Voor literatuurlijst klik hier.
De Waarheid over
Polygamie Het zal u misschien verbazen te horen dat Abraham niet polygaam was en dat David zich daarvan volledig bekeerde en dat Gods wet polygamie ook verbood in het oude Israël.
God stond
polygamie in de tijd van het Oude Testament niet toe. In tegenstelling tot wat velen
veronderstellen. God verbood het en strafte de overtreders.
Abraham was niet gehuwd met meer dan
één vrouw Veel mensen
kunnen in het Oude Testament een aantal gevallen van veelwijverij zoals we dat in
het Nederlands zeggen noemen en veronderstellen dat God polygamie sanctioneerde.
Die veronderstelling is absoluut fout! God heeft het hebben van meer dan één in leven
zijnde vrouw voor een man nóóit goedgekeurd noch wettig gemaakt. Juist het tegendeel is
waar. Hij verbood het! Ook de koningen van Israël en wel door een geschreven wet! Abraham was niet gehuwd met verscheidene vrouwen. Gedurende het leven van Sara,
zijn vrouw, is hij nooit getrouwd geweest met nog een andere vrouw. Abraham kreeg een onwettige zoon bij Hagar. Maar dat was een overspelige zonde.
Ook al zou men begrip willen opbrengen, gezien de omstandigheden, het wás een zonde. Sara was onvruchtbaar en bovendien al op een leeftijd dat vrouwen geen kinderen
meer baren. In die tijd genoot een vrouw weinig achting als zij kinderloos bleef. En had
God zelf aan haar en Abraham geen ontelbare nakomelingen beloofd en niet gezegd dat Sara
een zoon zou krijgen? Omdat zij geen kinderen kon krijgen meende zij dat haar dienstmeid
Hagar voor haar in de plaats kon treden. Daarom stelde zij Abraham voor om bij Hagar een
kind te verwekken dat na de geboorte aan Abraham en Sara zou toebehoren. In een moment van
zwakte heeft Abraham hieraan toegegeven. God had hem immers een nageslacht beloofd zo
talrijk als de sterren aan de hemel en het stof der aarde? Maar God had ook gezegd
En Ik zal haar [Sara] zegenen, en ook zal
Ik u uit haar een zoon schenken, ja, Ik zal haar zegenen, zodat zij tot volken worden zal;
koningen van volken zullen uit haar
voortkomen (Gen. 17:16). Inderdaad, de gelovige Abraham bleek hier zwak. Alle mensen hebben gezondigd
Abraham was een mens. Abraham loog tweemaal toen hij beweerde dat Sara zijn zuster
was omdat hij in een situatie was geraakt waarin hij voor zijn leven vreesde. Ook Abraham was niet zonder zonde. Maar noch de overspelige daad met Hagar, noch
de twee leugens waren zonden van een natuur die voortkomt uit een verkeerde houding of een
verkeerd hart. Abraham was in zijn hart en daden altijd gehoorzaam geweest aan God. Er was
geen geest van vijandigheid of weerspannigheid. Het waren zonden van het vlees, die
plaatsvonden onder verleiding en angst geen boosaardige of rebelse zonden van het
hart. Maar het wáren zonden! God vergaf Abrahams zonden van zwakte. Niettemin moeten we allen oogsten wat we zaaien ook als God onze zonden
vergeeft na berouw. God accepteerde de overspelige daad van Abraham niet. Hij weigerde
Ismaël, de onwettige zoon die Hagar gebaard had, het eerstgeboorterecht. Deze overtreding
bracht jaloezie voort tussen de vrouwen. Er kwamen problemen, vernedering, haat en veel
leed. Hoeveel mensen realiseren zich vandaag dat zelfs het Arabisch-Joods conflict over
Palestina het gevolg is van deze driehoeksverhouding
en de daaruit voortkomende afgunst van de twee vrouwen, Sara en Hagar, over die ene man
Abraham? De Joden zijn de kinderen van Sara door Isaäk, die later door een wonder
werd geboren. De Arabieren zijn de kinderen van Ismaël. In Genesis 21:8-21 kunnen we lezen dat Hagar en haar zoon van Sara en Abraham
weggingen. God zei Abraham de concubine Hagar en haar zoon weg te sturen. Dit maakt
Abraham verdrietig, maar hij gehoorzaamde. Dit
was rond de tijd dat Isaäk werd gespeend (de borstvoeding van zijn moeder niet meer nodig
had). Sindsdien had Abraham geen relatie meer met Hagar, Na Sara's overlijden (Gen. 23:1-2) kreeg Abraham nog meer zonen uit een huwelijk
met Ketura (Gen. 25:1). Dit was een legaal huwelijk. Er was geen sprake van polygamie of
scheiding. Abraham heeft al zijn zonen weggezonden van Isaäk. In Genesis 25:6 staat dat
Abraham de zonen van zijn bijvrouwen, onder wie mogelijk ook Susanne, die genoemd wordt in
de oude Oostenrijkse Kroniek, heeft weggezonden. Deze kroniek vermeldt dat Susanne met
haar zoon is meegegaan. Abraham, Isaäk en Jakob worden in zowel het Oude als het Nieuwe Testament
de vaderen genoemd. Jezus Christus kwam om de beloften die gedaan zijn aan
de Vaderen, te bevestigen, te vervullen. De onvoorwaardelijke beloften die God
deed aan Abraham werden herhaald zowel aan Isaäk als aan Jakob.
