker woont, die in haar hart
zegt: Ik ben het, en niemand meer dan ik: ik zal geen weduwe zitten, noch de beroving van
kinderen kennen. 9 Doch deze beide dingen zullen u in een ogenblik overkomen, op een
dag, de beroving van kinderen en weduwschap; volkomenlijk zullen zij u overkomen, vanwege
de veelheid uwer toverijen, vanwege de menigte uwer bezweringen.
Hoe duidelijk blijkt hieruit dat deze 'dochter' van Babel dezelfde is als de 'hoer' in
Openbaring 17 die op het beest zit.
Sla nu het 50e hoofdstuk van Jeremia eens op. Hier vinden we eveneens
veelbetekenende verzen die de val van het hedendaagse Babylon beschrijven.
Jeremia 50:2 Boodschapt onder de volken en laat het horen, verheelt het niet,
zegt: Babel is genomen, Bel staat beschaamd, Merodak terneergeslagen, beschaamd staan zijn
beelden, terneergeslagen zijn drekgoden. 3 Want er rukt een volk tegen op uit het
Noorden, dat zijn land tot een woestenij zal maken, zodat er geen inwoner in is; zowel
mensen als dieren zijn gevloden, verdwenen.
Vers 8 Vlucht uit Babel weg en trekt uit het land der Chaldeeën en weest als bokken
voor de kudde uit! 9 Want zie, Ik verwek en doe oprukken tegen Babel een menigte
grote volken, uit het Noorderland, en zij scharen zich ertegen in slagorde, vandaar zal
het ingenomen worden; de pijlen ervan zijn als een gelukkig held, die niet onverrichter
zake terugkeert.
Verder in vers 12 wordt 'Babylon' een 'moeder' genoemd (zie nogmaals Openbaring 17:5).
Vers 12 uw moeder staat zeer beschaamd, zij die u baarde, is te schande geworden;
ziedaar, het geringste van de volken, een woestijn, een wildernis en een steppe!
Zij zal geheel en al verwoest worden.
Vers 13 Ten gevolge van de verbolgenheid des Heren zal het niet bewoond worden,
maar geheel en al een woestenij zijn; ieder die Babel voorbijgaat, zal zich ontzetten en
fluiten om al zijn slagen. Vers 23 Hoe is de hamer der gehele aarde stukgeslagen en
gebroken. Hoe is Babel onder de volkeren tot een voorwerp van ontzetting geworden. Vers
26 Trekt ertegen op tot de laatste man, opent zijn voorraadschuren, stapelt het op
als korenhopen en slaat het met de ban, niets blijve ervan over! Vers 39 Daarom
zullen er boskatten met jakhalzen huizen, ook zullen er struisvogels huizen, en het zal
niet meer bestaan in eeuwigheid, noch in stand blijven van geslacht tot geslacht. 40
Zoals God Sodom en Gomorra met hun naburen onderstboven keerde, luidt het woord des Heren,
zal daar niemand wonen en geen mensenkind daar verblijven.
In de eindtijd stuurt de valse kerk (vrouw) de politieke macht. Vandaar 'dochter van
Babel'.
Vers 42 Boog en spies omklemmen zij, meedogenloos zijn zij en zonder erbarmen. Hun
rumoer bruist als de zee en zij rijden op paarden; het is toegerust als een man tot de
strijd, tegen u, dochter van Babel.
In vers 42 komt weer duidelijk naar voren dat het in deze profetie om een 'dochter' gaat,
d.w.z. een vrouwelijke en latere versie van het Babylon uit de
oudheid. Een regeringsbestel waarin kerk en staat verenigd zijn en voorgesteld wordt als
een 'zij'. Hieruit zien we dat veel in Jeremia 50 op de eindtijd slaat.
Hoofdstuk 51 vervolgt Gods oordeel. Zie in het bijzonder vers 6-8.
