Voor literatuurlijst klik hier.

 

Onthulling van
het boek

OPENBARING

 

Het meest mysterieuze van alle bijbel-
boeken! Als de Bijbel in zijn geheel
het Boek is dat niemand begrijpt
(behalve de ’uitverkorenen’), dan is
stellig het boek OPENBARING hét
bijbelboek dat het allerminst
begrepen wordt. Toch is dit boek de
sleutel waarmee het begrip van alle
profetieën ontsloten kan worden.

 

Eindelijk is het zover dat de profetieën van het boek Openbaring te begrijpen zijn. De betekenis van de eens verzegelde profetieën is nu duidelijk. Deze publicatie schildert op realistische wijze welke catastrofale gebeurtenissen weldra het einde van dit tijdperk zullen inluiden. Nu is volgens Gods wil de tijd rijp: Het geheimzinnigste, fascinerendste boek van de Bijbel, het tot dusver niet begrepen boek Openbaring, is voor ons verstand geopend.

In dit tot nu toe verzegelde boek openbaart de eeuwige God niet alleen dat er spoedig een wereld van vrede, overvloed, geluk en vreugde zal aanbreken, maar ook laat Hij zien welke verschrikkelijke wereldcatastrofen de mensheid eerst nog over zichzelf gaat brengen.

Wetenschap, techniek en industrie produceren steeds meer angstaanjagende massavernietigingsmiddelen waarmee al het leven van de aardbodem kan worden weggevaagd.

Immoraliteit, misdaad, geweldpleging, honger, armoede en ziekte grijpen steeds meer om zich heen. Er zijn zelfs enige zogenaamd religieuze mensen die zeggen: ”God is dood”.

Als dat zo was – als er inderdaad geen levende God van liefde en genade, van wijsheid en gerechtigheid bestond, een God die een groots plan volvoert, over alles heerst en almachtig is, een God die zeer spoedig zal ingrijpen om de mensheid van zichzelf te redden –, dan zou het dreigende einde van de tegenwoordige civilisatie inderdaad het einde van de mensheid als zodanig betekenen.

Maar gelukkig is God niet dood! Hij ziet de tendensen in de wereld; Hij ziet de hopeloze toestand waarin de mensheid zichzelf gebracht heeft, hoe hopeloos zij nu in de val van haar eigen rebellie gevangen zit en absoluut niet meer in staat is haar snel naderende noodlot af te wenden.

 

Wat komt eerst?

De gelukkige Wereld van Morgen onder de regering van de almachtige God zal evenwel niet aanbreken alvorens de mens werkelijk helemaal aan het eind van z'n Latijn is. Niet voordat de mens alle kans heeft gehad en uit-en-ter-na heeft bewezen dat hij absoluut onbekwaam is zichzelf te regeren.

De tijd is gekomen dat de wereld gewaarschuwd moet worden.

De spanningen tussen de nucleaire grootmachten, de broeiende crisishaarden in de wereld, de stijgende misdadigheid, volkerenhaat, religieus fanatisme, terrorisme en andere geweldpleging – dit alles zal deze wereld in een totale chaos van dood en verderf storten zoals nog nooit eerder is voorgekomen en ook nooit meer zal voorkomen.

God, de Schepper, weet waartoe het leidt wanneer de mens zonder Hem probeert te leven. Iedere gebeurtenis van formaat in het wereldgebeuren wordt in de profetieën van God van tevoren afgeschilderd.

Nu is de tijd gekomen dat God de verbazing- en ontzagwekkende profetieën van het boek Openbaring voor het verstand van de mens opent. Zijn ernstige waarschuwing wordt tegenwoordig nadrukkelijk overal ter wereld verkondigd als een getuigenis. Neem deze waarschuwing ter harte en bedenk dat geen van deze toekomstige plagen u hoeft te treffen. U kunt, wanneer u waakzaam en God gehoorzaam bent, waardig bevonden worden aan al deze dingen, die met zekerheid zullen plaatsvinden, te ontkomen!

 

Geen normale tijd 

We leven tegenwoordig in een tijd die wezenlijk anders is dan het naar verhouding rustige verloop van de bijna voorbije zesduizend jaar. Sinds de Eerste Wereldoorlog beleefde de mensheid een explosie van geweld. En toch zal datgene wat ons nog te wachten staat alles wat geweest is ver overtreffen!

Kennis is met sprongen toegenomen. Wetenschap en techniek hebben verbazingwekkende prestaties geleverd: massamedia, snelle communicatie- en vervoersmiddelen, maar ook uitvindingen van schrikbarende aard. De mens heeft de atoomkracht ontdekt. De mens heeft geleerd krachten te ontketenen die al het leven op onze planeet kunnen wegvagen.

In deze situatie opent de almachtige God nieuwe kennis voor ons. Goddelijke geheimen, die de mens tot dusver nog niet had begrepen, worden nu aan degenen die God dienen, geopenbaard.

Hier op aarde is namelijk een plan in uitvoering. God laat nu zien hoe de wereldgebeurtenissen zich gaan ontwikkelen en in de vervulling van zijn plan een climax zullen bereiken. De kolossaalste gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis werpen reeds hun schaduw vooruit.

We naderen de laatste crisis kort voor het einde van deze boze en ongelukkige wereld.

 

Een derde van de Bijbel is profetie 

Ongeveer een derde van de totale Bijbel is gewijd aan profetie. Hele boeken in de Heilige Schrift, vooral in het Oude Testament – bijv. Jesaja, Jeremia, Ezechiël en de zogenaamde kleine profeten, zijn uitsluitend profetisch van inhoud.

Wist u dat de Gemeente die Jezus Christus oprichtte in feite gebouwd is ”op het fundament van de apostelen en profeten (Ef. 2:20)?

Het eigenlijke uitgangspunt tot begrip van de profetieën wordt gevormd door twee bijbelboeken, het ene in het Oude en het andere in het Nieuwe Testament. Het zijn de boeken Daniël en Openbaring.

Terwijl het boek Openbaring zelf een belangrijke sleutel tot begrip van vele profetieën is, zijn er weer andere sleutels die de Openbaring begrijpelijk maken.

Een zo'n sleutel is bijvoorbeeld dat de Openbaring een chronologisch opgebouwd verslag biedt dat de in andere profetische boeken opgetekende gebeurtenissen in het juiste verband plaatst.

Laten we nu dit boek eens opslaan dat voor velen het raadselachtigste en ondoorgrondelijkste van alle bijbelboeken schijnt te zijn. Geen lectuur zou interessanter kunnen zijn en met het oog op de huidige toestand in de wereld ook niet belangrijker. Want juist deze tijd waarin wij leven, wordt in dit boek beschreven, en niet alleen dat – we kunnen zelfs weten wat de toekomst biedt.

 

Een ’verzegelde’ profetie 

De Openbaring werd als een geheimzinnig, met zeven zegels verzegeld boek gegeven. Enige van de profetieën die aan Daniël geopenbaard en door hem opgeschreven werden, waren eveneens tot nu toe, tot het einde van dit tijdperk, gesloten en verzegeld.

Daniël zelf zegt aan het eind van zijn boek:

Daniël 12:8  Ik nu hoorde het wel, maar begreep het niet en zeide: Mijn heer, waarop zullen deze dingen uitlopen?

Met andere woorden hij hoorde wel wat de engel hem openbaarde en schreef het zelfs op, maar hij begreep zelf niet wat het te betekenen had. De engel zei tot hem:

Vers 9  Doch hij zeide: Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd.

En in vers 4 wordt gezegd:

Vers 4  Maar gij, Daniël, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen.

Evenals de profetieën van Daniël tot de eindtijd, dit tijdperk van het internet en de ruimtevaart waarin de kennis steeds vermeerdert, gesloten en verzegeld waren, zo was ook het boek Openbaring tot nog toe niet te begrijpen.

De toekomstige gebeurtenissen waren met zeven zegels verzegeld zoals we zullen zien.

Maar nu leven we dus in de ’eindtijd’, de wereldcrisis aan het einde van dit tijdperk. De profetieën en geheimenissen van God die tot nu toe verzegeld waren, werden nu geopenbaard aan degenen die God geroepen heeft om de wereld zijn boodschap als een getuigenis te brengen. Jezus Christus, het Hoofd van Gods Gemeente, is Degene die openbaart. Hij heeft zijn dienaren deze geheimenissen geopenbaard.

 

De Openbaring van Christus

Het eerste vers van de Openbaring luidt:

Openbaring 1:1  Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden…

Het Nederlandse woord ’openbaring’ – van het Griekse apocalypse (apo'kalupsis) betekent zoals bekend het tegendeel van verbergen, verzegelen of sluiten. Toch waren de profetieën van de toekomstige wereldgebeurtenissen in dit boek met zeven zegels verzegeld.

Alleen Jezus Christus was waardig de zegels te verbreken en daarmee de toekomst bloot te leggen. God de Vader droeg het gezag daartoe aan Christus over. We lezen dus:

Openbaring 1:1  Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden, en welke Hij door de zending van zijn engel aan zijn dienstknecht Johannes heeft te kennen gegeven. 2  Deze heeft van het woord Gods getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft. 3  Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.

Zoals gezegd, de profetie kwam oorspronkelijk van God de Vader; het ging om een openbaring, niet om een verheimelijking. Er moet iets geopenbaard, m.a.w. duidelijk gemaakt, onthuld worden, en wel door Jezus Christus; maar God gaf het Hem verzegeld.

Christus is het Woord (Joh. 1:1), de Woordvoerder. In Johannes 12:49 en elders zegt Hij ons, dat Hij niets uit eigen beweging sprak, maar alleen dat wat de Vader Hem gebood.

Johannes 12:49  Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en spreken moet.

Christus is het Woord. Christus is Degene die openbaart. Op dit punt aangekomen is het noodzakelijk een algemeen verbreide vergissing recht te zetten.

 

Johannes niet degene die openbaart

In vele Bijbels luidt het opschrift boven het boek Openbaring: De Openbaring van Johannes. Het is echter niet Johannes die openbaart, maar Jezus Christus. Dat is ook een belangrijke sleutel tot begrip. De profetieën hebben hun oorsprong in God de Vader. Hij gaf ze aan Christus. Christus droeg ze door zijn engel over aan de apostel Johannes. Deze was dus alleen maar een soort van secretaris of verslaggever die vastlegde hetgeen geopenbaard werd.

Johannes legde drie dingen in geschrifte vast: 1. het Woord van God, 2. het getuigenis van Jezus Christus en 3. alles wat hij, Johannes, zag.

Het boek Openbaring is dus, evenals alle bijbelse geschriften, het geïnspireerde Woord van God. Joh. 1:1 legt ook uit dat het Woord zelf God is. God heeft altijd bestaan uit twee personen: Hij die de Vader werd en Hij die de Zoon werd. De Zoon openbaart wat de Vader Hem gegeven heeft (Openb. 1:1) en deze Zoon, Jezus Christus, zegt dat Hij voor iedereen zichtbaar zal komen (vers 7) en dat Hij ”is en was” (vers 8 en herhaald in Openb. 11:17). Christus is zonder begin en de hoogste autoriteit onder zijn Vader. Alles is uit de Vader – 1 Cor. 8:6  uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn –, maar Christus heeft alles in opdracht van zijn Vader geschapen – 1 Cor. 8:6 (vervolg)  Jezus Christus, door wie alle dingen zijn. Hier staat dat de Vader zelf niets heeft geschapen. Hij heeft ook niet het Woord, Christus, geschapen, want dan zou Paulus hier in 1 Cor. onjuistheden geschreven hebben. Alles is door Christus geschapen en natuurlijk heeft Hij zichzelf niet geschapen. Nee, Hij was, zonder begin. Wat er altijd was is nooit geschapen. Alles wat in de hemelen en op aarde, zichtbaar en onzichtbaar, gemaakt is, is door Christus geschapen.

Colossenzen 1:16  want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; 17  en Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem.

Duidelijke woorden! Alles wat geschapen is, is door Christus geschapen. Dat betekent dat Hij zelf niet geschapen is. En voor wie nog enige twijfel heeft:

Johannes 1:3  Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.

Als Christus ook gemaakt zou zijn, zou Hij door het Woord (Christus!) gemaakt zijn. Onzin! Alles wat gemaakt is, is door het Woord (Jezus Christus) gemaakt. Wat niet gemaakt is, kan natuurlijk niet inbegrepen zijn. De Vader en de Zoon zijn God. Zij hebben leven in zichzelf. Zij zijn niet ’geworden’ – gemaakt. Ze bestonden en bestaan in eeuwigheid. God zei tegen Mozes ”Ik ben”. God is.!

Ten dele zijn de woorden in Openbaring rechtstreekse woorden van deze Hoge Autoriteit Jezus Christus zelf, dus de dingen die Christus persoonlijk gezegd heeft, en verder legde Johannes de dingen vast die hij zag in gezichten, of, zoals er staat: in de geest. De meeste profetieën van het boek staan vervat in de dingen die Johannes zag in gezichten, waarin voor het merendeel van symbolen sprake is.

En dan staat er in het derde vers: ”Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij”.

Hier wordt degene die dit boek leest met een instelling van onderdanigheid en gehoorzaamheid aan God ”zalig” genoemd, d.i. gelukkig te prijzen.

Na enige inleidende begroetingswoorden komt in vers 10 het fundamentele thema van het gehele boek naar voren.

 

Het thema van het boek

Dit themabepalende vers is voor de meeste mensen een oorzaak van wanbegrip.

Het thema is de Dag des Heren. Laten we het lezen:

Openbaring 1:10  Ik kwam in vervoering des geestes op de Dag des Heren [Statenvert. ik was in den geest op den dag des Heeren], en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin.

Aangezien er geen goed begrip is, heeft dit vers aanleiding gegeven tot eindeloze discussies, strijd en verwarring. Men kon het er niet over eens worden of de dag van de week waarop Johannes deze boodschap schreef nu een zaterdag of een zondag was. Daarbij verwees Johannes helemaal niet naar een bepaalde dag van de week.

De dag van de week waarop hij deze gezichten of visioenen kreeg en neerschreef – als het tenminste mogelijk was alles op één dag te beschrijven – is niet belangrijk, en bovendien is daarvan in dit vers in het geheel geen sprake. Het gaat niet om een speciale dag van de week, maar om een bepaalde profetische periode van tijd, waarvan zowel in het Oude Testament als het Nieuwe Testament in vele profetieën gewag wordt gemaakt, namelijk de ”grote en geduchte Dag des Heren”. Deze Dag is het duizendjarige Vrederijk dat wordt uitgebeeld door de sabbatdag, de zevende dag van de week en die als zevende dag van de scheppingsweek werd geheiligd.

2 Petrus 3:8  Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat een dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als een dag.

Deze zevende dag is als rustdag en dag van vrede een type van het duizendjarige Vrederijk. Deze heilige zevende dag is een dag van rust en ”verlustiging”, zoals het utopische Vrederijk zal zijn.

Zesduizend jaar heeft de mens zijn ”zaken” gedaan, maar binnenkort zal de mens ”de zaken” van hun Heer Jezus Christus doen. Wat de mens heeft afgebroken aan goddelijke waarden, door Gods geboden gedirigeerd, zal binnenkort weer hersteld worden.

Jesaja 58:12  En de uwen zullen de overoude puinhopen herbouwen, de grondvesten van vorige geslachten zult gij herstellen, en men zal u noemen: Hersteller van bressen, Herbouwer van straten. 13  Indien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des HEREN van gewicht [van een uitermate grote betekenis], en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan [in de Wereld van Morgen zullen we de ’bezigheden’ van God doen, met respect voor Gods normen], 14  dan zult gij u verlustigen in de HERE en Ik zal u doen rijden over de hoogten der aarde en u doen genieten het erfdeel van uw vader Jakob [dat gebeurt in het duizendjarige Vrederijk], want de mond des HEREN heeft het gesproken.

Over die Dag – de duizendjarige ’Dag’ – zal Christus Heer zijn.

Openbaring 19:16  En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren.

Daarom zei Jezus:

Mattheüs 12:8  Want de Zoon des mensen [onze Heer Jezus Christus] is heer over de sabbat.