Isaäk had maar één vrouw Isaäk had
geen verschillende vrouwen. Er is geen sprake van enige andere vrouw dan Rebekka. Er is geen sprake van een
bijvrouw, of enige daad van overspel. Van de oudtestamentische types is Abraham het menselijk type van God de Vader.
Hij wordt, in de menselijke zin, de vader van de gelovigen genoemd. Hij zou de vader
worden van een menigte van volken, door zijn zoon Isaäk. Maar Isaäk moest hij offeren.
Door het geloof heeft Abraham, toen hij verzocht werd, Isaäk ten offer gebracht, en
hij, die de beloften aanvaard had, wilde zijn enige zoon offeren, hij, tot wie gezegd was:
Door Isaäk zal men van nageslacht van u spreken. Hij heeft overwogen, dat God bij machte
was hem zelfs uit de doden op te wekken, en daaruit heeft hij hem ook bij wijze van
spreken teruggekregen” (Heb. 11:17-18). In het Plan van God de Vader zal Hij Vader worden
van een familie bestaande uit (voor ons) ontelbare nakomelingen, door zijn zoon Jezus
Christus. Die zoon werd geofferd, maar God was bij machte Hem uit de doden op te wekken.
In hetzelfde systeem van types is Isaäk het type van Christus, de Zoon van God. En de
vrouw van Isaäk, Rebekka, is het type van de Gemeente, die Christus zal huwen. Hebt u
ooit bij deze type-gelijkenis stilgestaan? Zoals Rebekka de bruid van Isaäk zou worden,
en in zekere zin hem moest gaan liefhebben voordat ze hem ooit gezien had terwijl
hij nog ver weg was in een ander land, zo moeten wij in Gods ware Gemeente Christus gaan
liefhebben, die in een ver land is de hemel zonder Hem ooit gezien te
hebben! Christus zal geen enkele andere vrouw nemen dan die ene Vrouw. En Isaäk, als
type van Christus, had maar één vrouw. Klaarblijkelijk was Isaäk smetteloos wat betreft
onzindelijke begeerte of seks. Isaäks vrouw Rebekka was onvruchtbaar, evenals haar schoonmoeder Sara, maar
Isaäk ging niet zijn eigen weg om kinderen te verwekken bij haar dienstmeiden of door
bijvrouwen te nemen. Ook handelde Rebekka niet zoals Sara had gedaan door Isaäk een
volmacht te geven om een kind te verwekken bij een dienstmeisje. In plaats van
deze menselijke redeneringen vertrouwde Isaäk op God. Daarbij moet wel vermeld worden dat
Isaäk zeer goed op de hoogte was van de onwettige manier waarop Ismaël werd verwekt en
de gevolgen, en ook dat hij zelf door Gods ingrijpen geboren kon worden. Genesis 25:21 Nu bad Isaäk de HERE
voor zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar; en de HERE liet Zich door hem verbidden, en
zijn vrouw Rebekka werd zwanger. Konden wij maar leren om op God te vertrouwen om onze problemen op te lossen! Jakob: één vrouw na bekering De geboorte
van de twee zonen van Isaäk bracht al iets merkwaardigs aan het licht. Genesis 25:24 Toen nu haar [Rebekka]
dagen vervuld waren, dat zij baren zou, waren er
dan ook tweelingen in haar schoot. 25 En
de eerste kwam te voorschijn, rossig, geheel als een haren mantel; en men gaf hem de naam
