|
Voor literatuurlijst klik hier.
De
Bijbel verbiedt
'christelijk' Pasen
Als de voorganger van de
religieuze denominatie waarvan u lid bent of het kerkbestuur van het kerkgenootschap waar
u 'van huis uit' toe behoort of het gemeentebestuur van de gemeente waarin u woont u zou
uitnodigen deel te nemen aan de jaarlijkse aanbidding van de afgodische 'koningin des
hemels', zou u dat dan doen?
Lees de ware achtergrond van Pasen.
Waarom
gelooft u de dingen die u gelooft, doet u de dingen die u doet?
Hoogstwaarschijnlijk hebt u zich nooit de tijd gegund uzelf deze vragen te stellen. Van
kindsbeen af is u geleerd Pasen als een belangrijk christelijk feest te aanvaarden.
U bent ervan uit gegaan dat het tot de ware christelijke religie behoort om de vastentijd,
Palmpasen en Goede Vrijdag in acht te nemen, om bij de bakker warme paasbroodjes te halen,
paaseieren te verven, u netjes te kleden en op paaszondag naar de kerk te gaan, misschien
zelfs een paasdienst bij zonsopgang bij te wonen!
Wegens het 'kudde'-instinct van de mensen geloven velen veel dingen die niet waar zijn.
Velen doen veel dingen die verkeerd zijn, in de veronderstelling dat deze dingen juist
zijn, of zelfs geheiligd!
Isjtar, de heidense
godin
Wat is de betekenis van Pasen? De
Engelse naam van dit feest is 'Easter' en in het Duits wordt het 'Ostern' genoemd. Wat is
de betekenis van deze naam? U bent er wellicht toe gebracht te veronderstellen dat het
iets als 'opstanding van Christus' betekent. Al bijna 1700 jaar lang is de Westerse wereld
geleerd dat Christus op zondagochtend uit de dood is opgestaan. Maar dit is slechts een
der fabels waarvoor de apostel Paulus de lezers van het Nieuwe Testament waarschuwde. De
opstanding geschiedde niet op zondag!
De naam 'Easter' is, evenals de Duitse naam voor Pasen, 'Ostern', een nauwelijks
gewijzigde afleiding van de naam van de oude Assyrische en Babylonische godin Isjtar, aan
ons overgeleverd door de oude Teutoonse mythologie. De Foenicische naam van deze godin was
Astarte, maîtresse van Baäl, de zonnegod, wiens aanbidding door de Almachtige in de
Bijbel openlijk wordt veroordeeld als de meest abominabele van alle heidense afgoderijen.
Als u de herkomst van 'Easter' of 'Ostern' nazoekt, vindt u steeds duidelijk de heidense
oorsprong van deze namen aangegeven.
De apostelen hielden
het Pascha
De World Almanac, editie
1968, p. 187, zegt dat de christenen in Klein-Azië (dat wil zeggen, in de gemeenten te
Efeze, in Galatië, enz. de zogenaamde 'heidense' gemeenten die door de apostel Paulus
waren gesticht) in de tweede eeuw n.Chr. het Pasen op de 14e Nisan van de Joodse [civiele]
kalender vierden. Het droeg toen niet de naam van de heidense godheid 'Easter', maar de
bijbelse naam 'Pascha'.
Pascha, de Dagen der Ongezuurde Broden, Feest der Eerstelingen (Pinksteren) en de andere
heilige dagen die God voor eeuwig heeft ingesteld, werden alle gehouden door
Jezus en door de eerste apostelen en door de bekeerde heidense christenen.
Handelingen 2:1 En toen de Pinksterdag
aanbrak, waren allen tezamen bijeen.
12:3 en toen hij zag, dat dit de Joden
welgevallig was, ging hij voort en nam ook Petrus in hechtenis. Nu waren het de dagen
der ongezuurde broden. 4 En hij liet hem
grijpen en zette hem gevangen, onder bewaking van vier viertallen soldaten, met het
voornemen hem na het Paasfeest [Grieks: Pascha] voor het volk te brengen.
20:6 Maar wij voeren na de dagen der
ongezuurde broden van Filippi af en kwamen binnen vijf dagen bij hen te Troas aan,
waar wij zeven dagen doorbrachten. 16 Want
Paulus had zich voorgenomen Efeze voorbij te varen om geen tijd in Asia te verliezen, want
hij haastte zich om, zo mogelijk, op de Pinksterdag te Jeruzalem te zijn.
1 Corinthe 5:7 Doet het oude zuurdeeg weg,
opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is
geslacht: Christus. 8 Laten wij derhalve feest
vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met
het ongezuurde brood van reinheid en waarheid.
1 Corinthe 16:8 Maar ik zal nog tot Pinksteren
te Efeze blijven.
Pascha is een herdenking van de kruisiging van Christus (Lukas 22:19). Het Pascha, zoals
dat werd gehouden door de vroege ware Gemeente, viel niet jaarlijks als een vaste dag op
zondag. Het viel ook niet op enige andere vaste dag van de week, maar op een kalenderdag
van het jaar. De weekdag verschilt van jaar tot jaar.
Ons woord 'Pasen' is afgeleid van het Griekse 'Pascha', dat op zijn beurt een vertaling is
van het Hebreeuwse 'Pesach' of 'Pasach'. Pasen als feest heeft echter niets te maken met
het bijbelse Pascha of Pesach.
Pasen (Easter, Ostern) is een van de heidense dagen waartegen Paulus heidense bekeerlingen
waarschuwde. Zij moesten niet tot de viering ervan terugkeren.
Galaten 4:9 Nu gij echter God hebt leren
kennen, ja, meer nog, door God gekend zijt, hoe kunt gij thans terugkeren tot die
zwakke en armelijke wereldgeesten, waaraan gij u weder van meet aan dienstbaar wilt maken?
10 Dagen, maanden, vaste tijden en jaren
neemt gij waar.
Hoe is nu dit heidense feest een belijdende christenheid opgelegd? Dat is een verrassend
verhaal. Maar laten wij eerst eens letten op de ware oorsprong en aard van Pasen.
De Chaldeeuwse oorsprong
Easter, aldus Alexander Hislop (The
Two Babylons, p. 103), "draagt haar Chaldeeuwse oorsprong op het voorhoofd.
Easter is niets anders dan Astarte, een der titels van Beltis, de koningin des
hemels..."
De oude goden van de heidenen hadden veel verschillende namen. Werd deze godin door de
Foeniciërs Astarte genoemd, zij verschijnt als Isjtar op Assyrische monumenten die door
Layard bij opgravingen te Ninevé zijn gevonden (Austin H. Layard, Nineveh and Babylon,
Vol. II, p. 629). Zo werd Bel tevens Molech genoemd. Het was wegens het offeren aan
o.a. Molech (1 Koningen 11:1-11, in het bijzonder vers 7, waar Molech een gruwel wordt
genoemd) dat Salomo door de Eeuwige werd veroordeeld en het Koninkrijk Israël van zijn
zoon afgescheurd.