De wekelijkse sabbat, de zevende dag, begint met zonsondergang aan het eind van de zesde dag, dus met duisternis. Zo zal ook aan het eind van zesduizend jaar menselijke werken de Dag des Heren, het duizendjarige Vrederijk, beginnen met duisternis in de vorm van zware benauwdheid.

Sefanja 1:14  Nabij is de grote dag des HEREN, nabij en hij nadert haastig. Hoort, de dag des HEREN; bitter schreeuwt dan de held. 15   Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis, 16  een dag van bazuingeschal en van krijgsgeschreeuw tegen de versterkte steden en tegen de hoge hoektorens. 17  Dan zal Ik de mensen benauwen, zodat zij gaan als blinden, want zij hebben tegen de HERE gezondigd, en hun bloed zal worden uitgestort als stof en hun ingewand als drek. 18  Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden op de dag van de verbolgenheid des HEREN. Door het vuur van zijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden, want vernietiging, ja, een verschrikkelijk einde zal Hij alle inwoners der aarde bereiden. Sefanja 2:1  Komt tot uzelf, ja, komt tot inkeer, gij schaamteloos volk, 2   voordat het besluit tot uitvoering komt (als kaf gaat een dag voorbij) voordat over u komt de brandende toorn des HEREN, voordat over u komt de dag van de toorn des HEREN. 3   Zoekt de HERE, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des HEREN.

De zware plagen waarmee Christus zal komen, brengen de donkerste periode in de menselijke geschiedenis. Niets van wat de mens heeft voortgebracht is bruikbaar voor de Wereld van Morgen. Kerken, vervuilende industrieën, heidense feesten (zoals kerst), onderwijs, politieke systemen, verloedering, enz. zullen vernietigd worden. Daarna bouwt de Regering van God onder leiding van Christus een nieuwe aarde onder een nieuwe hemel en dan zal de gelukkigste periode aanbreken in de menselijke geschiedenis.

De zondag komt als religieuze dag van aanbidding uit Babylon, waarvan Rome en de zgn. christelijke wereld de voortzetting is. Zondag is geïntroduceerd door Satan om de mens te verwarren opdat hij het doel van zijn schepping zou missen. Nergens in de Bijbel wordt de Dag des Heren geassocieerd met de zondag. Dan zou Christus gelogen hebben toen Hij zei dat Hij de Heer is over de Sabbat. Ook Petrus noemde die Dag:

2 Petrus 3:10  Maar de Dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden.

”In de geest” – m.a.w. in een visioen – werd Johannes vele eeuwen vooruit in de tijd van de Dag des Heren verplaatst, in de tijd die nu vlak voor ons ligt – nog in de huidige generatie.

De Dag des Heren wordt door de profeet Joël als een tijd beschreven waarin God de onrechtvaardige, zondigende volken der wereld bestraffen zal. Sefanja noemt het de dag van de toorn des Heren. Op deze wijze wordt ook door heel het boek Openbaring heen een tijd afgeschilderd waarin God de Almachtige bovennatuurlijk zal ingrijpen en plagen over de zondigende mensen zal brengen om aan de strijd, haat en vernieling van de mensen onder elkaar een eind te maken. Het zal de tijd zijn die volgt op de ’Grote Verdrukking’ en die met de glorierijke wederkomst van Christus haar hoogtepunt bereikt.

 

Een openbaring voor deze tijd

Johannes zag gebeurtenissen die in onze tijd en in de nabije toekomst zullen plaatsvinden; hij werd in de geest – in een visioen – in de toekomst verplaatst. Hetzelfde gebeurde met de profeet Ezechiël zoals we in Ezechiël 8 vers 3 lezen:

Ezechiël 8:3  En Hij strekte iets uit, dat de vorm had van een hand, en greep mij bij een lok van mijn hoofdhaar. Toen hief de Geest mij op tussen aarde en hemel en bracht mij in gezichten Gods naar Jeruzalem.

Ezechiël werd niet echt naar Jeruzalem verplaatst, maar de Geest hief hem op en bracht hem in een visioen naar Jeruzalem. Precies zo werd Johannes door de Geest in de tijd verplaatst die nu voor de deur staat. Hij zag de gebeurtenissen van de Dag des Heren die nu reeds hun schaduw vooruit werpen – gebeurtenissen die wij met eigen ogen zullen zien.

Daarom is dit visioen zo buitengewoon belangrijk. De profetieën hebben geen betrekking op de middeleeuwen, maar op de chaotische tijd van nu, en ook op de tijd die wij nog beleven zullen. Daarom moeten wij de betekenis van dit visioen zeer goed tot ons door laten dringen.

Het eigenlijke doel van het boek Openbaring is dus de huidige generatie de komende wereldschokkende gebeurtenissen te tonen, de Dag des Heren, de dag van het goddelijke gericht aan het eind van dit tijdperk dat tot de wederkomst van Christus en tot de gelukkige, vredige Wereld van Morgen zal leiden.

We hebben de inleiding tot het boek Openbaring zo uitvoerig behandeld omdat zij de sleutel tot begrip van het gehele boek vormt; ze laat zien wat het basisthema is bij de profetieën. Het is van groot belang van begin af aan goed georiënteerd te zijn – de juiste uitgangspositie te hebben.

 

De brieven aan de Gemeenten

De eerste boodschap van het boek Openbaring vinden we in het tweede en derde hoofdstuk – de brieven aan de zeven Gemeenten. Het zijn boodschappen rechtstreeks van Christus afkomstig, die ”het getuigenis van Christus” inhouden. Jezus gebruikt daarin de geestelijke toestand en het functioneren van deze zeven Gemeenten die toentertijd in Klein-Azië bestonden als een profetie voor de geestelijke toestand en de werken – het uitvoeren van Christus' grote opdracht – van de ware Gemeente van God gedurende de zeven opeenvolgende perioden van tijd tot aan het einde van dit tijdperk en de wederkomst van Christus.

Tot dusver heeft nauwelijks iemand deze zeven boodschappen goed begrepen. Bijna niemand heeft geweten welke betekenis ze hebben. Het zijn geen boodschappen aan de grote kerken met al hun groeperingen en politieke organisaties. Veeleer zijn het boodschappen van Christus, het levende Hoofd van zijn Gemeente, die gericht zijn aan zijn eigen ware Gemeente in de zeven opeenvolgende perioden van tijd vanaf de eerste eeuw tot aan een tijd die nu nog in de toekomst ligt. Daar deze boodschappen of brieven, met één uitzondering, geen werkelijke profetieën over huidige of toekomstige wereldgebeurtenissen bevatten, behoeven we in deze publicatie niet verder op deze twee hoofdstukken in te gaan. U kunt daarover lezen in onze publicatie ’De geschiedenis van de Gemeente van God’.

We zullen dus nu meteen op het 4e en 5e hoofdstuk overgaan waar we zogezegd het decor vinden waartegen het verdere gebeuren van het boek zich afspeelt.

 

Het decor

Johannes bevond zich op het eiland Patmos in de Middellandse Zee. In zijn visioen scheen hij echter in de hemel, direct bij de troon van God te zijn geplaatst.

In het visioen zag hij God de Vader op zijn troon en voor de troon vier wezens die op dieren leken en 24 oudsten. In hun midden stond Jezus Christus. Leest u zelf hoe Johannes deze scène schildert:

Openbaring 4:1  Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. 2  Terstond kwam ik in vervoering des geestes en zie, er stond een troon in de hemel en iemand was op die troon gezeten.

Hier zien we de zetel van de goddelijke regering, de troon van de Heerser over heel het universum!

Nu komen we aan het belangrijke vijfde hoofdstuk van het boek Openbaring, dat begint met:

Openbaring 5:1  En ik zag in de rechterhand van Hem, die op de troon zat, een boekrol, beschreven van binnen en van buiten, welverzegeld met zeven zegels.

 

Een geheimzinnig boek

Hier hebben we nu het eigenlijke boek van de profetie. God zelf houdt het in zijn rechterhand. Het gaat echter niet om een boek zoals wij dat nu kennen, maar om een boekrol, een lang perkamentblad, aan beide zijden beschreven, opgerold en met zeven zegels verzegeld. Het getal zeven is van betekenis; in de Bijbel dient het als zinnebeeld van volledigheid. Dit boek met profetieën was dus volledig verzegeld, zodat het niet gelezen en nog minder begrepen kon worden. De inhoud ervan was volkomen verborgen.

Laten we nu lezen wat er verder gebeurde:

Vers 2  En ik zag een sterke engel, die met luider stem uitriep: Wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken? 3  En niemand in de hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde kon de boekrol openen of haar inzien. 4  En ik weende zeer, omdat niemand waardig was gebleken de boekrol te openen of die in te zien.

Deze profetie is verzegeld! Geen mens is waardig of bekwaam de zegels te openen – te lezen wat de werkelijke betekenis van dit boek is.

Waarom werd deze duidelijke en eenvoudige verklaring door zo weinig mensen opgemerkt. Geen mens kan het boek openen; geen enkel mens kan de betekenis van deze profetieën onthullen. Het boek is verzegeld – geheel en al verzegeld en gesloten! Hoe kwamen mensen er dan toe het publiek te laten geloven dat zij deze profetieën konden lezen en onthullen?

Johannes heeft ze niet geopenbaard. Ook is dit niet de openbaring van de een of andere mens of kerkleider, of van een religieuze sekte of groepering. Voor hen allen was het verzegeld.

Maar let nu op – hier komt de sleutel tot begrip:

Vers 5  En een uit de oudsten zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen.

 

Wie zal het boek openen?

Hier hebben we dus de oplossing: De leeuw van de stam Juda, de wortel Davids, is Jezus Christus. Geen mens kan deze belangrijke profetieën van het boek Openbaring op de juiste wijze interpreteren dan alleen Jezus Christus, Gods Zoon, die hier voor de troon van God de Vader staat. Alleen Hij is bekwaam de zegels te verbreken en ons de ware betekenis te openbaren.

Dit is niet de uitlegging van een slimmerik van de Gemeente van God; integendeel, dit is de openbaring van Jezus Christus, die Hem op zijn beurt weer door God de Vader gegeven was.

Openbaring 5:7  En het [het Lam – Christus] kwam en heeft [de rol] aangenomen uit de rechterhand van Hem, die op de troon gezeten was.

Hiermee komen we bij de eigenlijke openbaring van dit geheimzinnige boek dat voor religieuze mensen en de kerken van deze wereld vele eeuwen lang in hoge mate raadselachtig is geweest.

Maar voordat we aan hoofdstuk 6 beginnen waar beschreven wordt hoe Christus het ene zegel na het andere opent, zullen we nog even Openbaring 5:9-10 bekijken:

Vers 9  En zij zongen een nieuw gezang, zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt hen [mensen] voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; 10  en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde.

Ofschoon het visioen zich in de hemel afspeelt, laat het toch gebeurtenissen zien die op aarde zullen plaatsvinden. In het nieuwe gezang wordt gezegd dat degenen die Christus verlost, zullen heersen; ze gaan met Hem als koningen en priesters regeren ten einde de mensen tot het heil te helpen brengen. Maar waar zullen zij dat doen? In de hemel? Nee, want ze ”zullen ... heersen op de aarde.

Jezus Christus zei dat Hij heen zou gaan (en Hij ging heen tot God de Vader, tot de troon van de Vader in de hemel) en dan terugkomen.

Johannes 14:28 (Statenvert.)  Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen, en kom weder tot u.

Hij zal inderdaad terugkomen om de aarde als Koning der koningen en Heer der heren te regeren. Zo luiden dan ook de laatste woorden van het boek Openbaring:

”Hij, die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig, Amen, kom, Here Jezus!”

Maar nu naar het zesde hoofdstuk – de eigenlijke openbaring.

 

De zeven zegels

We zien hier hoe Jezus één voor één de zegels opent. Zes van de in totaal zeven zegels worden alleen al in dit zesde hoofdstuk geopend. Dat is verbazend weinig ruimte voor de eerste zes zegels. Er volgen tenslotte nog zestien hoofdstukken. Aangezien de zeven zegels echter de gehele profetie omvatten, staan dus alleen voor de gebeurtenissen van het zevende zegel nog 16 hoofdstukken ter beschikking.

Het zesde hoofdstuk vormt wel de kern van het boek Openbaring. Laten we nog eens teruggaan naar het decor waartegen Johannes de visioenen ontving. Hij bevond zich in werkelijkheid op een eiland in de Middellandse Zee, ook hier op aarde. In het visioen scheen het hem echter toe alsof hij zich in de hemel voor Gods troon bevond. Het boek met de profetieën in de vorm van een schriftrol houdt God de Vader in zijn rechterhand. Jezus Christus, hier gesymboliseerd als ”het Lam Gods”, staat voor zijn Vaders troon. Christus, Degene die openbaart, neemt de boekrol uit de rechterhand van God de Vader aan en verbreekt één voor één de zegels die de inhoud van het boek verbergen.

Openbaring 6:1  En ik zag, toen het Lam een van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de vier dieren zeggen met een stem als van een donderslag: Kom!

Daarop zag Johannes wat er onder het eerste zegel stond en schreef het voor ons op:

Vers 2  En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen.

 

In symbolen geopenbaard

Hier begint het werkelijk geheimzinnig te worden. Wat is dat voor een wit paard? Het is enkel een symbool, een zinnebeeld. Symbolen laten echter vele verschillende uitleggingen toe. Generaties lang hebben mensen deze symbolen volgens eigen voorstelling geïnterpreteerd en zijn daarbij tot de meest uiteenlopende gevolgtrekkingen gekomen.

Maar laten we verder lezen:

Vers 3  En toen Hij het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom! 4  En een tweede, een rossig paard, kwam, en hem, die erop zat, werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en dat zij elkander zouden slachten, en hem werd een groot zwaard gegeven. 5  En toen Hij het derde zegel opende, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom! En ik zag, en zie, een zwart paard, en die erop zat had een weegschaal in zijn hand. 6  En ik hoorde als een stem te midden van de vier dieren zeggen: Een maat tarwe voor een schelling en drie maten gerst voor een schelling; en breng geen schade toe aan de olie en de wijn. 7  En toen Hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom! 8  En ik zag, en zie, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood, en het dodenrijk volgde achter hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde om te doden, met het zwaard, met de honger, met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde.

We hebben hier te doen met de beruchte ’vier apocalyptische ruiters’. Het woord apocalypse is het Griekse woord voor ’openbaring’. Aangezien de grondtekst van het Nieuwe Testament zoals bekend in het Grieks geschreven is, wordt het boek Openbaring heel vaak ’de Apocalyps’ genoemd. De welbekende vier ruiters van de apocalyps zijn dus niets anders dan deze vier profetische symbolen van het boek Openbaring.

Maar nu terug naar de vraag: Wat hebben deze vier geheimzinnige ruiters te betekenen? We hebben reeds vastgesteld dat geen mens, geen menselijke organisatie, of zij nu religieus van aard is of niet, eigenmachtig in staat is de betekenis van deze symbolen te openbaren. Jezus Christus is Degene die openbaart!

Wanneer Jezus Christus in het visioen van Johannes naar voren komt en de eerste vier zegels verbreekt, ziet Johannes slechts dat wat onder de zegels geschreven staat. Het gaat, zoals gezegd, bij het geschrevene om symbolen. God gebruikt symbolen om iets weer te geven, maar tegelijk de betekenis ervan voor de mensen te verbergen totdat Jezus Christus zelf de betekenis onthult.

In de situatie die in de eerste acht verzen van het zesde hoofdstuk beschreven wordt, openbaart Jezus Christus alleen de symbolen zelf, niet de betekenis ervan.

 

De sleutel tot de zeven zegels

Als Christus de betekenis van de symbolen niet op deze plaats verklaart, waar verklaart Hij ze dan?

Om deze vraag te beantwoorden, moeten we om twee dingen denken. Ten eerste dit: Jezus Christus wordt in Johannes 1:1 ’het Woord’, de Woordvoerder van God, genoemd. Toen Hij 2000 jaar geleden op aarde leefde, vertegenwoordigde Hij het Woord van God. Tegenwoordig echter hebben wij het geschreven Woord van God, de Bijbel. De eigenlijke auteur ervan is Jezus Christus; Hij heeft de gehele Bijbel geïnspireerd (is door Hem ingegeven), en daarom is het zijn geschreven Woord.