Esau. 26 En daarna kwam zijn broeder te voorschijn, wiens hand Esaus hiel vasthield;
en hem noemde men Jakob. En Isaäk was zestig jaar oud bij hun geboorte. Jakob hield Esaus hiel vast, als wilde hij zijn broer tegenhouden en zelf de
eerstgeborene worden; daarom kreeg hij de naam Jakob: verdringer of bedrieger. Hosea 12:4 In de moederschoot bedroog
hij zijn broeder, en in zijn mannelijke kracht streed hij met God. Het was de wil van God dat Jakob het eerstgeboorterecht zou ontvangen in plaats
van zijn oudere broer Esau. Maar in de eerste periode van zijn leven verlaatte Jakob zich
niet op God. Hij nam de zaken in eigen hand, bijgestaan en soms zelfs gedirigeerd door
zijn moeder. Zoals hij met leugen en bedrog het eerstgeboorterecht van Esau stal en de
zegeningen ontving op slinkse wijze, zo werd hij ook door zijn schoonvader bedrogen. Laban
verdrong of verving zijn dochter Rachel die Jakob als zijn vrouw beloofd was
en van wie Jakob hield voor zijn oudere dochter Lea. Lea werd aan Jakob opgedrongen met
bedrog. Jakob had haar volgens Gods huwelijkswetten moeten weigeren haar wegsturen
zodra hij de misleiding bemerkte. In dat geval zou hij nooit werkelijk met Lea getrouwd
geweest zijn God had hen dan niet verbonden tot één vlees. Maar toen
Jakob haar aannam als zijn vrouw, werd zij de enige
wettige echtgenote in de ogen van God zolang ze beiden leefden. Maar Jakob was nog niet bekeerd. Hij vertrouwde op zijn eigen inzicht. Hij zocht
niet de wijsheid van God en deed geen moeite God te gehoorzamen.
Hij deed wat hem zelf goeddunkte volgens zijn zelfgerichte interesse. Het gevolg was dat
Jakob polygaam met twee vrouwen leefde en bovendien nog kinderen bij hun twee dienstmeiden
kreeg. Maar nu lezen we het verslag van zijn bekering. Genesis 32:24 Zo bleef Jakob alleen
achter. En een man worstelde met hem, totdat de dag aanbrak. 25 Toen deze zag, dat hij hem niet overmocht,
sloeg hij hem op zijn heupgewricht, zodat Jakobs heupgewricht ontwricht werd, terwijl hij
met hem worstelde. 26 Toen zeide hij: Laat mij gaan, want de dageraad is gekomen.
Maar hij zeide: Ik laat u niet gaan, tenzij gij mij zegent. 27 Daarop zeide hij tot
hem: Hoe is uw naam? En hij zeide: Jakob. 28 Toen zeide hij: Uw naam zal niet meer
Jakob luiden, maar Israël, want gij hebt gestreden met God en mensen, en gij hebt
overmocht. 29 Daarop vroeg Jakob: Zeg mij toch uw naam. Maar hij antwoordde: Waarom
vraagt gij toch naar mijn naam? En hij zegende hem daar. 30 En Jakob noemde de
plaats Pniël, want zeide hij ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en mijn
leven is behouden gebleven. Een man, de Heer, die hij eerder aangeroepen had, kwam Jakob in de gedaante van
een mens tegemoet en greep hem vast waarna een worsteling ontstond. Dit is ook Israël, het volk dat uit Jakob is voortgekomen, overkomen.