1 Koningen 11:1 Koning Salomo nu had
behalve de dochter van Farao vele vreemde vrouwen lief: Moabitische, Ammonitische,
Edomitische, Sidonische en Hethitische, 2 behorende
tot die volken, van wie de Here tot de Israëlieten had gezegd: Gij zult u met hen niet
inlaten, en zij zullen zich met u niet inlaten, voorwaar, zij zouden uw hart meevoeren
achter hun goden; haar hing Salomo met liefde aan. Vers 4
Het geschiedde namelijk, toen Salomo oud geworden was, dat zijn vrouwen zijn hart
meevoerden achter andere goden,
5 Zo
liep Salomo Astarte, de godin der Sidoniërs, achterna, en Milkom, de gruwel der
Ammonieten ... Vers 7 Toentertijd bouwde
Salomo een hoogte voor Kemos, de gruwel van Moab, op de berg ten oosten van Jeruzalem, en
voor Moloch, de gruwel der Ammonieten. 8 Hetzelfde
deed hij voor al zijn vreemde vrouwen, die reukoffers en slachtoffers aan haar goden
brachten. 9 Derhalve werd de Here vertoornd
op Salomo, omdat zijn hart zich afgewend had van de Here, de God van Israël, die hem
tweemaal verschenen was, 10 en die hem te
dezer zake geboden had geen andere goden na te lopen; maar hij had niet in acht genomen
wat de Here geboden had. 11 Toen zeide de
Here tot Salomo: Omdat het zo met u gesteld is, dat gij mijn verbond en mijn inzettingen,
die Ik u geboden had, niet in acht genomen hebt, zal Ik voorzeker het koninkrijk van u
afscheuren en het uw knecht geven.
In de oude Chaldeeuwse afgodische zonaanbidding, zoals die door de Foeniciërs werd
bedreven, was Baäl de zonnegod; Astarte was zijn gemalin of vrouw. En Astarte is dezelfde
als Isjtar, of 'Easter' of 'Ostern'.
Zegt Hislop: "Het feest, waarover we, onder de naam Pasen, in de kerkgeschiedenis van
de derde en vierde eeuw lezen, was een heel ander feest dan dat wat nu in de Roomse [en
protestantse] Kerk wordt gevierd, en stond toentertijd niet bekend onder een naam als
Pasen ('Easter'). Het heette Pascha, of Pesach, en
werd reeds zeer vroeg door vele
belijdende Christenen gevierd
Dat feest stemde oorspronkelijk overeen met de tijd
van het Joodse Pascha, toen Christus werd gekruisigd
Dat feest was niet afgodisch,
en er ging geen vastentijd aan vooraf" (The Two Babylons, p. 104).
Hoe komen wij aan de
vasten?
"Niettemin dient u te
weten", schreef Johannes Cassianus in de vijfde eeuw, "dat zolang de vroege kerk
haar volmaaktheid onaangetast hield, er geen viering van de vasten bestond" (First
Conference Abbot Theonas, hoofdstuk 30).
Jezus hield geen vasten. De apostelen en de vroege ware Gemeente van God hielden,
behoudens de Verzoendag en het individuele vasten, geen speciale vastentijd. Waar vindt
deze gewoonte dan zijn oorsprong?
"De veertig dagen onthouding van de vastentijd ('Lent') werd rechtstreeks overgenomen
van de aanbidders van de Babylonische godin. Een dergelijke vastentijd van veertig dagen
in het voorjaar wordt nog altijd in acht genomen door de Jezidi's of heidense
duivelaanbidders in Koerdistan, die het hebben geërfd van hun vroegere meesters, de
Babyloniërs. Een dergelijke vastentijd van veertig dagen werd in de lente in acht genomen
door de heidense Mexicanen
Een dergelijke vastentijd van veertig dagen werd in acht
genomen in Egypte
" (The Two Babylons,
pp. 104-105). In feite werd deze Egyptische vasten van veertig dagen
uitdrukkelijk gevierd ter ere van Osiris, ook bekend als Adonis in Syrië en als Tammuz in
Babylonië (John Landseer, Sabaean Researches, pp. 111, 112).
Beseft u wat er gebeurd is? De Almachtige God gebood Zijn volk het Pascha voor eeuwig in
acht te nemen (Exodus 12:24.)! Dit gebod werd gegeven toen de Israëlieten zich nog in
Egypte bevonden, nog vóór het Oude Verbond en de Wet van Mozes! Het was een uitbeelding,
vóór de kruisiging, van Christus' dood ter vergeving van onze zonden, een type dat
hiernaar vooruitzag. Bij Zijn laatste Pascha wijzigde Jezus de symbolen, die
werden gebruikt voor het bloed van een lam en het eten van het geroosterde vlees daarvan,
in het brood en de wijn.
Jezus schafte het Pascha niet af. Hij bracht alleen een wijziging in de symbolen aan. Alle
apostelen van Christus en ware christenen van de ware Gemeente in de eerste eeuw hielden
het op de 14e dag van de eerste maand van de kalender die God heeft ingesteld. Nu is het
een herdenking van Christus' dood, waarbij jaar op jaar een herbevestiging plaatsvindt van
het geloof van de ware christen in het bloed van Christus voor de vergeving van zijn of
haar zonden. Maar wat is er gebeurd? Beseft u het? Alle Westerse naties zijn misleid tot
het laten vallen van het feest dat God voor eeuwig heeft ingesteld als herdenking van de
dood van de ware Verlosser voor onze zonden en tot de vervanging ervan door een heidens
feest ter herdenking van de valse 'verlosser' en middelaar Baäl, de zonnegod; een feest
dat in sommige landen zelfs de naam draagt van de mythische Isjtar, de vrouw van Baäl,
maar in wezen niemand anders is dan Semiramis, die zich uitgaf voor de vrouw van de
zonnegod. Zij is de afgodische 'koningin des hemels'.
Dit is niet christelijk! Het is heidens tot in de kern!
Toch zijn talloze miljoenen misleid tot de viering van deze vorm van heidense afgoderij,
in de waan dat zij dit doen ter ere van Jezus Christus, de Zoon van de Schepper God!
Pasen eert Christus niet! En toch, bent u niet geweest als een blind schaap dat aanliep
achter de miljoenen anderen die deze gewoonte in acht nemen?
Handelingen 17:30 God dan verkondigt, met
voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot
bekering moeten komen.
Paaseieren
Wist u dat geverfde paaseieren
eveneens een rol speelden in de riten van de oude Babylonische mysteriën, precies zoals
in de tegenwoordige paasviering het geval is? Ja, ook paaseieren zijn heidens.
In The Mythology and Rites of the British Druids van Edward Davies staat op
bladzijde 210, dat het ei het geheiligde symbool van de afgodische orde der oude Druïden
was.
In veel oude beschavingen waren eieren heilig en vormden een onderdeel van godsdienstige
ceremoniën.
James Bonwick schrijft: "In de Egyptische tempels werden eieren opgehangen. Bunsen
vestigt de aandacht op het wereldei, het symbool van het vruchtbare leven, voortkomend uit
de mond van de grote god van Egypte. Het mystieke ei van Babylon, waaruit de Venus Isjtar
kwam, viel uit de hemel in de Eufraat. Geverfde eieren waren in Egypte geheiligde
paasoffers, zoals ze dat nog altijd in China en Europa zijn. Pasen, of de lente, was het
seizoen van geboorte, zowel aardse als hemelse" (Egyptian Belief and Modern
Thought, pp. 211-212).
Waarom worden met Pasen eieren geverfd door mensen die van zichzelf vinden dat zij
christen zijn? Denken zij dat de Bijbel deze heidense gewoonte heeft ingesteld of geboden?
Er staat hierover geen woord in het Nieuwe Testament. Zeer beslist is Christus er niet mee
begonnen en evenmin hielden de apostelen of de vroege christenen zich ermee bezig!
Waarom zou u het dan in deze tijd moeten doen? Waarom zou u het heidendom nalopen en
onderwijl trachten uzelf ervan te overtuigen dat u christen bent? God noemt zulke dingen
een gruwel!