Ten tweede: een symbool lijkt heel veel op een gelijkenis. Terwijl een symbool een aanschouwelijk teken is voor een begrip of handeling, wordt in een gelijkenis een gebeurtenis verteld die een andere gebeurtenis uitbeeldt.

Over het doel van gelijkenissen volgt nu iets dat de meesten van u zal verbazen. Heeft ook u niet altijd gedacht dat Jezus in gelijkenissen sprak om de zin van zijn woorden duidelijker te maken – dat Hij gelijkenissen als een soort van illustratie gebruikte, zodat de mensen hem beter zouden begrijpen? Deze veronderstelling is echter verkeerd. Of u het geloven wilt of niet, Jezus sprak in gelijkenissen om de ware betekenis van zijn woorden voor de mensenmassa's die Hem steeds volgden, te verbergen. Laten we als bewijs de gelijkenis van de zaaier eens nemen:

Markus 4:10  En toen Hij [met hen] alleen was, vroegen zij die in zijn omgeving waren met de twaalven, Hem naar de gelijkenissen. 11  En Hij zeide tot hen: U is gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar tot hen, die buiten staan, komt alles in gelijkenissen, 12  dat zij ziende zien en niet bemerken, en horende horen en niet verstaan, opdat zij zich niet bekeren en hun vergeven worde.

Direct daarna legde Jezus in duidelijke taal de betekenis van de gelijkenis aan zijn discipelen uit.

We zien dus dat Jezus gelijkenissen gebruikte om de ware betekenis voor diegenen te verbergen die Hem niet hoefden te begrijpen. Hij openbaarde op dat tijdstip en die plaats de zin van de gelijkenis niet, maar later legde Hij de ware betekenis in eenvoudige woorden aan zijn discipelen uit.

Precies hetzelfde is het geval in het zesde hoofdstuk van Openbaring waar we een profetie zien die mysterieus in symbolen is verhuld. Wanneer wij willen weten wat de vier apocalyptische ruiters betekenen, moeten we dat doen wat de discipelen in Jezus' tijd deden – we moeten ons tot Jezus wenden, de Enige die waarlijk openbaren kan. Daar zijn boodschap voor ons nu in deze tijd het geschreven Woord van God is, moeten we opzoeken wáár in de Bijbel de door symbolen uitgebeelde gebeurtenissen van Openbaring 6 door Jezus zelf in duidelijke taal beschreven staan. Sprak Christus eigenlijk ooit weleens over de gebeurtenissen van deze wereldcrisis aan het eind der tijden, de vooravond van de ’Dag des Heren’ – over de gebeurtenissen die aan zijn wederkomst vooraf zullen gaan?

Zeer zeker! We weten dat het zijn discipelen ”gegeven was te verstaan”, en dat Hij hun zijn gelijkenissen pleegde uit te leggen. Deze discipelen kwamen eens voor een privé-gesprek op de Olijfberg bij Christus en vroegen Hem: ”Zeg ons, wanneer zal dat geschieden, en wat is het teken van uw komst en van de voleinding der wereld?” Jezus gaf hun een duidelijk antwoord. Hij sprak een verbazingwekkende profetie uit met betrekking tot het huidige wereldgebeuren en onze onmiddellijke toekomst.

 

Wat de zegels betekenen

Wat nu komt, is, zoals we zullen zien, de verklaring van de symbolen in Openbaring 6. Hier wordt de betekenis van de zegels onthuld.

Deze ontraadselende profetie van Jezus op de Olijfberg vinden we in Mattheüs 24, Markus 13 en Lukas 21 opgetekend. Jezus Christus, Degene die openbaart, omschrijft hier in begrijpelijke woorden precies zeven gebeurtenissen, die onmiskenbare parallellen vertonen met de zeven zegels die het gehele boek Openbaring verzegelden.

Laten we nu de eerste vier hoofdpunten eens bekijken die Jezus voorspelde:

Mattheüs 24:4  En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Ziet toe, dat niemand u verleide! 5  Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen verleiden. 6  Ook zult gij horen van oorlogen en van geruchten van oorlogen. Ziet toe, weest niet verontrust; want dat moet geschieden, maar het einde is het nog niet. 7  Want volk zal opstaan tegen volk, en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen nu hier, dan daar, hongersnoden [en pestilentiën – Statenvert.; ook Luk. 21:11 voegt er pestziekten aan toe] en aardbevingen zijn [in verscheidene plaatsen – Statenvert.]. 8  Doch dat alles is het begin der weeën.

Hier hebben we een globale kenschets van de wereldgebeurtenissen van 30 n. Chr. tot op heden.

Daarbij is het volgende van belang: Wanneer een toestand die Jezus voorspelt eenmaal begonnen is, dan blijft deze bestaan tot aan zijn wederkomst. In de jaren voor de terugkeer van Christus zal deze aanzienlijk indringender en heviger zijn. Bijvoorbeeld: Het eerste wat Jezus aankondigde was het optreden van valse predikers die velen (niet weinigen) zouden misleiden. Dit gebeurde dan ook al heel spoedig. De apostel Paulus schreef: ”Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking” (2 Thess. 2:7), dus al tijdens zijn leven. Deze ontwikkeling is sindsdien nooit tot staan gekomen; integendeel, ze heeft zo erg de overhand gekregen dat heden ten dage, precies zoals geprofeteerd werd, de gehele wereld met betrekking tot de goddelijke waarheden van de Bijbel bedrogen en misleid is.

Openbaring 12:9  En de grote draak werd [op de aarde] geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.

Het volgende wat Jezus voorspelde waren oorlogen en oorlogsgeruchten. Er zijn natuurlijk altijd al oorlogen geweest. Ze zijn echter geleidelijk aan in hun uitwerking steeds omvangrijker en verwoestender geworden, zodat we nu voor de vraag staan of de mensheid de volgende oorlog kan overleven. Dat bevestigt weer eens wat de Bijbel zegt:

2 Timotheüs 3:13 Maar slechte mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger komen; zij verleiden en worden verleid.

Het is niet waar zoals men graag wil geloven, dat de mensen steeds beter worden.

Jezus verbreekt de zegels in Mattheüs 24, Markus 13 en Lukas 21 en somde dus vier hoofdpunten op:

1. Valse leraren over Christus, dus in feite de vervalsing van zijn ware evangelie; 2. Oorlogen die uiteindelijk in wereldoorlogen culmineren, waarbij volk tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk vecht. Momenteel – we schrijven het jaar 2010 – leven we in een periode van betrekkelijke rust, maar de reeks wereldoorlogen is nog niet ten einde; 3. Hongersnood en 4. Pestilentiën, ofwel epidemische ziekten die grote hongersnoden en oorlogen met zich meebrengen.

Dat alles is nog maar het begin van de gigantische wereldgebeurtenissen die nog voor ons liggen.

De eerste twee wereldoorlogen liggen achter ons, maar de crisishaarden smeulen door. De oorlogen, hongersnoden, epidemieën en aardbevingen die ons nog te wachten staan, zullen al het tot nu toe gebeurde verre in de schaduw stellen.

Laten we nu deze punten die Jezus noemde met de eerste vier zegels in Openbaring 6 vergelijken. Jezus Christus zelf ’interpreteert’ de vier apocalyptische ruiters op zeer duidelijke wijze.

 

Frappante parallellen

Het eerste zegel was een wit paard. Veel mensen komen bij hun poging dit symbool te ontraadselen tot een verkeerde slotsom. In het 19e hoofdstuk van Openbaring wordt Christus namelijk bij zijn glorierijke wederkomst eveneens rijdend op een wit paard afgeschilderd. Daaruit trekt men dan de onjuiste conclusie dat het eerste zegel de tweede komst van Christus moet voorstellen. Christus legt dit zegel echter anders uit: het gaat bij dit witte paard van het eerste zegel om precies het tegenovergestelde, namelijk om degenen die een valse Christus prediken, een andere Christus dan die van het Nieuwe Testament! Het eerste zegel heeft betrekking op de grote misleiding die als een donkere sluier over de wereld gevallen is en de waarheid van God verborgen houdt. De ruiter op het witte paard in Openbaring 6:2 ”had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen”. De boog illustreert het geweld waarmee, naast de misleidingen, de valse christelijke religie vaak is opgelegd en de oorlogen die ten behoeve van de macht van het ’christendom’ zijn en zullen worden gevoerd.

Openbaring 13:11  En ik zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee horens als die van het Lam, en het sprak als de draak [een godsdienstige macht die zich voordoet als een lam en beweert Christus te vertegenwoordigen – de valse christelijke kerken o.l.v. Rome]. 12  En het oefent al de macht van het eerste beest voor diens ogen uit [de militair-politieke machten laten zich leiden door deze valse kerk]. En het bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop wonen, het eerste beest zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was. 13   En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel doet nederdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. 14  En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest.

Openbaring 17:1  En één van de zeven engelen, die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij, zeggende: Kom hier, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer, die zit aan vele wateren, 2  met wie de koningen der aarde gehoereerd hebben, en zij, die op de aarde wonen, zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij. Vers 15  En hij zeide tot mij: De wateren, die gij zaagt, waarop de hoer gezeten is, zijn natiën en menigten en volken en talen. Vers 5  En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde [de moeder – de Roomse kerk – heeft vele dochters: de protestantse kerken en de vele ’christelijke’ denominaties]. 6  En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus.

Openbaring 18:4  En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen.

De onder het tweede zegel voorgestelde gebeurtenissen zijn in hoge mate een voortvloeisel van het eerste zegel.

Iedere oorlog ontstaat als gevolg van het feit dat de hoogste geestelijke wet van God gebroken wordt, de wet die Jezus hield en onderwees. De valse leer dat Gods wet nu niet meer van kracht zou zijn, plus het goedkeuren van menselijke inzichten, hebben onvermijdelijk geleid tot oorlogen die in de loop der tijd een steeds verwoestender omvang hebben aangenomen, zodat het nu zeer te betwijfelen is of de mensheid een volgende oorlog kan overleven als de almachtige God niet op bovennatuurlijke wijze ingrijpt.

En dus symboliseert het tweede zegel, een rossig paard, oorlog zoals Jezus zelf openbaart:

Openbaring 6:4  En een tweede, een rossig paard, kwam, en hem, die erop zat, werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en dat zij elkander zouden slachten, en hem werd een groot zwaard gegeven.

Het derde zegel, een zwart paard, symboliseert hongersnood:

Vers 5  En toen Hij het derde zegel opende, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom! En ik zag, en zie, een zwart paard, en die erop zat had een weegschaal in zijn hand. 6  En ik hoorde als een stem te midden van de vier dieren zeggen: Een maat tarwe voor een schelling en drie maten gerst voor een schelling; en breng geen schade toe aan de olie en de wijn.

De hongersnood wordt op de voet gevolgd door epidemische ziekten:

Vers 7  En toen Hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom! 8  En ik zag, en zie, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood, en het dodenrijk volgde achter hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde om te doden, met het zwaard, met de honger, met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde.

Het is duidelijk dat de mens in slavernij is gebracht. Satan is de slavendrijver! Hij heeft de mensen eerst geestelijk onder zijn controle gebracht met zijn misleidende actie om ze te laten geloven dat ze Christus dienen in hun valse kerken en denominaties. Vervolgens stort hij hen in oorlogen om elkaar af te slachten en brengt hij hongersnoden en epidemieën. Zijn doel is om de mensheid te vernietigen, want hij weet dat Gods hoogste doel met de mens de geboorte in het gezin van God is.

Dat is dus de verklaring van de vier ruiters door Christus zelf. Hiermee komen wij terecht bij de huidige wereldsituatie. Dit alles was nog maar het begin der weeën.

Wat echter als volgende gebeurtenis voorzegd is, zal deze wereld in al haar voegen doen schudden!

 

De ’Grote Verdrukking’

Letterlijk tientallen profetieën in het Oude en Nieuwe Testament gaan over

de gebeurtenissen van de ’Grote Verdrukking’. Alles te verklaren wat hierover in de profetieën van de Bijbel geschreven staat, zou vele bladzijden vullen. Wat u echter weten moet om voorbereid te zijn, zult u in deze publicatie aantreffen. U hoeft geen angst te hebben voor de toekomst wanneer u ”waakt” en Gods bescherming zoekt.

Nu terug naar Mattheüs 24. Zoals gezegd leven wij nu in een tijd na twee wereldoorlogen. Hongersnoden, epidemische ziekten en aardbevingen, ook onderzeese met als gevolg vloedgolven, nemen toe in de wereld, maar de uiteindelijke grote, wereldomvattende hongersnoden en epidemieën hebben nog niet toegeslagen. Daarom wordt er ook in vers 8 gezegd: ”Doch dat alles is het begin der weeën”.

Ja, de tegenwoordige wereldgebeurtenissen zijn nog maar het begin van de weeën, of, wat eigenlijk bedoeld wordt, van de Grote Verdrukking.

Wanneer de gehele mensheid onder hongersnood en epidemische ziekten lijdt en de volgende wereldoorlog breekt uit, dan pas begint de vele malen voorzegde Grote Verdrukking. Dat is de volgende grote gebeurtenis, en God waarschuwt deze wereld voor de spoedige komst ervan.

Laten we nu eens zien hoe Jezus dit vijfde wereldschokkende gebeuren in duidelijke taal beschrijft:

Mattheüs 24:9  Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en zij zullen u doden, en gij zult door alle volken gehaat worden om mijns naams wil.

Jezus gebruikt hier twee voornaamwoorden – Hij spreekt van ”zij” en ”u”. In nieuwtestamentische taal heeft het voornaamwoord ’u’, voor zover uit het verband niet iets anders blijkt, óf betrekking op echte christenen, óf op het volk Israël respectievelijk Juda, en soms ook op beiden, christenen én Juda of Israël.

In dit geval wordt in het licht van de parallel lopende teksten in Markus 13 en Lukas 21 duidelijk dat Jezus met het persoonlijk voornaamwoord ’u’ beiden bedoelde, zowel de door Gods Geest verwekte christenen als Israël in nationale zin.

Hier aangekomen moeten we nog een fundamentele sleutel tot begrip van de bijbelse profetieën onder de aandacht brengen. Het gaat erom dat bijna alles wat God in zijn plan hier op aarde volvoert zowel een voorloper als een werkelijke vervulling heeft, m.a.w. het is meestal tweeledig. Zo was er bijvoorbeeld een eerste Adam en daarna Christus, de tweede Adam. Evenzo is er een Oud Verbond en een Nieuw Verbond. Deze tweeledigheid loopt als een rode draad door het gehele plan van God. Dat geldt speciaal voor de profetieën. Als men niet weet dat de meeste profetieën een vooruitlopende vervulling hebben die een type is van de uiteindelijke, werkelijke vervulling, dan raakt men bij pogingen de profetieën te begrijpen of te verklaren het spoor totaal bijster.

Ook van de Grote Verdrukking is er een voorloper geweest. Dat gebeurde in 70 n. Chr. en trof het volk Juda. Maar zoals gezegd was dat slechts een voorbode van een grote invasie en gevangenschap die nog komt.

Deze gebeurtenissen die Israël zullen overkomen, worden beschreven in Lukas 21:23-24:

Lukas 21:23 Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! Want er zal grote nood zijn over het land en toorn over dit volk, 24  en zij zullen vallen door de scherpte des zwaards en als gevangenen weggevoerd worden onder alle heidenen [volken], en Jeruzalem zal door heidenen vertrapt worden, totdat de tijden der heidenen zullen vervuld zijn.

De invasie en gevangenschap door de Romeinen in 70 n. Chr. was slechts een voorloper van de werkelijke vervulling van deze profetie die pas vlak voor de wederkomst van Christus zal plaatsvinden.

 

Godsdienstige vervolging

Weer terug naar Mattheüs 24:

Mattheüs 24:10  En dan zullen velen ten val komen en zij zullen elkander overleveren en elkander haten. 11   En vele valse profeten zullen opstaan en velen zullen zij verleiden. 12  En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de meesten verkillen. 13  Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. Vers 21  Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal. Vers 24  Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden.