Jeremia 51:6 Vlucht uit Babel, laat ieder zijn leven redden; komt niet om in zijn
ongerechtigheid, want dit is de tijd der wrake voor de Here, het verdiende loon betaalt
Hij hem. 7 Babel was in de hand des Heren een gouden beker die de gehele aarde
dronken maakte; van zijn wijn dronken de volken, daardoor werden zij verdwaasd. 8
Plotseling is Babel gevallen en gebroken, jammert om hem! Haalt balsem voor zijn pijn,
misschien is het te genezen.
Hier worden allen die God toebehoren gewaarschuwd het hedendaagse 'Babylon'
dat gesymboliseerd wordt door 'een gouden beker', te ontvluchten.
Openbaring 17:4 En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd
met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol
gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij.
Deze gouden beker vertegenwoordigt de aantrekkelijke, doch valse leer waardoor alle volken
geestelijk dronken zijn geworden! Vergelijk Jeremia 51:7 met Openbaring
17:2.
Jeremia 51:7 Babel was in de hand des Heren een gouden beker die de gehele aarde
dronken maakte; van zijn wijn dronken de volken, daardoor werden zij verdwaasd.
Openbaring 17:2 met wie de koningen der aarde gehoereerd hebben, en zij, die op de
aarde wonen, zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij.
En nu Jeremia 51:13.
Vers 13 Gij, die aan grote wateren woont, die groot zijt van schatten, uw einde
is gekomen, de maat, waarop gij afgesneden wordt.
"Gij, die aan vele wateren woont" betekent: Gij, die over vele landen en volken
heerst.
Openbaring 17:15 En hij zeide tot mij: De wateren, die gij zaagt, waarop de hoer
gezeten is, zijn natiën en menigten en volken en talen.
Verder in vers 13 van Jeremia 51: "die groot zijt van schatten" duidt op grote
economische welvaart. En "de maat, waarop gij afgesneden wordt": de maat van
wellust en winstbejag is vol.
Hoe snel zal het einde van de 'dochter van Babel' komen?
Jesaja 47:11 Maar u overkomt een onheil, dat gij niet weet te bezweren; u
overvalt een verderf, dat gij niet vermoogt te verzoenen; u overkomt plotseling een
verwoesting, waarvan gij geen vermoeden hadt.
Openbaring 18:8 Daarom zullen haar plagen op een dag komen: dood en rouw en
hongersnood, en zij zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Here God, die haar
geoordeeld heeft. Vers 10 van verre staande uit vrees voor haar pijniging, zeggende:
Wee, wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in een uur is uw oordeel gekomen.
Zij zal 'ontbloot' worden, haar gebrek aan gerechtigheid tentoongesteld.
Jesaja 47:3 Uw schaamte worde ontbloot, uw schande ook gezien. Ik zal wraak nemen
en niemand sparen.
Wat zal er met haar geestelijke raadgevers gebeuren?
Vers 12 Houd maar aan met uw bezweringen en met de talrijke toverijen waarmede
gij u van jongs af hebt afgetobd; misschien kunt gij iets bereiken, misschien jaagt gij
schrik aan. 13 Gij hebt u afgesloofd met uw vele plannen; laten nu opstaan en u
redden, zij die de hemel indelen, die de sterren waarnemen, die maand voor maand doen
weten wat u overkomen zal. 14 Zie, zij zijn als stoppelen, die het vuur verbrandt,
zij kunnen hun leven niet redden uit de macht der vlammen; het is geen kolengloed om zich
te warmen, geen vuur om daarbij te zitten.
Wat zullen de landen die het toekomstige blok omvatten doen wanneer zij zien dat het
godsdienstige systeem dat over hen heerste, hen bedrogen heeft en hen niet van de
dreigende vernietiging die uit het noorden en oosten op komst is, kan verlossen?
Openbaring 17:16 En de tien horens, die gij zaagt, en het beest, dezen zullen de
hoer haten, en zij zullen haar berooid maken en naakt, haar vlees eten en haar met vuur
verbranden.
Let op de woorden "haar met vuur verbranden" en zie ook Openbaring 18:6 en 8.