Paasdiensten bij
zonsopgang
Sommige mensen vinden een
kerkdienst bij zonsopgang op Pasen zo prachtig. Luister! God toonde aan de profeet
Ezechiël in een visioen de zonden van zijn volk, een profetie voor onze tijd! God zei tot
Ezechiël:
Ezechiël 8:15 Hij zeide tot mij: Hebt gij
dat gezien, mensenkind? Nog grotere gruwelen dan deze zult gij zien [Ezechiël
had zojuist in een visioen de afgodendienst van het belijdende volk van God gezien]. 16 Toen bracht Hij mij [in een visioen] naar
de binnenste voorhof van het huis des Heren. En zie,
tussen de voorhal en het
altaar waren ongeveer vijfentwintig mannen, met hun rug naar de tempel des Heren en met
hun gezicht naar het oosten, en zij bogen zich in de richting van het oosten neer voor de
zon. 17 Hij zeide tot mij: Hebt gij dat
gezien, mensenkind? Was het
nog niet genoeg om de gruwelen te doen, die zij hier
bedrijven,
18 Daarom zal Ik in
grimmigheid met hen handelen. Ik zal niet ontzien en geen deernis hebben. Al roepen zij
met luider stem aan mijn oren, toch zal Ik naar hen niet horen.
Ziet u om welke gruwel het hier gaat?
Precies dezelfde gruwel die elke Paasochtend door miljoenen wordt bedreven: de kerkdienst
bij zonsopgang, met het gezicht naar het oosten, waar de zon opkomt, eert men, in een
kerkdienst, de zonnegod en zijn mythische, afgodische gemalin, de godin Isjtar. Misleid
tot het geloof dat dit christelijk is, aanbidden miljoenen mensen ieder jaar met Pasen in
precies dezelfde vorm de oude zonnegod Baäl! In de hele Bijbel wordt dit onthuld als de
meest gruwelijke van alle afgoderijen in de ogen van de Eeuwige Schepper!
Hoe Pasen in de
kerken kwam
Dit is de oorsprong en vroege
geschiedenis van Pasen.
Hoe is dit heidense feest nu in de officiële christelijke godsdienst geïnjecteerd ter
vervanging van een instelling van God?
Alvorens in beknopte vorm het opzienbarende verslag van deze grote misleiding te
onthullen, moeten eerst twee feiten goed in gedachten worden geprent.
Ten eerste, Jezus en de apostelen voorspelden niet een algemene,
wijdverspreide groei van de nieuwtestamentische Gemeente, maar een afvallen van de
waarheid door de grote meerderheid. In een profetie betreffende deze grote, algemene afval
van het eenmaal overgeleverde geloof zei Paulus tot de Thessalonicenzen: "Het
geheimenis [mysterie] der wetteloosheid is reeds in werking." Dit was nauwelijks
twintig jaar na het begin van de Gemeente! Paulus doelde op dezelfde 'Chaldeeuwse
mysteriën' waarvan Pasen en Kerstmis de twee belangrijkste feesten zijn!
In het Nieuwe Testament wordt over Christus' Gemeente geprofeteerd dat zij slechts een
"klein kuddeke" zou zijn en nooit een grote, algemene volkskerk (Lukas 12:32).
Dit zijn feiten die de wereld niet beseft!
Twee kerken: een
valse en een ware
In de profetieën van het Nieuwe
Testament komen twee religieuze organisaties ter sprake.
De ene is een grote, machtige, universele kerk, een deel van de wereld, met haar politiek
die over vele naties heerst en verenigd is met het 'Heilige Roomse Rijk'. Zij wordt scherp
in beeld gebracht in Openbaring 17.
Openbaring 17:1 En een van de zeven
engelen, die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij, zeggende: Kom hier, ik zal u
tonen het oordeel over de grote hoer, die zit aan vele wateren [natiën en menigten en volken, zie vers 15], 2 met wie de koningen der aarde gehoereerd hebben,
en zij, die op de aarde wonen, zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij. 3 En hij voerde mij in de geest weg naar een
woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van
godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens. 4 En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en
rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden
beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij. 5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een
geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde. 6 En ik zag de vrouw dronken van het bloed der
heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij, toen ik haar zag,
met grote verbazing.
Deze kerk wordt afgebeeld met grote pracht, met groot ritueel en vertoon, getooid in
purper, scharlaken en goud, trots, werelds, arrogant. Zij wordt afgebeeld als een
universele verleidster. Alle Westerse naties zijn geestelijk dronken door haar valse
doctrines; hun geestelijke waarnemingsvermogen is dermate door haar heidense
leerstellingen en praktijken vertroebeld, dat zij niet in staat zijn duidelijk waarheid te
onderscheiden! Zij pocht dat zij de ware Kerk is, maar zij is dronken van het bloed der
heiligen die zij de marteldood heeft laten sterven!
Maar hoe kon zij, zoals in Gods Woord is voorspeld, de hele wereld misleiden? In elk geval
is de protestantse wereld niet misleid!
Niet? Toch wel! Let goed op vers 5: moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.
Het is een moederkerk! Haar dochters zijn ook kerken, die al protesterend
van haar zijn uitgegaan en zich daarom protestant noemen. Maar in de grond zijn ze door
heidense doctrine en praktijk met haar verwant! Ook zij maken zich tot onderdeel van deze
wereld en nemen actief deel aan haar politiek, precies het feit dat hun moeder tot 'hoer'
heeft gemaakt!
Deze hele afvallige familie een moeder met honderden dochterdenominaties, die
onderling allemaal verdeeld zijn en doctrinair in verwarring verkeren, maar toch allemaal
in de belangrijkste heidense doctrines en feesten zijn verenigd heeft een
familienaam! Zelf noemen zij zich 'christelijk', maar God noemt hen anders:
"Geheimenis: het grote Babylon"!
'Babylon' betekent verwarring! God noemt mensen en dingen altijd volgens wat zij zijn! En
wij zien hier dezelfde oude Babylonische mysteriën of geheimenissen, alleen nu onder de
dekmantel 'christendom'. In feite echter is het hetzelfde oude 'Babylonische Mysteriën
Systeem'.
Maar waar was dan de ware Gemeente?
De ware Gemeente:
klein en verstrooid
Is de ware Gemeente van God,
waarvan Jezus Christus het levende, leidinggevende Hoofd is, verdorven geworden, is zij
vervallen tot het zojuist beschreven systeem?
Beslist niet! De poorten van het dodenrijk hebben nimmer over de ware Gemeente van God
gezegevierd en zullen dat ook nooit! De ware Gemeente is nooit gevallen! Zij heeft nooit
opgehouden te bestaan!
Maar de ware Gemeente van God wordt in de profetieën uitgebeeld als een "klein
kuddeke"! Het Nieuwe Testament beschrijft deze Gemeente als voortdurend vervolgd
en veracht door de grote volkskerken, omdat zij niet van deze wereld of haar
politiek is, maar zichzelf onbevlekt van de wereld houdt! Zij heeft altijd de Geboden van
God en het geloof van Jezus bewaard (Openbaring 12:17). Zij heeft Gods Feestdagen gevierd,
niet de heidense feestdagen. Zij is altijd van kracht voorzien door de Geest van God!
Deze Gemeente werd nooit de grote volkskerk in Rome, zoals valselijk wordt beweerd! Deze
Gemeente heeft altijd bestaan en bestaat ook vandaag!
Waar ging zij dan heen? Waar was zij in de Middeleeuwen? Waar bevindt zij zich vandaag?