De mensen van wie hier sprake is, zijn weliswaar echte, door de heilige Geest verwekte christenen, maar ze zijn zo lauwwarm geworden, ze hebben zo zeer het gebed en het contact met God verwaarloosd, dat ze niet waardig bevonden werden aan de Grote Verdrukking te ontkomen. Pas op, als uw eigen agenda een hogere prioriteit krijgt dan Gods agenda, zal na lang geduld van God de correctie streng zijn! Voor uw eigen bestwil. Deze omstandigheden komen ook duidelijk uit bij het openen van het vijfde zegel van Openbaring 6. Bovendien haat de wereld Gods dienstknechten.

Johannes 15:19  Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld.

Openbaring 6:9  En toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis, dat zij hadden. 10  En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen? 11  En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij.

Het vijfde zegel symboliseert dus een tijd van martelaarschap voor echte christenen – de vervolging van bekeerde, verwekte kinderen van God. Dit is de Grote Verdrukking!

In vers 9 zien we degenen die in de loop der eeuwen door godsdienstige vervolgingen om het leven zijn gekomen. Inderdaad vonden in de geschiedenis velen de marteldood. Zij roepen hier in allegorische zin: ”Hoe lang, o God, duurt het nog voordat u ons bloed wreekt aan de machthebbers die ons doodgemarteld hebben?” Zij wisten dat God gezegd had: ”Mij komt de wraak toe”. Zij wisten dat God uiteindelijk gedurende de Dag des Heren hun vervolgers door grote plagen zou straffen. Maar wanneer zal dat zijn? Die tijd van Gods wraak zal samenvallen met de wederkomst van Christus.

Let erop hoe dit het feit bevestigt dat er ook met betrekking tot de voorzegde godsdienstige vervolging nog een uiteindelijke vervulling zal zijn: de martelaars die in de loop der geschiedenis om het leven gebracht werden, vragen hoelang het nog duren zal voordat Christus als Rechter aan het eind van dit tijdperk wederkomt. Het antwoord is: Dat zal pas gebeuren als er nog een martelaarschap van heiligen heeft plaatsgevonden – de Grote Verdrukking waarin hun geloofsgenoten om het leven gebracht zullen worden zoals zij.

Wat het nationale aspect van de Grote Verdrukking betreft, gaat het om een invasie en gevangenschap van Israël, niet van Juda (de huidige staat Israël). Deze profetie heeft betrekking op de zogenaamde tien verloren stammen van Israël. Hoewel enige tijd later ook de helft van de stad Jeruzalem in ballingschap gevoerd zal worden (Zach. 14:2).

Waar zijn die nu? Welke volken van tegenwoordig zijn deze verloren tien stammen? Het verrassende antwoord vindt u in onze publicatie ’De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën’ en ’Waar gingen de oorspronkelijke apostelen en discipelen heen’.

We moeten in het oog houden dat de Grote Verdrukking – dit martelaarschap van de heiligen, alsook de overmeestering van Israël – zal plaatsvinden voordat God zijn toorn over deze wereld uitstort en voordat Jezus Christus terugkomt.

 

Wanneer zal het einde komen?

We hebben gezien dat de vraag van de discipelen aan Jezus erop gericht was te weten te komen wanneer Hij dan wel terug zou komen en wanneer het huidige tijdperk afgelopen zou zijn. Het voorkomen van valse predikers, oorlogen en oorlogsgeruchten, en ook van hongersnoden, epidemieën en aardbevingen was nog niet het einde. Pas in Mattheüs 24:14 geeft Jezus zijn leerlingen een specifieke aanduiding van wanneer het einde zal komen. Dat wat Hij daar zegt, is heden ten dage in volle gang, namelijk:

Mattheüs 24:14  En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.

Dat is dus het antwoord van Jezus. Juist had Hij zijn discipelen gewaarschuwd voor valse profeten die velen om de tuin zouden leiden doordat zij wel zeggen dat Jezus de Christus is, maar zijn boodschap, zijn evangelie het evangelie van het Koninkrijk Gods, van Gods regering – onderdrukken en vervalsen zij. God regeert door zijn wetten; de gehele wereld werd echter verleid tot het overtreden van die wetten, hetgeen zonde is (1 Joh. 3:4). Zij werd misleid te geloven dat Gods wet nu is afgeschaft en dat God niets meer over ons leven te zeggen heeft. Degenen die het christendom belijden zijn misleid te denken dat als zij zich maar aan de tradities van mensen houden en in Christus geloven, zij behouden zijn. De christus van het christendom verwerpt wat de ware Christus leert, want de christelijke wereld dient een valse christus. Jezus zelf heeft in Markus 7:7-8 gezegd:

Markus 7:7  Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn. 8  Gij verwaarloost het gebod Gods en houdt u aan de overlevering der mensen.

Vlak voor het einde van dit tijdperk echter, zo zei Jezus, zal ”dit evangelie van het Koninkrijk”, d.w.z. het goede nieuws van de aanstaande regering van God die op zijn geboden gebaseerd is – hetzelfde evangelie dat Jezus verkondigde – in de gehele wereld gepredikt worden ”tot een getuigenis voor alle volken”. Pas daarna zal het einde der wereld komen.

De verkondiging van het ware evangelie is op dit ogenblik, in onze wereld in volle gang!

Op dit moment gaat deze bijbeltekst voor uw ogen in vervulling!

Wie de openbaring van Jezus Christus wil brengen, kan niet achter de traditionele interpretaties staan die algemeen door religieuze mensen onderschreven worden.

Tot de populaire doch verkeerde veronderstelling van de kerken dezer wereld behoort het dat zij de Grote Verdrukking, die als volgende gebeurtenis aanstaande is, met de tijdspanne verwisselen waarvan in meer dan 30 profetieën in de Bijbel sprake is en die de ’Dag des Heren’ genoemd wordt.

Leest u zelf in Mattheüs 24:29 wat vele religieuze mensen altijd over het hoofd schijnen te zien:

Mattheüs 24:29 Terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen.

 

De tekenen aan de hemel

Wannéér zullen deze buitengewone verschijnselen in het heelal zich voordoen? Direct na de Grote Verdrukking.

We hebben al eerder vastgesteld dat de Grote Verdrukking die Jezus hier in Mattheüs 24 beschrijft, de verklaring is van het vijfde zegel in Openbaring 6. Meer bijzonderheden hierover uit zowel Mattheüs 24 als Openbaring 6 zullen we in het verdere verloop van deze publicatie geven. Allereerst willen we echter zien wat er volgens Openbaring 6 op de Grote Verdrukking, op het vijfde zegel volgt:

Openbaring 6:12  En ik zag, toen Hij het zesde zegel opende, en daar geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed. 13  En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud wordt. 14  En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt.

Voordat Christus terugkomt, corrigeert Hij het firmament. Tot de Zondvloed telde een jaar 360 dagen en ook de profetieën zijn gebaseerd op een kalender met 360 dagen in een jaar. Vanzelfsprekend zal God zijn kalender herstellen om in zijn tijd – de Wereld van Morgen – te gebruiken.

De Bijbel plaatst gebeurtenissen op Gods kalender, maar ze zijn niet direct af te lezen op de Romeins-christelijke kalender, intussen in de gehele wereld in gebruik. De twee kalenders zijn verschillend wat betreft tijdsindeling; begin van een jaar en maand, aantal dagen van een jaar en maand verschillen. Zo kunnen Gods heilige feesten volgens de bijbelse aanduiding niet op die wereldse kalender geplaatst worden en de heidense feesten, zoals kerst, niet op de kalender van God. Deze jaarlijkse feesten van God beelden Gods plan met de mensheid uit. De leugens en misleidingen van Satan hebben er toe geleid dat alle volken op de verkeerde kalender kijken, en daardoor het doel missen van de schepping van de mens.

Daniël 7:25  Hij [het Beest – Romeinse Rijk, ook de laatste heropleving die voor de deur staat] zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd.

We maken even een sprongetje in de tijd naar het komende Millennium, het 1000-jarige Vrederijk.

Jesaja 65:18  Maar gij zult u verblijden en juichen voor eeuwig over hetgeen Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem tot jubel en zijn volk tot blijdschap. 19  En Ik zal juichen over Jeruzalem en Mij verblijden over mijn volk. En daarin zal niet meer gehoord worden het geluid van geween of van geschreeuw. 20   Daar zal niet langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard, die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als honderdjarige sterven, zelfs de zondaar zal eerst als honderdjarige door de vloek getroffen worden. 21   Zij zullen huizen bouwen en die bewonen, wijngaarden planten en de vrucht daarvan eten; 22  zij zullen niet bouwen, opdat een ander er wone; zij zullen niet planten, opdat een ander het ete, want als de levensduur der bomen zal de leeftijd van mijn volk zijn en van het werk hunner handen zullen mijn uitverkorenen genieten. 23  Zij zullen niet tevergeefs zwoegen en geen kinderen voortbrengen tot een vroegtijdige dood, want zij zullen een door de HERE gezegend geslacht zijn, en hun nakomelingen met hen. 24  En het zal geschieden, dat Ik antwoorden zal, voordat zij roepen; terwijl zij nog spreken, zal Ik verhoren. 25  De wolf en het lam zullen tezamen weiden en de leeuw zal stro eten als het rund, en de slang zal stof tot spijze hebben; zij zullen geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, zegt de HERE.

Maar voordat dit Utopia goed kan functioneren is een nieuwe hemel (zon en maan bepalen de tijden – de kalender) en een nieuwe aarde nodig, een herstelde Hof van Eden. Daarom gaat aan Jesaja 65:18, waarmee voorgaand verslag begint, vers 17 vooraf:

Vers 17  Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Christus toont dit aan Johannes:

Openbaring 21:1  En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan.

Met deze vernieuwingen wordt begonnen met het zesde zegel. Na de Grote Verdrukking is er een vreselijke aardbeving, wordt de zon zwart en de maan rood, sterren vallen op de aarde zoals een vijgenboom zijn vijgen laat vallen in een storm en de hemel wordt als een boekrol opgerold. Bergen en eilanden worden van hun plaats gerukt. Wanneer de eerste hemel is ’opgerold’, zal er een nieuwe ’uitgerold’ moeten worden om voort te kunnen bestaan. Mensen staan doodsangsten uit en proberen zich te verbergen voor God. Waarom?

Openbaring 6:17  want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?

Hier hebben we het dus. Deze tekst spreekt zoals gezegd, heel wat meningen tegen, maar leest u het zelf in uw eigen Bijbel. De volgorde der gebeurtenissen in het zesde hoofdstuk van Openbaring is dus als volgt: 1. valse predikers; 2. oorlogen die in wereldoorlogen culmineren; 3. hongersnoden, 4. epidemische ziekten; 5. de Grote Verdrukking – martelaarschap der heiligen en de gevangenneming van Israël; 6. kosmische veranderingen aan zon, maan en sterren – herstel van tijden (kalender). En nogmaals: Wat komt er dan, wat zal er op dit zesde zegel volgen?

De grote dag van Gods toorn die, zoals we meteen zullen zien, identiek is aan de Dag des Heren!

Wat schrijft namelijk de profeet Joël in het Oude Testament?

Joël 2:31  De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt.

In Mattheüs 24:29 staat dat de tekenen aan de hemel terstond na de Grote Verdrukking zullen plaatsvinden. Dat wordt in Openbaring 6 bevestigd doordat het zesde zegel (de tekenen aan de hemel) pas na de Grote Verdrukking, het martelaarschap der heiligen, geopend wordt. Op de kosmische tekenen zal dan, zoals blijkt uit de tekst, de dag van de toorn Gods volgen.

Joël 2:31 maakt het tenslotte overduidelijk dat de tekenen aan zon, maan en sterren vóór de ”grote en geduchte Dag des Heren” zichtbaar worden.

 

De Grote Verdrukking is niet de Dag des Heren

Er staan de mensheid spoedig dus drie wereldschokkende gebeurtenissen te wachten: als eerste de Grote Verdrukking, onmiddellijk daarna kosmische veranderingen aan de zon, maan en sterren en ten slotte, meteen volgend op de bovennatuurlijke tekenen aan de hemel, de gevreesde Dag des Heren.

Wat is dus de ”grote en geduchte Dag des Heren”? Laten we nog een tekst uit de profetie van Joël lezen die deze dag karakteriseert:

Joël 1:15  Wee die dag, want nabij is de dag des HEREN; als een verwoesting komt hij van de Almachtige.

In Sefanja hebben we al gelezen dat het ”een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis” is. ”... Dan zal Ik de mensen benauwen, zodat zij gaan als blinden, want zij hebben tegen de Here gezondigd, en hun bloed zal worden uitgestort als stof en hun ingewand als drek” (Sef. 1:14-15, 17).

Dit is de tijd van Gods toorn; de tijd waarin God de zondigende mensheid straft met zijn plagen – de mensen die waarheid en vrede haten en het boze liefhebben. Dit is echter niet, zoals vele denken, de Grote Verdrukking!

Deze dag van goddelijke toorn zal pas aanbreken na de bovennatuurlijke tekenen aan de hemel. En deze kosmische veranderingen zullen op hun beurt pas direct na de Grote Verdrukking plaatsgrijpen.

Als u precies wilt weten wat er binnenkort in de wereld gaat gebeuren, als u wilt weten wat zo zeker is als de volgende zonsopgang en wat u waarschijnlijk nog tijdens uw levensdagen zult meemaken, dan is het zaak dat u het onderscheid tussen de Grote Verdrukking en de Dag des Heren begrijpt.

U heeft misschien weleens iets over de Grote Verdrukking gehoord, maar waarschijnlijk weinig of niets over de Dag des Heren. En toch staat de ’Dag des Heren’ in het Oude en het Nieuwe Testament als letterlijke tekst 23 keer in de NBG-vertaling terwijl de ’Grote Verdrukking’ twee keer woordelijk wordt genoemd. In andere bewoordingen komen deze onderwerpen veel vaker voor. Zoals gezegd, nemen velen ten onrechte aan dat de Dag des Heren – de tijd van Gods toorn – en de Grote Verdrukking één en hetzelfde zijn. Ze nemen aan dat de Grote Verdrukking de tijd van Gods toorn en bestraffing is.

Het tegendeel is waar. De Grote Verdrukking is het resultaat van de woede van Satan de duivel. Hij weet dat zijn tijd nog maar kort is. Wanneer God ingrijpt doordat Hij de mensheid straft, en wanneer Christus als Koning der koningen en Heer der heren terugkomt om deze aarde te regeren, dan is het met de heerschappij van Satan gedaan, en dat weet hij heel goed. De Grote Verdrukking is, zoals u zult zien wanneer u uw verstand en uw Bijbel openhoudt, Satans laatste poging de echte christenen, de verwekte kinderen van God, die hij niet misleiden kan zoals hij de wereld misleid heeft, met geweld te vernietigen.

 

De Dag des Heren

Nu weer terug naar Openbaring 6. Degenen die door de eeuwen heen de marteldood gevonden hebben, wordt gezegd dat de tijd van het goddelijke strafgericht, die tot de terugkomstkomst van Christus zal leiden en bij zijn komst nog zal voortduren, pas dan kan komen wanneer ook hun broeders, andere door de Geest verwekte christenen, gedood worden zoals zij gedood werden. Bedoeld wordt hier de Grote Verdrukking – de laatste vervolging van Gods volk. Daarop volgt de opening van het zesde zegel en bovennatuurlijke tekenen verschijnen aan de hemel; ze vormen de eerste fundamentele stappen in de schepping van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en zijn een duidelijk signaal voor het ingrijpen van God in het wereldgebeuren.

Openbaring 6:14  En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt. 15   En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen; 16  en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam; 17   want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?

Nu komt de Dag des Heren, de tijd waarin Christus met grote macht en heerlijkheid op aarde terugkomt om de mensheid in rechtmatigheid te regeren en ons vrede te brengen.

En zoals reeds gezegd, u hoeft de toekomst niet met zorg en angst tegemoet te zien. Toen Jezus namelijk de Grote Verdrukking en de Dag des Heren aanzegde, gaf Hij in verband hiermee ook een bemoedigende raad:

Lukas 21:36  Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen.