Voortdurend heeft dit volk met God en mensen geworsteld, of beter gezegd, tegen God gestreden. Jakob kwam mank uit de strijd
tevoorschijn omdat God op zijn heupgewricht had geslagen. Zo gaat ook het volk Israël
mank door het leven totdat de dageraad komt, het licht doorbreekt bij de komst van
Christus. In principe is dit van toepassing op elk volk. Maar ook op hen die in de
nieuwtestamentische Gemeente worden geroepen. Ze verzetten zich tegen God en zijn geboden,
gaan als het ware ook mank door het leven, maar wanneer de nacht voorbij is en Christus
terugkomt, zijn ze overwinnaar of heerser met God. Dat is de betekenis van de naam
Israël. Het bekeringsproces was voor Jakob begonnen. Hij ruimde de afgoderij in zijn
gezin en onder allen die bij hem waren op. Genesis 35:2 Toen zeide Jakob tot
zijn huis en tot allen die bij hem waren: Doet weg de vreemde goden die in uw midden zijn,
reinigt u en verwisselt uw klederen. 3 Laten wij ons dan gereed maken en naar Betel
trekken, en ik zal daar een altaar oprichten voor die God, die mij geantwoord heeft ten
dage mijner benauwdheid, en die met mij geweest is op de weg die ik gegaan ben. 4
Toen gaven zij Jakob al de vreemde goden die in hun bezit waren, en de ringen die in hun
oren waren, en Jakob begroef ze onder de terebint die bij Sichem is. De beeldjes en voorwerpen die deel uitmaakten van de afgodencultus (hun oorringen
waren ook tekens van heidense praktijken) werden begraven. Zo begraaft ook een ware
volgeling van Christus zijn afgoderij en daarmee al zijn zonden met de doop door volledige
onderdompeling. Tot die afgoderij horen ook de hedendaagse attributen zoals de kerstboom
en het visje op auto's of aan een kettinkje die rechtstreeks uit de Babylonische
mysteriereligie komen. Jakob begroef alle vreemde goden en God had zijn naam veranderd in Israël
(overwinnaar met God) en God bevestigde de beloften.
Daarna nam God Rachel weg, Jakobs tweede vrouw. Genesis 35:16 Daarna braken zij op
uit Betel. Toen zij nog maar een eindweegs van Efrat verwijderd waren, baarde Rachel, en
zij had een moeilijke bevalling. 17 En
terwijl zij die moeilijke bevalling had, zeide de vroedvrouw tot haar: Vrees niet, ook
ditmaal hebt gij een zoon. 18 En toen haar het leven ontvlood, want zij stierf,
noemde zij hem Ben-oni, maar zijn vader noemde hem Benjamin. 19 Zo stierf Rachel en
werd begraven aan de weg naar Efrat, dat is Betlehem. En zo had Jakob na zijn bekering alleen nog zijn eerste, ware en wettige vrouw
Lea. Jakob had zich bekeerd. Na zijn bekering kwam polygamie niet meer voor in zijn leven. Een gewoonte in de oude wereld Het is
natuurlijk waar dat in de tijd van de patriarchen en de dagen van het koninkrijk Israël
het voor koningen en rijke mensen een wereldse gewoonte was meer dan één vrouw te nemen.
Een harem was één van de symbolen van de koninklijke stand. Maar God verbood polygamie voor de
koningen van Israël. Dit zegt de wet van God over polygamie met betrekking tot de
koningen. Deuteronomium 17:14 Wanneer gij
gekomen zijt in het land dat de HERE, uw God, u geven zal, dit in bezit genomen hebt en
daarin woont, en gij dan zoudt zeggen: Ik wil een koning over mij aanstellen, zoals alle
volken rondom mij hebben
[dan volgen enkele instructies voor een koning van
Israël] Vers 17 Ook zal hij zich niet vele
vrouwen nemen, opdat zijn hart niet afwijke; ook zal hij zich niet te veel zilver en goud
vergaren. 18 Wanneer hij nu op de koninklijke troon gezeten is, dan zal hij voor
zich een afschrift laten maken van deze wet, welke bij de levitische priesters berust. 19
Dat zal hij bij zich hebben en daarin zal hij lezen gedurende heel zijn leven om te
leren de HERE, zijn God, te vrezen door al de woorden van deze wet en al deze inzettingen
naarstig te onderhouden. Deze wet staat in vers 18 en 19. Het gaat dus om een wet van God. Israëls eerste koning, Saul, had meer dan één vrouw (2 Sam. 3:7; 21:8). Maar
daarmee was hij ongehoorzaam aan God en volgde de gewoonte van de koningen van de heidense
naties rondom Israël. Het was zonde. Het werd
door God niet goedgekeurd.