Openbaring 18:6 Vergeldt haar, gelijk ook zij vergolden heeft, en geeft haar
dubbel naar haar werken; mengt haar het dubbele in de beker, die zij gemengd heeft. Vers
8 Daarom zullen haar plagen op een dag komen: dood en rouw en hongersnood, en zij
zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Here God, die haar geoordeeld heeft.
Christus zelf zal eveneens meehelpen zowel de heerschappij van het beest als de dochter
van Babylon te vernietigen.
Openbaring 14:9 En een andere engel, een derde, volgde hen, zeggende met luider
stem: Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of
op zijn hand ontvangt, 10 die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die
ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en
zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. 11 En de rook van hun
pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het
beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt.
Openbaring 16:1 En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tot de zeven
engelen: Gaat heen en giet de zeven schalen van de gramschap Gods uit op de aarde. 2
En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit op de aarde, en er kwam een boos en
kwaadaardig gezwel aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld
aanbaden. Vers 8 En de vierde goot zijn schaal uit over de zon en haar werd gegeven
de mensen te verzengen met vuur. 9 En de mensen werden verzengd door de grote hitte
en zij lasterden de naam van God, die de macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden
zich niet om Hem eer te geven. 10 En de vijfde goot zijn schaal uit over de troon
van het beest, en zijn rijk werd verduisterd, en zij kauwden op hun tong van pijn. Vers
19 En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden der volken stortten in.
En het grote Babylon werd voor God in gedachtenis gebracht, om daaraan de beker met de
wijn van de gramschap zijns toorns te geven.
Ondergang
van het hedendaagse 'Tyrus'
Nu zijn we
zover dat we ook de tweeledigheid van een andere belangrijke profetie in het
Oude Testament kunnen begrijpen. Het is de profetie tegen 'Tyrus' (Ezechiël 27 en 28).
Een 'vorst' van Tyrus plaatst zichzelf in 'Gods stoel' en hij doet zich als God voor,
zoals de 'valse profeet' dat in onze tijd zal doen.
Ezechiël 28:2 Mensenkind, zeg tot de vorst van Tyrus: zo zegt de Here Here:
omdat uw hart hoogmoedig geworden is en gij zegt: ik ben een god, een godenwoning bewoon
ik midden in zee, (terwijl gij een mens zijt en geen god) en gij in uw hart uzelf
gelijkstelt met een god. Vers 6 Daarom, zo zegt de Here Here, omdat gij in uw hart
uzelf gelijkgesteld hebt met een god, Vers 9 Zult gij dan nog zeggen: ik ben een god
(terwijl gij een mens zijt en geen god) als gij staat tegenover hem die u doodt en in de
macht zijt van wie u neerslaan?
Hij is vermogend door met wijsheid handel te drijven.
Vers 3 voorzeker, gij zijt wijzer dan Daniël, geen geheim is voor u verborgen.
Vers 5 door uw wijs beleid bij de handel hebt gij uw vermogen vermeerderd, en uw
hart is trots geworden op uw vermogen.
Tyrus dat ca. 175 km ten noorden van Jeruzalem aan de Middellandse Zee lag, was een der
grootste handelssteden van de oudheid en is een type van een machtig
hedendaags commercieel systeem. Geheel Ezechiël 27 is gewijd aan een beschrijving van de
handel en welvaart van Tyrus. God voorspelt dat haar hedendaagse tegenhanger volledig
verwoest zal worden.
De menselijke heerser van Tyrus wordt een 'vorst' genoemd. Maar de ware koning
van Tyrus wordt beschreven vanaf Ezechiël 28:12. Dit is niemand minder dan Satan de
duivel! Satan is hierbij betrokken omdat hij de eigenlijke leider en geestelijke vader is
van het hier uitgebeelde grote wereldse systeem. En in Jesaja 14 werd Satan voorgesteld de
koning te zijn van het systeem dat daar 'Babylon' werd genoemd.
We zien de overeenkomst met de profetie over Tyrus.