Moge God u helpen een van degenen te zijn die de profetieën bestuderen en waakzaam de ontwikkelingen van het wereldgebeuren volgen, een van degenen die steeds vurig bidden en verlangend om te leven naar Gods wil, d.w.z. zijn geboden houden, zodat u nu reeds sterk van karakter wordt en het niet nodig is door lijden en martelaarschap heen te moeten gaan. Wees daarom nederig en toon eerbied voor de enige ware God en leer Hem lief te hebben door Hem te gehoorzamen.

 

Waarom een goddelijk strafgericht?

Zesduizend jaar lang heeft God de mensheid steeds weer in liefde zijn wil voorgehouden. In liefde openbaarde Hij onze voorouders, Adam en Eva, zijn wet – de levenswijze die leidt tot alles wat goed en wenselijk is. Later zond God zijn profeten met vredesboodschappen en openbaarde aan hele volken de weg naar vrede en geluk; maar steeds hebben de mensen zijn boodschap afgewezen en de brenger ervan vervolgd en gedood.

Tenslotte doodden zij zelfs Gods Zoon die hun het goede nieuws van het komende Koninkrijk Gods en de Wereld van Morgen bracht; ook zijn apostelen doodden zij toen dezen de goddelijke levensweg en de regering van God over ons leven verkondigden.

Al deze mannen van God richtten zich in liefde tot de misleide, wetteloze mensen. Ze brachten een boodschap van vrede, van liefde, van vergeving en van mededogen. Door hen waarschuwde God de wereld toen reeds voor de gevolgen van hun eigen wegen en instellingen – voor de totale vernietiging van al het menselijk leven op deze planeet.

Uit liefde en barmhartigheid heeft God deze wereld in de loop der tijd steeds opnieuw de gelegenheid gegeven haar koers naar zelfvernietiging toch nog te veranderen, maar de mensen wilden niet luisteren. Hun egoïsme doet hen verkillen en velen verachten elkaar. Zij zetten tot op heden hun streven voort nog doelmatiger vernietigingsmiddelen uit te vinden, zodat er uiteindelijk geen mens meer zou overleven indien God niet met geweld ingrijpt.

En dat zal Hij nu heel spoedig doen. Hij zal deze wereld die door Satan volkomen misleid is, in de enige taal aanspreken die haar nu nog helpen kan en waarnaar ze luisteren zal: God zal deze wereld bestraffen. Evenals liefhebbende ouders begrijpen dat hun kind straf nodig heeft wanneer het niet naar vriendelijke en liefdevolle vermaningen wil luisteren, zo zal ook God deze wereld uit liefde zeer hard moeten straffen, zodat zij uiteindelijk toch haar koers naar vernietiging opgeeft en zich richt op God en zijn wegen die naar vrede en al het goede leiden. God wil en zal de zelfvernietiging van de mensheid verhinderen. Hij zal de mensheid van zichzelf redden. Dat is het wat in zoveel schriftgedeelten wordt beschreven als de Dag des Heren. Deze gebeurtenissen zullen rechtstreeks leiden tot de wederkomst van Christus die ons eindelijk wereldvrede brengt.

 

God houdt zijn toorn in

Voordat God deze wereld echter met zware plagen zal straffen, moet er, zoals we in het zevende hoofdstuk van Openbaring lezen, eerst nog iets anders gebeuren. God houdt zijn toorn in tot een andere gebeurtenis, die Hij zelf laat uitvoeren, heeft plaatsgevonden.

Openbaring 7:1  Daarna zag ik vier engelen staan aan de vier hoeken der aarde, die de vier winden der aarde vasthielden, opdat er geen wind zou waaien over de aarde, of over de zee, of over enige boom. 2  En ik zag een andere engel opkomen van de opgang der zon, hebbende het zegel van de levende God; en hij riep met luider stem tot de vier engelen, aan wie gegeven was aan de aarde en de zee schade toe te brengen, 3  en hij zeide: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. 4  En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren verzegeld uit alle stammen der kinderen Israëls.

Laten we ons nu even de hele situatie voor de geest halen: de laatste verzen van hoofdstuk 6 laten zien dat de Dag des Heren nu gaat beginnen. Maar God houdt zijn strafgericht nog op. Johannes ziet dat er vier engelen ”aan de vier hoeken der aarde” staan en de ”vier winden”, die over de aarde zullen waaien, vasthouden. Deze vier winden zijn de eerste vier van de ’zeven bazuinen’ die naderhand zullen schallen, zoals we nog zullen zien. Dit zijn natuurlijk allemaal symbolen, maar ze vertegenwoordigen gebeurtenissen die deze wereld als zeer reëel zal ervaren. Zij worden echter tegengehouden, en wel zolang tot allen die God dienen ’verzegeld’ zijn. Vers 4 van Openbaring 7 zegt dat dat er 144.000 zijn.

 

Wie zijn de 144.000?

Over de 144.000 heeft u waarschijnlijk al vele interpretaties gehoord. Laten we nu eens zien wat ze werkelijk betekenen.

Openbaring 7:3  en hij zeide: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.

Dit zou voor iedereen al duidelijk genoeg moeten zijn. Dit zijn de ”knechten” van onze God. Niet de ’knechten’ van een of andere zelfgecreëerde god, zoals de god van de ’christelijke’ wereld.

Openbaring 7:2  En ik zag een andere engel opkomen van de opgang der zon, hebbende het zegel van de levende God…

Deze engel vertegenwoordigt de levende God. Niet de gegoten dode beelden van goden van de talloze religies, in het bijzonder van het ’christendom’. In vers 3 zegt hij: ”voordat wij de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.”

Er staat niet knechten van God of veel knechten. Voor knechten staat ’de’. Het lidwoord ’de’ wijst niet op een deel van of enkelen van, maar op alle knechten van God: de knechten van God. Zijn dat dan slechts 144.000? Voorlopig – tot de komst van Christus – stelt God zijn regering samen om daarna de grote oogst binnen te halen. Dat zal een regering zijn van 144.000 mensen die dan veranderd zijn in geest, zoals de Vader en Jezus. Over de omvang van zijn Gemeente zegt Jezus:

Lukas 12:32  Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.

Dat kleine ”kuddeke” heeft geen betrekking op grote religieuze organisaties. Door de eeuwen heen bestond die gemeenschap van God uit hooguit enkele duizenden, in sommige eeuwen enkele honderden of slechts uit enkelingen. Totaal tot na de komst van Christus 144.000. Alleen zij worden genoemd bij zijn terugkomst wanneer Hij in het ’hoofdkwartier’ Sion staat van het komende Koninkrijk van God (Zach. 8:3; Hebr. 12:22; Openb. 14:1).

We weten dat honderden miljoenen mensen veronderstellen, er zelfs van overtuigd zijn, dat het ’christendom’ de godsdienst is van de God van de Bijbel. Dit is de Grote Misleiding. De levende God van de engel in Openb. 7:2 en van de 144.000 haat de god van het valse christendom en Christus zal komen om die religie te vernietigen. De grootste en gruwelijkste misleiding is het ’christendom’, de religie van Satan.

Openbaring 12:9  En de grote draak werd [op de aarde] geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.

Mensen die zich christelijk noemen en dit lezen menen dat zij en hun kerk of denominatie buiten die misleiding staan en zo blijven ze misleid tot de komst van Christus. De gehele wereld is misleid zegt het Woord van de levende God!

Alleen dat kleine ’kuddeke’, die paar mensen, vaak nog geen honderd nieuwe geroepenen per jaar in de gehele wereld, heeft God buiten de misleiding gebracht. In Openb. 7:2-8 worden de laatsten van de 144.000, de eerstelingen, ”aan hun voorhoofd verzegeld”. Dat duidt op een geestelijke verzegeling.

Een zegelafdruk had de functie die tegenwoordig een handtekening heeft. Op een zegel stonden meestal een afbeelding en de naam van de eigenaar, soms ook diens functie. Het geven van een zegelring aan een ander hield de overdracht van bevoegdheden in.

Ester 3:12  Zo werden dan op de dertiende dag der eerste maand de schrijvers des konings ontboden, en geheel overeenkomstig het gebod van Haman werd er een schrijven gericht aan de stadhouders des konings, de landvoogden van elk gewest en de vorsten van elk volk, naar elk gewest in zijn eigen schrift en naar elk volk in zijn eigen taal; het werd in de naam van koning Ahasveros geschreven en met de zegelring des konings verzegeld.

Ester 8:8  Wat u nu goeddunkt ten opzichte der Joden, schrijft dat in de naam des konings en verzegelt het met de zegelring des konings; want een geschrift dat in de naam des konings geschreven is en met de zegelring des konings verzegeld is, kan niet herroepen worden.

Om dingen te sluiten plakte men er fijne leem of klei op, en zette daarop de afdruk van het zegel.

Als we Gods geest ontvangen – de Vader zijn zegel op ons drukt, op ons voorhoofd of op het hoofd waarin ons verstand zetelt – dan ontvangen we zijn handtekening, zijn afbeelding en zijn naam en we ontvangen bevoegdheden. We kunnen op zijn gezag – via Christus – handelen. We hebben dan Gods merkteken.

De 144.000 zijn door de heilige Geest aan hun voorhoofd verzegeld. Als u Openbaring 14:1 opslaat, zult u zien dat het de naam van de Vader is die op hun voorhoofd geschreven is. Het laatste gebed van Jezus voor zijn Gemeente bevatte de bede: ”Heilige Vader, bewaar hen in uw naam”. De religieuze organisaties van deze wereld geven zichzelf alle mogelijke door mensen bedachte namen; maar de Gemeente die Christus stichtte, wordt in het Nieuwe Testament verscheidene malen de Gemeente Gods genoemd.

De tegenstanders van God hebben ook een merkteken. Satan heeft ’het Beest’ macht gegeven om de wereld te misleiden. Daarvan hebben de mensen het merkteken op het voorhoofd (denken) en handen (doen). Zie Openb. 12:9; 13:2, 4; 20:4.

Efeziërs 1:13  In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte.

Efeziërs 4:30  En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.

De verzegeling van voorhoofden is stempelen met een merkteken. Voor Gods getrouwen is dat het merkteken van God.

Voordat de eerste vier bazuinen (vers 1 van Openb. 7) hun vernietigend werk zullen doen, zullen alle 144.000 verzegeld zijn, d.w.z. de heilige geest hebben ontvangen, waarmee sinds de schepping van de mens het aantal dat God heeft vastgesteld om de Bruid van Christus te zijn, bereikt is.

Het woord ’tegen’ in Ef. 4:30 is een vertaling van het Griekse eis en betekent tot of naar een tijd, plaats enz. Hier betekent het tot de dag der verlossing.

Openbaring 6:11  En aan elk hunner [die sinds de schepping van de mens vanwege hun trouw aan God gemarteld zijn] werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij.

Gedurende de Grote Verdrukking is er wederom een martelaarschap van gelovigen. Tijdens en na de Grote Verdrukking, maar voordat de zeven bazuinen geblazen zullen worden, zullen de laatsten Gods geest ontvangen, waarmee het getal van de 144.000 ”vol” is (vers 11 hierboven).

Openbaring 7:4  En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren verzegeld uit alle stammen der kinderen Israëls.

Johannes hoort dat in de loop der tijden tot na de Grote Verdrukking en voordat het zevende zegel, met de zeven bazuinen, geopend wordt het aantal verzegelden 144.000 is. ’Waren’ schrijft Johannes, omdat hij dat in een visioen had gezien.

De verzegelden zijn uit de stammen van Israël, d.w.z. geestelijk Israël. Omdat Israël de waarheid heeft verworpen, heeft God het Werk gericht op de heidenen.

Romeinen 10:19  Maar ik vraag: heeft Israël het dan niet verstaan? Vooreerst zegt Mozes: Ik zal u naijverig maken op wat geen volk is, toornig op een onverstandig volk. 20  En Jesaja waagt het te zeggen: Ik ben gevonden door wie Mij niet zochten [heidenen], Ik ben openbaar geworden aan wie naar Mij niet vroegen. 21  Maar van Israël zegt hij: De ganse dag heb Ik mijn handen uitgestrekt naar een ongehoorzaam en tegensprekend volk.

God heeft daarom zijn handen tijdelijk van Israël afgetrokken.

Vers 8  gelijk geschreven staat: God gaf hun een geest van diepe slaap, ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot de dag van heden. Vers 11  Ik vraag dan: zij zijn toch niet zo gestruikeld, dat zij wel vallen moesten? Volstrekt niet! Door hun val is het heil tot de heidenen gekomen, om hen tot naijver op te wekken.

God besloot heidenen te enten als Israëlieten. Heidenen werden ook Israëlieten, d.w.z. geestelijk Israëlieten. De naam Israël werd niet aan Jakob gegeven door zijn ouders, maar door God toen hij al een groot gezin had. Nu kregen de heidenen ook die naam.

Vers 17  Indien nu enkele van de takken weggebroken zijn en gij [heidenen] als wilde loot daartussen geënt zijt en aan de saprijke wortel van de olijf deel hebt gekregen. Vers 20  Goed! Zij [Israël] zijn om hun ongeloof weggebroken en gij [heidenen] staat door het geloof. Wees niet hoogmoedig, maar vrees!

Na de komst van Christus zullen de Israëlieten weer geënt worden.

Vers 23  Maar ook zij zullen, wanneer zij niet bij hun ongeloof blijven, weder geënt worden; God is immers bij machte hen opnieuw te enten. 24  Want indien gij uit de wilde olijf, waartoe gij naar uw natuur behoort, weggekapt en tegen uw natuur op de edele olijf geënt zijt, hoeveel te meer zullen dezen, naar hun natuur, op hun eigen olijf geënt worden. 25  Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis; een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat, 26  en aldus zal gans Israël behouden worden, gelijk geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal goddeloosheden van Jakob afwenden.

Paulus ging op zijn reizen aanvankelijk eerst naar de synagogen om de Joden het evangelie te brengen. Maar die waren daarvan niet gediend.

Handelingen 14:2  Maar de Joden, die hun geen gehoor gaven, prikkelden en verbitterden de zielen der heidenen tegen de broeders. Vers 19   Maar er kwamen Joden van Antiochië en Ikonium en zij praatten de scharen om en stenigden Paulus en sleepten hem de stad uit, menende, dat hij dood was.

Handelingen 18:4  En hij hield elke sabbat besprekingen in de synagoge en trachtte Joden en Grieken te overtuigen. 5  En toen Silas en Timotheüs uit Macedonië kwamen, wijdde Paulus zich geheel aan de prediking, waarin hij de Joden betuigde, dat Jezus de Christus is. 6  Maar toen dezen zich verzetten en lasterden, schudde hij zijn kleren uit en zeide tot hen: Uw bloed zij op uw hoofd; ik ben er rein van, voortaan zal ik mij tot de heidenen wenden.

De 144.000 zijn voor een deel van fysiek Israël en voor een deel uit de heidenen. De Gemeente bestond aanvankelijk na haar stichting 2000 jaren geleden hoofdzakelijk uit Joden, maar ook uit modern Israël zijn velen geroepen. Zie onze publicatie ’De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën’ waar de twaalf stammen van Israël zich vandaag bevinden. Slechts een zeer klein deel leeft in het Midden-Oosten, die Joden genoemd worden. Maar Ruben, Zebulon, Naftali, Issakar, Jozef, enz. zijn eveneens Israëlieten, zonen van Israël (Jakob).

Fysieke Israëlieten en heidenen vormen samen de geestelijke eerstelingen (de 144.000) – geestelijk Israël. Omdat de stam Dan als eerste afgleed tot afgoderij in Israël en daarin een leidende rol bleef vervullen, is er geen geestelijke stam Dan (Openb. 7:5-8) en derhalve ook niet in de eerste opstanding bij Christus' terugkeer. In het komende Vrederijk is wel een fysieke stam Dan (Ez. 48:1-2).

Bij zijn terugkomst staan de 144.000 bij Christus.

Openbaring 14:1  En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden.

Hier ziet Johannes de Regering van het komende Vrederijk. De 144.000 zullen met Christus in de Wereld van Morgen regeren vanuit het hoofdkwartier Sion (Jeruzalem).

Openbaring 20:4  En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en [ik zag] de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang.