David bekeerde zich van polygamie Omdat bij de
luister van een oosters hof ook een uitgebreide harem behoorde, trouwde hij vele vrouwen.
Maar na zijn vreselijke zonde die hij beging met Batseba en er voor zorgde dat haar man in
een veldslag sneuvelde, had David diep berouw en hij bekeerde zich. En deze zonde heeft
hij nooit herhaald. Weinigen schijnen werkelijk begrepen te hebben wat er werkelijk
gebeurd is. 2 Samuël 12:9 Waarom hebt gij het
woord des HEREN veracht, en gedaan wat kwaad is in zijn ogen? De Hethiet Uria hebt gij
door het zwaard verslagen; zijn vrouw hebt gij u tot vrouw genomen, hemzelf hebt gij door
het zwaard der Ammonieten gedood. 10 Nu dan, het zwaard zal van uw huis nimmermeer
wijken, omdat gij Mij hebt veracht, en de vrouw van de Hethiet Uria genomen hebt, opdat
zij u tot vrouw zou zijn. Omdat gij Mij hebt veracht, en de vrouw van de Hethiet Uria genomen hebt,
opdat zij u tot vrouw zou zijn (vers 10). Zie wat er staat: David verachtte God
niet alleen vanwege het gebod van God (vers 9) maar ook God persoonlijk! En dat deed hij door deze vrouw als zijn vrouw te
nemen! Daarom zal het zwaard van zijn huis
nimmermeer wijken. Het huis van David bestond op dat
moment uit vele vrouwen en zijn kinderen. David had een enorm grote zonde begaan en God
zou dit zwaar straffen. Zie vers 11. Vers 11 Zo zegt de HERE: Zie, Ik zal
over u een kwaad doen komen, uit uw eigen huis
Zijn eigen huis betekent: zijn vrouwen en kinderen. Wat voor kwaad zou er komen?
God had net gezegd dat het zwaard over zijn huis, zijn familie, zou komen. Dan vervolgt
God.
Ik zal uw vrouwen voor uw ogen
weghalen en aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen op klaarlichte dag. 12
Want gij hebt het wel in het verborgen gedaan, maar Ik zal dit doen in
tegenwoordigheid van geheel Israël en in het volle licht. De naaste die op klaarlichte dag voor de ogen van Israël gemeenschap
zal hebben met Davids vrouwen is volgens de grondtekst niet zomaar iemand, maar een goede
relatie, zoals een buurman, een vriend of familielid. Vers 11 heeft het nog duidelijker
gezegd: het zal iemand zijn uit Davids eigen huis! Zijn eigen zoon Absalom pleegde deze gruwelijke daad. Absalom was de derde zoon
van David. Hij had een samenzwering opgezet tot een staatsgreep. Om openlijk zijn macht te
tonen aan het volk vergreep hij zich in zijn ijdelheid aan de bijvrouwen van zijn vader
(de harem) zonder enig schaamtegevoel. 2 Samuël 16:22 Men spande dan voor
Absalom een tent op het dak [van het paleis], en
Absalom ging tot de bijvrouwen van zijn vader ten aanschouwen van geheel Israël. God liet dit gebeuren zoals Hij gezegd had. 2 Samuël 12:13 Toen sprak David tot
Natan [de profeet die door God was gestuurd om David te confronteren met zijn zonde]: Ik heb tegen de HERE gezondigd. En Natan zeide tot
David: De HERE heeft uw zonde vergeven: gij zult niet sterven, 14 ofschoon gij door
deze daad de vijanden des HEREN zeer hebt doen lasteren, de zoon [het kind dat hij bij
Batseba tijdens het overspel verwekt had] echter,
die u geboren is, zal sterven. David hoefde niet te sterven vanwege zijn zonde, omdat hij oprecht berouw toonde.
Maar de straffen die volgden waren zeer zwaar, kennelijk in overeenstemming met de aard
van de zonde. Lees in Psalmen 51 zijn zeer persoonlijk gebed van bekering tot God
het gebed van een diep gebroken man met een berouwvol hart. Het was oprechte bekering. David keerde zich af van
polygamie.