Ezechiël 28:18 Door uw vele ongerechtigheden, door het onrecht bij uw
koophandel, hebt gij uw heiligdommen ontwijd. Vuur deed Ik oplaaien uit uw midden; dat
verteerde u! Ik maakte u tot as op de grond voor de ogen van allen die u zagen.
Het lot van hedendaags Tyrus bestaat eruit verbrand te worden en Tyrus zal voor eeuwig
ophouden te bestaan.
Vers 19 Allen die onder de volken u kennen, ontzetten zich over u; een
verschrikking zijt gij geworden, verdwenen zijt gij. Voor altijd!
In dit hoofdstuk gaan het type en het antitype, Satan de duivel en hedendaags Tyrus, in
elkaar over.
Vers 16 door uw uitgebreide handel zijt gij vervuld geraakt met geweldenarij en
kwaamt gij tot zonde. Van de berg der goden verbande Ik u en deed u weg, gij beschuttende
cherub, van tussen de vlammende stenen.
In vers 16 is sprake van de handel en het geweld van het hedendaagse Tyrus; vers 18 gaat
over een vuur dat God doet voortkomen en dat het systeem verteert.
Wat zal de houding dan zijn van sommige leiders in de hedendaagse maatschappij die
verbintenissen met hedendaags 'Tyrus' zijn aangegaan? Vergelijk Ezechiël 27:28-33 met
Openbaring 18:9-10.
Ezechiël 27:28 Van het angstgeschreeuw uwer matrozen beven de opgezweepte
golven. 29 Nu verlaten hun schepen allen die de riemen hanteren, de schepelingen, al
de zeevaarders: zij gaan aan land. 30 Luid weeklagen zij over u en jammeren bitter,
zij werpen stof op hun hoofd en wentelen zich in as. 31 Om uwentwil scheren zij zich
kaal en omgorden zij zich met rouwgewaad; in bitter zieleleed wenen zij over u. Een
bittere rouwklacht! 32 Jammerend heffen zij een klaaglied over u aan, een klaagzang
zingen zij over u: wie is als Tyrus, de verwoeste, midden in de zee? 33 Toen uw
waren kwamen van de zee, hebt gij vele volken verzadigd; met uw vele goederen en uw
koopwaren hebt gij de koningen der aarde rijk gemaakt.
Openbaring 18:9 En de koningen der aarde, die met haar gehoereerd hebben en
weelderig geweest zijn, zullen over haar wenen en weeklagen, wanneer zij de rook van haar
verbranding zien, 10 van verre staande uit vrees voor haar pijniging, zeggende: Wee,
wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in een uur is uw oordeel gekomen.
En wat doen de kooplieden der aarde en anderen die geld tot hun god gemaakt hebben?
Vers 11 En de kooplieden der aarde wenen en bedrijven rouw over haar, omdat
niemand meer hun lading koopt. Vers 15 De kooplieden in deze dingen, die aan haar
rijk geworden waren, zullen van verre staan uit vrees voor haar pijniging, wenend en rouw
bedrijvend, 16 en zeggende: Wee, wee, die grote stad, die gehuld was in fijn
linnen, purper en scharlaken, en rijk versierd was met goud en edelgesteente en paarlen,
want in een uur is al die zo grote rijkdom verwoest! 17 En iedere stuurman en iedere
kustvaarder en de zeelieden en allen, die de zee bevaren, bleven van verre staan, 18
en riepen, toen zij de rook van haar verbranding zagen, zeggende: Welke stad was aan deze
grote stad gelijk! 19 En zij wierpen stof op hun hoofden en riepen, wenend en rouw
bedrijvend, zeggende: Wee, wee die grote stad, waarin allen, die schepen op zee hadden,
door haar kostbaarheden rijk geworden zijn, want zij is in een uur verwoest!
Zij zien in dat het zinloos is nog pogingen te doen om 'Tyrus' te redden.
Openbaring 18:10 van verre staande uit vrees voor haar pijniging, zeggende: Wee,
wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in een uur is uw oordeel gekomen.
Dat blijkt ook uit Jesaja 47, vers 15.