Deze mensen hebben en (die overleden zijn) hadden God lief sinds hun roeping en doop. Ze begrijpen wat David bedoelde toen hij schreef: ”Hoe lief heb ik uw wet.” Wie heeft of had Gods wet lief? De menselijke natuur staat vijandig tegenover God, daarom dienen de mensen een andere God.

Romeinen 8:7  Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet.

De 144.000 hebben deze wereld verlaten – d.w.z. in geestelijk opzicht. Hun leven is volkomen afgesteld op Gods agenda. Lees over het leven van de apostelen, met name dat van Paulus. Sommigen die inzicht krijgen in de Waarheid willen nog geen afstand doen van hun huidige maatschappelijke positie (in de wereld) of menen dat ze eerst nog wat zaken te regelen hebben of nog wat willen ’genieten’ alvorens bij God aan te kloppen om dan te zeggen: ”Ik heb u lief.” Kan een moeder plannen om over vier jaar haar kleine dochtertje lief te hebben? Deze mensen hebben net als de andere mensen in de wereld, hun eigen prioriteiten. Deze mensen kan God niet gebruiken voor zijn regering. Bedenk dat de 144.000 sterk verlangend zijn en waren om Gods manier van leven op aarde te brengen. En dat zullen ze doen bij de komst van Christus, want ze hebben de Vader, Jezus Christus en alle mensen lief.

In de verzen 4 en 5 van Openb. 14 staat hoe ze zich hebben gekwalificeerd.

Openbaring 14:4   Dezen zijn het, die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam. 5  En in hun mond is geen leugen gevonden; zij zijn onberispelijk.

In de Bijbel wordt een kerk soms voorgesteld als een vrouw; Jezus was immers een man. De Bijbel spreekt in symbolische taal op verschillende plaatsen over twee vrouwen. De ene is de ware Gemeente die huwen zal met Christus en de andere, die ook in het meervoud wordt genoemd (vrouwen) is de valse kerk met de talloze valse dochters. De ware Gemeente is nog niet getrouwd, maar verloofd met Christus en dus nog maagdelijk en niet ”bevlekt” (vers 4) door valse kerken, die hoereren met de afgoden. Getrouwen van God zijn door Christus rein gemaakt en vanaf dat moment maagdelijk gebleven (vers 4), d.w.z. trouw gebleven aan hun verloofde Jezus Christus. Als een ware christen (die dus deel uitmaakt van Gods Gemeente) deel heeft aan andere religies, zoals diensten bijwonen, hun feesten houden, dan wordt dat in bijbelse taal hoererij genoemd. Hij of zij heeft in die situatie naast zijn of haar Geliefde nog een ander. De verbinding met God zal dan verbroken worden. De ware bruid zal terecht een zuiverwitte bruidsjapon dragen op de bruiloft:

Openbaring 19:7   Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; 8  en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen.

”Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat” (Openb. 14:4): de eerstelingen vormen de regering onder Jezus Christus en zullen een eenheid vormen met Christus waar Hij ook gaat in het heelal. De 144.000 vormen ook de Bruid van Christus. Dit team, deze Regering, zal zijn Vrouw zijn en vanzelfsprekend zal zij bij Hem zijn, waar Hij ook gaat (vers 4).

Sinds de schepping van de mens bereidt Christus zijn Koninkrijk voor. Bij zijn komst zal zijn Regering gereed zijn. Omdat de mensen die Hij daarvoor opleidt als eersten worden geroepen, worden ze op verschillende plaatsen in het Nieuwe Testament ’eerstelingen’ genoemd. Daarom staat er in Openb. 14:4: ”Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam”.

Het Oude Testament is in veel opzichten een type van het Nieuwe Testament. God zette fysiek Israël apart en noemde het zijn eerstgeborene. Zo heeft God geestelijk Israël – zijn Gemeente – apart gezet en noemt de ware gelovigen eerstelingen. Fysiek Israël heeft dit bijzondere voorrecht als eerstgeborene vergooid. Maar in het komende Millennium zal fysiek Israël wederom als eerste natie onder alle volken worden hersteld onder Gods Bestuur (= het Koninkrijk van God, nu nog geestelijk Israël).

Met dit herstel van fysiek Israël gaan we nu verder in Openbaring.

 

Wie vormen de ”grote schare”?

De verzen 2-8 van Openbaring 7 beschrijven geestelijk Israël en de verzen 9-17 fysiek Israël. Christus laat ze direct na elkaar zien aan Johannes. Beide – geestelijk en fysiek Israël – zijn uitverkoren. Het fysieke is een type van het geestelijke en ongetwijfeld heeft Christus ze daarom direct na elkaar geplaatst, hoewel het ’gezicht’ van de ’grote schare’ ná het zevende zegel tot werkelijkheid zal komen.

Openbaring 7:9  Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen. 10  En zij riepen met luider stem en zeiden: De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is, en van het Lam! 11  En al de engelen stonden rondom de troon en de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich op hun aangezicht voor de troon en aanbaden God, 12   zeggende: Amen, de lof en de heerlijkheid, en de wijsheid en de dankzegging, en de eer en de macht en de sterkte zij onze God tot in alle eeuwigheden! Amen.  13   En een van de oudsten antwoordde en zeide tot mij: Wie zijn dezen, die bekleed zijn met de witte gewaden, en vanwaar zijn zij gekomen? 14  En ik sprak tot hem: Mijn heer, gij weet het. En hij zeide tot mij: Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams. 15  Daarom zijn zij voor de troon van God en zij vereren Hem dag en nacht in zijn tempel; en Hij, die op de troon gezeten is, zal zijn tent over hen uitspreiden. 16   Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, 17  want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.

De profeten hebben aangekondigd dat God zijn afgedwaalde kudde Israël weer zal bijeenbrengen en terugvoeren naar het Beloofde Land. Een van die profeten was Jeremia.

Jeremia 31:1  Te dien tijde, luidt het woord des HEREN, zal Ik voor alle geslachten van Israël tot een God zijn en zullen zij Mij tot een volk zijn. Vers 4  Weder opbouwen zal Ik u, zodat gij gebouwd wordt, jonkvrouw Israëls. Opnieuw zult gij u tooien met tamboerijnen en uittrekken in vrolijke reidans; 5  gij zult weer wijngaarden planten op de bergen van Samaria, en wie ze planten, zullen ook de vrucht genieten. 6  Want de dag is daar, dat de wachters roepen op het gebergte van Efraïm: Komt, laat ons opgaan naar Sion, tot de HERE, onze God! 7  Want zo zegt de HERE: Jubelt van vreugd over Jakob, juicht om het hoofd der volkeren, verkondigt, looft en zegt: de HERE heeft zijn volk verlost, het overblijfsel van Israël. 8  Zie, Ik breng hen uit het land van het noorden en verzamel hen van de einden der aarde; onder hen blinden en lammen, zwangeren en barenden tezamen; in een grote schare [Openb. 7:9] zullen zij hierheen terugkeren. 9   Onder geween zullen zij komen [Openb. 7:17: God zal alle tranen van hun ogen afwissen] en onder smeking zal Ik hen leiden; Ik zal hen voeren naar waterbeken op een effen weg, waarop zij niet struikelen. Want Ik ben Israël tot een vader, en Efraïm, die is mijn eerstgeborene. 10  Hoort het woord des HEREN, o volken, verkondigt het in verre kustlanden en zegt: Hij, die Israël verstrooide, zal het verzamelen en het behoeden als een herder zijn kudde. 11  Want de HERE maakt Jakob vrij en verlost hem uit de macht van wie sterker is dan hij. 12  Zo komen zij jubelend op de hoogte van Sion en stromen toe naar het goede des HEREN, naar koren, most en olie, naar schapen en runderen; hun ziel zal zijn als een besproeide hof, zij zullen nooit meer versmachten. 13  Dan verheugt zich het meisje in de reidans, jongelingen en grijsaards tezamen. Ik verander hun rouw in vreugde. Ik troost en verblijd hen na hun smart.

Wanneer Christus komt zal Hij alles van het heidense (wereldse) leven uitroeien om de grote schare nazaten van de twaalf stammen van Israël hun beloofde land te geven, gezuiverd van zondige praktijken, om te leven naar Gods geboden. Daarna zal de gehele aarde gezuiverd worden om Gods bestuur van rechtvaardigheid, universeel geluk en vrede over de hele wereld te verspreiden.

Het komende Koninkrijk van God – bestaande uit personen met een geestelijk lichaam – zal de aarde gaan regeren waarop mensen van vlees en bloed wonen, die de derde wereldoorlog, pandemieën, aardbevingen, natuurrampen en de grote verdrukking hebben overleefd. Mensen uit alle naties. Maar Christus zal na zijn komst eerst de verharding van Israël wegnemen en onder alle volkeren wederom, zoals in het Oude Testament, de twaalf stammen van Israël roepen en bijeenbrengen in het heilige land om als modelnatie voor de gehele wereld daar een staat te vormen. Dit keer met groot succes, omdat God hun harten zal veranderen en zijn geest in hen zal brengen. Dit zal er toe leiden dat ook andere volken zich onder Gods bestuur zullen scharen en eveneens zullen genieten van de geestelijke en fysieke rijkdom en voorspoed.

Jesaja 11:9  Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des Heren, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. 10  En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel [Christus] van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn. 11   En het zal te dien dage geschieden, dat de Here wederom zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest van zijn volk, die overblijft in Assur, Egypte, Patros, Ethiopië, Elam, Sinear, Hamat en in de kustlanden der zee [o.a. Amerika, N.W.-Europa en de Engelstalige Britse Gemenebestlanden]. 12  En Hij zal een banier opheffen voor de volken, en de verdrevenen van Israël verzamelen en de verstrooide dochters van Juda vergaderen van de vier einden der aarde.

Christus toonde Johannes een tafereel van immense aantallen mensen die zich hebben bekeerd en uit alle delen van de wereld gekomen zijn. Dit is op een moment nadat Christus naar de aarde is gekomen, want de troon van God en Christus is al opgericht in Jeruzalem.

Openbaring 7:9   Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen.

Na de terugkomst van Christus zijn dit de eerste fysieke mensen – de nakomelingen van de twaalf stammen van Israël – die zich onderwerpen aan Hem en zich door Hem laten regeren. God zal zich eerst ontfermen over Israël, waardoor later ook andere volkeren de God van Israël gaan erkennen als hun God. De ”grote schare” (Openb. 7:9) heeft zich in of na de grote verdrukking bekeerd, ze zijn ”bekleed met witte gewaden”. Ze komen ”uit alle volk en stammen en natiën en talen” (Openb. 7:9), zoals we in voorgaande schriftgedeelten hebben gelezen: van de vier einden der aarde (Jes. 11:12); Ik zal u weghalen uit de volken en u bijeenvergaderen uit alle landen, en Ik zal u brengen naar uw eigen land (Ez. 36:24).

De ”grote schare, die niemand tellen kon”, en gehaald wordt ”uit alle volk en stammen en natiën en talen” zijn de nakomelingen van de twaalf stammen van Israël.

De mensen in deze ”schare” hebben ”palmtakken in hun handen” (Openb. 7:9) als teken van vreugde over 1000 jaar vrede. Ongetwijfeld begrijpen zij dat het vrederijk is aangebroken.

Jesaja 44:21  Denk hieraan, Jakob; Israël, want gij zijt mijn knecht; Ik heb u geformeerd, gij zijt mijn knecht, Israël; gij wordt door Mij niet vergeten. 22  Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost. 23  Jubelt, gij hemelen, want de HERE heeft het gedaan; juicht, gij diepten der aarde, breekt uit in gejubel, gij bergen, gij woud met alle geboomte daarin, want de HERE heeft Jakob verlost en Hij verheerlijkt Zichzelf in Israël.

In of na de grote verdrukking zal ”de grote schare” fysieke mensen zich bekeren.

Openbaring 7:13  En één van de oudsten antwoordde en zeide tot mij: Wie zijn dezen, die bekleed zijn met de witte gewaden, en vanwaar zijn zij gekomen? 14  En ik sprak tot hem: Mijn heer, gij weet het. En hij zeide tot mij: Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams.

Dit illustreert bekering en berouw, maar nog geen verandering van fysiek lichaam in geestelijk lichaam. Van hen wordt niet vermeld dat ze eerstelingen zijn. Van hen wordt ook niet vermeld dat ze verzegeld zijn – Gods geest hebben ontvangen – voordat Christus terugkomt, zoals de 144.000, die bij de eerste opstanding Gods Koninkrijk binnengaan.

Lukas 12:32  Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.

De grote schare miljoenen mensen kan natuurlijk niet als een ”kleine kuddeke” aangeduid worden.

Zij staan in het visioen van Johannes voor de troon van God de Vader en voor het Lam in het nieuwe Jeruzalem. Er staat niet: op de Olijfberg, waar Christus vanuit de ruimte voet op aarde zal zetten samen met de heiligen die veranderd zijn in geest (Zacharia 14:4-5). Pas daarna, wanneer Christus de machtige legers heeft verslagen, wordt het Nieuwe Jeruzalem uit de hemel neergelaten met de troon van God.

Openbaring 7:9   Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam… 10  En zij riepen met luider stem en zeiden: De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is, en van het Lam! Vers 15  Daarom zijn zij voor de troon van God en zij vereren Hem dag en nacht in zijn tempel; en Hij, die op de troon gezeten is, zal zijn tent over hen uitspreiden.

Eerst zal Christus bij zijn komst strijd voeren tegen de enorme legers van mensen. Na de overwinning zal een heilige stad, een nieuw Jeruzalem uit de hemel neergelaten worden waarin de troon van God. Deze mensen van ”de grote schare” komen voor die troon. Zij moeten nog geweid (weiden is hoeden) worden als schapen. Het zijn geen eerstelingen met een verheerlijkt lichaam, de koningen en priesters, de leiders van de wereld van morgen. Het zijn schapen die geweid moeten worden door deze koningen en priesters onder leiding van de opperherder Jezus Christus.

Vers 17  want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden.

Zo wordt niet gesproken van de geest geworden ’eerstelingen’ die dan koningen en priesters zullen zijn. Deze koningen en priesters zullen ongetwijfeld betrokken worden in het weiden of hoeden van deze mensen.

… en God zal alle tranen van hun ogen afwissen (laatste deel van vers 17).

Jeremia 31:8  Zie, Ik breng hen uit het land van het noorden en verzamel hen van de einden der aarde; onder hen blinden en lammen, zwangeren en barenden tezamen; in een grote schare [Openb. 7:9] zullen zij hierheen terugkeren. 9  Onder geween zullen zij komen [Openb. 7:17: God zal alle tranen van hun ogen afwissen] en onder smeking zal Ik hen leiden; Ik zal hen voeren naar waterbeken op een effen weg, waarop zij niet struikelen.

Tranen zullen van hun ogen gewist worden zoals bij mensen van vlees en bloed.

Openb. 7:17  want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens…

Ze worden naar ”waterbronnen des levens” gevoerd om de heilige geest te ontvangen. Dan pas, nadat Christus is teruggekomen, nadat Hij de menselijke legers heeft verslagen, nadat het nieuwe Jeruzalem uit de hemel is neergelaten en Christus op de troon zit. Zij zullen oprecht berouw hebben en zullen een beroep doen op het offer van Christus.

Vers 16  Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte.

Zo schreef Jesaja over de stammen van Jakob nadat Christus ze na zijn terugkeer naar het heilige land zal leiden.

Jesaja 49:10  zij zullen hongeren noch dorsten, woestijngloed noch zonnesteek zal hen treffen, want hun Ontfermer zal hen leiden en hen voeren aan waterbronnen.

Vergelijk ook Ezechiël 36:24-25 met Openbaring 7.

Ezechiël 36:24  Ik zal u weghalen uit de volken en u bijeenvergaderen uit alle landen [Openb. 7:9: de grote schare uit alle volk en stammen en natiën en talen], en Ik zal u brengen naar uw eigen land; 25  Ik zal rein water over u sprengen [Op. 7:17: de grote schare voeren naar waterbronnen des levens], en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen [Openb. 7:14: zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams].

Deze mensen zullen leven als in de hof van Eden.

Jesaja 51:3  Want de Here troost Sion, Hij troost al haar puinhopen; Hij maakt haar woestijn als Eden en haar wildernis als de hof des Heren; blijdschap en vreugde zullen er gevonden worden, loflied en geklank van gezang.