Houd steeds in gedachten dat deze Gemeente nooit groot is geweest, nooit politiek
krachtig, nooit een wereldbekende organisatie van mensen. Het is een geestelijk organisme,
geen politieke organisatie. Zij is samengesteld uit allen van wie hart en leven door de
Geest van God zijn veranderd, hetzij zichtbaar bijeengekomen, hetzij als verspreide
individuen.
Gehinderd door voortdurende vervolging en tegenstand van de georganiseerde machten van
deze wereld, is het moeilijk voor deze mensen om in een verenigd en georganiseerd verband
bijeen te blijven.
Daniël profeteerde dat het ware volk van God zou worden verstrooid.
Daniël 12:7 Toen hoorde ik de man die
met linnen klederen bekleed was
: Een tijd, tijden en een halve tijd; en wanneer er
een einde komt aan het verbrijzelen van de macht van het heilige volk, dan zullen al deze
dingen voleindigd zijn.
Ezechiël voorspelde het.
Ezechiël 34:5 Zij raken verstrooid,
omdat er geen herder is, en worden tot voedsel voor al het gedierte des velds; zo raken
zij verstrooid. 6 Mijn schapen dwalen rond op
alle bergen en op elke hoge heuvel; over de gehele aarde zijn mijn schapen verstrooid
zonder dat er iemand is die naar hen vraagt of ze zoekt. 7
Daarom, gij herders, hoort het woord des Heren. 8 Zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here Here,
omdat mijn schapen tot een prooi geworden zijn, omdat mijn schapen tot voedsel geworden
zijn voor al het gedierte des velds doordat er geen herder is (want mijn herders vragen
niet naar mijn schapen; de herders weiden zichzelf, maar mijn schapen weiden zij niet) 9 daarom, gij herders, hoort het woord des Heren. 10 Zo zegt de Here Here: Zie, Ik zal die herders! Ik
eis mijn schapen van hen terug, en Ik zal een eind maken aan dat schapenweiden van hen. De
herders zullen niet langer zichzelf weiden, Ik zal mijn schapen uit hun mond redden, zodat
die hun niet meer tot voedsel dienen. 11 Want
zo zegt de Here Here: Zie, Ik zal zelf naar mijn schapen vragen en naar hen omzien; 12 zoals een herder naar zijn kudde omziet, wanneer
hij te midden van zijn verspreide schapen is, zo zal Ik naar mijn schapen omzien en ze
redden uit alle plaatsen waar zij verstrooid zijn geraakt op de dag van wolken en
duisternis.
Jeremia eveneens.
Jeremia 23:1 Wee de herders, die de
schapen welke Ik weid, verderven en verstrooien, luidt het woord des Heren. 2 Daarom, zo zegt de Here, de God van Israël, tot
de herders die mijn volk weiden: Gij verstrooit en verstoot mijn schapen, en zoekt ze niet
op; zie, Ik bezoek aan u de boosheid uwer handelingen, luidt het woord des Heren.
Jezus voorspelde het.
Mattheüs 26:31 Toen zeide Jezus tot hen:
Gij zult allen aan Mij aanstoot nemen in deze nacht. Want er staat geschreven: Ik zal de
herder slaan en de schapen der kudde zullen verstrooid worden.
De Gemeente met haar apostelen werd al spoedig door vervolging verstrooid.
Handelingen 8:1 En Saulus stemde in met
zijn terechtstelling. En er ontstond te dien dage een zware vervolging tegen de gemeente
te Jeruzalem; en allen werden verstrooid over de streken van Judea en Samaria, met
uitzondering van de apostelen.
Onbekend in de
geschiedenis
In de seculiere geschiedschrijving
van deze wereld zult u niet veel over dit ware Lichaam van Christus
aantreffen! De wereld slaat weinig acht op en herinnert zich niet lang, de activiteiten
van deze 'kleine kudde', die door de wereld wordt gehaat en geminacht, die door vervolging
de wildernis is ingedreven, die altijd met tegenstand heeft te kampen en meestal is
verstrooid! Maar er zijn in authentieke geschiedenissen genoeg verwijzingen naar haar die
aantonen dat zij door alle eeuwen heen tot op vandaag is blijven voortbestaan!
De profetieën geven van deze Gemeente een scherp beeld in het 12e hoofdstuk van
Openbaring. Daar wordt zij getoond in haar geestelijke toestand, in de glorie en pracht
van de Geest van God, maar in de wereld zichtbaar als een vervolgde Gemeente, die de
Geboden houdt en die gedurende 1260 jaar, de hele Middeleeuwen, naar de wildernis was
verdreven!
Reeds in Paulus' tijd begon een groot aantal van degenen die te Antiochië, te Jeruzalem,
te Efeze, te Corinthe en op andere plaatsen de samenkomsten bezochten, afvallig te worden
en zich van de waarheid af te wenden. Er ontstond verdeeldheid. Degenen die niet bekeerd
waren, of zich van Gods waarheid en levenswijze hadden afgekeerd, maakten geen deel uit
van Gods ware Gemeente, ook al kwamen zij fysiek bijeen met hen die dat wel waren. Binnen
deze zichtbare gemeenten was "het geheimenis der wetteloosheid" reeds in
werking. Deze afval werd steeds groter! Rond het jaar 125 n.Chr. zette de meerderheid in
de meeste gemeenten, in het bijzonder in die van heidense afkomst, vele van hun oude
heidense geloofsstellingen en praktijken voort, hoewel zij beleden christelijk te zijn!
Het deel van de zichtbare gemeenten dat werkelijk aan God en zijn waarheid trouw bleef,
werd langzamerhand kleiner. Nadat Constantijn in het begin van de vierde eeuw het beheer
van de zichtbare, officiële kerk in handen had genomen, werd deze zichtbare organisatie
vrijwel totaal heidens en begon allen die zich aan het ware Woord van God hielden te
excommuniceren en te vervolgen! Tenslotte waren de ware christenen, die als enigen, zelfs
als verstrooid volk, de ware christelijke Gemeente vormden, gedwongen het rechtsgebied van
Rome te ontvluchten teneinde God waarlijk te kunnen vereren! Aldus werd de zichtbare,
georganiseerde gemeente, die heidens was geworden en die zeer machtig werd, de valse Kerk,
"de Grote Hoer" van Openbaring 17.
Geïnjecteerd in de
kerk
Niets illustreert dit feit
levendiger dan de daadwerkelijke geschiedenis van het injecteren van Pasen in de Westerse
kerk.
Hier volgt in het kort deze geschiedenis, zoals die wordt weergegeven door de Encyclopaedia
Britannica (11e editie, Vol. VIII, pp. 828-829):
"Er is geen indicatie voor de viering van het Paasfeest in het Nieuwe Testament of in
de geschriften van de Apostolische Vaders
De eerste christenen [de oorspronkelijke
ware Gemeente] bleven de Joodse [dat wil zeggen Gods] feestdagen in acht nemen, ofschoon
in een nieuwe geest, als herdenking van gebeurtenissen waarvan deze feestdagen een
voorafschaduwing waren geweest. Aldus bleef men het Pascha vieren, verrijkt met een nieuw
begrip, dat van Christus als het ware Paschalam en als de eerste vrucht uit de dood.
"Ofschoon de viering van Pasen reeds vroeg in de praktijk van de Christelijke Kerk
werd opgenomen, rees er spoedig aangaande de dag waarop de viering diende plaats te vinden
een ernstig verschil van mening tussen de christenen van Joodse en die van heidense
afkomst, hetgeen tot een lange en bittere controverse heeft geleid. Bij de Joodse
christenen
eindigde de vasten ... op de 14e dag van de maan in de avond ...
ongeacht de dag van de week. De heidense christenen daarentegen [dat wil zeggen het begin
van de kerk van Rome, die heidense in de plaats van ware christelijke doctrines stelde]
koppelden de eerste dag van de week aan de opstanding, en hielden de voorafgaande
vrijdag als de herdenking van de kruisiging, ongeacht de dag van de maand.