David ontdeed zich ook van zijn
bijvrouwen Ziet u wat
God deed? Hij strafte David hard en David bekeerde zich, hetgeen betekent dat hij zich
afkeerde van zijn zonde van polygamie en met de dood van Mikal (2 Samuël 6:23), zijn
eerste en enig wettige echtgenote, was de weg vrij gekomen voor Batseba om zijn wettige
vrouw te worden. Daardoor was Salomo de zoon van de wettige vrouw van David. God heeft de
onvoorwaardelijke belofte aan David dat aan zijn dynastie nooit een einde zou komen, door
Salomo bevestigd. David is een voorvader van Jezus Christus, de profeet door wie onze
Bijbel tot stand is gekomen, en die bij zijn terugkomst naar de aarde, plaats zal nemen op
diezelfde troon van David en Salomo. Toen Absalom een greep naar de macht deed, was David gevlucht. Tien
bijvrouwen liet de koning achter om toezicht te houden op het paleis (2 Sam. 16:16).
Bij zijn terugkeer nam David drastische maatregelen ten aanzien van de bijvrouwen en zijn
leven. Hij wist dat God de schandelijke zonde in het openbaar van Absalom met Davids
bijvrouwen had toegelaten. 2 Samuël 20:3 Toen David in zijn
paleis te Jeruzalem was gekomen, nam de koning de tien vrouwen, de bijvrouwen die hij
achtergelaten had om toezicht te houden op het paleis, en stelde ze onder bewaking. Hij
voorzag in haar onderhoud, maar kwam niet tot haar. Zij bleven als in weduwschap
afgezonderd tot de dag van haar dood toe. Zoals David zijn bijvrouwen afzonderde in weduwschap hij had
geen relatie meer met hen zo had hij ongetwijfeld na zijn bekering ook zijn vrouwen
(2 Sam. 19:5) afgezonderd. David had zich oprecht bekeerd van polygamie. Toen hij oud was geworden volgde
hij God volkomen. 1 Koningen 11:6 en Salomo deed wat
kwaad is in de ogen des HEREN [hij had vele vrouwen], en hij volgde de HERE niet ten volle, zoals zijn
vader David. Hij was een man naar Gods hart, omdat hij oprecht was. Hij had zich bekeerd door
tegen zijn zonden te strijden. In zijn jonge leven liep hij vele vrouwen achterna,
waardoor hij zijn eigen problemen zaaide. Maar hij bekeerde zich! Hij keerde zich tot God.
Zijn levensrace eindigde in een overwinning door Gods geboden ook ten aanzien van
het huwelijk in acht te nemen en God met zijn hele hart te volgen. 1 Koningen 9:4 Wat u aangaat, indien
gij voor mijn aangezicht wandelt zoals uw vader David in volkomenheid van hart en in
oprechtheid gewandeld heeft
1 Koningen 14:8 en het koningschap
van het huis van David heb afgescheurd en aan u [Jerobeam] gegeven, maar gij niet geweest zijt als mijn knecht
David, die mijn geboden in acht genomen heeft, en die Mij gevolgd is met zijn gehele hart
door alleen te doen wat recht is in mijn ogen. Zo was Davids leven toen hij oud geworden was. Zijn zoon Salomo daarentegen dwaalde steeds verder weg van God en heeft de
wijsheid die God hem gegeven heeft, niet gebruikt om buiten de afgoderij te blijven. Hij
was aanvankelijk oprecht, onzelfzuchtig en vertrouwde op God. Maar helaas, hij begon,
zoals de heidense koningen, vrouwen te nemen met als gevolg dat zijn leven volkomen uit de
hand liep. 1 Koningen 11:1 Koning Salomo nu had
behalve de dochter van Farao vele vreemde vrouwen lief: Moabitische, Ammonitische,
Edomitische, Sidonische en Hethitische, 2 behorende tot die volken, van wie de HERE
tot de Israëlieten had gezegd: Gij zult u met hen niet inlaten, en zij zullen zich met u
niet inlaten, voorwaar, zij zouden uw hart meevoeren achter hun goden; haar hing Salomo
met liefde aan. 3 En hij heeft als vrouwen gehad zevenhonderd vorstinnen en
driehonderd bijvrouwen; en zijn vrouwen verleidden zijn hart. 4 Het geschiedde
namelijk, toen Salomo oud geworden was, dat zijn vrouwen zijn hart meevoerden achter