Ezechiël 36:33  Zo spreekt de Here Here: Wanneer Ik u reinig van al uw ongerechtigheden, zal Ik de steden weer bevolken en zullen de puinhopen herbouwd worden; 34  het verwoeste land zal weer worden bewerkt, in plaats van een woestenij te zijn voor het oog van iedere voorbijganger. 35  En men zal zeggen: Dit land dat verwoest was, is geworden als de hof van Eden; de steden die, verwoest en vernield, in puin lagen, zijn weer versterkt en bewoond. 36   Dan zullen de volken die om u heen overgebleven zijn, weten, dat Ik, de Here, herbouwd heb wat vernield was en beplant heb wat verwoest was. Ik, de Here, heb het gesproken en Ik zal het doen. 37  Zo zegt de Here Here: Ook dit zal Ik Mij door het huis Israëls laten afsmeken om hun te doen: Ik zal hen zo talrijk aan mensen maken als een kudde schapen; 38  zo vol als met een kudde offerschapen, als met de kudde schapen op Jeruzalems feesten, zo vol zullen de verwoeste steden zijn met mensenkudden. En zij zullen weten, dat Ik de Here ben.

Zijn de naties van N-Amerika, de Britse Gemenebestlanden en de Noordwest-Europese landen bereid om zich te bekeren van hun heidense wegen om terug te keren naar het Heilige Land? Nu – in de eindtijd – onthult de Schepper hun identiteit, zodat ze de profetieën over zichzelf kunnen begrijpen en zich gereed kunnen maken voor een terugkeer naar hun barmhartige God. Waarom – na deze duidelijke schriftgedeelten – de Grote Verdrukking afwachten? Die tijd zal zwaarder worden dan de onderdrukking in Egypte vijfendertighonderd jaar geleden.

Om te begrijpen hoe het komt dat er opeens zoveel mensen – de twaalf stammen van Israël – voor God zullen kiezen, moeten we het volgende bedenken: Voordat God deze wereld bestraft, zal Hij haar eerst nog eens op bovennatuurlijke wijze waarschuwen. Steeds heeft Hij de mensen door zijn profeten gewaarschuwd voordat Hij ingreep. Hij waarschuwde de wereld door zijn Zoon Jezus Christus, en nu doet Hij het door dit Werk, waarvan ook deze publicatie uitgaat. God is echter een God van genade en barmhartigheid. Bovendien zal Hij de wereld nog een laatste maal waarschuwen, en wel door bovennatuurlijke tekenen aan zon, maan en sterren. Niemand zal kunnen zeggen dat hij geen kans tot ommekeer heeft gehad.

Reeds (of: pas!) gedurende de Grote Verdrukking zullen de mensen door de vervulling van bijbelse voorspellingen tot de erkenning komen dat de waarschuwing die zij door dit Werk gekregen hebben, toch ernstig genomen moet worden, en ze zullen zich afvragen of ze er niet beter aan doen over God en zijn wil te gaan nadenken.

Maar dan is Israël (V.S., Canada, de Britse naties, N.W.-Europa, blank Zuid-Afrika, Australië en Nw. Zeeland), in ballingschap genomen door ’het Beest’, waar het dienen van de ware Christus zwaar zal worden bestraft met veelal martelingen tot de dood er op volgt. Wanneer de valse christelijk-politieke wereld – waar ze als slaven in dienst van ’het Beest’ gebukt gaan onder grote verdrukking – ineenstort zullen velen zich herinneren dat dit Werk er op heeft gewezen dat Christus dit op vele plaatsen in zijn Woord heeft geprofeteerd, o.a. in Openbaring 17 en 18. Wanneer dan ook nog de bovennatuurlijke tekenen aan de hemel verschijnen, worden ze door grote angst aangegrepen, en vele duizenden zullen eindelijk inzien dat er werkelijk een God is die hen waarschuwt.

Maar pas wanneer Christus is teruggekomen zal Hij zich ontfermen over de twaalf stammen van Israël, de ”grote schare”. En dan zullen alle mensen zich kunnen verzoenen met de eeuwige God. Daarom viert de Gemeente van God jaarlijks de Grote Verzoendag.

Duizenden en duizenden die nu deze waarschuwing van God horen, zullen er vooralsnog geen acht op slaan. Zij zijn misleid. Zij geloven en volgen nog steeds hun verschillende menselijke leiders, groeperingen en religie, vooral hun valse christus. Hun verstand is niet open voor deze waarschuwing. Daarom voelen ze geen berouw en keren ze zich niet tot God.

Maar wanneer de voorzegde gebeurtenissen daadwerkelijk plaatsvinden, zullen ze geleidelijk tot erkenning van de waarheid komen en inzien dat ze tot dusver misleid zijn geweest. Maar het zal nog duren tot na de terugkeer van Christus dat ze zich in volkomen overgave en echt berouw tot God zullen keren. Eerst de Israëlieten en daarna – na verloop van jaren – de rest van de wereld. Door Jezus Christus, de Heiland der wereld, zullen ze tot God komen. Dan – helaas dan pas – is God hun eerste prioriteit. Wij, de mensen achter deze publicatie, weten zeer goed dat de resultaten van onze inspanningen grotendeels pas zichtbaar worden lang nadat ons werk beëindigd is.

De eerste mensen negeerden al Gods instructies, hoewel ze contact hadden met God en Hem en zijn boodschap kenden. Dit leidde tot een kloof tussen God en de mens die later steeds wijder werd door de misleiding van de valse religies. Daarom beseffen, behoudens enkelingen op deze aarde, de mensen niet de indringende betekenis van het eerste zegel waarin Jezus waarschuwt voor de valse predikers. Dit eerste zegel waarschuwt niet voor een enkele valse prediker zo nu en dan, maar dit aangekondigde kwaad is geplaatst in de context van wereldomspannende gebeurtenissen, zoals wereldoorlogen, pandemieën en angstaanjagende kosmische veranderingen. Jezus zei dus dat de hele wereld zou worden misleid door valse religies en in het bijzonder door het valse christendom!! Het betreft niet alleen een antichrist in de eindtijd, want de gebeurtenissen die Hij aankondigde zijn al begonnen kort na zijn dood en opstanding. Paulus schreef dat in zijn dagen men al achter een andere Jezus aanliep. Deze algehele ongehoorzaamheid aan en vernedering van God riepen het onheil over de mensen af.

 

De opening van het zevende zegel

Nu komen we aan hoofdstuk 8, waarin het openen van het zevende zegel wordt beschreven. En wat houdt dit zevende zegel in? Laten we eens lezen wat Johannes ziet nadat het zevende zegel verwijderd is:

Openbaring 8:1  En toen Hij het zevende zegel opende, kwam er een stilte in de hemel, ongeveer een half uur lang. 2  En ik zag de zeven engelen, die voor God staan, en hun werden zeven bazuinen gegeven.

Johannes ziet dus in dit visioen zeven bazuinen. Wanneer we de betekenis van deze bazuinen begrijpen, wordt ons daarmee nog een sleutel tot begrip van het boek Openbaring gegeven.

Deze zeven bazuinen zijn natuurlijk symbolen, die evenwel werkelijke wereldgebeurtenissen belichamen. Ze zijn niet zoals velen denken, synoniem met de zeven zegels. Ook volgen ze niet op het zevende zegel; ze zijn het zevende zegel. Met andere woorden: Wanneer het zevende zegel geopend wordt, blijkt het te bestaan uit zeven achtereenvolgende gebeurtenissen. Elk van deze gebeurtenissen, die alle tot het zevende zegel behoren, wordt een ’bazuin’ genoemd. De zeven bazuinen zijn plagen waardoor God deze wereld bestraft. Ze worden in Openbaring 9:20 duidelijk als zodanig betiteld: ”En wie van de mensen overgebleven waren, die niet gedood waren door deze plagen ...”

 

Wat symboliseren de bazuinen?

De zeven bazuinen, waaruit het zevende zegel bestaat, volgen direct op het zesde zegel. Na het openen van het zesde zegel (de tekenen aan de hemel) werd er aangekondigd dat nu ”de grote dag van hun [God en het Lam] toorn” gekomen was. De zeven bazuinen symboliseren dus de Dag des Heren, de dag van Gods toorn. Dat zal de dag zijn waarop God ingrijpt in het wereldgebeuren om de mensen fysiek te bestraffen, omdat zij geen enkele andere taal meer verstaan in hun situatie. Eigenlijk is dit het begin van de Dag des Heren die 1000 jaar gaat duren. De ’dag’ begint met duisternis (de plagen) zoals de sabbat begint met zonsondergang, maar wanneer de duisternis voorbij is, zal er 1000 jaar vrede en geluk zijn, zoals de sabbat – de zevende dag – een verlustiging wordt genoemd. 

De profeet Sefanja noemt deze tijd van de zeven bazuinen ”een dag van bazuingeschal en van krijgsgeschreeuw tegen de versterkte steden en tegen de hoge hoektorens” (Sef. 1:16).

Het blazen van de bazuin gold in oude tijden veelal als teken van alarm voor oorlog of naderende vijandelijke legers. Het kondigde gevaar, oorlog en vernietiging aan. Toen het volk Israël van weleer niet luisterde naar Gods profeten en Gods uit liefde gegeven vermaningen in de wind sloeg, zond God als straf de legers van Assyrië om het te onderwerpen. En toen ook het volk Juda hardnekkig in zijn ongehoorzaamheid volhardde, gaf God hen over aan de legers van de Babyloniërs. Wanneer God uiteindelijk ingrijpt om alle naties voor hun verkeerde handel en wandel, waardoor zij lijden en ellende over zichzelf brengen, te bestraffen, dan worden de zeven bazuinen geblazen.

Elk blaasinstrument brengt tonen voort door er lucht of wind in te blazen. Vandaar ook de reeds genoemde ”vier winden”:

Openbaring 7:1  Daarna zag ik vier engelen staan aan de vier hoeken der aarde, die de vier winden der aarde vasthielden, opdat er geen wind zou waaien over de aarde, of over de zee, of over enige boom.

 

Bescherming voor Gods kinderen

De ”vier winden” worden dus tegengehouden – ze mogen de zeven bazuinen niet blazen voordat de 144.000 geestelijk Israëlieten verzegeld zijn. Deze mensen hebben zich van hun zonden afgekeerd en krijgen Gods bescherming. Precies zoals God het volk Israël beschermde toen Hij het oude Egypte met plagen teisterde, zo zal Hij ook nu zijn kinderen (geestelijk Israël) beschermen voor de plagen die Hij zal zenden om de verkeerde politieke, sociale, economische en religieuze structuren van deze wereld, dit moderne Babylon, te vernietigen. We zien hier ook een interessante parallel: de plagen die God in de dagen van Mozes over de Egyptenaren bracht, waren een voorloper van de plagen die spoedig over deze wereld, het Babylon van nu, uitgegoten zullen worden. Toen waren de Israëlieten onder leiding van Mozes op weg naar het Beloofde Land, Palestina. Degenen die nu onder Gods bescherming geplaatst worden, zijn onder leiding van Christus op weg naar het Koninkrijk Gods. Ook dit rijk zal hier op aarde gevestigd worden, met Jeruzalem als regeringszetel.

De eerste vier bazuinplagen worden in Openbaring 8:6-12 beschreven als gebeurtenissen die de aarde en het groen, zeeën, rivieren, zoetwaterbronnen en hemellichamen beschadigen. De laatste drie bazuinen worden de ”drie weeën” genoemd (vs. 13 en Openb. 9:12), hetgeen duidt op de verschrikkelijke pijnen en onheilen waarmee God de voorvechters van het huidige euvele systeem moet straffen.

Het eerste wee, gesymboliseerd door de vijfde bazuin, wordt in Openbaring 9:1-11 beschreven. Het houdt in dat er een macht uit de ”put des afgronds” opstijgt die nu mensen pijnigt en kwelt. Om welke macht het hier gaat, wordt duidelijk uit Openbaring 17:8-14. Het is het herrezen Romeinse Rijk dat ”uit de afgrond”, d.i. uit een toestand van ondergedoken zijn, opkomt. Deze toekomstige macht is zeer oorlogszuchtig van aard (Openb. 9:7-10).

Het tweede wee met zijn symbolische ’ruiterij’ wordt door Joël 2:4 aangeduid als een gebeurtenis van de Dag des Heren.

Joël 2:1  Blaast de bazuin op Sion en maakt alarm op mijn heilige berg! Dat alle inwoners des lands sidderen, want de dag des HEREN komt. Want hij is nabij! 2  Een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis. Als morgenrood uitgespreid over de bergen, is een talrijk en machtig volk; desgelijks is er van ouds niet geweest en zal er na hem niet meer zijn tot de tijd der verste geslachten. 3  Voor hem uit verteert een vuur en achter hem laait een vlam; als de hof van Eden is het land voor hem, en achter hem is het een woeste wildernis; en ook is er aan hem niet te ontkomen. 4  Zijn aanblik is als die van paarden; als rossen rennen zij. 5  Als ratelende wagens op de toppen der bergen springen zij; als het geknetter van een vuurvlam, die stoppelen verteert; als een machtig volk, in slagorde geschaard tot de strijd. 6  Voor zijn aangezicht beven de volken; alle gezichten verbleken van angst. 7  Als helden rennen zij, als krijgslieden beklimmen zij de muur, en zij gaan voort, ieder op zijn eigen wegen; zij lopen niet door elkander heen, 8   en de een verdringt de ander niet; iedere strijder gaat zijn eigen weg, en tussen de wapens door dringen zij voort; zij laten geen bres in hun rijen ontstaan. 9  Zij stormen op de stad aan; zij rennen op de muur; zij klimmen in de huizen; zij komen door de vensters als een dief. 10  Voor hun aangezicht siddert de aarde, beeft de hemel; de zon en de maan worden zwart en de sterren trekken haar glans in.

Immense legers uit het oosten steken de rivier de Eufraat over.

Openbaring 9:13  En de zesde engel blies de bazuin, en ik hoorde een stem uit de vier horens van het gouden altaar, dat voor God staat, 14  zeggende tot de zesde engel, die de bazuin had: Laat de vier engelen los, die bij de grote rivier, de Eufraat, gebonden zijn. 15  En de vier engelen, die tegen het uur en de dag en de maand en het jaar waren gereed gehouden, werden losgelaten om het derde deel van de mensen te doden. 16  En het getal der legerscharen van de ruiterij was tweemaal tienduizend tienduizendtallen; ik hoorde hun aantal. 17  En aldus zag ik in dit gezicht de paarden en hen, die erop gezeten waren: zij hadden rossige en blauwe en zwavelkleurige harnassen, en de koppen der paarden waren als leeuwenkoppen, en uit hun bek kwam vuur en rook en zwavel. 18  Door deze drie plagen werd het derde deel van de mensen gedood: door het vuur en de rook en de zwavel, die uit hun bek kwamen. 19   Want de macht der paarden ligt in hun bek en in hun staarten. Want hun staarten zijn als slangen, met koppen, en daarmede brengen zij schade toe. 20  En wie van de mensen overgebleven waren, die niet gedood waren door deze plagen, bekeerden zich toch niet van de werken hunner handen, om de boze geesten niet meer te aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, noch horen of gaan [symboliek van de valse religies]; 21  en zij bekeerden zich niet van hun moorden, noch van hun toverijen, noch van hun hoererij, noch van hun dieverijen.

Johannes ziet een geweldige militaire macht. Zij omvat 200 miljoen man. Denkt u zich dat eens in – een leger van 200 miljoen! Ja, het is tijd dat men zich bewust wordt van wat er zich tegenwoordig op het wereldtoneel afspeelt en waar de politieke gebeurtenissen van onze dagen heen zullen leiden.

 

De twee getuigen

Vóór het derde wee, van de zevende en laatste bazuin, treffen we een verslag aan over het optreden van de twee getuigen. Zij beëindigen hun opdracht wanneer ook het tweede wee ten einde is.