"In het algemeen gesproken hielden de Westerse [katholieke] kerken Pasen op de 1e dag
van de week, terwijl de Oosterse kerken [voor een deel bestaande uit hen die deel bleven
uitmaken van de ware christelijke Gemeente] de Joodse regel volgden. [Dat wil zeggen, zij
hielden het Pascha op de 14e dag van de eerste maand van de kalender die God heeft
gegeven, in plaats van het heidense Paasfeest.]
"Polycarpus, de discipel van Johannes de Evangelist en bisschop van Smyrna, bezocht
in 159 Rome om met Anicetus, de bisschop van dat bisdom, over dit onderwerp te spreken, en
drong aan op de traditie die hij van de apostelen had ontvangen om de 14e dag in acht te
nemen. Anicetus wees dit echter af. Ongeveer veertig jaar later (in 197) werd de kwestie
in een heel andere geest besproken tussen Victor, bisschop van Rome, en Polycrates,
aartsbisschop van het proconsulaire Azië [het gebied van de gemeenten te Efeze, Galatië,
Antiochië, Filadelfia, en de andere die in Openbaring 2 en 3 worden genoemd de
gemeenten die door de apostel Paulus waren opgericht]. Deze provincie was het enige gebied
van het christendom waar men nog aan het Joodse gebruik vasthield. Victor eiste dat
iedereen het gebruik dat te Rome in zwang was zou overnemen. Polycrates weigerde
vastberaden hiermee in te stemmen, en droeg vele gewichtige redenen aan voor het
tegendeel, waarop Victor stappen ondernam om Polycrates en de christenen die zich aan het
Oosterse gebruik bleven houden [dat wil zeggen die op Gods weg bleven, zoals Jezus,
Petrus, Paulus en de hele vroege ware Gemeente] te excommuniceren. Van daadwerkelijke
maatregelen om het decreet van excommunicatie op te leggen werd hij echter [door andere
bisschoppen] weerhouden ... en de Aziatische gemeenten handhaafden ongehinderd hun
gebruik. Van tijd tot tijd deed het Joodse gebruik [van het ware christelijke Pascha] zich
nadien opnieuw gelden, maar nooit in zeer grote mate.
"Een definitieve regeling van het dispuut was een der redenen die Constantijn ertoe
bewoog in 325 het Concilie van Nicea bijeen te roepen. Toentertijd waren de Syriërs en de
Antiochiërs nog de enige verdedigers van de viering op de 14e dag. De beslissing van het
concilie was unaniem dat Pasen op zondag gehouden moest worden, en wel in de gehele wereld
op dezelfde zondag, en dat 'niemand voortaan de verblindheid der Joden mocht navolgen'.
[Dat wil in duidelijke taal zeggen, dat de kerk van Rome besliste dat het niemand was
toegestaan de weg van Christus te volgen, de weg van de ware christelijke Gemeente!]
"
De weinigen die zich naderhand afscheidden van de eenheid van
de kerk [van Rome], en zich aan de 14e dag bleven houden, werden 'Quartodecimani' genoemd,
en het geschil zelf staat bekend als de 'Quartodecimaanse' controverse."
Zo ziet u hoe de politiek georganiseerde kerk te Rome tot grote omvang en macht uitgroeide
door het overnemen van populaire heidense praktijken en hoe zij langzamerhand de ware
leer, doctrines en praktijken van Christus en de ware Gemeente, voor wat betreft de
collectieve uitoefening ervan, uitroeide.
De eerste
historische verslagen
De vroege Gemeente van God in
nieuwtestamentische tijden werd geleerd dat Jezus drie dagen en nachten in het graf
doorbracht, dat Hij aan het eind van de derde dag na de kruisiging opstond. De kruisiging
vond plaats op woensdag. Het Pascha werd jaarlijks gevierd, op de avond van Christus'
dood, op 14e van de eerste maand van Gods kalender. Deze nieuwtestamentische praktijk vond
in het Westen algemeen navolging tot kort na de dood van de apostel Johannes. In het
Oostelijke Romeinse Rijk bleef de juiste praktijk veel langer voortbestaan.
Nu volgt wat er in het Oosten gebeurde!
Halverwege de tweede eeuw n.Chr. vond er een kalenderwijziging plaats, waarna allerlei
nieuwe ideeën in de officiële christelijke wereld werden geïntroduceerd. De ware
christenen die Jeruzalem waren ontvlucht "bleven de Joodse cyclus gebruiken [dat wil
zeggen Gods methode om volgens Zijn kalender het Pascha te berekenen), totdat de
bisschoppen van Jeruzalem die uit de besnijdenis waren, werden opgevolgd door andere die
niet uit de besnijdenis waren [onbekeerde heidenen en] ... zij begonnen andere
cyclussen uit te denken" (Bingham, Antiquities of the Christian Church, p.
1152).
Dezelfde schrijver vervolgt: "Wij zien dat in deze tijd [midden tweede eeuw] de
Joodse rekenwijze algemeen werd verworpen door de ... kerk, en toch werd er geen zekere
kalender voor in de plaats gesteld ..."
Op deze wijze werd het Pascha langzaam maar zeker verworpen.
Het Laatste
Avondmaal op zaterdag!
Vergeet niet dat tot op die tijd de
Gemeenten van God algemeen wisten dat Jezus na drie dagen was opgestaan, op zaterdagavond
vlak voor zonsondergang.
Met de afwijzing van Gods kalender begonnen velen in de officiële christelijke wereld te
doen wat hun juist scheen. Niet alleen begonnen zij de jaarlijkse datum van het Pascha
verkeerd te berekenen, maar in het Oosten begonnen zij het Pascha zelfs wekelijks te
houden, op zaterdag, de sabbat! Hier is het bewijs:
Gedurende meer dan 200 jaar was deze gewoonte algemeen gebruikelijk in de Oosterse kerken.
De kerkhistoricus Socrates schreef in zijn Ecclesiastical History, boek V,
hoofdstuk 22: "Terwijl derhalve sommigen in Klein-Azië de bovengenoemde dag hielden
[hij bedoelt dat sommigen het Pascha evenals de apostelen op de 14e van de eerste maand
van Gods kalender bleven vieren], hielden anderen dit feest inderdaad op de sabbat
..." Met "sabbat" bedoelen alle vroege schrijvers de zaterdag!
Deze gewoonte om 'het Laatste Avondmaal' op zaterdag te houden was zo algemeen dat hij
vervolgt: "Want hoewel bijna alle kerken in de gehele wereld de heilige mysteriën op
de sabbat van iedere week vieren, zijn desalniettemin de christenen van Alexandrië en in Rome,
ter wille van een of andere oude traditie, hiermee opgehouden."
Ziet u de werkelijke betekenis van dit citaat?
Het Pascha werd van een jaarlijkse herdenking van de dood van Christus
getransformeerd in een wekelijkse herdenking van Zijn opstanding, die op zaterdag
plaatsvond. Deze wekelijkse 'pascha's' werden "de heilige mysteriën" genoemd.
Een van deze oude mysteriën was Pasen.
Dit Pasen viel niet plotseling uit de lucht. Het sloop langzaam binnen, onder het mom van
een christelijk gebruik.
Velen hielden zich nog altijd trouw aan de praktijk van de oorspronkelijke ware Gemeente.