andere goden, zodat zijn hart de HERE, zijn God niet volkomen was toegewijd gelijk dat van
zijn vader David. 5 Zo liep Salomo Astarte, de godin der Sidoniërs, achterna, en
Milkom, de gruwel der Ammonieten, 6 en Salomo deed wat kwaad is in de ogen des
HEREN, en hij volgde de HERE niet ten volle, zoals zijn vader David. De vele vrouwen hadden hem geheel in de wereld van de afgoderij gebracht. Vers 7 Toentertijd bouwde Salomo een
hoogte voor Kemos, de gruwel van Moab, op de berg ten oosten van Jeruzalem, en voor
Moloch, de gruwel der Ammonieten. 8 Hetzelfde deed hij voor al zijn vreemde vrouwen,
die reukoffers en slachtoffers aan haar goden brachten. 9 Derhalve werd de HERE
vertoornd op Salomo, omdat zijn hart zich afgewend had van de HERE, de God van Israël,
die hem tweemaal verschenen was, 10 en die hem te dezer zake geboden had geen andere
goden na te lopen; maar hij had niet in acht genomen wat de HERE geboden had. 11
Toen zeide de HERE tot Salomo: Omdat het zo met u gesteld is, dat gij mijn verbond en mijn
inzettingen, die Ik u geboden had, niet in acht genomen hebt, zal Ik voorzeker het
koninkrijk van u afscheuren en het uw knecht geven. 12 Maar bij uw leven zal Ik dat
niet doen, ter wille van uw vader David; uit de hand van uw zoon zal Ik het afscheuren. Ja, er was polygamie in Israël. Maar het was zonde! God veroordeelde het. Ze oogsten wat ze
zaaiden. Wat bindt God samen in een huwelijk? In het kader
van het huwelijk is er nog meer te melden wat de Israëlieten deden, maar wat God had
verboden: echtscheiding en hertrouwen. Hiervan zei Jezus het volgende. Mattheüs 19:8 Hij zeide tot hen:
Mozes [niet God!] heeft u met het oog op de
hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo
niet geweest. 9 Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan
hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk. God heeft scheiden en hertrouwen nooit
wettig gemaakt. Het is ook vandaag niet toegestaan. De vrome Farizeeën, die in de traditie van lusten en dwaasheden leefden en
hadden gehoord dat Jezus deze vrijheid wilde beperken, stelden Hem de vraag of het
geoorloofd was je vrouw weg te zenden om allerlei redenen. Mattheüs 19:4 Hij antwoordde en
zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft
gemaakt? Ziet u? Jezus zei dat het zo was sinds het begin.
Deze God die het in het begin zo gemaakt heeft ís Jezus Christus. En Hij is
onveranderlijk. Hebreeën 13:8 Jezus Christus is
gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. Mattheüs 19:5 En Hij zeide: Daarom
zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot
één vlees zijn. Lees nog eens wat er staat. Een man zal zijn vader en moeder verlaten en zijn
vrouw niet vrouwen aanhangen en
die twee (niet hij en verschillende vrouwen)
zullen tot één vlees zijn. Vers 6 Zo zijn zij niet meer twee,
maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. Begrijp goed dat God man en vrouw samenvoegt. Dat is de definitie van huwelijk. God voegt niet een man samen met meer
vrouwen! Elke vrouw die een man tot zijn vrouw neemt, trouwt of mee gaat
samenwonen naar de gewoonte of wetten van mensen, terwijl de vrouw met wie God hem heeft
verbonden, nog leeft, is niet zijn vrouw. Elke
vrouw méér dan zijn wettige vrouw, of het nu gaat om polygamie of echtscheiding en
hertrouwen, is overspel! God voegt nooit de tweede samen, maar sluit meer
vrouwen uit. Ze zijn niet de
werkelijke echtgenotes ze zijn overspelige vrouwen, en de man wordt een overspelige
man. Dit is een overtreding van Gods wet en dat is
zonde! Jezus wijst ons heel duidelijk op uitsluitend het monogame huwelijk. God maakte één vrouw voor Adam
geen harem! Hij begon met de menselijke familie zoals Hij dat bestemd had