Openbaring 11:3  En Ik zal mijn twee getuigen lastgeven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang. Vers 6   Dezen hebben de macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt gedurende de dagen van hun profeteren; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te veranderen en om de aarde te slaan met allerlei plagen, zo dikwijls zij willen. 7  En wanneer zij hun getuigenis zullen voleindigd hebben, zal het beest, dat uit de afgrond opkomt, hun de oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden. 8  En hun lijk zal liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook hun Here gekruisigd werd. 9  En uit de volken en stammen en talen en natiën zijn er, die hun lijk zien, drie en een halve dag, en zij laten niet toe, dat hun lijken in een graf worden bijgezet. 10  En zij, die op de aarde wonen, zijn blijde en verheugd over hen en zullen elkander geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden. 11  En na die drie en een halve dag voer een levensgeest uit God in hen, en zij gingen op hun voeten staan en grote vrees viel op allen, die hen aanschouwden. 12  En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Klimt hierheen op! En zij klommen naar de hemel op in de wolk, en hun vijanden aanschouwden hen. 13  En te dien ure kwam er een grote aardbeving en een tiende deel der stad stortte in, en zevenduizend personen werden door de aardbeving gedood, en de overigen werden zeer bevreesd en gaven de God des hemels eer. 14  Het tweede wee is voorbijgegaan: zie, het derde wee komt spoedig.

In zijn geheel duurt hun missie drieëneenhalf jaar. We schrijven het jaar 2010 en zij is tot nu toe nog niet begonnen, ongeacht alle menselijke theorieën die het tegendeel beweren.

In ieder geval zullen de twee getuigen onder bovennatuurlijke bescherming staan en de laatste waarschuwing geven die God de machten van deze wereld door mensen laat brengen voordat de laatste bazuin schalt. Het ’beest’ echter, dat de macht symboliseert die in Openbaring 13 en 17 beschreven is en in Daniël 2 en 7 als het herrezen Romeinse Rijk geïdentificeerd wordt, zal hen doden.

Daarna volgt het derde wee – de zevende en laatste bazuin. Welke gebeurtenis brengt zij?

 

De laatste bazuin

Vele profetieën van de Bijbel vermelden dat de wederkomst van Jezus Christus op aarde ten tijde van de laatste bazuin zal plaatsvinden. Dezelfde Jezus die nu bijna 2000 jaar geleden op aarde kwam en de weg naar een gelukkig leven onderwees – dezelfde Jezus die door de mensen werd verworpen, die gedood en weer tot leven opgewekt werd en opvoer ten hemel –, deze zelfde Jezus zal met grote macht en heerlijkheid terugkeren. Hij zal als Heerser der wereld, als ”Koning der koningen en Heer der heren” over alle volken regeren en ze met vaste hand op de weg naar vrede leiden. Dit zal gebeuren ten tijde van de laatste bazuin, zoals in 1 Thessalonicenzen 4:16 te lezen is.

Wat gaat er dus gebeuren wanneer de zevende bazuin weerklinkt en Christus wederkomt?

Openbaring 11:15  En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.

We zien dat dan inderdaad de wereldheerschappij van Jezus Christus over alle volken begint. Alle menselijke regeringen op aarde zullen door de bovennatuurlijke macht van de almachtige God ten val gebracht worden. De mens heeft Gods heerschappij altijd afgewezen, ofschoon zij de enige weg naar vrede, geluk en blijdschap is. De heersers van deze wereld zullen daarom bij de terugkeer van Christus toornig zijn. Hij wordt niet herkend, maar gezien als een indringer, een tegenstander, waarschijnlijk als de antichrist. Ze zullen zich tegen Christus en zijn regering op aarde keren en Hem bevechten.

Vers 18  en de volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven.

Wanneer de zevende bazuin schalt, zullen de volken dus toornig zijn; maar ook van Gods kant wordt afgekondigd: ”Uw toorn is gekomen”. Hiermee wordt de betekenis van het derde wee duidelijk. Het is de toorn van God. Weliswaar zijn alle bazuinen plagen die God in zijn toorn over deze wereld van Satan uitgiet, om haar tot bezinning te brengen en haar naar geluk en vrede te leiden, maar met deze zevende bazuin – het derde wee – wordt zijn toorn voleindigd.

Waaruit bestaat nu deze laatste fase van de toorn Gods?

 

”De zeven laatste plagen”

Openbaring 15:1  En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven engelen, die de zeven laatste plagen hadden, want daarmede is de gramschap Gods voleindigd.

In hoofdstuk 14 vers 10 staat dat de mensen van deze wereld ”ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam” uit de beker van Gods toorn zullen drinken. Het Lam symboliseert Jezus Christus. Dit vers duidt erop dat de zeven laatste plagen uitgegoten worden wanneer Hij met alle heilige engelen uit de hemel komt om de wereld te regeren.

Dit tafereel werd door Jezus zelf al van tevoren geschilderd:

Mattheüs 25:31  Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid. 32  En al de volken zullen voor Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, 33  en Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand. 34   Dan zal de Koning tot hen, die aan zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af.

Jezus Christus zal komen om te regeren. Het Koninkrijk Gods is een regering die heerschappij zal voeren over alle volken der aarde. Tegelijkertijd echter is het, zoals vele schriftgedeelten aantonen, een gezin dat uiteindelijk tot een groot goddelijk volk uitgroeit, tot een volk van onsterfelijken. Jezus leerde dat wij het Koninkrijk Gods kunnen beërven, m.a.w. in dit rijk kunnen komen als we eerst door God verwekt en tenslotte uit God geboren worden. De apostel Paulus zei heel duidelijk dat ”vlees en bloed”, de sterfelijke mens, het Koninkrijk Gods niet beërven kan. Het is geen vergankelijk rijk. Het is geen rijk dat uit mensen bestaat. Het is integendeel een goddelijk koninkrijk waarin de mens pas kan komen als hij in geest veranderd wordt – van sterfelijke in onsterfelijke – van mens in God!

Dit brengt ons bij nog een belangrijke gebeurtenis die ten tijde van de zevende bazuin en tegelijk met de wederkomst van Christus zal plaatsvinden. Degenen die ”in Christus gestorven zijn” zullen tot eeuwig leven worden opgewekt en de christenen die nog leven, zullen tot onsterfelijkheid veranderd worden, en wel plotseling, in een ondeelbaar ogenblik (1 Cor. 15:50-54). Zij allen zijn dan geboren in het Koninkrijk van God en verwerven hun erfdeel. Tot hen zal Jezus dan zeggen: ”Komt gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af”. Jezus Christus is dan Koning van de wereld. Wanneer Hij wederkomt, dan komen alle heilige engelen met Hem mee. De zeven laatste plagen worden ten tijde van zijn wederkomst uitgegoten – direct in tegenwoordigheid van Christus en alle heilige engelen.

 

De fundamentele indeling

De zevende bazuin is dus, evenals het zevende zegel, onderverdeeld in zeven delen die op zichzelf de ’zeven laatste plagen’ genoemd worden. Deze zeven laatste plagen vormen de zevende bazuin, precies zoals de zeven bazuinen het zevende zegel vormen. De zeven zegels bedekken, zoals u zich nog wel zult herinneren, de gehele profetische boekrol. Het principe van deze zevenvoudige rangschikking der gebeurtenissen is de hoofdsleutel tot de juiste indeling en volgorde van de gebeurtenissen die in het boek Openbaring beschreven zijn.

De zeven laatste plagen voltooien dus de toorn van God; zij zijn het laatste deel van het zevende zegel. Terzelfder tijd komt Jezus Christus terug om de wereld vrede te brengen, doordat Hij de volken met krachtige hand onder de regering van God plaatst. God regeert evenwel door middel van zijn wetten!

Christus is de enige weg naar vrede en geluk, en ook naar eeuwig leven. Er is geen andere weg.

De wereld heeft deze weg tot nu toe met verachting afgewezen, maar het zal niet lang meer duren of zij zal zich gedwongen zien die weg toch in te slaan. God heeft de mensen op aarde lief. Hij zal ingrijpen om ze voor een totale vernietiging te bewaren.

Nu tenslotte nog enige opmerkingen over de verdere indeling van het boek Openbaring.

Hoofdstuk 12 is een inzetsel. Precies zoals de schrijver van een roman af en toe de draad van het verhaal onderbreekt en teruggrijpt om een eerdere scene te schilderen, waarin andere personen en gebeurtenissen voorkomen, ten einde deze op dit punt met de rode draad van zijn verhaal in verband te brengen, zo geeft ook Johannes in hoofdstuk 12 een algemeen overzicht van de ontwikkeling der ware Gemeente vanaf de tijd vóór Christus' geboorte (vers 4), en verder gedurende de tijd van zijn geboorte, opstanding en hemelvaart (vers 5), en de 1260 jaren van vervolging, toen zij gedwongen was buiten de grenzen van de Romeinse overheersing te vluchten om aan de georganiseerde vervolgingen te ontkomen. De Gemeente van God heeft nooit opgehouden te bestaan.

De andere kerk waarvan in hoofdstuk 17 sprake is, is een grote valse kerk. Openbaring 12 laat de geschiedenis zien van de ware Gemeente tot op de huidige dag en in de toekomst wanneer de duivel, wetend dat hij nog maar zeer weinig tijd heeft (vers 12), de Gemeente van God vervolgt die de geboden van God bewaart (vers 17).

Hoofdstuk 13 is eveneens een inzetsel; het gaat over twee symbolische ’beesten’. Een politiek-militaire macht en een religieuze macht. Een heropleving van het Romeinse Rijk dat ’gestuurd’ wordt door het christendom onder leiding van het Vaticaan.

Hoofdstuk 14 presenteert Gods Regering (het Lam en de uitverkorenen) en de boodschappen van de drie engelen die oproepen om God te vrezen en te eren, want de tijd van de val van ’Babylon’ door middel van de zeven laatste plagen is aangebroken en waarschuwen voor het aannemen van het merkteken van het beest, waartoe de mensen in ’Babylon’ worden misleid.

Hoofdstuk 15 en 16 nemen de rode draad van het boek weer op en beschrijven de zeven laatste plagen die het derde wee ofwel de zevende bazuin zijn. Deze plagen zijn het goddelijke oordeel over de valse politieke, godsdienstige, sociale en economische systemen van deze wereld (Openb. 18:2, 8 en 10).

Hoofdstuk 17 en 18, opnieuw inzetsels, laten het herrezen Romeinse Rijk zien en de grote valse kerk die alle volken verleidt (17:2, 15 en 18:3).

De mensen bevinden zich nu in Babylon, ze zijn misleid. God roept ons eruit en beveelt ons zijn geboden te houden (Openb. 18:4).

Hoofdstuk 19 schildert dan de wederkomst van Christus, terwijl hoofdstuk 20 zijn duizendjarige regering op deze aarde beschrijft (Openb. 5:10). Hoofdstuk 21 en 22 gaan tenslotte over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Satan wordt 1000 jaar gebonden (Openb. 20:1-3). Die 1000 jaar zal er alom vrede zijn en zullen de mensen genieten van de zegeningen van God onder de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde. Hierover staan profetieën in de Bijbel die ons de huidige wereld zal doen vergeten.

Wanneer na die 1000 jaar Satan voor een korte tijd wordt losgelaten zal hij direct weer volgens zijn aard de mensheid verleiden tot oorlog (verzen 7-10; Ezechiël 38:2–39:21). Hij zal dan met zijn legers worden vernietigd door God en definitief worden verbannen. De aarde is dan gereed voor de tweede opstanding. De eerste is voor de mensen (dat zijn ’slechts’ 144.000) die Gods Regering zullen vormen wanneer het Millennium begint en de tweede na het Millennium, waarin alle mensen die ooit hebben geleefd, maar niet in de eerste opstanding zullen zijn en niet tijdens het 1000-jarige Vrederijk leven. Zij krijgen een kans om God te gehoorzamen om eveneens onsterfelijk leven te ontvangen. Zie onze publicaties ’Het komende Utopia’, ’De Ideale Wereld van Morgen’, ’Een Nieuwe Hemel, een Nieuwe Aarde en de Nieuwe Stad Jeruzalem’ en ’Wat gebeurt er na het komende 1000-jarige Vrederijk’.

 

Waar zijn we nu?

Tot besluit willen we de vraag stellen: Waar zijn we op het ogenblik in het verloop van de geprofeteerde gebeurtenissen? We leven tegenwoordig – we schrijven het jaar 2010 – in een relatief rustige fase tussen de Tweede en Derde Wereldoorlog. Eén voorzegde gebeurtenis echter is nu bezig in vervulling te gaan. In de profetie van Jezus op de Olijfberg, die in feite de sleutel tot de Openbaring is, vroegen de discipelen Hem wat dan het teken van zijn komst en van de voleinding der wereld – van het huidige tijdperk – zou zijn.

Velen, zo antwoordde Jezus hen, zullen in zijn naam komen en prediken dat zij de Christus zijn, maar niettemin zullen zij de wereld wat betreft zijn evangelie misleiden. Dat is, zo zei Hij, nog niet het einde. Ook toenemende hongersnoden en ziekten zullen niet het teken zijn van zijn wederkomst en het einde van dit tijdperk, en zelfs grote oorlogen zullen het niet zijn. Deze gebeurtenissen zijn al in de eerste eeuw begonnen, maar zullen in de komende jaren in intensiteit wereldwijd enorm toenemen. Schrikbarende beelden als gevolg van honger, epidemieën, aardbevingen zullen dan niet alleen meer in de ontwikkelingslanden te zien zijn, maar ook alom in de eens zo rijke westerse landen. Hoewel deze gebeurtenissen wel doorgaan tot het einde, noemde Jezus ze niet als hét teken van het einde. In Mattheüs 24:14 noemt Hij pas het teken, dat van het uiterste belang is:

Mattheüs 24:14  En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.

Jezus Christus verkondigde het goede nieuws van het komende Koninkrijk Gods en van de Wereld van Morgen. De verleiders van het valse christendom echter proclameren de persoon van Christus – zij eigenen zich zijn naam en het daaraan verbonden prestige toe om de wereld te misleiden en de waarheid die Christus bracht te verbergen. Zij waarschuwen voor de antichrist, terwijl ze zelf deel uitmaken van dat valse religieuze systeem. Maar nu, in deze eindtijd, wordt hetzelfde evangelie van het Koninkrijk Gods dat Jezus predikte, het evangelie van Gods regering en van het wedergeboren worden in het gezin van God, weer in heel de wereld verkondigd. Die profetie in Mattheüs 24:14 wordt door dit Werk vervuld.

 


DE DRAAD VAN HET VERHAAL

in het boek Openbaring


ZEGELS

1)

Valse profeten

2)

Oorlogen

3)

Hongersnood

4)

Epidemieën

5)

Grote Verdrukking

6)


Kosmische veranderingen aan de zon, maan en sterren



Schade aan:

1

Aarde en groen
2 Zeeën
3 Rivieren en zoetwaterbronnen
7) Bazuinen 4 Hemellichamen
5 Eerste wee
6 Tweede wee

7

Derde wee of de zeven laatste plagen


(ARMAGEDDON)
TERUGKOMST VAN CHRISTUS

 

 

 

 


HOOFDSTUKKEN-INDEX

van het boek Openbaring

 

Hoofd-
stuk
Draad van het verhaal Ingelast

1

INLEIDING

2-3

........................................................................


BRIEVEN AAN DE ZEVEN GEMEENTEN


4-5

VOORSPEL - DECOR

6

DE EERSTE ZES ZEGELS

7

GEESTELIJK EN FYSIEK ISRAËL

8-9

10

ZEVENDE ZEGEL: DE BAZUINEN

........................................................................



HET KLEINE BOEKJE

11

DE TWEE GETUIGEN

12

........................................................................

DE WARE GEMEENTE

13

........................................................................

DE TWEE BEESTEN

14

........................................................................

GODS REGERING VAN HET LAM EN DE  UITVERKORENEN, DE VERNIETIGING VAN ALLE AFGODERIJ EN DE STRAF VOOR DE WERELD

15-16

DE ZEVEN LAATSTE PLAGEN

17-18

........................................................................

DE VALSE KERK

19

DE TERUGKOMST

20-22



DE NIEUWE HEMEL EN DE NIEUWE AARDE GEDURENDE HET DUIZENDJARIGE RIJK EN DE KORTE PERIODE DAARNA

 

 

Terug naar de Home Page

hits counter