Anderen begonnen elke zaterdag "de heilige mysteriën" te houden, ter ere van,
zo dachten zij, de opstanding van Jezus Christus. Maar hoe nu zouden de valse
leraars de wetenschap dat Jezus drie dagen en drie nachten in het graf lag veranderen?
De 'Goede
Vrijdag-Paaszondag'-traditie
Laten wij hier goed bij stilstaan!
Door de Syriac Didascalia, samengesteld kort voor de tijd van Constantijn, hebben
wij een verslag van wat er in die vroege dagen plaatsvond. Valse leraars begonnen de drie
dagen en drie nachten op de volgende handige manier te interpreteren:
Zij beweerden dat Jezus, volgens hen op vrijdag, gedurende ongeveer zes uur aan het kruis
heeft geleden. De uren daglicht van negen uur 's morgens tot twaalf uur 's middags telden
zij als één dag. De uren van twaalf tot drie 's middags (toen het land verduisterd was)
rekenden zij als de eerste nacht. Vervolgens werd de tijd van drie uur 's middags tot
zonsondergang gerekend als de tweede dag. De nacht van vrijdag op zaterdag werd de tweede
nacht; zaterdag overdag de derde dag en de nacht van zaterdag op zondag de derde nacht.
Een buitengewoon handige redenering en een zeer groot aantal mensen werd erdoor
misleid! Deze valse leiders verdraaiden de waarheid dat Jezus gedurende de tijd van drie
dagen en drie nachten in het graf was.
Zo werd het idee van een opstanding op zondag voor het eerst in de kerken geïnjecteerd.
Zie nu wat er verder gebeurde.
Paaszondag begint te
Rome eerder
Sprekend over degenen die het
Pascha niet waarnamen in overeenstemming met de praktijk van de apostelen
schreef Irenaeus, die aan het einde van de tweede eeuw leefde, aan bisschop Victor van
Rome: "Wij bedoelen Anicetus, en Pius, en Hyginus, en Telesphorus, en Xystus. Zij
hielden het [het ware Pascha op de 14e van de eerste maand van Gods kalender] niet, en
stonden het degenen na hen ook niet toe" (Nicene and Post-Nicene Fathers, Vol.
1, p. 243).
Wie waren deze mannen? Bisschoppen van de kerk te Rome! Dit is het eerste verslag, door
een katholiek, van het feit dat de Romeinse bisschoppen niet langer het Pascha op de
juiste door God gegeven tijd hielden, maar op zondag!
Het was bisschop Xystus (ook wel gespeld als Sixtus) van wie als eerste wordt getuigd dat
hij de juiste viering van het Pascha verbood en dat hij jaarlijks op zondag de heilige
mysteriën vierde. Irenaeus verklaart voorts over hem dat zijn leer in directe
'tegenstelling' was met de praktijk van de rest van de kerken. Bisschop Sixtus leefde aan
het begin van de tweede eeuw, niet lang na de dood van de apostel Johannes.
De paaszondagtraditie begon niet in de jaren 60 n.Chr. met Petrus of Paulus, maar in de
tweede eeuw met Sixtus!
Dit is de oorsprong van paaszondag in de Westerse kerken. Naast deze praktijk werden
"de heilige mysteriën" eveneens iedere zondag gevierd!
De Romeinen verdeeld
Vanzelfsprekend verdeelde de
invoering van deze gewoonte de christenen te Rome. De katholieke historicus Abbé Duchesne
schreef: "Er waren in Rome destijds vele christenen uit Azië [de Gemeente van God te
Rome was immers gesticht door mensen uit Klein-Azië, waar Paulus predikte] en de eerste
pausen, Xystus en Telesphorus, zagen dat zij ieder jaar hun Pasch [het ware Pascha]
hielden op dezelfde dag als de Joden. Zij hielden in stand wat juist was. Het werd hun
toegestaan ... hoewel de rest van Rome een ander gebruik hield" (The Early History
of the Church, Vol. 1, p. 210).
Dit zijn opzienbarende feiten, maar ze zijn waar! Het is tijd dat wij ervan op de hoogte
zijn!
Irenaeus schreef nog meer inzake de viering van Pasen in Rome en elders: "Maar
Polycarpus was bovendien niet alleen door de apostelen geïnstrueerd, en kende velen die
Christus hadden gezien, maar hij was ook door de apostelen in Azië benoemd tot bisschop
[opziener, oudste] van de Gemeente van Smyrna ... Ook was hij in Rome ten tijde van
Anicetus [bisschop van Rome, 155-166 n.Chr.] en hij zorgde ervoor dat velen zich afwendden
van de ... ketterijen tot de Gemeente van God, door te verkondigen dat hij deze ene en
zuivere waarheid van de apostelen had ontvangen ..." Tijdens zijn verblijf in Rome
besprak Polycarpus met de Romeinse bisschop de zaak omtrent Pasen.
Irenaeus vervolgde: "Want Anicetus kon Polycarpus er niet van overtuigen het [het
Pascha] niet te vieren, omdat deze het altijd had gevierd tezamen met Johannes, de
discipel van onze Heer, en met de rest van de apostelen met wie hij in contact stond; en
evenmin overtuigde Polycarpus Anicetus ervan het wel te vieren, die zei dat hij gebonden
was de gewoonten van de presbyters [voorgangers, oudsten] vóór hem na te volgen"
(Eusebius, Ecclesiastical History, boek V, hoofdstuk 24; in: Nicene and
Post-Nicene Fathers, Vol. 1, p. 244).
Vals visioen
Kort na het vertrek van Polycarpus
verscheen er een verbazingwekkende brief. Volgens vele geleerden een opzettelijke
vervalsing. In deze brief wordt gezegd: "Paus Pius, die rond 147 leefde, maakte een
decreet, dat de jaarlijkse plechtigheid van het Pasch [het Griekse woord voor Pascha]
gehouden moet worden op de dag des Heren [zondag] en als bevestiging hiervan beweerde
hij dat Hermes [Hermas], zijn broer, die destijds een voorname leraar bij hen was, deze
instructie had ontvangen van een engel, die gebood dat alle mensen het Pasch op de
dag des Heren moeten houden" (Joseph Bingham, Antiquities of the Christian Church,
pp. 1148-1149).
Over deze zelfde mystificatie lezen wij in Apostolical Fathers van James Donaldson,
pagina 324: "Een van de brieven, verzonnen namens Pius, waarvan ene Hermas [Hermes]
als auteur wordt genoemd; en er wordt gesteld dat er in zijn boek door middel van een
engel een gebod werd gegeven om het Pascha op zondag te vieren."
Als deze brief een opzettelijke vervalsing was, was hij verzonnen na de tijd van
Polycarpus in een poging gewicht te geven aan de gewoonte van Anicetus, de bisschop van
Rome, die de zondagse viering van de Eucharistie of het Pascha handhaafde. Was het geen
vervalsing, dan was Pius zelf de auteur van deze misleidende brief. (Pius overleed kort
voor het bezoek van Polycarpus aan Rome.)
Constantijn
de man met macht
Vervolgens riep Constantijn het
eerste algemene concilie van de officieel christelijke wereld bijeen. Het Concilie van
Nicea besloot, op zijn gezag, dat Pasen op zondag moet worden gevierd en dat het Pascha
moet worden verboden!
Ongeacht deze beslissingen bleven velen getrouw. Daarom vaardigde Constantijn een edict
uit waarin werd verklaard: "Wij hebben dienovereenkomstig opdracht gegeven dat u alle
gebouwen waarin u uw bijeenkomsten pleegt te houden zullen worden ontnomen ... hetzij
openbare hetzij particuliere" (Life of Constantine, boek III).