Jesaja 47:15 Dat hebt gij nu aan hen om wie gij u hebt afgetobd, met wie gij van
jongs af handel hebt gedreven; ieder van hen dwaalt zijn eigen kant uit, zonder dat iemand
u redt.
Hedendaags Tyrus en Babylon zijn onmiskenbaar synoniem hun wacht hetzelfde lot!
Degenen die God gediend hebben en onder dit religieuspolitieke systeem als martelaren
gestorven zijn, zullen dan volledig gewroken worden.
Openbaring 18:20 Wees vrolijk over haar, gij hemel en gij heiligen, en gij
apostelen en profeten, want God heeft uw rechtzaak tegen haar berecht.
Zal hedendaags 'Babylon' ooit weer herbouwd worden?
Vers 21 En een sterke engel nam een steen op als een grote molensteen en wierp
hem in de zee, zeggende: Zo zal Babylon met geweld geworpen worden, de grote stad, en zij
zal nooit meer gevonden worden. 22 En geen stem van citerspelers en zangers, van
fluitspelers of bazuinblazers zal meer in u gehoord worden, en niemand, die enige kunst
beoefent, zal meer in u gevonden worden, en geen geluid van de molen zal meer in u gehoord
worden. 23 En geen lamplicht zal meer in u schijnen, en geen stem van bruidegom en
bruid zal meer in u gehoord worden, want uw kooplieden waren de machthebbers der aarde,
want door uw toverij werden alle volken verleid.
"Gaat
uit van haar, Mijn volk"!
Hoe luidt Gods
waarschuwing tot ons vandaag?
Vers 4 En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn
volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen.
Als wij ons losmaken uit het systeem van dit hedendaagse Babylon en haar
geestelijke dochters en ons met geheel ons hart tot God keren, zal Hij ons dan tijdens de
voor ons liggende tijd van bezoeking en dood beschermen?
Lukas 21:36 Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te
ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de
Zoon des mensen.
Openbaring 3:10 Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal
ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te
verzoeken hen, die op de aarde wonen.
Openbaring 7:1 Daarna zag ik vier engelen staan aan de vier hoeken der aarde, die de
vier winden der aarde vasthielden, opdat er geen wind zou waaien over de aarde, of over de
zee, of over enige boom. 2 En ik zag een andere engel opkomen van de opgang der
zon, hebbende het zegel van de levende God; en hij riep met luider stem tot de vier
engelen, aan wie gegeven was aan de aarde en de zee schade toe te brengen, 3 en hij
zeide: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat
wij de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben
Openbaring 12:14 En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven
om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het
gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. 15 En de slang wierp uit
haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten
medesleuren. 16 En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en
verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen.
De toekomstige gebeurtenissen waarmee u nu reeds door middel van deze publicatie heeft
kennis gemaakt, zullen zeker plaatsvinden. Ze zijn even onvermijdelijk als het op- en
ondergaan van de zon. God heeft overal in Zijn Woord geprofeteerd van een in Europa
opkomende super religieuspolitieke macht die deze wereld met stomheid zal slaan! Een paar
jaar geleden zou de vervulling van deze profetieën velen als ongeloofwaardig, ja zelfs
onzinnig voorgekomen zijn. Maar nu niet meer. U zult niet lang meer hoeven te wachten.
Waarschijnlijk heeft wel 90% van alle profetieën tenminste in type
betrekking op onze tijd! Alle profeten hebben over onze tijd gesproken. Onze
generatie is bestemd de 'tijd van het einde', 'het laatste der dagen', mee te
maken.
God heeft nu vele van deze profetieën voor uw verstand begrijpelijk
gemaakt. U heeft een blik kunnen werpen in de heel nabije toekomst. De vraag is: wat
dóét u ermee? Zult u Gods waarschuwing in Openbaring 18:4 ter harte nemen?
Laat u niet misleiden het 'merkteken' van het beest of de 'naam' van het beest of zijn
'getal' aan te nemen, opdat u niet samen met het hedendaagse 'Babylon' de zeven laatste
plagen moet ondergaan! (Openbaring 16:1-2.) |
|