een gezin met één man en één vrouw! En zoals we in Deuteronomium al hebben gezien, was God zeer duidelijk geweest
aangaande toekomstige koningen van Israël door ze te zeggen dat ze niet moesten
doen zoals de heidense naties rondom hen, wier koningen hun harems hadden: Ook zal
hij zich niet vele vrouwen nemen (Deut. 17:17). Saul, de eerste koning van Israël,
negeerde dit bevel. Hij gaf zijn leven zelfs in handen van demonen. God liet hem vervangen door David. Ook David begon met polygamie, maar God
strafte hem. Hij bekeerde zich grondig en hij
eindigde zijn regering met één vrouw, zijn wettige echtgenote. Salomo eindigde zijn
leven in polygamie en afgodendienst en God scheurde voor straf het koninkrijk af van zijn zoon Rechabeam. God keurde polygamie niet goed! Hij strafte hen die het praktiseerden! Het was altijd zonde! En ook vandaag is het zonde! Hosea en andere profeten maakten vaak bespiegelingen over de monogame
huwelijkstrouw als symbool van de verbintenis van God met zijn volk, en hekelde afgoderij
als trouweloos aan deze geestelijke huwelijksband. Nog een Schriftgedeelte. Maleachi 2:14 En dan zegt gij:
Waarom? Ja, waarom heeft God zich afgekeerd? De religieuze leiders gaven vals onderwijs,
ook ten aanzien van het huwelijk en gaven het verkeerde voorbeeld. Omdat de HERE getuige geweest is tussen u
en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en
uw wettige vrouw is. 15 Niet één doet zo, die voldoende geest bezit, want wat
zoekt die ene? Het zaad Gods. Weest dan op uw hoede voor uw hartstocht, en dat men niet
ontrouw worde aan de vrouw zijner jeugd. 16 Want Ik haat de echtscheiding, zegt de
HERE, de God van Israël, en dat men zijn gewaad met geweldpleging overdekt, zegt de HERE
der heerscharen. Daarom, weest op uw hoede voor uw hartstocht en weest niet ontrouw.
Christus zal één Gemeente huwen De huwelijke
staat in het Nieuwe Testament is het type van de relatie tussen Christus en de Gemeente
van God. De wereldse kerken zijn groot in aantal. Zij die de naam Christus claimen Rooms Katholiek,
Grieks Orthodox Katholiek, honderden protestantse kerken claimen allen,
gezamenlijk, de Gemeente te zijn die Christus stichtte. Ze schijnen op de één of andere manier te geloven dat, wanneer Christus naar de
aarde terugkeert om zijn Gemeente te trouwen, Jezus polygaam zal zijn dat Hij honderden kerken zal huwen honderden vrouwen zal hebben! Dat is een
misvatting, zij zijn fout! Jezus Christus zal slechts één Gemeente huwen de Ware Gemeente van God
en al deze wereldse kerken zullen buiten staan! Luister! Openbaring 19:7 Laten wij blijde zijn
en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn
vrouw [niet vrouwen] heeft zich gereedgemaakt. Een vereiste voor een man die in dienst van God staat, is dat hij één vrouw
heeft. 1 Timotheüs 3:2 Een opziener dan
moet zijn onbesproken, de man van één vrouw, nuchter, bezadigd, beschaafd, gastvrij,
bekwaam om te onderwijzen, 1 Timotheüs 3:12 Diakenen moeten
mannen van één vrouw zijn, hun kinderen en hun eigen huis goed bestieren. Titus 1:5 Ik heb u op Kreta
achtergelaten met de bedoeling, dat gij in orde zoudt brengen hetgeen nog verbetering
behoefde, en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudsten zoudt aanstellen
mannen, 6 die onberispelijk zijn, één
vrouw hebben, die gelovige kinderen hebben, die niet in opspraak zijn wegens losbandigheid
of van geen tucht willen weten. Dus ook niet gehuwd met een vrouw die van een man gescheiden is die nog leeft. En
natuurlijk geldt dit voor elke man en vrouw in de Gemeente van God. Want polygamie is zonde! God veroordeelt het! Het is overspel! In
geen enkele tijd heeft God het ooit goedgekeurd. Niet in de tijd van de patriarchen of het
Oude Testament, maar ook nu niet! |