Pasen nog steeds op
verschillende zondagen
Ofschoon iedereen nu was gedwongen
Pasen te vieren dan wel de stedelijke gebieden van het Romeinse Rijk te ontvluchten, waren
de kerken nog altijd verdeeld over de precieze zondag voor Pasen. Zie hoe groot de
verwarring werd:
"Maar niettegenstaande alle pogingen die toen of later in het werk werden gesteld,
bleven gedurende vele eeuwen hierover grote verschillen in de kerk bestaan. Want de kerken
in Groot-Brittannië en Ierland stemden niet overeen met de Romeinse kerk wat het vieren
van Pasen op dezelfde zondag betreft, tot ongeveer het jaar 800. Evenmin werd in Frankrijk
de Romeinse wijze volledig geaccepteerd, totdat het daar door het gezag van Karel de Grote
werd geregeld ..." (Bingham, Antiquities of
the Christian Church, p. 1151).
Dit zijn verbazingwekkende feiten maar zij zouden uw ogen voor de waarheid moeten
openen! Het is hoog tijd dat wij precies vernemen wat er de afgelopen 1900 jaar is gebeurd
met het Evangelie van Jezus Christus en met de gebruiken van de nieuwtestamentische
Gemeente van God.
Ware christenen hielden
het Pascha
Het Nieuwe Testament openbaart dat
Jezus, de apostelen en de nieuwtestamentische Gemeente, zowel degenen van Joodse als zij
van heidense geboorte, Gods sabbatten en Gods feestdagen hielden de wekelijkse en
de jaarlijkse! Lees met aandacht Handelingen 2:1; 12:3-4 (denk eraan dat het woord
'paasfeest' hier een onjuiste vertaling is en dat het het oorspronkelijk geïnspireerde
'Pascha' dient te zijn); 20:6, 16; 1 Corinthe 16:8.
Eusebius, historicus van de vroege eeuwen, spreekt over de ware christenen die het Pascha
vierden op de 14e van de eerste maand van Gods kalender. "In die tijd ontstond een
kwestie van niet gering belang. Want de parochies in heel Azië, die van een oudere
traditie zijn, beweerden dat de veertiende dag van de maan, op welke dag de Joden was
geboden het lam te offeren, gehouden moest worden als het feest van het Pascha van de
Verlosser ... de bisschoppen van Azië besloten, onder leiding van Polycrates, zich te
houden aan het oude gebruik dat hun was overgeleverd. Zelf bracht hij, in een brief die
hij aan Victor en de kerk van Rome richtte, de traditie die hem was overgeleverd in de
volgende woorden naar voren:
'Wij houden de juiste dag; wij voegen niets toe, nemen evenmin iets weg. Want ook in Azië
zijn grote lichten ingeslapen die zullen herrijzen op de dag van de komst van de Heer,
wanneer Hij zal komen met de heerlijkheid van de hemel, en alle heiligen zal bijeenzoeken.
Daaronder is Filippus, een der twaalf apostelen ... en, bovendien, Johannes, die zowel
getuige als leraar was, die heeft gerust aan de borst van de Heer ... en Polycarpus in
Smyrna, die bisschop was en martelaar; en Thraseas, bisschop en martelaar uit Eumenia ...
de bisschop en martelaar Sagaris ... de gezegende Papirius, en Melito
zij allen
hielden de veertiende dag van het Pascha in overeenstemming met het Evangelie, in geen
enkel opzicht afwijkend, maar in navolging van de regel van het geloof'" (Ecclesiastical
History, boek V, hoofdstuk XXIII en XXIV).
Naarmate echter de valse, heidense kerk groeide in omvang en politieke macht, werden in de
vierde eeuw decreten uitgevaardigd, waarin de doodstraf werd opgelegd aan christenen van
wie werd ontdekt dat zij Gods sabbat of Gods feestdagen hielden. Tenslotte zijn vele
christenen die de ware Gemeente vormden om de ware weg van God te houden, gevlucht voor
hun leven.
Maar een ander groot deel van de ware Gemeente van God, dat er niet in slaagde te
vluchten, maar toch trouw aan Gods waarheid bleef, betaalde met hun leven in een
marteldood.
Openbaring 2:13 Ik weet, waar gij woont,
daar waar de troon des satans is; en gij houdt vast aan mijn naam en hebt het geloof in
Mij niet verloochend, ook niet in de dagen van Antipas, mijn getuige, mijn getrouwe, die
gedood werd bij u, waar de satan woont.
Openbaring 6:9 En toen Hij het vijfde zegel
opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God
en om het getuigenis, dat zij hadden.
Openbaring 13:15 En hem werd gegeven om aan
het beeld van het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook zou
spreken, en maken dat allen, die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood werden.
Openbaring 17:6 En ik zag de vrouw [de
valse kerk] dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus.
En ik verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing.
Openbaring 18:24 en in haar werd gevonden het
bloed van profeten en heiligen en van allen, die geslacht zijn op de aarde.
Gehoorzaamheid aan God hadden zij meer lief dan hun leven. U ook?
Maar gedurende alle generaties, gedurende iedere eeuw hielden vele ware christenen, al
werden zij vervolgd, verstrooid en niet door de wereld erkend, de ware Gemeente van God in
leven, de Gemeente die is samengesteld uit degenen die de heilige Geest van God bezitten.
En deze Geest zondigt niet tegen Gods instelling van het Pascha.
Wat God heeft
geboden
In het christendom is het Pascha
veranderd in de 'communie' of 'het heilige Avondmaal'.
Aangaande de viering van het Pascha en iedere juiste praktijk, spoort Judas aan "tot
het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is".
Laten wij, nu wij de heidense oorsprong van de paasviering kennen, de wolk
der onwetendheid verdrijven die hangt over de waarheid van het Pascha, de herdenking van
Christus' dood.
Laten wij nauwkeurig bestuderen op welke wijze Jezus deze instelling in acht nam; door
Zijn voorbeeld te volgen kunnen wij ons immers niet vergissen.
Lukas 22:14 En toen het uur aangebroken
was, ging Hij aanliggen en de apostelen met Hem. 15 En
Hij zeide tot hen: Ik heb vurig begeerd dit Pascha met u te eten, eer Ik lijd. 16 Want Ik zeg u, dat Ik het voorzeker niet meer
eten zal, voordat het vervuld is in het Koninkrijk Gods. 17
En Hij nam een beker op, sprak de dankzegging uit en zeide: Neemt deze en
laat hem bij u rondgaan. 18 Want Ik zeg u, Ik
zal van nu aan voorzeker niet van de vrucht van de wijnstok drinken, voordat het
Koninkrijk Gods gekomen is. 19 En Hij nam een
brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het hun, zeggende: Dit is mijn lichaam,
dat voor u gegeven wordt; doet dit tot mijn gedachtenis. 20
Evenzo de beker, na de maaltijd, zeggende: Deze beker is het nieuwe
verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt.
Hij gebood hun het in acht te nemen: "Doet dit"! En waarom? "Tot Mijn
gedachtenis", zei Jezus. Deze nieuwtestamentische wijze om het Pascha te houden
stelde Hij in op die tragische avond, de avond voor Zijn dood.
Jezus wist dat Zijn tijd was gekomen. Hij was ons Pascha, dat voor ons is geslacht.
1 Corinthe 5:7 Doet het oude zuurdeeg
weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam
is geslacht: Christus.
Het Pascha is altijd gehouden op de avond van de 14e van de eerste maand, volgens Gods
kalender. Het was tijdens de avond van de allerlaatste Paschamaaltijd dat Jezus deze
nieuwtestamentische symbolen het ongezuurde brood en de wijn introduceerde
in plaats van het lam dat jaarlijks werd geslacht. Hij zegt dan: "Doet dit
tot Mijn gedachtenis." Niets over paashazen, eieren of kerkdiensten op paaszondag of
andere heidense gebruiken.
Het Pascha moest, samen met de Dagen der Ongezuurde Broden, jaarlijks worden
gevierd. Bovendien was het Pascha "voor altoos" geboden
Exodus 12:43 De Here zeide tot Mozes en
Aäron: Dit is de inzetting van het Pascha:
13:10
Gij zult deze inzetting onderhouden op haar vaste tijd, van jaar tot jaar.
Jezus stelde ons een voorbeeld.
1 Petrus 2:21 Want hiertoe zijt gij
geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat
gij in zijn voetstappen zoudt treden.
Hij hield het Pascha eenmaal per jaar op dezelfde tijd:
Lukas 2:41 En zijn ouders reisden elk jaar
naar Jeruzalem, op het Paasfeest [Grieks: Pascha].
Gesteld dat de Israëlieten in Egypte deze instelling op een andere dan de door God
vastgestelde tijd hadden gehouden. Zij zouden dan niet zijn gered in die nacht dat de
engel des doods door het land trok! God doet de dingen op Zijn tijd.
De instelling van
nederigheid
In hun verslag beschrijven
Mattheüs, Markus en Lukas het nemen van het ongezuurde brood en de wijn. Johannes
vermeldt nog een ander onderdeel van deze instelling.
In het 13e hoofdstuk van Johannes zien wij dat Jezus onder de Paschamaaltijd (vers 2), een
doek nam (vers 4) en de voeten van Zijn discipelen begon te wassen (vers 5).
Johannes 13:12 Toen Hij dan hun voeten
gewassen had en zijn klederen aangedaan en weder plaats genomen had, zeide Hij tot hen:
Begrijpt gij wat Ik u gedaan heb? 13 Gij
noemt Mij Meester en Here, en gij zegt dat terecht, want Ik ben het. 14 Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten
gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen; 15 want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook gij
doet, gelijk Ik u gedaan heb.
Als iemand zich afvraagt of deze instelling een gebod is dat ook voor hem geldt, laat hem
dan Mattheüs 28:19 en 20 opslaan. Hier zegt Jezus tot dezelfde discipelen:
Mattheüs 28:19 Gaat dan henen, maakt al
de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des
Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. 20 En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de
voleinding der wereld.
Zij moesten ons dus alle dingen die Jezus hun had geboden leren onderhouden!
Als iemand zegt een discipel van Christus te zijn, heeft hij dan geleerd het voorgaande te
onderhouden?
Eenmaal per jaar
gehouden
Paulus schrijft aan de
Corinthiërs:
1 Corinthe 5:7
Want ook ons paas[Pascha]lam
is geslacht: Christus. 8 Laten wij
derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg,
maar met het ongezuurde brood van
reinheid en waarheid.
In het 11e hoofdstuk geeft hij aanwijzingen inzake deze instelling.
Sommige mensen begrijpen vers 26 verkeerd:
1 Corinthe 11:26
Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de
dood des Heren, totdat Hij komt.
Zij interpreteren dit alsof er staat: "Eet en drink het zo dikwijls gij maar
wenst." Maar dat staat er niet!
Er staat "zo dikwijls" gij dit onderhoudt, "verkondigt gij de dood des
Heren, totdat Hij komt". Ook Jezus gebood:
"Doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot Mijn gedachtenis" (vers
25). Wij doen dit ter nagedachtenis van de dood van Christus, als herdenking van Zijn
dood. Zoals u weet, worden herdenkingen jaarlijks gevierd, eenmaal per jaar, op de dag
waarop de te herdenken gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Daarom onderhouden wij
jaarlijks de herdenking van Christus' dood. En even dikwijls of telkens als dat in de loop
der jaren plaatsvindt dat is dus ieder jaar moeten wij de dood des Heren
verkondigen, totdat Hij komt, door deze herdenking te houden.
Het Pascha wordt gehouden op de 14e van de eerste maand volgens Gods kalender. Door het
voorbeeld van Jezus te volgen bij het onderhouden van deze heilige instelling continueren
wij de herdenking van Zijn dood, jaarlijks.
Er zijn altijd mensen die vragen stellen over de bedoeling van Paulus in de verzen 27-29
van 1 Corinthe 11. De apostel spreekt niet over het al of niet waardig zijn van een
christen om van het Pascha te nemen. Hij spreekt hier over de manier waarop
dat gebeurt. Wij gebruiken het onwaardig als wij het verkeerd gebruiken, op de verkeerde
manier. Als wij eenmaal de waarheid over de viering ervan hebben vernomen en wij gebruiken
het toch op enige andere tijd dan de door God ingestelde, dan gebruiken wij het onwaardig.
Wij gebruiken het dus onwaardig als wij het lichaam en bloed van Christus niet accepteren.
Laten wij daarom deze zeer heilige instelling niet gebruiken tot onze veroordeling, maar
in plaats daarvan op een waardige manier!
Wat betekent 'brood
breken'?
Laat u niet in verwarring brengen
over de uitdrukking 'brood breken'. meestal betreft het een gewone maaltijd en niet 'het
Avondmaal' (Pascha).
In de volgende schriftgedeelten gaat het over een volkomen normale maaltijd. Handelingen
20:7, 11 (dit was na middernacht tijdens een toespraak die tot de morgenstond duurde),
Handelingen 27:34 Daarom spoor ik u aan voedsel
te nemen,
35 En terwijl hij dit zeide,
nam hij brood, dankte God in aller tegenwoordigheid, brak het en begon te eten.
Handelingen 2:46
zij
braken
het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des
harten.
Dit kan onmogelijk 'het Avondmaal', of, juister, het Pascha zijn geweest, want Paulus zegt
dat als wij dat nemen om onze honger te stillen, wij het nemen tot onze veroordeling (1
Corinthe 11:34). In die tijd 'brak' iedereen brood op gewone maaltijden, omdat zij niet
het soort brood hadden dat wij snijden. Jezus brak brood omdat het tijdens het Paschamaal
was.
Wij dienen terug te keren tot het geloof dat eenmaal is overgeleverd. Laten wij nederig en
gehoorzaam deze heilige instelling onderhouden zoals ons is geboden, op de bijbelse tijd,
op de 14e van de eerste maand volgens Gods kalender.
Behalve deze publicatie, kan elke
encyclopedie u de heidense achtergrond van Pasen aantonen. Maar, wat belangrijker is, Gods
Woord waarschuwt nadrukkelijk!
Deuteronomium 12:30 neem u er dan voor in
acht, dat gij u niet laat verleiden
hun [heidenen]
voorbeeld te volgen, en dat gij hun goden niet zoekt, zeggende: hoe dienden deze volken
hun goden? zo wil ik het ook doen. 31 Niet
alzo zult gij de Here, uw God, dienen; want al wat de Here een gruwel is, wat Hij
haat, doen zij voor hun goden; zelfs hun zonen en hun dochters verbranden zij voor hun
goden met vuur. 32 Al wat ik u gebied, zult
gij naarstig onderhouden; gij zult daaraan niet toedoen, noch daarvan afdoen.
De Bijbel verbiedt het 'christelijk' Pasen!
Iedere religieuze organisatie die
Gods heilige feesten niet kent kan nooit Gods plan en doel voor de gehele mensheid
ontdekken.
<><><> |
|